Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022148278 |
Gegevens van de aanvrager: | BVBA LEMON GROUP met als adres Rijnkaai 150 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Rijnkaai 150 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 7 sectie G nr. 126/11C |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | bouwen van een tijdelijk paviljoen en 3 spantenten met bijhorende bergingen, mobiele toiletten en terrassen |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 24/03/2022: vergunning (20214484) voor het bouwen van een tijdelijk paviljoen en 3 spantenten met bijbehorende bergingen, mobiele toiletten en terrassen;
- 29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed: Hangar 29 met meerpalen van de Red Star Line: https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/212118.
Vergunde/vergund geachte toestand
- functie: industrie en bedrijvigheid;
- bouwvolume en inrichting:
- gevelafwerking:
Huidige toestand
- de Waagnatie (hangar 28-29) wordt op regelmatige basis gebruikt als evenementenlocatie (dagrecreatie).
- open ruimte bij Hangar 29/Waagnatie.
Gewenste toestand
- functie:
- bouwvolume en inrichting:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- tijdelijke handelingen (maximaal 6 maanden):
- mogelijke wijzigingen aan Hangar 29 maken geen deel uit van de aanvraag.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
AQUAFIN NV | 24 november 2022 | 2 december 2022 | Geen advies |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA | 24 november 2022 | 19 januari 2023 | Voorwaardelijk gunstig |
DE VLAAMSE WATERWEG/ De Vlaamse Waterweg nv - Afdeling Regio Centraal | 24 november 2022 | 22 december 2022 | Gunstig |
FOD Binnenlandse Zaken - ASTRID veiligheidscommissie | 24 november 2022 | 6 december 2022 | Gunstig |
Politiezone Antwerpen/ Centrale Preventie | 24 november 2022 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
|
Politiezone Antwerpen/ Verkeerspolitie | 24 november 2022 | 2 december 2022 | Geen bezwaar |
Water-link | 24 november 2022 | 2 december 2022 | Geen advies |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Autonoom gemeentebedrijf voor vastgoed en stadsprojecten in Antwerpen | 24 november 2022 | 9 maart 2023 |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie | 24 november 2022 | 1 maart 2023 |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Visit Antwerpen | 24 november 2022 | 24 november 2022 |
Stadsontwikkeling/ Beheer en Operaties | 24 november 2022 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 24 november 2022 | 17 januari 2023 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu | 24 november 2022 | 5 mei 2023 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 24 november 2022 | 25 november 2022 |
Stadsontwikkeling/ Publieke Ruimte | 24 november 2022 | 1 december 2022 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gemengd gemeenschapsvoorzienings- en dienstverleningsgebied. De gebieden die als gemengd gemeenschapsvoorzienings- en dienstverleningsgebied zijn aangeduid, zijn bestemd voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen evenals voor dienstverleningsbedrijven of inrichtingen in verband met haven en scheepvaart.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgende punten:
- algemene voorschriften:
- bijzondere voorschriften:
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend(e) punt(en):
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften van het RUP.
Door de dienst OS/BI wordt een gunstig advies gegeven.
“De uitbreiding heeft gezien de locatie (aan het water) en de bereikbaarheid een meerwaarde op vlak van gastronomische en evenementiële beleving in de stad.”
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt dit advies gevolgd
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid en visueel-vormelijke elementen.
De aanvraag omvat het plaatsen van enkele constructies uitgevoerd in witgeschilderd hout tegen de gevel van Hangar 29, het plaatsen van een doorschijnende half gebogen tent onder de luifel, het plaatsen van twee grote witte nomadententen voor de gevel van Hangar 29 en het plaatsen van verschillende gele zeecontainers voor de gevel en onder de luifel van Hangar 29. Al deze constructies worden voorzien op een ten opzichte van de kaaivlakte, verhoogd houten terras. Dit terras wordt ingeplant tussen hangar 29 en de Scheldekaaien waarbij een afstand van 10 m tussen de kaairand en de paviljoenen gevrijwaard blijft. Strijdig met de inrichtingsvoorschriften van het RUP bevindt het paviljoen zich tegen Hangar 29.
De geldende inrichtingsvoorschriften zijn gericht op de aanleg van een kwalitatief en toegankelijk verblijfsgebied. Gebouwen en andere vaste constructies zijn toegestaan in functie van een andere oplossing voor het parkeren op maaiveld en in functie van een kwalitatieve inrichting van het publiek domein.
