Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022164588 |
Gegevens van de aanvrager: | Ana Roios - Cedric Jenart met als adres Sint-Jan Vianneystraat 6 te 2610 Antwerpen |
Ligging van het project: | Jules Moretuslei 321 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 42 sectie B nr. 31G15 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | bouwen van een eengezinswoning. |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 24/04/1997: weigering (222#13721) voor een appartementsgebouw met handelsruimte.
Bestaande toestand
- braakliggend perceel.
Nieuwe toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- bouwen van een eengezinswoning;
- wijzigen van de scheimuren.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Agentschap Wegen en Verkeer/ AWV - District Antwerpen | 18 april 2023 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
|
Agentschap Wegen en Verkeer/ AWV - District Antwerpen | 16 mei 2023 | 24 mei 2023 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 18 april 2023 | 18 april 2023 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 18 april 2023 | 21 april 2023 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 16 mei 2023 | 17 mei 2023 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 1-2 Sint-Bavostraat-Dr Donnyplein en omgeving, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 23 februari 1993. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: zone b voor woningen.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg op volgend punt:
- 4 Afmetingen van de gebouwen:
b. bouwdiepte: de minimale bouwdiepte moet 9 m bedragen. De bouwdiepte op de tweede verdieping varieert tussen de 9 m en 6 m.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
de arrière-corps die kenmerkend is voor het gevelritme van de straat wordt niet op de plannen weergegeven;
er is geen minimale opstand van 0,30 m voorzien t.o.v. het hoogste aangrenzende dakvlak ter hoogte van het hoofdvolume;
de afvoerleidingen van de privé-riolering dienen conform dit artikel aangelegd te worden;
de aansluiting van de DWA en RWA moet aangesloten worden aan het openbaar rioolstelsel conform dit artikel.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag voorziet een volume met op de tweede verdieping een bouwdiepte die varieert van 9 tot 6 meter. Richting de rechterbuur wordt de bouwdiepte afgebouwd. Vanaf de eerste verdieping is er een open ruimte tegen de rechterbuur. De open ruimtes worden gebruikt als dakterras. Deze uitwerking is aanvaardbaar. Het nieuwe volume wordt namelijk tegen de wachtgevel van de linkerbuur voorzien en sluit aan op de rechterbuur, welke ook enkel op het gelijkvloers over de volledige breedte van het perceel bebouwd is. Overeenkomstig artikel 4.4.1 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening kan na het voeren van een openbaar onderzoek deze afwijking op het BPA toegestaan worden.
De scheimuur met de aanpalende bebouwing wordt niet uitgevoerd met een opstand van 30 cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Dit is strijdig met artikel 34 van de bouwcode. Van dit voorschrift kan, met het oog op het voorkomen van brandoverslag, niet afgeweken worden. Deze opstand is echter niet vereist indien er tussen de scheidingswand en de vegetatie een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed aanwezig is. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.
Verder zal in voorwaarde opgenomen worden om te voldoen aan artikel 40 en 41 van de bouwcode.
Functionele inpasbaarheid
Het bouwen van een eengezinswoning is principieel in overeenstemming met de bestemming van het perceel en de woonfuncties op de omliggende percelen.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De plannen voorzien het bouwen van een eengezinswoning van 3 bouwlagen onder een plat dak. De ruime woning wordt voorzien van 4 slaapkamers, 2 bureauruimtes en een inpandige garage. De woning wordt voorzien van de vereiste woonkwaliteit door de aanwezigheid van voldoende hoge plafonds, grote raamopeningen en kwalitatieve buitenruimtes. Het voorstel is bijgevolg ruimtelijk aanvaardbaar.
Visueel-vormelijke elementen
Tijdens de procedure zijn de plannen voor de voorgevel aangepast waarbij de raamopening zijn vergroot, de gevel boven de inpandige garage voorzien is van raamopeningen, de inkomdeur royaler is uitgewerkt en er een plint voorzien is. Deze aanpassingen worden geapprecieerd en kunnen gunstig beoordeeld worden. De voorgestelde materialisatie voor de voorgevel in een grijze gevelsteen, elementen in blauwe hardsteen en zwart aluminium buitenschrijnwerk is hedendaags en stedenbouwkundig aanvaardbaar.
