Terug
Gepubliceerd op 08/05/2023

2023_CBS_02840 - Omgevingsvergunning - OMV_2022167145. Berendrechtstraat 65. District Antwerpen - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 05/05/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Karin De Craecker, strategisch coördinator

Afwezig

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Karim Bachar, schepen

Secretaris

Karin De Craecker, strategisch coördinator

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_02840 - Omgevingsvergunning - OMV_2022167145. Berendrechtstraat 65. District Antwerpen - Weigering 2023_CBS_02840 - Omgevingsvergunning - OMV_2022167145. Berendrechtstraat 65. District Antwerpen - Weigering

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022167145

Gegevens van de aanvrager:

de heer Yitzhak Berger met als adres Belgielie 109 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Berendrechtstraat 65 te 2020 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 9 sectie I nr. 2410H11

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een meergezinswoning van 3 naar 4 wooneenheden

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          08/07/1955: toelating (18#33985) verbouwingswerken.

Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand

-          functie:

  • meergezinswoning met 3 appartementen

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen met plat dak in gesloten bebouwing;
  • kroonlijsthoogte van circa 10,80 m ten opzichte van het maaiveld.

-          gevelafwerking:

  • gevelmetselwerk en houten schrijnwerk.

Huidige toestand

-          overeenkomstig met de vergunde toestand, uitgezonderd van:

  • bouwvolume: achteraan het gelijkvloers werd een deel van de koer voorzien als winterterras.

Gewenste toestand

-          functie:

  • meergezinswoning met 4 appartementen;
  • met betrekking tot de nieuwe wooneenheid zijn volgende gegevens beschikbaar:
    • 1  éénkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van circa 44 ,00 m² en een buitenruimte van 4,00 m²;
  • op de gelijkvloerse verdieping worden in de gemeenschappelijke inkomhal 2 fietsstalplaatsen voorzien;

-          bouwvolume:

  • 4 bouwlagen met plat dak in gesloten bebouwing;
  • kroonlijsthoogte van circa 14,00 m ten opzichte van het maaiveld.

-          gevelafwerking:

  • voorgevel in gele gevelmetselwerk en pvc wit schrijnwerk.

Inhoud van de aanvraag

-          voorzien van een extra daklaag;

-          vermeerderen van het aantal appartementen van 3 naar 4.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

14 maart 2023

17 april 2023

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator/ Fluvius

14 maart 2023

28 maart 2023

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

14 maart 2023

14 maart 2023

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

14 maart 2023

21 maart 2023

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw/ vermoeden van vergunning

14 maart 2023

11 april 2023

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • Artikel 10 inplanting, bouwhoogte en bouwdiepte: de bouwdiepte van de 3de verdieping is niet in harmonie met de rechter aanpalende bebouwing;
  • Artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer: de eetkamer en keuken van de gelijkvloerse woning zijn volledig ingesloten en ontvangen geen rechtstreeks licht, lucht en zicht;
  • Artikel 28 Minimale oppervlakte buitenruimte:
    er dient voor elke zelfstandige woning een buitenruimte van minstens 4 m² te worden voorzien. De appartementen op de 1ste en 2de verdieping hebben geen buitenruimte;
  • Artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:
    de fietsenstalling wordt in de hal voorzien. De oppervlakte van de fietsenberging voldoet niet aan de vereiste afmetingen.
  • Artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen: er worden geen autoparkeerplaats voorzien.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag is strijdig met artikel 10, 24, 28, 29, 30 van de bouwcode. Van artikel 30 kan er met behulp van artikel 3 van de bouwcode een afwijking worden toegestaan. Van de andere artikels kan er niet op geldige wijze worden afgeweken. Dit wordt verder gemotiveerd onder de rubriek ‘Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen’.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag betreft het uitbreiden en verbouwen van een meergezinswoning.

