Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Op 15 december verzocht de deputatie het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om een openbaar onderzoek te houden en advies uit te brengen.
Op 3 februari 2023 verleende het college van burgemeester en schepenen een voorwaardelijk gunstig advies, zie bijlage.
De exploitant diende op 13 april 2023 een wijzigingsverzoek in naar aanleiding van de voorwaarden en aandachtspunten geformuleerd in de uitgebrachte adviezen.
Op 14 april 2023 heeft de deputatie het wijzigingsverzoek aanvaard. Het college wordt gevraagd om opnieuw advies uit te brengen.
Voorliggend verslag behandelt het wijzigingsverzoek.
Projectnummer: | OMV_2022103667 |
Gegevens van de aanvrager: | BV "Triple Helix - SurePure" met als adres Olieweg 96 te 2020 Antwerpen |
Gegevens van de exploitant: | BV "Triple Helix - SurePure" (0783192747) met als adres Olieweg 96 te 2020 Antwerpen |
Ligging van het project: | Noorderlaan zn te 2030 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 16 sectie C nr. 340C2 |
waarvan: |
|
- 20220728-0036 | afdeling 16 sectie C nr. 340C2 (SurePure recycling) |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | Recyclagefabriek van PUR- en PET-afval: exploitatie |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Zie bijgevoegd collegebesluit van 3 februari 2023.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Zie bijgevoegd collegebesluit van 3 februari 2023.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Zie bijgevoegd collegebesluit van 3 februari 2023.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Zie bijgevoegd collegebesluit van 3 februari 2023.
Sectorale wetgeving
Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een bekrachtigde archeologienota worden toegevoegd.
In het collegebesluit van 3 februari 2023 werd opgemerkt dat de aktename van de bijgevoegde archeologienota (ID 24016) niet gevonden werd op het Geoportaal van het Agentschap Onroerend Erfgoed.
Met voorliggende wijzigingslus wordt een nieuwe archeologienota toegevoegd aan de aanvraag. Het Agentschap Onroerend Erfgoed heeft op 8 maart 2023 akte genomen van de toegevoegde archeologienota met ID 25228. Het bijhorende programma van maatregelen beveelt geen vervolgonderzoek.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Het wijzigingsverzoek gaat voornamelijk in op reeds uitgebrachte adviezen en biedt een antwoord op de daarin voorgestelde voorwaarden en aandachtspunten.
Voor wat betreft het advies van het college gaat het wijzigingsverzoek in op volgende opmerkingen:
- Een spiegelende gevelafwerking kan kans op verblinding van personen inhouden bij rechtstreekse lichtinval, alsook een desoriënterend effect hebben op vogels. Om deze effecten en de bijhorende risico’s te minimaliseren wordt aangeraden deze te onderzoeken of te evalueren na de bouw en zo nodig bijkomende maatregelen te nemen.
In het wijzigingsverzoek is een toelichtingsnota toegevoegd met betrekking tot de gevelbekleding. Hierin wordt uitgelegd waarom er voor de geprofileerde staalplaat gekozen wordt en hoe verblinding en weerspiegeling tegengegaan zal worden:
- De fietsenstalling voorziet geen specifieke plaatsen voor overmaatse fietsen of elektrische fietsen met laadpunt (in tegenstelling tot de parkeerplaatsen voor elektrische wagens die wel expliciet aangeduid zijn). Volgens de beschrijvende nota zullen er evenwel laadpunten voor elektrische fietsen voorzien worden.
Zowel de oppervlakte als de inrichting van de fietsenstalling wordt aangepast met voorliggend wijzigingsverzoek. De oorspronkelijke fietsenstalling had een oppervlakte van circa 53,69 m² (10,32 meter x 5,2 meter) en 40 fietsstalplaatsen voor gewone fietsen. De nieuwe fietsenstalling heeft een oppervlakte van 69,6 m² (10,32 meter x 6,74 meter) en biedt parkeerplaatsen voor 18 elektrische fietsen met laadpunten, twee overmaatse fietsen en 6 gewone fietsen.
