Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023092613 |
Gegevens van de aanvrager: | NV ARMONEA met als contactadres Stationsstraat 102 te 2800 Mechelen |
Ligging van het project: | Salesianenlaan 55 te 2660 Hoboken (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 38 sectie B nr. 705P3 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | het oprichten van een overdekte fietsenstalling in de achtertuin |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 02/10/2015: vergunning (20151879) voor het plaatsen van een totem;
- 20/05/2011: milieuvergunning klasse 3 (2011191) voor rust- en verzorgingstehuis;
- 23/12/2009: vergunning (20095289) voor het regulariseren van een bestaand rusthuis;
- 12/12/2008: vergunning (20084883) voor het uitbreiden van een rusthuis;
- 22/05/2002: vergunning (20021007) voor het plaatsen van een houten tuinhuisje;
- 30/12/1998: vergunning (19981522) voor het bijbouwen van een serre;
- 27/10/1980: vergunning (19806132) voor het bouwen van een gemeenschapshuis.
Vergunde toestand
- woonzorgcentrum.
Bestaande toestand
- inrichting: de achtertuinzone van een woonzorgcentrum (gemeenschapsvoorziening), zonder vrijstaande bijgebouwen.
Nieuwe toestand
- inrichting: de achtertuinzone van een woonzorgcentrum, met een vrijstaande overdekte fietsenstalling voor 20 fietsen.
Inhoud van de aanvraag
- het oprichten van een overdekte fietsenstalling in de achtertuin.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 18 augustus 2023 | 22 augustus 2023 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een parkgebied. De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen, (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
§1. Het is verplicht om nieuwe daken van meldings- en vergunningsplichtige constructies aan te leggen als een groendak indien deze daken een helling hebben van minder dan 15° en een oppervlakte hebben van ten minste 20 vierkante meter.
Het vernieuwde hoofddak wordt niet als groendak voorzien.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd.
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd.
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt..
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af van artikel 38 van de bouwcode. Het dak van de fietsenberging wordt echter in lichtdoorlatende kunststofplaten voorzien. Die natuurlijke verlichting valt weg en zou gecompenseerd moeten worden met kunstlicht indien er een groendak geplaatst zou moeten worden. Bijkomend zou de structuur veel zwaarder voorzien moeten worden. Mits het regenwater dat op de fietsenberging valt naast de fietsenberging om natuurlijke wijze geïnfiltreerd wordt in de ondergrond, kan een afwijking op artikel 38 toegestaan worden.
Functionele inpasbaarheid
Het betreft een vergund woonzorgcentrum. De functie blijft ongewijzigd waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd wordt.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag beoogt het inplanten van een fietsenberging van 20m² in de tuinzone bij een woonzorgcentrum. Het volume is beperkt en volgens het bijgevoegd inplantingsplan zijn er geen andere bijgebouwen op het terrein aanwezig. De inplanting is bijgevolg stedenbouwkundig aanvaardbaar. Aangezien het volgens het inplantingsplan niet geheel duidelijk is welke zones op het terrein allemaal verhard zijn, zal er als voorwaarde bij de vergunning worden opgenomen dat de inrichting van de tuinzone moet voldoen aan artikel 27 van de bouwcode.
Visueel-vormelijke elementen
De wanden van de fietsenberging bestaan uit houten latwerk. De fietsenberging ligt achteraan ingeplant op het terrein waardoor dit niet zichtbaar is van op de straat en aldus geen invloed heeft in het straatbeeld. De visueel vormelijke elementen zijn aldus gunstig.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het bouwen van een fietsenstalling heeft op zich geen parkeerbehoefte. De parkeerparagraaf is daarom niet van toepassing. De bouw van een fietsenstalling is positief. De uitvoering komt echter niet overeen met de kwaliteitseisen die in de bouwcode zijn opgenomen. De afstand (hart-op-hart) tussen de fietsen dient minimaal 60 cm te zijn. Wanneer gewerkt wordt met een hoog-laag stallingssysteem dan is dat 40 cm. Hier is het echter maar 37,5cm. Dat gaat als gevolg hebben dat fietsen met sturen in elkaar haken (en remkabels worden afgetrokken) of dat er plaatsen worden overgeslagen wanneer er fietsen met kinderzitjes of fietszakken en de reële capaciteit in de fietsenstalling daalt.
De totale afstand die nodig is achter de fietsen moet ook iets breder zijn. We rekenen als absolute minimum voor de fietsen 1,70m en achter de fiets is dan ook nog 1,70m nodig om de fiets tussen twee andere fietsen uit te nemen (in totaal 5,10m ipv de 4,96m die nu is gepland)
Voor de veiligheid moet er een mogelijkheid zijn om de fietsen met het kader aan een vast object vast te kunnen maken.
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt sluiten wij ons bij het advies van de stedelijke dienst Mobiliteit. Het inrichtingsplan dient aangepast te worden. Er zal aldus moeten bekeken worden hoeveel fietsen er effectief en conform bovenstaand advies en artikel 29 van de bouwcode kunnen gestald worden binnen het voorziene volume.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 5 juli 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 18 augustus 2023 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Beslissingsdatum na V&O (zonder noodbesluit) | 17 oktober 2023 |
Uiterste beslissingsdatum (noodbesluit) | 15 januari 2024 |
Verslag GOA | 5 september 2023 |
naam GOA | Gerd Cryns |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.