Terug
Gepubliceerd op 08/05/2023

2023_CBS_02832 - Omgevingsvergunning - OMV_2022042464. Adolf Greinerstraat zonder nummer (zn), Kapelstraat zn. District Hoboken - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 05/05/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Karin De Craecker, strategisch coördinator

Afwezig

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Karim Bachar, schepen

Secretaris

Karin De Craecker, strategisch coördinator

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_02832 - Omgevingsvergunning - OMV_2022042464. Adolf Greinerstraat zonder nummer (zn), Kapelstraat zn. District Hoboken - Goedkeuring 2023_CBS_02832 - Omgevingsvergunning - OMV_2022042464. Adolf Greinerstraat zonder nummer (zn), Kapelstraat zn. District Hoboken - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022042464

Gegevens van de aanvrager:

de heer Johan Pieraerts met als adres Grote Markt 1 te 2000 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

mevrouw Lies Augustyns met als adres Tabakvest 15 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Adolf Greinerstraat zn, Kapelstraat zn te 2660 Hoboken (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 37 sectie C nrs. 5H, 242M23, 242N25 en openbaar domein

waarvan:

 

-          20220831-0046

openbaar domein (Bemaling Adolf Greinerstraat)

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

heraanleggen van een rijweg en het plaatsen en exploiteren van een bemaling voor de aanleg van een riolering

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          er werd geen relevante voorgeschiedenis gevonden.

 

Geacht vergunde toestand

-          functie:

  • weg van circa 10 m breed tussen woonwijk en industriezone;

-          materialen:

  • rijweg in asfalt;
  • fietspad en voetpad in betonstraatstenen;

-          inrichting:

  • rijweg met veel vrachtverkeer voor ten westen gelegen industrieterreinen;
  • gelegen tussen Leo Bosschartlaan en Wolplein;
  • 30 bomen.

 

Bestaande toestand

-          conform geacht vergunde toestand.

 

Nieuwe toestand

-          functie: 

  • verbrede (middels grondafstand) weg tussen woonwijk en industriezone;

-          materialen:

  • fietspad in roodbruine asfalt;
  • rijweg in zwarte asfalt;
  • verkeersplateaus in klinkers;
  • betonstraatstenen voor voetpad maat 0,22 m x 0,22 m;

-          inrichting:

  • tweerichtingsfietspad;
  • plaatselijk ontdubbeld fietspad ter hoogte van Baron Sadoinestraat;
  • 30 bestaande bomen en 49 nieuwe bomen;
  • vernieuwde riolering en verlichting.

Inhoud van de aanvraag

-          vernieuwen van de riolering, verlichting en het wegdek;

-          verbreden van de openbare weg met verschuiving rooilijn;

-          rooien van bomen;

-          aanleggen van een dubbelrichtingsfietspad;

-          inrichten van de openbare weg met verkeersplateaus en groenzones.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag omvat een tijdelijke grondwaterbemaling technisch noodzakelijk voor de aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel.

 

Aangevraagde rubriek(en)

 

Aangevraagde rubriek(en) Bemaling Adolf Greinerstraat
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

9,60 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

9,60 m³/uur

53.2.2°a)

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1°, met een netto opgepompt debiet van maximum 30.000 m³ per jaar of een maximale verlaging van het grondwaterpeil tot vier meter onder maaiveld;

8.665,00 m³/jaar

 

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden

Bemaling Adolf Greinerstraat

1.

 

Bij te stellen voorwaarde:

Artikel 4.2.3.1 - lozing van bedrijfsafvalwater dat één of meer gevaarlijke stoffen bevat

 

Omwille van een aantal grondwaterverontreinigingen in de omgeving worden er verhoogde lozingsnormen aangevraagd.

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

De volgende verhoogde lozingsnormen worden aangevraagd:

- arseen (50 µg/l)

- chroom (500 µg/l) 

- koper(500 µg/l) 

- lood (500 µg/l) 

- nikkel (300 µg/l) 

- zink (2.000 µg/l) 

- benzeen (10 µg/l) 

- minerale olie (500 µg/l: standaardprocedure BSP)

- individuele PFAS-stoffen: 1.000 ng/l

- som 20 PFAS: 500 ng/l

- antimoon: 1.000 µg/l (10xIC)

- kobalt: 6 µg/l (10xIC)

- sulfaat: 3.000.000 µg/l (cf. sectorale lozingsnorm).