De aanvraag voldoet aan geen van beide. Bovendien is de maximaal toegelaten hoogte beperkt tot 9,25 TAW of 90 cm boven de bestaande keermuur. De hoogte van het paviljoen is dubbel zo hoog, deze van de spantent drie maal zo hoog en kan bijgevolg bezwaarlijk beperkt worden genoemd.
Het houten terras wordt van de kaaivlakte afgescheiden door afwisselend een hekwerk in hout naturel, een hekwerk in wit geschilderd hout en een glazen balustrade. Hoewel de verschillende constructies en hun verspreide opstelling geen afbreuk doen aan het karakter van Hangar 29, is de voorgestelde uitvoering niet duurzaam, noch degelijk.
Het inrichtingsvoorstel heeft gezien het grote aantal verschillende constructies, kleuren en materialen, een zeer beperkte ruimtelijke kwaliteit.
AG VESPA die als concessiegever in deze aanvraag eveneens om advies werd gevraagd had volgende bemerkingen:
“De hoeveelheid en situering van de containers dragen niet bij aan een kwalitatieve inrichting van dit projectgebied.
• Deze zijn aan de straatzijde gesitueerd, waarvoor ze dienen is niet geheel duidelijk, waarschijnlijk voor aanvoer/ afvoer van voeding, drank enz. en afvalverzameling.
Indien deze niet geregeld en continu geleegd worden geeft dit een verloederde situatie.
• De stapeling van de containers aan de straatzijde nemen een deel zicht weg van deze opstelling, maar geven daarnaast ook een wezenlijk ander uitzicht voor buurtbewoners.
• Het paviljoen aan de westzijde is niet verder gespecifieerd, qua materialisering, opbouw. Dit geeft geen garantie tot een kwalitatieve inrichting.
De algemene beeldkwaliteit van de inrichting is onsamenhangend, gaat geen tot weinig interactie aan met het gebouw enz.
Aangezien deze uitbating jaarlijks plaatsvindt met de duurtijd van een half jaar, heeft dit een impact waar rekening mee gehouden dient te worden.
Naast mogelijkse geluidoverlast levert dit gebrek aan een kwalitatieve inrichting irritatie op bij de buurtbewoners.”
Tijdens deze vergunningsprocedure is er overleg geweest met de concessiehouder en -nemer. Voorliggende tijdelijke inrichting van Bocadero zou zijn laatste termijn ingaan. Een kwalitatieve en duurzame constructie aan de noordelijke kop van de Waagnatie zal vanaf volgend jaar voorzien worden. Ook uit de ingediende bezwaren wordt de suggestie om de Bocadero te verhuizen naar de noordelijke kop geopperd.
Gelet op het tijdelijke karakter van de constructies en de beperkte visuele impact op het vastgoed en de omgeving binnen de huidige context, kan het volume en ruimtegebruik (gunstig) worden beoordeeld. In voorwaarde zal worden opgelegd alle balustrades uit te voeren in witgeschilderd houten hekwerk.
Cultuurhistorische aspecten
De aangevraagde werken hebben geen invloed op de erfgoedwaarde van het pand of zijn omgeving. Gelet op het tijdelijk karakter is er vanuit de dienst Monumentenzorg geen bezwaar mits de tijdelijke constructies onmiddellijk na het beëindigen van het evenement verwijderd worden
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Strijdig met de bouwcode wordt er geen vetafscheider voorzien. Hier kan geen afwijking op worden toegestaan. Het is onduidelijk of alle ruimtes beschikken over een minimale vrije hoogte zoals bepaald in dit artikel. Hier kan geen afwijking op worden toegestaan en zal bij een eventuele vergunning in voorwaarde worden opgelegd. Zoals in alle voorgaande aanvrager wordt ook nu opgemerkt dat de aanvraag op heel wat punten in strijd is met de verordening toegankelijkheid. Hier kunnen geen afwijkingen op worden toegestaan. Tot slot wordt er op gewezen dat een horecavergunning vereist is.
Door de dienst Milieuvergunningen wordt onder bepaalde voorwaarden een gunstig advies gegeven.
Het advies luidt als volgt:
“Er is geen bezwaar tegen het optrekken van spantenten en een reca-paviljoen tussen Hangar 29 en de Scheldekaaien. Wij wijzen erop dat afvalwater aangesloten dient te worden op de openbare riolering. Het geluidsniveau van elektronisch versterkte muziek mag niet hoger zijn dan 85 dB gemeten als LAeq,15min. Wanneer er tijdens de exploitatie gebruik gemaakt wordt van extra koeling of generatoren is de kans niet onbestaande dat het gaat om ingedeelde activiteiten waarvoor een vergunning of een melding moet bestaan.”