Naar aanleiding van het wijzigingsverzoek kan het college een gunstig advies uitbrengen. Aan bovenstaande opmerkingen uit het advies van het college wordt tegemoet gekomen.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Triple Helix wenst een PUR/PET recyclage installatie te exploiteren op de NextGen site in de Antwerpse haven. Meer bepaald beoogt men om op jaarbasis 20.480 ton PUR/PET te recycleren en om te vormen tot nieuwe grondstoffen. De eindproducten na recyclage kunnen zonder verdere behandeling opnieuw als grondstof worden ingezet voor de productie van nieuwe stoffen.
Het PUR en PET afval zijn afkomstig van afgedankte consumptiegoederen na selectieve inzameling door erkende afvalstoffenhandelaars, containerparken of beheersorganisaties. Voor de PU afvalstof, die als grondstof aangekocht zal worden, wordt het onderscheid gemaakt tussen PU-hardschuim (PU-Rigid) en PU zachtschuim (PU-Flex). De voorbehandeling is verschillend, maar het recyclageproces is identiek.
Het chemisch recyclageproces dat zal worden toegepast, is depolymerisatie. Bij de depolymerisatie ondergaat het PUR en het PET polymeer in een reactor een katalytisch proces van hydrolyse en glycolyse. De lange polyurethaanketens worden in dit reactieproces afgebroken naar losse moleculen. Het productieproces is een batchproces.
Men vraagt de opslag en mechanische behandeling van 168 ton PU-Flex aan en de opslag en fysisch-chemische behandeling van 168 ton PU-Flex, 82 ton PU-Rigd en 256 ton PET flakes.
De opslag van brandbare vloeistoffen en gevaarlijke producten omvat:
- 316.500 liter brandbare vloeistoffen;
- 8.000 liter stikstof in vaste houders;
- 3,33 ton stookolie voor de stoomproductie;
- 24 ton overige ontvlambare vloeistoffen en vaste stoffen, voornamelijk katalysatoren;
- 97,91 ton bijtende vloeistoffen en vaste stoffen;
- 48 ton giftige vloeistoffen en vaste stoffen;
- 614,11 ton schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen;
- 440,94 ton vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gevaarlijk zijn voor de gezondheid.
De aanvraag omvat verder ook nog enkele ondersteunende inrichtingen en activiteiten:
- 2 transformatoren van 2.300 kVA elk;
- stalplaatsen voor 10 bedrijfsvoertuigen;
- 2 stikstofgeneratoren met een individuele productiecapaciteit van 900 Nm³/uur;
- koelinstallaties en gelijkaardige installaties (702 kW);
- 1 laboratorium;
- een hogedruk stoomgenerator (7.100 liter).
Enkele inrichtingen en activiteiten zullen slechts gedurende een bepaalde duur geëxploiteerd worden. Zo zal stoom op termijn door Waterkracht aangeleverd worden waardoor de stookinstallatie en hogedrukstoomgenerator op dat moment niet meer nodig zijn.
Het college verleende op 3 februari 2023 een gunstig advies. De POVC oordeelde in zitting van 14 maart 2023 dat een administratieve lus diende opgestart te worden. Er werd gevraagd de aanvraag aan te vullen en te verduidelijken. Op 13 april 2023 werd het aanvraagdossier aangevuld door de exploitant. Met betrekking tot de ingedeelde inrichtingen en activiteiten werd volgende info gevraagd en ontvangen:
- het voorwerp van de aanvraag aan te vullen met de opslag van de restfractie (die als afvalstof moet worden beschouwd).
Er wordt opgemerkt dat de restfracties die als afvalstoffen beschouwd moeten worden niet opgenomen zijn met het voorwerp van de aanvraag van de nieuwe projectinhoud.
- contact op te nemen met de AGOP-M en na te gaan of rubriek 7.11 van toepassing is en er een GPBV-evaluatie dient te gebeuren.
In de aangeleverde informatie werd gesteld dat AGOP-M in week 15 telefonisch niet bereikbaar was. De aanvrager is van oordeel dat geen X-rubriek van toepassing is en dus geen GPBV-evaluatie dient te gebeuren.