2.

 

Bij te stellen voorwaarde:

Bijlage 4.2.5.1. controle-inrichting voor lozingen van afvalwaters

Bijlage 4.2.5.2. controle en beoordeling van de meetresultaten op lozingen van bedrijfsafvalwater en koelwater

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

Aangezien het een tijdelijke bemaling en tijdelijke lozing betreft wordt er geen meetgoot en speciale meetapparatuur geplaatst, enkel een staalnamekraan voorzien, de debietmeter die geplaatst wordt, is conform Vlarem II artikel 5.53.3.32. §12 (meetinrichting tijdelijke bemaling);

Staalname bemalingswater gedurende de bemaling door middel van staalnamekraantje op collector.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Gemeentewegen

Artikel 31 van het Omgevingsvergunningendecreet stelt dat indien de vergunningsaanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, de gemeenteraad een beslissing over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg neemt, alvorens de bevoegde overheid een beslissing neemt over de vergunningsaanvraag.

 

Omschrijving beslissing

De gemeenteraad besliste in zitting van 24 april 2023 om zijn goedkeuring te hechten aan de wijziging van het gemeentelijk rooilijnplan ‘ADOLF GREINERSTR-KETELMAKERIJSTR-VULKAANSTR EN VAN PRAETDREEF-BOUWLIJNPLAN’ goedgekeurd door middel van Koninklijk Besluit op 1 december 1936 en het gemeentelijk rooilijnplan ‘KAPELSTRAAT (deel) EN NIEUWE STRATEN NAAR HET VEER (Lenaart De Landrelaan-Leo Bosschartlaan)-BOUWLIJNPLAN’ goedgekeurd door middel van Koninklijk Besluit op 21 mei 1948, zoals voorgesteld op het bijgevoegd plan ‘BA_12066_ROOILIJNPLAN’.

 

De gemeenteraad besliste in zitting van 24 april 2023 om:

-          kennis te nemen van het volledig aanvraagdossier en de bijhorende plannen voor wat betreft de 'aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg';

-          zijn goedkeuring te hechten aan het bijgevoegd rooilijnplan ‘BA_12066_ROOILIJNPLAN’;

-          beslist zijn goedkeuring te hechten aan de ligging, breedte en uitrusting van de Adolf Greinerstraat en de Kapelstraat.

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

AQUAFIN NV

10 november 2022

21 maart 2023

Geen advies

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

10 november 2022

11 januari 2023

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator/ Fluvius

10 november 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Politiezone Antwerpen/ Verkeerspolitie

10 november 2022

17 november 2022

Geen bezwaar

Vlaamse Milieumaatschappij/ Advies Vergunning Afvalwater en Lucht

10 november 2022

23 december 2022

Voorwaardelijk gunstig

Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn/ De Lijn Entiteit Antwerpen

10 november 2022

28 maart 2023

Gunstig

Water-link

10 november 2022

21 maart 2023

Geen advies

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Autonoom gemeentebedrijf voor vastgoed en stadsprojecten in Antwerpen

10 november 2022

16 november 2022

Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie

10 november 2022

21 november 2022

Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen

10 november 2022

15 november 2022

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

10 november 2022

14 november 2022

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie

10 november 2022

16 november 2022

Stadsontwikkeling/ Publieke Ruimte

10 november 2022

17 november 2022

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een groengebied. De groengebieden zijn bestemd voor het behoud, de bescherming en het herstel van het natuurlijk milieu. In de groengebieden geldt een principieel bouwverbod. In principe worden enkel de werken toegelaten die gericht zijn op of verenigbaar zijn met het behoud, de bescherming en het herstel van het natuurlijk milieu.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop, (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De aanvraag is in overeenstemming met wijkt af van de bepalingen van de verordening voetgangersverkeer op volgend punt:

  • Artikel 3: elke weg voor voetgangersverkeer heeft een geheel obstakelvrije loopweg van minstens 1,00 meter breed en een vrije hoogte van minstens 2,10 meter. Op het smalste punt op de hoek van de Adolf Greinerstraat en de Baron Sadoinestraat meet het voetpad slechts 0,80 meter.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)

-          Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen.
Van de archeologienota werd akte genomen door het agentschap Onroerend Erfgoed op 31 juli 2022.
De nota toont gemotiveerd aan dat er geen verder archeologisch onderzoek moet plaatsvinden.
Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))

-          Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag heeft betrekking op de weginfrastructuur aan een gedeelte van de Kapelstraat en Adolf Greinerstraat. Gelet op de ligging in zowel een voldoende ontwikkeld woongebied als industriegebied blijft de functie van de weg inpasbaar in de omgeving.

