Terug
Gepubliceerd op 03/07/2023

2023_CBS_04289 - Omgevingsvergunning - OMV_2022135968. Bisschoppenhoflaan 493-515, 531-533. District Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 30/06/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_04289 - Omgevingsvergunning - OMV_2022135968. Bisschoppenhoflaan 493-515, 531-533. District Deurne - Goedkeuring 2023_CBS_04289 - Omgevingsvergunning - OMV_2022135968. Bisschoppenhoflaan 493-515, 531-533. District Deurne - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022135968

Gegevens van de aanvrager:

NV IMODENA met als adres Guldenberg 4 te 2000 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

NV SCANCAR (0425149614) met als contactadres Bisschoppenhoflaan 525 te 2100 Antwerpen en

NV Van Mossel VMF België (0432452724) met als contactadres Bisschoppenhoflaan 515 te 2100 Antwerpen

Ligging van het project:

Bisschoppenhoflaan 493-515, 531-533 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 27 sectie A nrs. 281G4, 281G4, 281F4, 281F4, 281L4, 281L4, 283Y en 283Y

waarvan:

 

-          20220524-0037

afdeling 27 sectie A nrs. 281G4, 281F4, 281L4 en 283Y (OVA Van Mossel / Scancar)

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

het verbouwen van de bestaande Volvo garage met bovenliggende kantoren en parking en het wijzigen van de lopende milieuvergunning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis  

-          25/03/2022: voorwaardelijke vergunning (OMV_2021186780) voor het wijzigen van gevels en aanleggen van een toegangspad (gaat voornamelijk over het links, naburig pand);

-          15/10/2015: weigering deputatie na weigering college (2015814) voor het creëren van bijkomende parkeerplaatsen aan de straatkant;

-          06/06/2008: weigering (3185#1506) voor het creëren van parkeerplaatsen in de voortuin;

-          25/09/2002: vergunning (629#3474) voor het bouwen van een autobergplaats met carwash;

-          14/11/2001: vergunning (629#4498) voor het bouwen van een showroom en burelen;

-          19/01/1995: vergunning (629#1960) voor het bijbouwen showroom + renoveren bestaande.

 

Vergunde  toestand  

-          functie:

  • bedrijfsgebouwen (autoverkoop en -herstel);

-          bouwvolume:

  • showroom zijde Bisschoppenhoflaan:

-          vooraan nieuwe wagens, achteraan tweedehandswagens;

-          kroonlijsthoogte van circa 11 meter;

-          bouwdiepte van 29 meter;

-          met uitspringende brandtrap aan achterzijde tegen rechter perceelgrens;

-          voorgevelbreedte circa 23 meter;

-          3 bouwlagen met plat dak aan straatzijde met grote vide op eerste verdieping;

-          1 bouwlaag met plat dak aan binnenplein;

  • carrosseriewerkplaats achteraan op het perceel:

-          L-vormig volume met verhoogde dakopstand/borstwering;

-          64 bij 17 meter;

-          8 bij 11 meter stulpt uit richting het binnenplein;

-          oprijbaan vertrekkende van parking binnenplein naar parking op dak van carrosseriewerkplaats;

  • rechthoekige opslagplaats ingeschoven in L-vorm van carrosseriewerkplaats:

-          15 bij 55,50 meter;

-          dakvlak circa 1 meter lager dan de dakparking;

-          gevelafwerking:

  • Bisschoppenhoflaan:

-          grijskleurige aluminium beplating;

-          zwarte, stalen ramen;

  • zijde Middelmolenlaan:

-          roodbruine bakstenen gevel;

-          glasdalpanelen;

-          lichtgrijze aluminium poorten.

-          inrichting:

  • bedrijfsgebouwen op terrein gelegen tussen Bisschoppenhoflaan en parallelle straat Middelmolenlaan;
  • tussen showroom en carrosserie parking voor 66 wagens;
  • 10 parkeerplaatsen in de voortuinstrook (voor het rechtse gebouw);
  • terrein op enkele plukjes na in de voortuin volledig verhard.

 

Bestaande toestand

-          inrichting:

  • gewijzigde trapconstructie centraal in showroom;
  • 13 parkeerplaatsen in de voortuinstrook (voor het rechtse gebouw).