Aangezien er twijfel bestond over het aantal woningen dat onder het vermoeden van vergunning valt, werd er advies gevraagd aan de stedelijke dienst Vermoeden Van vergunning. Volgende gegevens zijn gekend:

Kadaster: 3 woningen

CRS: op dit moment 2 ingeschreven gezinnen (sinds 2018)

Oude woonkaarten: 3 ingeschreven gezinnen tot 1973.

 

Op basis van de kadastergegevens en de inschrijvingen tot 1973 wordt er een gunstig advies gegeven voor maximaal 3 woningen.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag beoogt het uitbreiden van de meergezinswoning met een extra bouwlaag in functie van het vermeerderen van het aantal woonentiteiten van drie naar vier. Een extra bouwlaag is op zich inpasbaar in de bebouwde context en sluit hiermee aan bij de vierde bouwlaag van het linkerbuurpand nummer 63. Bovendien zijn er meerdere panden in de straat merkbaar met vier bouwlagen. Voor wat de bouwdiepte betreft wordt er opgemerkt dat de nieuwe bouwlaag ten opzichte van de rechterbuurwoningen veel dieper bebouwd is. Aangezien de rechterbuurpanden in dit straatsegment een kenmerkende geringere bouwdiepte hebben op de bovenste bouwlaag is het vanuit goede ruimtelijke ordening wenselijk om hier op aan te sluiten. Op die manier kan er een overgang gemaakt worden tussen de linkerbuurpanden op de hoek die dieper gebouwd zijn en de geringere bouwdiepte van de rechterbuurpanden op dit niveau. Schaal en ruimtegebruik zijn gunstig voor wat betreft het toevoegen van een vierde bouwlaag. De bouwdiepte is echter te diep ten opzichte van de rechterbuurpanden waardoor dit aspect ongunstig is. De aanvraag dient te worden geweigerd.

 

Visueel-vormelijke elementen

De bestaande gevelmaterialen (geel metselwerk, wit pvc schrijnwerk, blauwe steen voor dorpels en plint, ..) blijven behouden. Voor de bijkomende bouwlaag wordt er eveneens een gele gevelsteen voorzien en wit pvc schrijnwerk. Tussen de onderliggende bouwlaag en de nieuwe bouwlaag wordt er een blauwe hardsteen dorpel over de volledige gevelbreedte voorzien naar analogie van de onderliggende laag. Door het dubbel gebruik van een gevelbrede dorpel voor de twee bovenste bouwlagen lijkt dit of het gebouw een dubbele beëindiging krijgt wat visueel vreemd oogt. Bovendien wordt de bedenking gemaakt op welke manier het bestaand metselwerk van de onderbouw een harmonisch geheel kan vormen met het nieuwe metselwerk.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De aanvraag dient te worden geweigerd. Het beleid streeft er echter naar om het ruimtecomfort van een woning te bewaken zodat ook gezinnen de gepaste huisvesting vinden in de stad. Door meer en enkel kleine woonentiteiten te voorzien, wordt de mogelijkheid teniet gedaan.

In voorliggende aanvraag wenst men het aantal woningen te vermeerderen van drie naar vier. Er wordt opgemerkt dat de reeds bestaande kleine woonentiteiten onvoldoende wooncomfort en gebruiksgenot hebben. Zo werd er voor het gelijkvloers appartement een gesloten winterterras toegevoegd achteraan. Hierdoor zijn de eetkamer en keuken van de gelijkvloerse woning volledig ingesloten waardoor zij geen rechtstreeks licht, lucht en zicht (artikel 24 bouwcode) meer hebben. Rechtstreeks contact met de buitenruimte is eveneens niet mogelijk. Bovendien wordt de eetkamer versmald met als doel om in de gemeenschappelijke inkomhal fietsen te stallen. Dit is eveneens ten nadele van de woonkwaliteit van de gelijkvloerse woning en bijgevolg stedenbouwkundig onaanvaardbaar. In de eetkamer is er hierdoor onvoldoende plaats om het nodige meubilair (tafel, stoelen, kast, …) te plaatsen en de nodige circulatieruimte te voorzien. Vervolgens wordt er vastgesteld dat de appartementen op de 1ste en 2de verdieping geen buitenruimte hebben. Bij het vermeerderen van het aantal woongelegenheden of functiewijziging naar wonen dient immers elke zelfstandige woning over een buitenruimte te beschikken. Volgens de actuele woonkwaliteitsnormen is het stedenbouwkundig onaanvaardbaar om geen buitenruimte te voorzien zoals artikel 28 van de bouwcode trouwens voorschrijft. Dit doet fundamenteel afbreuk aan het gebruiksgenot en de woonkwaliteit van de bewoners. Het in voorwaarde opnemen om een buitenruimte te voorzien voor deze woningen is niet mogelijk. Het voorzien van een inpandig terras zou immers de reeds beperkte woonoppervlakte nog meer verkleinen. Een uitpandig terras daarentegen zou dan weer de aanvaardbare bouwdiepte overschrijden en inkijk genereren naar de naastliggende percelen.