 

De functionele inpasbaarheid van deze straat werd ook gunstig geadviseerd door de stedelijke dienst Business en Innovatie.

“Het dossier past in de noodzakelijke aanpassingswerken aan het openbaar domein in de ruimere zone van de industriezone Umicore zowel voor het gemotoriseerd verkeer als voor het fiets- en voetgangersverkeer. Voor het dossier kan gunstig advies gegeven worden.”

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De werken beogen het heraanleggen van een bestaande straat, bijgevolg blijven zowel schaal als ruimtegebruik gerespecteerd.

 

Visueel-vormelijke elementen

Met het oog op vergroening werd de heraanleg doorgesproken met de stedelijke dienst Stadsbeheer/Groen en Begraafplaatsen. Er worden in deze aanvraag 30 bomen behouden, 9 gerooid en 49 nieuwe aangeplant. De voorgestelde voorwaarde met betrekking op het beschermen van de te behouden bomen worden opgenomen als voorwaarde van vergunning. De voorgestelde materialen zijn overeenkomstig aan deze in de omgeving en zijn stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

Cultuurhistorische aspecten

Het advies van de stedelijke dienst Archeologie is voorwaardelijk gunstig, de voorgestelde voorwaarden worden toegevoegd als voorwaarde van vergunning:

“Het projectgebied bevindt zich buiten een archeologisch vastgestelde zone. Het projectgebied is gelegen binnen een woon- en recreatiefgebied met een oppervlakte boven 3.000 m² (12.230 m²) en een ingreep in de bodem groter dan 1.000 m² (gelijk aan projectgebied). Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor een archeologienota verplicht.

 

De archeologienota werd opgemaakt door Monument en waarvan akte door het agentschap Onroerend Erfgoed op 31 juli 2022 (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/23219). Het programma van maatregelen schrijft geen vervolgonderzoek voor. Het projectgebied snijdt echter door de voortuinen van het kasteel Moretus, dat afgebeeld staat op kaarten uit de 18de eeuw. Bij de aanleg van de riolering kunnen restanten van de tuin en omgrachting aangesneden worden. De bouwheer is steeds verplicht om de restanten van grachten, vondsten en verkleuringen in de ondergrond waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat ze archeologisch relevant zijn, te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, artikel 5.1.4). De dienst Archeologie kan de waarde steeds komen inschatten.

-          De bouwheer nodigt de stedelijke dienst Archeologie uit voor een startvergadering waarin de procedure van de vondstmelding wordt geduid.

-          De bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst Archeologie (archeologie@antwerpen.be).

-          De bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.

-          De bouwheer is verplicht om eventuele sporen en vondsten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat ze archeologisch relevant zijn te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, artikel 5.1.4). De dienst Archeologie kan de waarde steeds komen inschatten.”

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Het dossier werd gunstig geadviseerd door AG Vespa.

 

De verkeerspolitie heeft vanuit veiligheidsoogpunt geen bezwaar tegen de aanvraag.

 

Het dossier werd voorwaardelijk gunstig geadviseerd door de brandweer. De voorgestelde voorwaarden worden integraal opgenomen als voorwaarde van vergunning.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag betrekking heeft op bestratings- en rioleringswerken.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Op initiatief van het districtscollege worden een deel van de Kapelstraat en de Adolf Greinerstraat heringericht en wordt het verouderde gemengde rioleringsstelsel vervangen door een gescheiden rioleringsstelsel (DWA/RWA). Het gaat om het traject tussen het kruispunt met de Leo Bosschartlaan in het noorden en het Wolplein in het zuiden.

