Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022146323 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Frederic Van Tricht met als adres Admiraal de Boisotstraat 32 te 2000 Antwerpen en mevrouw Veerle Dermul met als adres Admiraal de Boisotstraat 32 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Admiraal de Boisotstraat 32 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 11 sectie L nr. 3694S |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | uitbreiden van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 13/12/1968: vergunning (18#83368) voor een woonhuis bouwen.
Vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gelijkvloerse verdieping volledig dichtgebouwd;
- eerste en tweede verdieping tot circa 13 m;
- gevelafwerking:
Bestaande toestand
- overdekte inkomzone;
- interne constructieve wijzigingen.
Nieuwe toestand
- bouwvolume:
- derde verdieping tot circa 8,6 m;
- gevelafwerking:
- gewijzigde scheimuren.
Inhoud van de aanvraag
- uitbreiden van het volume;
- inrichten van een dakterras;
- wijzigen van de voorgevel;
- wijzigen van de scheimuren;
- doorvoeren van interne constructieve werken.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 28 februari 2023 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 1: zone voor wonen - (wo1).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
Het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) heeft een opstand van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak. Deze opstand mag niet met brandbaar materiaal bekleed worden.
Het is niet duidelijk of de opstand overal voldoet aan het minimum van 0,30 meter.
Voor enkelvoudige scheidingsmuren geldt dat ze uitgevoerd dienen te worden in massief, ongeperforeerd materiaal. Ze dienen steeds een minimale dikte van 0,18 meter te hebben. Scheidingsmuren met een grotere dikte mogen constructieonderdelen dragen voor zover ze de perceelsgrens niet overschrijden en er een minimale dikte van 0,18 overblijft.
Het is niet duidelijk of de opgetrokken scheidingsmuur ontdubbeld is opgetrokken.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De bestemming van de eengezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het perceel is momenteel volledig bebouwd en het ontbreekt de bewoners aan noodzakelijke buitenruimte.
De mogelijkheid om de oppervlakte van amper 15 m² achteraan het perceel te ontpitten biedt echter weinig meerwaarde:
- deze zone ligt volledig ingesloten tussen de aanpalende bebouwing en krijgt weinig zonlicht;
- gezien de typologie van bel-etagewoning situeert het wonen zich op de verdiepingen wat een mogelijke connectie met het maaiveld ook bemoeilijkt. Het gelijkvloers is voorbehouden voor garage, berging en inkom.
De aanvraag zoekt daarom licht en ruimte op in de hoogte. Dit vertaalt zich in een bijkomende bouwlaag met een dakterras.
De bouwdiepte van de extra bouwlaag benut niet de volledige bouwdiepte van 13 m van het onderliggend volume maar blijft bewust beperkt tot 8,62 m waardoor achteraan nog plaats vrij blijft voor een dakterras.
Het terras meet 4,07 m op 3,26 m en respecteert de minimale afstand van 1,90 m voor het creëren van directe zichten uit het Burgerlijk Wetboek ten opzichte van het rechterbuurpand waardoor geen inkijk of privacyhinder te verwachten valt.
Met de extra bouwlaag verhoogt de kroonlijsthoogte aan de straatzijde van 9,27 m naar 12,06 m.
De kroonlijsthoogte aan de achtergevel wijzigt door het inrichten van het terras niet en blijft op 9,27 m.
Door de bouwdiepte te beperken dienen ook beide scheimuren maar over een beperkte lengte verhoogd te worden. De reeds hogere scheimuur wordt plaatselijk maximaal 1,53 m verhoogd en de rechterscheimuur plaatselijk circa 3,10 m.
Dit nieuwe volume kan binnen de aanwezige context aanvaard worden.
Cultuurhistorische aspecten en visueel-vormelijke aspecten
Gezien de ligging van het pand in een zone die volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan werd ingekleurd als een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde werd het advies ingewonnen van de stedelijke dienst Monumentenzorg. Dit advies laat zich als volgt lezen:
“Geen bezwaar. De woning uit 1968 werd gebouwd door Roger Vermout in opdracht van Valere Varendonck. Het schrijnwerk en het inkomportaal werden reeds aangepast. De optopping doet geen afbreuk aan de bestaande gevel noch aan de omliggende bebouwing. Het is belangrijk dat de nieuwe parementsteen over dezelfde eigenschappen beschikt als de bestaande.”
De nieuwe bouwlaag is qua materialisatie een voortzetting van de bestaande voorgevel in geelkleurig metselwerk waarbij de nieuwe raamopeningen uitgelijnd zijn op de onderliggende ramen met antraciet aluminium.
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt het voorwaardelijk gunstig advies van de dienst Monumentenzorg integraal bijgetreden en wordt in voorwaarden opgenomen dat de nieuwe parementsteen over dezelfde eigenschappen moet beschikken als de bestaande gevelsteen. Echter is een identieke gevelsteen niet realistisch.