Ook voor het appartement in de nieuwe bouwlaag kan de woonkwaliteit niet gegarandeerd worden. De beschikbare vloeroppervlakte is onvoldoende. Zo is er onvoldoende circulatieruimte rondom het bed (het bed is te smal ingetekend) en laat de kleine leefruimte het niet toe om het nodige meubilair te plaatsen en nog circulatieruimte te hebben. Bovendien genereert de buitenruimte van deze bijkomende woning inkijk naar het linkerbuurperceel wat eveneens nadelig is voor de woonkwaliteit van de naastgelegen percelen.

 

Ook een bruikbare ruime, vlot toegankelijke fietsenberging is een niet te onderschatten onderdeel dat mee de woonkwaliteit bepaalt. Dit moedigt bewoners aan om zich met de fiets te verplaatsen en biedt ook de garantie dat de fiets veilig kan gestald worden.

Volgens het advies van de stedelijke dienst Mobiliteit dienen er voor de bijkomende wooneenheid 2 fietsstalplaatsen voorzien te worden. Er worden 2 fietsstalplaatsen voorzien op het einde van de gang. Achter elke fiets in een fietsstalplaats moet een vrije ruimte van 1,70 meter beschikbaar zijn, wat hier niet het geval is.

De voorziene fietsenberging voldoet niet aan de eisen om als kwalitatieve bruikbare ruimte te worden gebruikt wat eveneens ten nadele van de woonkwaliteit is. Om hieraan te voldoen dient de fietsenberging groter en de gang breder te worden gemaakt. Hierdoor zou het reeds in oppervlakte beperkte gelijkvloerse appartement nog meer verkleinen en zou er nog meer worden ingeboet aan woonkwaliteit wat stedenbouwkundig onaanvaardbaar is. In de kelder is er eveneens geen mogelijkheid om fietsen te stallen. Deze is niet vlot bereikbaar met een fiets en deze beschikt bovendien over onvoldoende vrije hoogte. Dit toont aan dat het pand te klein is om vier woningen in onder te brengen en daarbij voldoende wooncomfort te bieden voor al de bewoners.

Een nieuwe bouwlaag, die in afmeting voldoet aan de stedenbouwkundig aanvaardbare bouwdiepte, kan enkel ingericht worden in functie van het creëren van een duplexwoning met de onderliggende verdieping of verdiepingen. Het omvormen van het pand tot een eengezinswoning is uiteraard ook een optie.

 

Tot slot is het niet duidelijk of de tuinzone voornamelijk groen en onverhard is. Om die reden wordt er, indien er een vergunning zou worden afgeleverd, in voorwaarde opgenomen dat de open ruimte dient ingericht te zijn conform artikel 27 van de bouwcode.

 

Het advies van Fluvius is gunstig.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding van het aantal wooneenheden.

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1

De werkelijke parkeerbehoefte is 1

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

Er zijn geen parkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden:

Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12, §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten. ’

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 0 = 1.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 0 = 1.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

29 december 2022

Volledig en ontvankelijk

14 maart 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

11 augustus 2023

Verslag GOA

21 april 2023

naam GOA

Gerd Cryns

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.