Om de rioleringswerken (Adolf Greinerstraat) veilig te kunnen uitvoeren dient het grondwater tijdelijk verlaagd te worden. Een bemalingsadvies werd opgesteld door een erkend deskundige (AGT, oktober 2022). Er zal worden gewerkt in twee fases, met een geschatte bemalingsperiode van telkens 8 weken per fase.

Het totale waterbezwaar blijft beperkt en wordt geraamd op circa 8.665 m³, met een maximaal debiet van 9,6 m³/uur (fase 1) en 6,2 m³/uur (fase 2). Het stationaire debiet, dat na een viertal dagen wordt bereikt, ligt tussen 2,1 en 2,6 m³/uur. Het bemalingswater zal worden geloosd in de Schelde (rivier ligt circa 280 meter van de projectsite).

Omdat er in de buurt verschillende bodemverontreinigingen gekend zijn is het aantrekken van verontreinigd grondwater niet uit te sluiten. Daarom voorziet de aanvrager de plaatsing van een waterzuiveringsinstallatie en worden er bijzondere lozingsnormen gevraagd, inclusief PFAS omdat in een peilbuis (B1, ter hoogte van bocht Kapelstraat/Adolf Greinerstraat) langsheen het traject verhoogde waarden werden vastgesteld voor onder meer PFOSA, PFHxS, PFOS en PFOA.

De aanvrager stelt volgende lozingsvoorwaarden voor:

 

parameter

norm

Arseen

50 µg/l

Chroom

500 µg/l

Koper

500 µg/l

Lood

500 µg/l

Nikkel

300 µg/l

Zink

2.000 µg/l

Minerale olie

500 µg/l

Antimoon

1.000 µg/l

Kobalt

6 µg/l

Sulfaat

3.000 mg/l

Individuele PFAS

1.000 ng/l

Som 20 PFAS

500 ng/l

 

Met de voorgestelde lozingsnormen kan akkoord gegaan worden met uitzondering van het voorstel voor de PFAS. Zoals de VMM terecht opmerkt in het advies van 23 december 2022 wijken de voorgestelde normen af van de doelstellingen vervat in de Europese Kaderrichtlijn Water en liggen ze ook hoger dan de lozingsnormen voor PFAS zoals die recent werden vastgelegd in vergelijkbare vergunningen. Naar analogie met deze recente vergunningsbesluiten wordt de lozingsnorm voor PFAS vastgelegd op 100 ng/l per individuele parameter.

 

De aanvraag omvat verder een verzoek om te mogen afwijken van de bepalingen van artikel 4.2.5.1.1.§1 van Vlarem II betreffende de plaatsing van een meetgoot bij het overschrijden van een lozingsdebiet van 2 m³/uur bedrijfsafvalwater. Ervaring leert dat het plaatsen van een meetgoot in het kader van een tijdelijke bemaling weinig meerwaarde heeft. De controle van het geloosde water kan gebeuren aan een aftapkraan.

 

Om de stedelijke diensten toe te laten de bemalingsactiviteiten op te volgen dient de exploitant de startdatum van de bemaling 1 week voor de opstart van de bemaling te melden aan de diensten Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van het projectnummer en de contactgegevens van de werfverantwoordelijke.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Volgende boombeschermingsmaatregelen dienen vanaf aanvang van het project nageleefd te worden:

  • In het ontwerp van gebouwen en infrastructuur mogen wortels of kroon van te behouden bomen niet onaanvaardbaar beschadigd worden:
    • geen afgraving of verhoging van het bestaande maaiveld in de wortelzone;
    • geen graafwerken waarbij wortels dikker dan 5 cm moeten doorgestoken worden en/of waarbij 20% van het totale wortelpakket moet verwijderd worden;
    • het bestaande doorwortelbaar volume van de bomen niet verminderen;
    • geen drastische snoei. (dit wil zeggen hoger opkronen dan het huidig eindbeeld of toppen of kandelaren of verwijderen van takken dikker dan 8 cm).
  • Bij werken in de omgeving van te behouden bomen moeten zowel wortels, als stam, als kroon beschermd worden:
    • Is er voldoende ruimte rond de boom, inclusief de volledige wortelzone, dan wordt de wortelzone volledig afgesloten met een niet verplaatsbare afsluiting. De grootte van de wortelzone is even groot is als de diameter van de kroonprojectie +2 m. In de volledig afgebakende zone mag niets gebeuren (niet graven, niet stockeren, geen afvalwater of spoelwater lozen,…).
    • Is er onvoldoende ruimte rond de boom om de werken te kunnen uitvoeren, dan moeten er beschermingsmaatregelen op maat genomen worden, zodat de ruimte onder de boom toch geheel of gedeeltelijk kan gebruikt/bewerkt worden zonder dat er schade berokkend wordt:
      • het gebruik van rijplaten om bodemverdichting door machines te voorkomen;
      • het stockeren enkel voorbehouden voor licht materieel, op rijplaten;
      • het voorzien van een beluchtings- en bevloeiingssysteem onder rijplaten als deze langer dan drie weken in een groot deel (meer dan 20%) van de wortelzone komen te liggen;
      • het handmatig uitvoeren van graafwerken tot op minstens 1 m uit de stam;
      • het afkasten van de stam, inclusief de bredere stamvoet. Tussen de boom en de afkasting moet een schokdemper worden voorzien;
      • het preventief snoeien van lichte takken om aanrijschade te voorkomen;
      • het afbakenen van dikke (diameter groter dan 8 cm) laaghangende takken om aanrijschade te voorkomen.
  • Volgende bijkomende beschermingsmaatregelen zijn altijd van toepassing:
    • het geven van water aan alle bomen die in de invloedssfeer van een droogzuiging staan;
    • het voorzien van een voldoende hoge bouwkraan om schade aan het bovenste deel van de kroon te voorkomen. De kraan met last mag de top van een boom niet raken.
  • Het is aangewezen, zeker voor complexe werven, om voor de nodige onderzoeken en voor het opstellen van beschermingsmaatregelen op maat, een gecertificeerd boomverzorger te raadplegen.
  • Maatregelen bij nieuw aan te planten bomen:
    • Voorzie een groeiplaats die ondergronds voldoende geschikt doorwortelbaar volume heeft zodat de boom zijn natuurlijke grootte en leeftijd kan halen, en waar er ook bovengronds voldoende ruimte is voor zijn natuurlijke grootte.
    • Voorzie geen verharding of een water- en luchtdoorlatende verharding in de toekomstige wortelzone van nieuwe bomen.

2. De bouwheer nodigt de stedelijke dienst Archeologie uit voor een startvergadering waarin de procedure van de vondstmelding wordt geduid.

3. De bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst Archeologie (archeologie@antwerpen.be).

4. De bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.

5. De bouwheer is verplicht om eventuele sporen en vondsten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat ze archeologisch relevant zijn te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, artikel 5.1.4). De dienst Archeologie kan de waarde steeds komen inschatten.

6. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag wordt gunstig beoordeeld, de vergunning kan worden verleend mits inachtname van de voorgestelde bijzondere voorwaarden.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

9,60 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

9,60 m³/uur

53.2.2°a)

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1°, met een netto opgepompt debiet van maximum 30.000 m³ per jaar of een maximale verlaging van het grondwaterpeil tot vier meter onder maaiveld;

8.665,00 m³/jaar

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1. De exploitant dient de startdatum van de bemaling 1 week voor opstart te melden aan de diensten Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) samen met de contactgegevens van de werfverantwoordelijke met vermelding van het projectnummer en de opgemeten grondwaterpeilen. De einddatum van de bemaling wordt eveneens meegedeeld aan deze diensten met de vermelding van het totaal opgepompte volume grondwater.

2. De kwaliteit van het bemalingswater van elke bemalingsstreng wordt geanalyseerd in de bemalingsfilter/put of op voorhand in een representatieve peilbuis maximaal 1 jaar voor de opstart van de bemaling. De te analyseren parameters zijn minstens de kwantificeerbare PFAS-componenten die in het WAC_IV_A_025 opgenomen zijn of zullen worden.

De bemaling mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende norm. Indien het bemalingswater concentraties hoger dan de lozingsnormen bevat, wordt het bemalingswater gezuiverd alvorens te lozen in oppervlaktewater/riolering. Na toetsing van de analyseresultaten en eventuele mobilisatie van een waterzuiveringsinstallatie kan de bemaling opnieuw opgestart worden.