 

Nieuwe toestand

-          functie: 

  • showroom auto’s met carrosseriewerkplaats en opslag;

-          bouwvolume:

  • afbraak achterbouw (showroom tweedehandswagens) van 1 bouwlaag met plat dak;
  • afbraak oprijbaan;
  • afbraak opslagplaats ingeschoven in de L-vorm;
  • nieuwe showroom voor tweedehandswagens met atelier:

-          aansluitend met overblijvend gedeelte showroom aan Bisschoppenhoflaan;

-          bijkomende footprint van 27 bij 41 meter;

-          1 dubbelhoge bouwlaag met plat dak;

-          kroonlijsthoogte van 6,20 meter;

  • nieuwe helling naar dakparking tegen en parallel aan langste zijde carrosseriewerkplaats;
  • nieuw volume met daarin wasplaats en roll-over carwash:

-          tegen de rechter perceelgrens tegen de carrosseriewerkplaats aan:

-          kroonlijsthoogte van 4,50 meter;

-          10 bij 15 meter;

-          gevelafwerking:

  • nieuwe volumes:

-          witte aluminium sandwichpanelen;

-          wit aluminium schrijnwerk;

-          plint in betonpanelen natuurkleur;

  • zijde Middelmolenlaan:

-          bijkomende deur in de voorgevel op de linkerzijde;

-          verwijdering van de glasdalpanelen boven de nieuw te maken deuropening;

-          nieuwe sectionaalpoort in achtergevel;

-          inrichting:

  • 13 parkeerplaatsen in de voortuinstrook (voor het rechtse gebouw);
  • 53 nieuw ingerichte parkeerplaatsen op het binnenplein waarvan 49 in waterdoorlatende grasdallen.

 

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van 3 constructies;

-          bouwen van een nieuwe showroom, carwash en oprijbaan;

-          wijzigen van de voorgevel in de Middelmolenstraat;

-          wijzigen van de gevels in het binnengebied;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          doorvoeren van interne constructieve werken;

-          plaatsen van een hoogspanningscabine;

-          heraanleggen van de open ruimte.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Op 8 april 2016 werd door de stad Antwerpen aan Denayer nv en Scancar nv een milieuvergunning klasse 2 verleend voor de exploitatie van een garage voor het onderhoud van personenwagens en bestelwagens met bijbehorende showroom. De vergunning MV2015/551 werd verleend voor een termijn van 20 jaar en is geldig tot 8 april 2036. 

 

Sinds het verlenen van de milieuvergunning heeft een fusie plaatsgevonden, waarbij de rechtspersoon Denayer nv werd gefusioneerd met Van Mossel VMF België. Het ondernemingsnummer is hierbij niet gewijzigd, waardoor er geen melding van overname dient te gebeuren. De aangepaste vergunning wordt aldus aangevraagd op naam van Van Mossel VMF België en Scancar nv. 

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag betreft het wijzigen van de lopende milieuvergunning. De inrichting was reeds vergunningsplichtig voor: 

-          de aanwezige schouwputten en hefbruggen  en blijft dit ook na uitbreiding met 9 bijkomende hefbruggen en vermindering met 1 smeerput.  

-          het wassen van motorvoertuigen (+ 10 voertuigen per dag).  

 

Aangevraagde rubriek(en)

 

 

Aangevraagde rubriek(en) OVA Van Mossel / Scancar
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.4.1°a)

het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II;

-0,94 m³/uur

4.3.a.2.ii
2 verfspuitcabines met respectievelijk een vermogen van 22 kW en 11 kW;
niet langer van toepassing

6.4.1°

opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

-5.400,00 liter

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

2x 1.000,00 kVA

15.3.2°

werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen met gebruik van meer dan 4 schouwputten of hefbruggen, in ander gebied dan in industriegebied;

+8 schouwputten of hefbruggen

15.4.2°b)

niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van 10 en meer motorvoertuigen en hun aanhangwagens per dag, volledig of gedeeltelijk gelegen in een ander gebied dan industriegebied;

+14 motorvoertuigen en hun aanhangwagens/dag

15.6.1°

het al dan niet overdekt stallen van geaccidenteerde voertuigen of van voertuigwrakken, niet ingedeeld in de rubriek 2.2.2, d), van maximaal 25 ton, waarbij nooit meer dan 15 ton voertuigwrakken gestald mogen worden;

4,00 ton

16.3.2°b)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW;

+407,30 kW

17.3.2.1.2.1°

opslagplaatsen voor overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 (andere dan gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige stoffen met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 10 ton;

-1,06 ton

17.3.2.2.1°

ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 50 kg tot en met 2 ton;

740,00 kg

17.3.4.1°b)

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 2 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan in­dustrie­gebied;

-0,91 ton

17.3.6.1°b)

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 2 ton als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in gebied ander dan industriegebied;

-1,26 ton

17.3.7.1°b)

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 2 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied;

-0,19 ton

17.3.8.1°

opslagplaatsen voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit meer dan 100 kg ton tot en met 2 ton;

-1,26 ton

29.5.7.2°a)2)

ontvetten van metalen of voorwerpen van metaal door middel van andere organische oplosmiddelen met een totaal inhoudsvermogen van de baden en de spoelbaden of van de opvangrecipiënten voor de opvang van de gebruikte chemicaliën als niet gebruikgemaakt wordt van behandelingsbaden en spoelbaden, van 10 liter tot en met 300 liter, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een ander gebied dan industriegebied;