De voorwaarden die hieruit voortkomen en gekoppeld moeten worden aan de vergunning:
“- Het geluidsniveau van elektronisch versterkte muziek mag niet hoger zijn dan 85 dB gemeten als LAeq,15min conform Vlarem titel II;
- Het rechtstreeks lozen van afvalwater in de Schelde is niet toegestaan.”
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag een tijdelijke recafunctie betreft.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
2. Alle balustrades te voorzien in een witgeschilderd houten hekwerk.
3. Een vetafscheider te voorzien, conform artikel 44 van de bouwcode.
4. De aanvraag conform te stellen met artikels 3, 18, 19, 28 en 29 van de verordening toegankelijkheid.
5. De voorwaarden uit het bijgevoegde advies van de Vlaamse Waterweg strikt na te komen.
6. Het is verboden om het afvalwater rechtstreeks te lozen in de Schelde. Het afvalwater dient aangesloten te worden op de openbare riolering.
7. Het geluidsemissieniveau in de paviljoenen te beperken tot de standaardnorm, zijnde 85 dB(A) gemeten als LAeq,15min conform Vlarem titel II.
8. Een horecavergunning te bekomen.
9. Alle ruimtes beschikken over een minimale hoogte zoals bepaald in artikel 21 van de bouwcode.
10. Na het verstrijken van de geldigheidsduur van de vergunning moet de begunstigde het terrein herstellen in de staat waarin het zich bevond vóór de tenuitvoerlegging van de vergunning van bepaalde duur en dit ten laatste op 15 oktober 2023.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 7 november 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 24 november 2022 |
Start 1e openbaar onderzoek | 5 december 2022 |
Einde 1e openbaar onderzoek | 3 januari 2023 |
Beslissing toepassing administratieve lus | 28 februari 2023 |
Start laatste openbaar onderzoek | 4 april 2023 |
Einde laatste openbaar onderzoek | 3 mei 2023 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 6 augustus 2023 |
Verslag GOA | 5 mei 2023 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
Administratieve lus
Op de aanvraag werd een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):
De terinzagelegging werd niet voorzien conform de bepalingen van artikel 24 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn werden opnieuw uitgevoerd om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).
De aanvraag werd onderworpen aan 3 openbare onderzoeken.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
5 december 2022 | 3 januari 2023 | 0 | 0 | 0 | 0 |
9 maart 2023 | 24 maart 2023* | 0 | 0 | 0 | 0 |
4 april 2023 | 3 mei 2023 | 0 | 0 | 0 | 8 |
* Het openbaar onderzoek was korter dan de normale 30 dagen omdat het vroegtijdig is stopgezet.
Bespreking van de bezwaren
Bezwaren uit vorige openbare onderzoeken over de aanvraag, die nog relevant zijn, worden hier ook besproken.
OVERLAST
Geluidsoverlast: Het bezwaar tegen geluidhinder voor omwonenden afkomstig van feestjes in open lucht tot 1u ‘s nachts op weekdagen en tot vroeg in de ochtend tijdens het weekend.
Beoordeling: Het bezwaar omtrent geluidsoverlast betreft niet aantoonbare, subjectieve elementen die niet van stedenbouwkundige aard zijn en die bijgevolg niet mee in afweging kunnen worden genomen bij de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggend project. Geluidsoverlast wordt bovendien politioneel geregeld. Een normaal gebruik van een reca-terras, hoeft een goed nabuurschap niet in de weg te staan. Wel zal er als voorwaarde van vergunning een beperking worden opgenomen met betrekking tot het geluidsemissieniveau. Het bezwaar is deels gegrond.
Geluidsoverlast bij opbouw: Het bezwaar tegen lawaaihinder voor omwonenden bij opbouw, aanpassingen en afbraak containers.
Beoordeling: De bezorgdheden van de bezwaarindiener rond de opbouw / afbraak van de tijdelijke constructies is een uitvoeringstechnische aangelegenheid die los staat van de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggende aanvraag door de vergunningverlenende overheid. Uiteraard betekent het verkrijgen van een vergunning geen vrijgeleide voor de bouwheer/aannemer zich te ontzien van burgerrechtelijke plichten. Het bezwaar is ongegrond;
Sluikstort: Het bezwaar tegen de te verwachten sluikstort (afval, glas, urine, uitwerpselen).
Beoordeling: Het bezwaar omtrent de te verwachten sluikstort betreft niet aantoonbare, subjectieve elementen die niet van stedenbouwkundige aard zijn en die bijgevolg niet mee in afweging kunnen worden genomen bij de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggend project. Het bezwaar is ongegrond.