Na de opstart van de bemaling wordt de monitoring op het geloosde effluent herhaald als volgt:

Een stillegging van de bemaling is hierbij niet meer vereist.

Bij concentraties >80% norm: analyse op het geloosde effluent in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse maximaal 80% norm aantoont. Bij concentraties <80% norm is geen herhaling noodzakelijk.

3. Volgende lozingsnormen gelden:

parameter

norm

Arseen

50 µg/l

Chroom

500 µg/l

Koper

500 µg/l

Lood

500 µg/l

Nikkel

300 µg/l

Zink

2.000 µg/l

Minerale olie

500 µg/l

Antimoon

1.000 µg/l

Kobalt

6 µg/l

Sulfaat

3.000 mg/l

Individuele PFAS

100 ng/l

Som 20 PFAS

500 ng/l


4. In afwijking op de bepalingen van artikel 4.2.5.1.1.§1 van Vlarem II betreffende de plaatsing van een meetgoot mag de controle van het geloosde water gebeuren aan een aftapkraan en dient er geen meetgoot te worden voorzien.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

14 september 2022

Volledig en ontvankelijk

10 november 2022

Start 1e openbaar onderzoek

20 november 2022

Einde 1e openbaar onderzoek

19 december 2022

Start laatste openbaar onderzoek

10 februari 2023

Einde laatste openbaar onderzoek

11 maart 2023

Gemeenteraad voor wegenwerken

24 april 2023

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

23 juli 2023

Verslag GOA

27 april 2023

naam GOA

Bieke Geypens en Gerd Cryns

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

20 november 2022

19 december 2022 (*)

0

0

0

0

10 februari 2023

11 maart 2023

0

0

0

0

 (*) Wegens een cyberaanval op stad Antwerpen werd het openbaar onderzoek mogelijk geschaad en konden eventuele analoog ingediende bezwaarschriften niet meer worden verwerkt. Daarom werd een nieuw openbaar onderzoek gehouden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Volgende boombeschermingsmaatregelen dienen vanaf aanvang van het project nageleefd te worden:

  • In het ontwerp van gebouwen en infrastructuur mogen wortels of kroon van te behouden bomen niet onaanvaardbaar beschadigd worden:
    • geen afgraving of verhoging van het bestaande maaiveld in de wortelzone;
    • geen graafwerken waarbij wortels dikker dan 5 cm moeten doorgestoken worden en/of waarbij 20% van het totale wortelpakket moet verwijderd worden;
    • het bestaande doorwortelbaar volume van de bomen niet verminderen;
    • geen drastische snoei. (dit wil zeggen hoger opkronen dan het huidig eindbeeld of toppen of kandelaren of verwijderen van takken dikker dan 8 cm).
  • Bij werken in de omgeving van te behouden bomen moeten zowel wortels, als stam, als kroon beschermd worden:
    • Is er voldoende ruimte rond de boom, inclusief de volledige wortelzone, dan wordt de wortelzone volledig afgesloten met een niet verplaatsbare afsluiting. De grootte van de wortelzone is even groot is als de diameter van de kroonprojectie +2 m. In de volledig afgebakende zone mag niets gebeuren (niet graven, niet stockeren, geen afvalwater of spoelwater lozen,…).
    • Is er onvoldoende ruimte rond de boom om de werken te kunnen uitvoeren, dan moeten er beschermingsmaatregelen op maat genomen worden, zodat de ruimte onder de boom toch geheel of gedeeltelijk kan gebruikt/bewerkt worden zonder dat er schade berokkend wordt:
      • het gebruik van rijplaten om bodemverdichting door machines te voorkomen;
      • het stockeren enkel voorbehouden voor licht materieel, op rijplaten;
      • het voorzien van een beluchtings- en bevloeiingssysteem onder rijplaten als deze langer dan drie weken in een groot deel (meer dan 20%) van de wortelzone komen te liggen;
      • het handmatig uitvoeren van graafwerken tot op minstens 1 m uit de stam;
      • het afkasten van de stam, inclusief de bredere stamvoet. Tussen de boom en de afkasting moet een schokdemper worden voorzien;
      • het preventief snoeien van lichte takken om aanrijschade te voorkomen;
      • het afbakenen van dikke (diameter groter dan 8 cm) laaghangende takken om aanrijschade te voorkomen.
  • Volgende bijkomende beschermingsmaatregelen zijn altijd van toepassing:
    • het geven van water aan alle bomen die in de invloedssfeer van een droogzuiging staan;
    • het voorzien van een voldoende hoge bouwkraan om schade aan het bovenste deel van de kroon te voorkomen. De kraan met last mag de top van een boom niet raken.
  • Het is aangewezen, zeker voor complexe werven, om voor de nodige onderzoeken en voor het opstellen van beschermingsmaatregelen op maat, een gecertificeerd boomverzorger te raadplegen.
  • Maatregelen bij nieuw aan te planten bomen:
    • Voorzie een groeiplaats die ondergronds voldoende geschikt doorwortelbaar volume heeft zodat de boom zijn natuurlijke grootte en leeftijd kan halen, en waar er ook bovengronds voldoende ruimte is voor zijn natuurlijke grootte.
    • Voorzie geen verharding of een water- en luchtdoorlatende verharding in de toekomstige wortelzone van nieuwe bomen.