De arrière-corps is een veel voorkomend detail bij aaneengesloten bebouwing. Ter hoogte van de perceelsgrens springt het gevelvlak terug, en dit over de volledige gevelhoogte. Dit levert een verticale ritmering op die percelering in het straatbeeld nuanceert. Het is wenselijk om dit detail eigen aan de stedelijke context te voorzien. Dit zal in voorwaarde opgenomen worden.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer is als voorwaardelijk gunstig opgeladen in het Omgevingsloket, maar het is een gunstig advies zonder voorwaarden. Om die reden kunnen geen voorwaarden uit dit advies overgenomen worden.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging.
Op een braakliggend terrein wordt een eengezinswoning voorzien. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1.
|
De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.
Dit aantal is toereikend.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.
Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing.
|
Fietsvoorzieningen:
De fietsparkeerbehoefte voor een woning met 7 (potentiële) slaapkamers is 1 x (7+1) = 8. De fietsstalplaatsen worden nu voorzien in het carportgedeelte dat afsluitbaar is van straat. Er worden 6 plaatsen ingetekend, dat zijn er 2 te weinig. In voorwaarde zal opgenomen worden om 8 fietsstalplaatsen te voorzien.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Een arrière-corps te voorzien.
2. In totaal 8 fietsstalplaatsen te voorzien.
3. Te voldoen aan artikel 40 van de bouwcode.
4. Te voldoen aan artikel 41 van de bouwcode.
5. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
6. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 20 december 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 18 april 2023 |
Start 1e openbaar onderzoek | 28 april 2023 |
Einde 1e openbaar onderzoek | 12 mei 2023 |
Beslissing toepassing administratieve lus | 16 mei 2023 |
Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag | 19 april 2023 |
Start laatste openbaar onderzoek | 26 mei 2023 |
Einde laatste openbaar onderzoek | 24 juni 2023 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Beslissingsdatum na V&O (zonder noodbesluit) | 30 september 2023 |
Uiterste beslissingsdatum (noodbesluit) | 29 december 2023 |
Verslag GOA | 21 augustus 2023 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
Administratieve lus
Op de aanvraag werd een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):
Door een samenloop van omstandigheden is het eerste openbaar onderzoek niet correct verlopen.
De laatste projectinhoudversie (V3) is ingediend op de deadline voor volledigheid en ontvankelijkheid, namelijk 18/04. Het dossier is volledig verklaard op 18/04 waarbij ook het openbaar onderzoek is opgestart. Doordat er een nachtverwerking is tussen het Omgevingsloket en de programma’s die gebruikt worden door de stad is het openbaar onderzoek met de plannen van de vorige projectinhoudversie (V2) verlopen. Om procedurefouten te vermijden zal het huidige openbaar onderzoek stopgezet worden en een nieuw opgestart worden. Deze beslissing heeft geen invloed op de uiterlijke beslissingsdatum van 30/10/2023.
De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn werden opnieuw uitgevoerd om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).
Wijzigingsverzoeken
De aanvrager heeft één of meerdere verzoeken ingediend om zijn oorspronkelijke dossier te wijzigen.
Minstens één van die verzoeken werd aanvaard, waardoor de aanvaarde wijzigingen mee beoordeeld worden.
De aanvaarde wijzigingen zijn zodanig dat er een nieuw openbaar onderzoek werd gehouden en eventuele adviezen opnieuw werden gevraagd.
De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
28 april 2023 | 12 mei 2023* | 0 | 0 | 0 | 1 |
26 mei 2023 | 24 juni 2023 | 0 | 0 | 0 | 0 |
* Het openbaar onderzoek was korter dan de normale 30 dagen omdat het vroegtijdig is stopgezet.
Bespreking van de bezwaren
Bezwaren uit vorige openbare onderzoeken over de aanvraag, die nog relevant zijn, worden hier ook besproken.
Natuurlijke afwatering: Dit perceel zou dienst doen als natuurlijke afwatering van regenwater.