-400,00 liter

36.4
opslag van rubber (banden);
niet langer van toepassing

43.1.1°b)

het stoken in installaties, met uitzondering van stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 2.000 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een ander gebied dan industriegebied en gestookt wordt met aardgas;

-1.100,00 kW

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Agentschap Wegen en Verkeer/ AWV - District Antwerpen

10 november 2022

15 december 2022

Voorwaardelijk gunstig

AQUAFIN NV en Water-link

10 november 2022

25 januari 2023

Ongunstig

AQUAFIN NV en Water-link

27 februari 2023

13 april 2023

Voorwaardelijk gunstig

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

10 november 2022

31 januari 2023

Ongunstig

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

27 februari 2023

19 april 2023

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator/ Fluvius

10 november 2022

13 december 2022

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator/ Fluvius

27 februari 2023

8 maart 2023

Geen advies

Politiezone Antwerpen/ Verkeerspolitie

 

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Provincie Antwerpen/ Dienst Integraal Waterbeleid

10 november 2022

16 november 2022

Ongunstig

Provincie Antwerpen/ Dienst Integraal Waterbeleid

27 februari 2023

17 april 2023

Gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie

10 november 2022

24 november 2022

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

10 november 2022

11 april 2023

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend punt:

  • Artikel 24: Draairuimte: Bij manueel te bedienen deuren moet de buitenste rand van de vrije en vlakke draairuimte aan de trekzijde van de deur, het draaivlak van de deur raken. Dat is niet het geval bij het mindervalidentoilet op de gelijkvloerse verdieping in de showroom aan de Bisschoppenhoflaan.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 27 Open ruimte: De voortuinstrook langs de zijde van de Bisschoppenhoflaan werd quasi volledig met verharde parkeerplaatsen aangelegd. Deze zijn deels vergund. Aan de rechterzijde is echter een groene zone vergund, en deze werd inmiddels ook reeds aangelegd met 3 verharde parkeerplaatsen.
  • Artikel 38 Groendaken: Het is niet duidelijk of de delen van het nieuw dak van de showroom en het atelier volledig voorzien wordt van zonnepanelen of ook deels als groendak wordt ingericht. De delen die niet bedekt worden met zonnepanelen moeten immers als groendak worden aangelegd.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.


-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag omvat aanpassingen aan vergunde bedrijfsgebouwen die dienst doen als autoverkoop en -herstelplaats. De omgeving wordt gekenmerkt door een mix van bedrijvigheid en wonen. De aanvraag is functioneel inpasbaar in de omgeving en verenigbaar met de bestemming woongebied volgens gewestplan.

 

Gezien de evolutie naar de elektrificatie van het autopark, dient een extra hoogspanningscabine geplaatst te worden.

 

De aanvraag werd ter advies voorgelegd aan de stedelijke dienst Ondernemen en Stadsmarketing. Zij adviseren gunstig: “De aanvraag omvat de optimalistie van de bestaande vergunde autoshowrooms en -werkplaatsen. Vanuit OS/BI wordt nagekeken of de aanpassingen op het vlak van kleinhandelsactiviteiten vergunningsplichtig zijn. In de toelichtingsnota en de plannen wordt aangetoond dat de nettohandelsoppervlakte slechts beperkt wijzigt in de nieuwe toestand. Er dient geen nieuwe of gewijzigde kleinhandelsvergunning aangevraagd te worden. De vroegere socio-economische vergunning, afgeleverd op 22 augustus 2014 blijft geldig. De vergunde toestand omvat 1.075 m² voor VOLVO, 1.742 m² voor FORD en 372 m² voor HYUNDAI, tezamen 3.189 m². In de nieuwe situatie geeft dit de volgende cijfers: 1.065 m² voor VOLVO, 1.507,5 m² voor FORD en 528,5 m² voor HYUNDAI, tezamen 3.101 m². Dit is dus een inkrimping van de totale oppervlakte.

Deze optimalisatie ligt in de lijn van de visie Beleidsnota Detailhandel, waarbij vergunde handelsruimte in de zone voor verspreide bewinkeling, waarin deze handelsfunctie is gelegen, kan behouden blijven.”

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Het stedenbouwkundig luik van de aanvraag betreft enkel het rechtergedeelte van de site, namelijk de showrooms voor nieuwe en 2de handswagens van Volvo met bovenliggende kantoren, de gebouwen met carrosserie en opslag die grenzen aan de Middelmolenlaan en de tussenliggende parking met oprijbaan naar de dakparking.