Dronkenschapshinder: Het bezwaar tegen de te verwachten overlast veroorzaakt door dronken mensen.
Beoordeling: Het bezwaar omtrent de te verwachten hinder betreft niet aantoonbare, subjectieve elementen die niet van stedenbouwkundige aard zijn en die bijgevolg niet mee in afweging kunnen worden genomen bij de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggend project. Het bezwaar is ongegrond.
Steps en fietsen: Het bezwaar tegen de te verwachten overlast veroorzaakt achtergelaten steps en fietsen.
Beoordeling: Het bezwaar omtrent de te verwachten hinder betreft niet aantoonbare, subjectieve elementen die niet van stedenbouwkundige aard zijn en die bijgevolg niet mee in afweging kunnen worden genomen bij de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggend project. Het bezwaar is ongegrond.
UITZICHT
Verlies van uitzicht: Het bezwaar tegen het verlies van uitzicht op de Schelde vanuit de tegenoverliggende appartementen door het plaatsen van containers en tenten onder de luifel van de Waagnatie.
Beoordeling: Het plaatsen van constructies onder de luifel is aanvaardbaar en inpasbaar in de omgeving. Uiteraard zal het uitzicht voor enkele omwonenden wijzigen, de plaatsing van deze constructies brengt de woonkwaliteit niet in het gedrang. Het bezwaar is ongegrond;
Beeldkwaliteit; Het bezwaar tegen de ondermaatse beeldkwaliteit. “Alle genoemde constructies, containers en andere objecten vormen niet enkel een enorme muur die het uitzicht op de Schelde van alle tegenoverliggende appartementen (en dat zijn er veel) wegneemt, maar tevens komen er lelijke zeecontainers, glas- en afvalcontainers voor in de plaats die vanaf de straat en vanuit alle omliggende appartementen, kantoren en woningen zichtbaar zijn. Men waant zich in de industriële haven van Antwerpen. En dit niet voor een korte periode van enkele dagen maar voor zes maanden. Voor een residentiële buurt is dit onaanvaardbaar.”
Beoordeling: Het bezwaar omtrent de te verwachten ondermaatse beeldkwaliteit is correct. In functie van een meer harmonieus beeld wordt als voorwaarde van de vergunning opgelegd om alle balustrades te voorzien in een witgeschilderd houten hekwerk. Daarnaast zorgt de wand van zeecontainers dat de constructies van Bocadero zoveel als mogelijk van het zicht worden onttrokken. Gelet op het tijdelijke karakter, tenslotte, is deze constellatie aanvaardbaar. Het bezwaar is deels gegrond.
ONVEILIGHEID
Onveiligheidsgevoel - criminaliteit: Het bezwaar dat het beoogde programma aanleiding zal geven tot criminaliteit, drugsgebruik waardoor het onveiligheidsgevoel verhoogt.
Beoordeling: Het bezwaar omtrent criminaliteit en het onveiligheidsgevoel betreft niet aantoonbare, subjectieve elementen die niet van stedenbouwkundige aard zijn en die bijgevolg niet mee in afweging kunnen genomen worden bij de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggend project. Er is niet noodzakelijk een causaal verband tussen voorliggend project en de te verwachten overlast zoals omschreven in het bezwaarschrift. Het bezwaar is ongegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
2. Alle balustrades te voorzien in een witgeschilderd houten hekwerk.
3. Een vetafscheider te voorzien, conform artikel 44 van de bouwcode.
4. De aanvraag conform te stellen met artikels 3, 18, 19, 28 en 29 van de verordening toegankelijkheid.
5. De voorwaarden uit het bijgevoegde advies van de Vlaamse Waterweg strikt na te komen.
6. Het is verboden om het afvalwater rechtstreeks te lozen in de Schelde. Het afvalwater dient aangesloten te worden op de openbare riolering.
7. Het geluidsemissieniveau in de paviljoenen te beperken tot de standaardnorm, zijnde 85 dB(A) gemeten als LAeq,15min conform Vlarem titel II.
8. Een horecavergunning te bekomen.
9. Alle ruimtes beschikken over een minimale hoogte zoals bepaald in artikel 21 van de bouwcode.
10. Na het verstrijken van de geldigheidsduur van de vergunning moet de begunstigde het terrein herstellen in de staat waarin het zich bevond vóór de tenuitvoerlegging van de vergunning van bepaalde duur en dit ten laatste op 15 oktober 2023.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.