Beoordeling: Het perceel in voorliggende aanvraag heeft nooit deel uitgemaakt van een vastgelegde onbebouwde zone voor de afwatering van regenwater. De bestaande open ruimte betreft een reguliere bouwgrond, die tot nu toe nooit bebouwd is geworden. Zowel de bestemmingsvoorschriften als de context laten het bebouwen van het perceel toe. Bijkomend bevat het bezwaar geen gegevens die aantonen dat er een probleem is met de afwatering van regenwater en is het ook niet duidelijk waar het regenwater na een eventuele afwatering heen moet gaan.
Het bezwaar is ongegrond.
Natuurlijke lichtstrook: de bezwaarindiener geeft aan dat dit perceel dienst doet als natuurlijke lichtstrook in het verlengde van de Sint-Sebastiaanstraat.
Beoordeling: Het perceel in voorliggende aanvraag heeft nooit deel uitgemaakt van een vastgelegde onbebouwde zone voor lichtinval in de straat en de omgeving. De bestaande open ruimte is aanwezig omdat er in het verleden nooit een project is goedgekeurd om dit perceel te bebouwen. Echter is het perceel hier wel voor voorzien. Zowel de bestemmingsvoorschriften als de context laten het bebouwen van het perceel toe. Bijkomend kan worden vastgesteld dat het perceel in voorliggende aanvraag niet in het verlengde van de Sint-Sebastiaanstraat is gelegen.
Het bezwaar is ongegrond.
Geluid dispenseren: de bezwaarindiener geeft aan dat dit perceel dienst doet om het aanwezige lawaai in de Jules Moretuslei te laten afvloeien.
Beoordeling: Het perceel in voorliggende aanvraag heeft nooit deel uitgemaakt van een vastgelegde onbebouwde zone voor het afvloeien van omgevingsgeluid in de Jules Moretuslei. De bestaande open ruimte is aanwezig omdat er in het verleden nooit een project is goedgekeurd om dit perceel te bebouwen. Echter is het perceel hier wel voor voorzien. Zowel de bestemmingsvoorschriften als de context laten het bebouwen van het perceel toe. De aangevraagde bebouwing zorgt niet voor negatieve gevolgen voor de woon- en leefkwaliteit van de buurt.
Het bezwaar is ongegrond.
Eengezinswoning: de bezwaarindiener geeft aan dat de Jules Moretuslei is voorzien als winkelstraat waardoor een eengezinswoning niet aanvaardbaar is.
Beoordeling: Het klopt dat dit deel van de straat gekend staat als winkelgebied. Dit om, bij een aanvraag voor een winkel, bepaalde zaken te kunnen toelaten die niet mogelijk zijn voor een pand met een woonfunctie. De bestemmingszone voor het perceel is volgens het gewestplan woongebied en volgens het BPA een zone voor wonen. De aanvraag is hiermee in overeenstemming. Het perceel kan bebouwd worden met een residentiële invulling. Ook de omgeving toont aan dat panden met enkel een woonfunctie mogelijk zijn.
Het bezwaar is ongegrond.
Parkeerprobleem: de bezwaarindiener geeft aan dat er minder parkeergelegenheid zal zijn in de straat omdat er ruimte moet vrij blijven zodat de bewoner van de eengezinswoning kan parkeren op eigen terrein.
Beoordeling: De aanvraag voldoet aan de voorschriften van de bouwcode door een inpandige garage te voorzien. Bijkomend bevat het bezwaar geen gegevens die aantonen dat er op dit moment een parkeerprobleem is in dit deel van de Jules Moretuslei.
Het bezwaar is ongegrond.
Zicht op tempel: de bezwaarindiener zou het spijtig vinden als het unieke zicht op de Jaïntempel vanuit de Jules Moretuslei verdwijnt.
Beoordeling: het perceel in voorliggende aanvraag heeft nooit deel uitgemaakt van een vastgelegde onbebouwde zone voor zichten. De bestaande open ruimte is aanwezig omdat er in het verleden nooit een project is goedgekeurd om dit perceel te bebouwen. Echter is het perceel hier wel voor voorzien. Zowel de bestemmingsvoorschriften als de context laten het bebouwen van het perceel toe.
Het bezwaar is ongegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. Een arrière-corps te voorzien.
2. In totaal 8 fietsstalplaatsen te voorzien.
3. Te voldoen aan artikel 40 van de bouwcode.
4. Te voldoen aan artikel 41 van de bouwcode.
5. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
6. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.