De aanvrager stelt dat de activiteiten die onder rubriek 2.4. vallen niet van toepassing zijn in voorliggend project. Verder stelt de aanvrager dat rubriek 7.11. niet van toepassing is, dit wordt gemotiveerd gezien het project geen continue processen omvat en bovendien de behandelde volumes klein zijn. Rubriek 7.11 heeft betrekking op fabricage van grote volumes in continue processen.
Het is finaal aan de Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en -projecten om te oordelen over het al dan niet van toepassing zijn van rubriek 7.11.
- te reageren op het advies van de OVAM en te motiveren hoe er wordt voldaan aan de bepalingen van het ‘Uitvoeringsplan kunststoffen’.
- te verduidelijken waar de PET-fractie die zal gerecycleerd worden vandaan komt en hoe die tot bij de site zal geraken. Waarom deze PET-fractie niet mechanisch gerecycleerd kan worden en hoe dit bepaald wordt.
De aanvrager stelt dat de PET fractie die chemisch gerecycleerd wordt, niet meer mechanisch te recycleren is wegens de te lage waarde van Intrisieke Viscositeit.
Het is finaal aan OVAM om te oordelen of voldaan wordt aan de bepalingen van het ‘Uitvoeringsplan kunststoffen’.
- te verduidelijken of met het deamineringsadditief (dat wordt toegevoegd tijdens het depolymerisatieproces van PU) alle aromatische amines gebonden worden die tijdens dit proces worden gevormd.
De nieuwe projectinhoudversie bevat onder andere de beschrijving en resultaten van uitgevoerde pilootproeven. De conclusie is dat amines vlot met organische zuren en anhydriden reageren tot amides.
- de verscherpte natuurtoets aan te vullen met een ecologische inschatting en een beschrijving van de actuele toestand van het VEN.
In de verscherpte natuurtoets werden 2 tabellen voor vermesting en verzuring toegevoegd die weergeeft wat de actuele depositie is en of er een overschrijding is.
Met betrekking tot vermesting is geen overschrijding van de kritische depositiewaarden te verwachten door huidige depositie en de bijkomende deposities ten gevolge van het project.
Met betrekking tot verzuring is voor één habitat reeds in huidige toestand een overschrijding van de kritische depositiewaarde, er wordt gesteld dat de bijdrage van het project zeer beperkt is.
De conclusie van de verscherpte natuurtoets blijft ongewijzigd. De vermestende en verzurende deposities zijn dermate laag ter hoogte van relevante habitats in het VEN-gebied, dat schade aan deze habitats kan uitgesloten worden.
Het is finaal aan het agentschap voor Natuur en Bos om te oordelen over de verscherpte natuurtoets.
- op het uitvoeringsplan aan te geven dat de T4 en T6, bestemd voor diëthyleenglycol, (GHS07 en GHS08) zich op minstens 2 meter van elkaar bevinden.
De locatie van de tanken werd aangepast op het uitvoeringsplan zodanig dat voldaan wordt aan de geldende afstandsregels van VLAREM II.
De verduidelijkingen aangebracht in kader van de administratieve lus geven geen aanleiding tot aanpassing van het gunstige advies van 3 februari 2023.
Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.
Advies van het college
Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning.
Procedurestap | Datum |
Ontvangst eerste adviesvraag | 15 december 2022 |
Start openbaar onderzoek | 24 december 2022 |
Einde openbaar onderzoek | 23 januari 2023 |
Beslissing toepassing administratieve lus | 7 april 2023 |
Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag
| 14 april 2023 |
Ontvangst tweede adviesvraag | 7 april 2023 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste adviesdatum | 7 mei 2023 |
Wijzigingslus
De aanvrager heeft een verzoek ingediend om zijn oorspronkelijke aanvraag te wijzigen. Dit verzoek werd aanvaard. De wijzigingen zijn zodanig dat er adviezen opnieuw werden gevraagd. Een nieuw openbaar onderzoek is niet vereist.
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. De resultaten van dit openbaar onderzoek werden reeds opgenomen in het advies van het college van 3 februari 2023.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag.