Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022172891 |
Gegevens van de aanvrager: | mevrouw Jacoba Lokker met als adres Antwerpsebaan 245 te 2040 Berendrecht (Antwerpen) en de heer Jasper Van Den Maegdenbergh met als adres Antwerpsebaan 245 te 2040 Berendrecht (Antwerpen) |
Ligging van het project: | Steenovenstraat 57 te 2040 Berendrecht (Antwerpen) 11819C0021/00R000 |
Kadastrale percelen: | afdeling 19 sectie C nrs. 21R, 21X en 21S |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | afbreken van de bestaande woning en heropbouwen van de woning op een andere plaats op het perceel |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- er werd geen relevante voorgeschiedenis teruggevonden.
Geacht vergunde toestand
- functie: eengezinswoning met losstaande schuur en berging;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Bestaande toestand
- de bestaande woning wordt afgebroken en vervangen door een nieuwe woning.
Nieuwe toestand
- functie: eengezinswoning.
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- slopen van een bestaande eengezinswoning;
- bouwen van een eengezinswoning;
- aanleg van de tuin.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Departement Landbouw en Visserij (hoofdbestuur)/ Dept. Landbouw en Visserij, buitendienst Antwerpen | 1 maart 2023 | 20 april 2023 | Geen advies |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen | 1 maart 2023 | 6 maart 2023 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in agrarisch gebied. De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
(Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het gewestplan:
- Het pand ligt volgens het gewestplan in herbevestigd agrarisch gebied.
- De aangevraagde woning gaat niet uit van een (para-)agrarische functie en is in strijd met deze bestemming.
De aanvraag voldoet aan de vigerende regelgeving met betrekking tot zonevreemde woningen en bijgebouwen:
- In toepassing van artikel 4.4.14 §1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) kan onder welbepaalde voorwaarden het herbouwen van een bestaande zonevreemde woning op een gewijzigde plaats worden toegestaan, indien de verplaatsing volgt uit redenen van een goede ruimtelijke ordening en gemotiveerd wordt vanuit een betere integratie in de omgeving, een betere terreinbezetting of een kwalitatief concept.
- In deze aanvraag wordt de bestaande woning alsook een bijhorende schuur en berging afgebroken en vervangen door één nieuw volume dat quasi op de plaats van de afgebroken constructies ingeplant wordt. Zodoende worden drie over het perceel verdeelde constructies vervangen door één volwaardige nieuwe constructie met een volume van 998 m³. Het maximale volume van de herbouwde woning is immers beperkt tot 1.000 m³.
- De nieuwe toestand moet een betere plaatselijke aanleg opleveren, en zich richten op de omgevende bebouwing of plaatselijk courante inplantingswijzen. De nieuwe inplanting bewaart een afstand van beide zijdelingse perceelsgrenzen, wat een verbetering is ten opzichte van de bestaande toestand waarbij meerdere volumes tot op de rechter perceelsgrens voorkwamen. De nieuwe inplanting bewaart tevens een afstand ten opzichte van de straat, waardoor de voortuin een buffer vormt en de oprit parkeren op de straat tegenhoudt. De nieuwe voorgevelbouwlijn richt zich bovendien ook naar de voorgevelbouwlijnen die verderop in deze straat voorkomen. De nieuwe inplanting is evenwichtiger qua terreinbezetting.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag betreft het slopen en herbouwen van een zonevreemde woning, inclusief een schuur en een berging, in herbevestigd agrarisch gebied. Op de vrijgekomen plaats wordt één nieuwe eengezinswoning opgericht.
Het Departement Landbouw en Visserij formuleert geen advies vanuit landbouwkundig standpunt en verwijst enkel naar de vigerende regelgeving met betrekking tot zonevreemde woningen en bijgebouwen (artikel 4.4.14 §1 VCRO).
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
De aanvraag voldoet aan alle gestelde voorwaarden cfr. de toetsing aan de regelgeving, zodat het herbouwen van de woning en het verderzetten van de zonevreemde woonfunctie op deze plaats toegestaan kan worden.
Men kan concluderen dat de geoptimaliseerde inplanting op een andere plek volgt uit een goede inrichting van de plaats, een goede ruimtelijke ordening.
Het voorgestelde volume verwijst naar in de omgeving vaker voorkomende volumes en is ruimtelijk inpasbaar in de omgeving.
Visueel-vormelijke elementen
Deze voorgestelde materialen komen in de omgeving vaker voor, zijn daardoor kenmerkend en kunnen aanvaard worden.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Door het afbreken en het vervangen van drie bestaande constructies ontstaat een nieuwe woning die aan de huidig geldende kwaliteitseisen voldoet.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats. Voor woonprojecten met maximaal 5 wooneenheden wordt 1 autostalplaats per woongelegenheid gevraagd. Voor een eengezinswoning moet er bijgevolg 1 autostalplaats voorzien worden. |
De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1. Dit aantal is toereikend.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0. Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 1 = 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.
|
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 27 december 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 1 maart 2023 |
Start openbaar onderzoek | 10 maart 2023 |
Einde openbaar onderzoek | 8 april 2023 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 12 september 2023 |
Verslag GOA | 3 mei 2023 |
naam GOA | Katrine Leemans |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
10 maart 2023 | 8 april 2023 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.