Hiermee rekening houdend wordt in de voorwaarden opgenomen om tussen het bestaande gevelvlak en de nieuwe bouwlaag een natuurstenen lijst te voorzien. Dit zal de visuele aansluiting tussen bestaand en nieuw vereenvoudigen.
De achtergevel van de nieuwe bouwlaag wordt in antraciet geprofileerde aluminium gevelpanelen en dito buitenschrijnwerk voorzien.
Het beoogde materiaalgebruik voor de nieuwe bouwlaag is stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Op het gelijkvloers werd de inkom dieper geplaatst. Oorspronkelijk lag deze in het gevelvlak maar werd tijdens een eerdere verbouwing 0,83 m dieper geplaatst. Desalniettemin is deze positie niet strijdig met art. 14 van de bouwcode en kan gunstig beoordeeld worden.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Er wordt opgemerkt dat het nieuwe terras geen minimale afstand van 1,90 m aanhoudt ten opzichte van de linkerbuur. De terreinprofielen geven aan dat de opgaande scheimuur niet over de volle diepte van het nieuwe terras doorloopt maar enkel over een afstand van ca. 2,00 m aansluitend op de achtergevel van de extra bouwlaag.
Deze scheimuur meet ca. 1,60 m ten opzichte van de vloerpas van het terras. Omdat er na deze ca. 2,00 m weldegelijk inkijk op het buurperceel mogelijk is, wordt in de voorwaarden opgenomen dat het terras bij het einde van de scheimuur onder een hoek van 45° aangelegd moet worden om deze inkijk en bijgevolg mogelijke hinder te vermijden.
Omdat er onvoldoende dakopstand voorzien wordt ter hoogte van het nieuw dak (bouwcode, art. 34) worden voorwaarden opgelegd naar de brandweerstand ervan.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande toestand ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. Het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.
3. De parementsteen voor de nieuwe bouwlaag dient qua vorm, kleur en uitvoering over dezelfde eigenschappen te beschikken als de bestaande gevelsteen. Tussen het bestaande gevelvlak en de bijkomende bouwlaag moet een natuurstenen lijst voorzien worden. Voor de uitwerking en dimensioneren hiervan wordt de uitvoering van de huidige kroonlijsten van buurpanden 30 en 28 als voorbeeld genomen.
4. Het terras moet onder 45° aangelegd te worden vanaf het beëindigen van de linkerscheimuur zoals aangegeven op de plannen gemarkeerd ‘ROOD’.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 8 november 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 28 februari 2023 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 28 juli 2023 |
Verslag GOA | 2 mei 2023 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
1 | 0 | 0 | 0 |
Bespreking van de bezwaren
Er werd 1 bezwaarschrift ontvangen wat zich als volgt laat samenvatten:
Verlies van zonlicht: Het bezwaar tegen het verlies van direct zonlicht door de verhoging van het bestaand volume met een extra verdieping.
Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. Geoordeeld wordt dat de beoogde bijkomende extra bouwlaag inpasbaar is in de omgeving en deze de woonkwaliteit van de buurpanden niet in het gedrang brengt.
Uiteraard zal de extra bouwlaag de bezonning voor enkele omwonenden wijzigen waaronder ook de bezonning ter hoogte van het bovenste raam aan het plat dak van het buurpand.
Opgemerkt wordt dat de bouwdiepte van de bovenste verdieping van het buurpand opmerkelijk minder diep is dan de kenmerkende bouwdiepte. Het is tevens onduidelijk wat de functie is van de ruimte achter het desbetreffende raam. Gezien de beperkte breedte van de ruimte kan geoordeeld worden dat deze ruimte een secundair gebruik heeft.
Verlies van zonlicht: Het bezwaar tegen het verlies van zonlicht door het plaatsen van een massieve borstwering op de scheimuur.
Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond.
De borstwering wordt niet op de scheimuur geplaatst maar rond de contouren van het terras waardoor deze op 1,90 m van de perceelsgrens ligt en de impact van de borstwering op de bezonning van het buurpand nihil is. De voorgestelde borstwering is bovendien in helder glas voorzien.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. Het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.
3. De parementsteen voor de nieuwe bouwlaag dient qua vorm, kleur en uitvoering over dezelfde eigenschappen te beschikken als de bestaande gevelsteen. Tussen het bestaande gevelvlak en de bijkomende bouwlaag moet een natuurstenen lijst voorzien worden. Voor de uitwerking en dimensioneren hiervan wordt de uitvoering van de huidige kroonlijsten van buurpanden 30 en 28 als voorbeeld genomen.
4. Het terras moet onder 45° aangelegd te worden vanaf het beëindigen van de linkerscheimuur zoals aangegeven op de plannen gemarkeerd ‘ROOD’.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.