2. De bouwheer nodigt de stedelijke dienst Archeologie uit voor een startvergadering waarin de procedure van de vondstmelding wordt geduid.

3. De bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst Archeologie (archeologie@antwerpen.be).

4. De bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.

5. De bouwheer is verplicht om eventuele sporen en vondsten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat ze archeologisch relevant zijn te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, artikel 5.1.4). De dienst Archeologie kan de waarde steeds komen inschatten.

6. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

1. De exploitant dient de startdatum van de bemaling 1 week voor opstart te melden aan de diensten Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) samen met de contactgegevens van de werfverantwoordelijke met vermelding van het projectnummer en de opgemeten grondwaterpeilen. De einddatum van de bemaling wordt eveneens meegedeeld aan deze diensten met de vermelding van het totaal opgepompte volume grondwater.

2. De kwaliteit van het bemalingswater van elke bemalingsstreng wordt geanalyseerd in de bemalingsfilter/put of op voorhand in een representatieve peilbuis maximaal 1 jaar voor de opstart van de bemaling. De te analyseren parameters zijn minstens de kwantificeerbare PFAS-componenten die in het WAC_IV_A_025 opgenomen zijn of zullen worden.

De bemaling mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende norm. Indien het bemalingswater concentraties hoger dan de lozingsnormen bevat, wordt het bemalingswater gezuiverd alvorens te lozen in oppervlaktewater/riolering. Na toetsing van de analyseresultaten en eventuele mobilisatie van een waterzuiveringsinstallatie kan de bemaling opnieuw opgestart worden.

Na de opstart van de bemaling wordt de monitoring op het geloosde effluent herhaald als volgt:

Een stillegging van de bemaling is hierbij niet meer vereist.

Bij concentraties >80% norm: analyse op het geloosde effluent in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse maximaal 80% norm aantoont. Bij concentraties <80% norm is geen herhaling noodzakelijk.

3. Volgende lozingsnormen gelden:

parameter

norm

Arseen

50 µg/l

Chroom

500 µg/l

Koper

500 µg/l

Lood

500 µg/l

Nikkel

300 µg/l

Zink

2.000 µg/l

Minerale olie

500 µg/l

Antimoon

1.000 µg/l

Kobalt

6 µg/l

Sulfaat

3.000 mg/l

Individuele PFAS

100 ng/l

Som 20 PFAS

500 ng/l

4. In afwijking op de bepalingen van artikel 4.2.5.1.1.§1 van Vlarem II betreffende de plaatsing van een meetgoot mag de controle van het geloosde water gebeuren aan een aftapkraan en dient er geen meetgoot te worden voorzien.


Brandweervoorwaarden

De voorwaarden uit het brandpreventieverslag met referentie C.0035.0001/W.00040.HO dienen strikt nageleefd te worden.



Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

 

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

9,60 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

9,60 m³/uur

53.2.2°a)

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1°, met een netto opgepompt debiet van maximum 30.000 m³ per jaar of een maximale verlaging van het grondwaterpeil tot vier meter onder maaiveld;

8.665,00 m³/jaar

 

Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor onbepaalde duur en wat de bemaling betreft voor een periode van 20 weken na de start van de eerste bemaling.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.