 

De opslagplaats, showroom voor 2de handswagens en de oprijbaan naar de dakparking worden afgebroken en terug opgetrokken maar binnen een gewijzigde en geoptimaliseerde configuratie. De aanvraag volgt uit de noodzaak om de site op te delen in twee afzonderlijk functionerende delen namelijk een deel Ford & Hyundai en een deel Volvo. De showroom voor nieuwe wagens met bovenliggende kantoren parallel aan de Bisschoppenhoflaan wordt enkel intern gerenoveerd.

 

In een nieuw volume achter de showroom met kantoorvolume worden een 2de handswagenshowroom en een werkplaats ingericht met werkbruggen, een magazijn en een mezzanine met refter en kleedkamers ingericht. De hoogte van het nieuwe gebouw ligt tot 2 meter hoger dan het bestaande gebouw wat betekent dat ook de gemeenschappelijke muur met het rechteraanpalende perceel wordt verhoogd. De bijkomende hoogte wordt verantwoord vanuit de nodige vrije hoogte volgens huidige normen voor een werkplaats. De schaal van het nieuwe gebouw brengt echter geen hinder met zich mee naar het rechter aanpalende perceel. Hier wordt een loods over de volledige perceelsbreedte gesitueerd.

Het nieuwe volume sluit aan op het bestaande gebouw parallel aan de Bisschoppenhoflaan waarin de showroom voor nieuwe wagens en kantoren zijn ondergebracht. Om lichthinder te vermijden naar de kantoorruimte op de mezzanine verdieping in het bestaande gebouw, wordt het nieuwe volume ter hoogte van de aansluiting beperkt verlaagd. Hierdoor wordt ook de hinder qua lichttoetreding ten aanzien van het rechter aanpalende perceel beperkt.

De schaal van het nieuwe gebouw is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.

 

De bestaande verhardingen van de binnenplaats tussen de gebouwen wordt heraangelegd en heringericht om de functionering te verbeteren en zoveel mogelijk oppervlaktes te ontharden. Gezien de aard van de functionele invulling (autoverkoop -en herstelplaats) is het moeilijk om grote oppervlakte te ontharden. Er wordt wel geopteerd om het geheel in waterdoorlatende materialen te voorzien.

 

Visueel-vormelijke elementen

De visueel-vormelijke wijzigingen ten gevolge van de aanvraag bevinden zich vooral intern op de site. Het nieuwe volume wordt volledig opgetrokken uit witte sandwichpanelen met een geïsoleerde betonnen plint. Het buitenschrijnwerk en de sectionaalpoorten worden in wit gelakt aluminium voorzien. De voorgevel aan de Bisschoppenhoflaan blijft ongewijzigd. De wijzigingen aan de gevel grenzend aan de Middelmolenlaan zijn zeer beperkt. Er wordt een beperkte oppervlakte van de glasdalpanelen dichtgemetst ten voordele van een extra stalen deur die toegang geeft tot de hoogspanningscabine. De visueel-vormelijke inpassing van de aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Het advies van AWV is voorwaardelijk gunstig onder een reeks voorwaarden die de verkeerveiligheid en vlotte verkeersdoorstroming moeten waarborgen. Deze voorwaarden hebben repercussies naar de inrichting van de voortuinstrook en de breedte van de toegang voor auto’s tot de site. De insteekparkings die rechtstreeks uitgegeven op de gewestweg moeten gesupprimeerd worden en de breedte van de toegang moet teruggebracht wordt tot maximaal 7 meter. Het advies wordt integraal toegevoegd aan de vergunning en de voorwaarden moeten strikt nageleefd worden.

 

De breedte van de bestaande toegang moet teruggebracht worden tot 7 meter en op de grens met het openbaar domein moet, behoudens de toegang van maximum 7 meter, een niet-overrijdbare scheiding aangebracht worden.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De aanvraag betreft noch functiewijziging noch parkeerbehoeftetoename. Het gaat enkel over interne optimalisatie van het ruimtegebruik. De parkeerparagraaf is niet van toepassing.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

De uitbreiding van de koelinstallaties tot een vermogen van 464 kW (+407 kW) maakt dat deze installaties vergunningsplichtig worden. De bijkomende installaties maken gebruik van het synthetisch koudemiddel R410a. Dit koelmiddel heeft een hoog Global Warming Potential (GWP) van 2.088. Het wordt aangeraden om een koelmiddel met een lager GWP in gebruik te nemen dat niet onderhevig is aan uitfasering.  

 

Het is onbekend waar de buitenunits van de koelinstallaties zullen staan. In elk geval dient de exploitant te allen tijde te voldoen aan de grenswaarden voor geluid in openlucht zoals opgenomen in Vlarem II. 

 

Tenslotte wordt er een regularisatie doorgevoerd aan de meldingsplichtige activiteiten in functie van de huidige activiteiten op de site zoals de lozing van bedrijfsafvalwater, het schrappen van verfspuitcabines, de vermindering van de hoeveelheden remreiniger, ruitensproeiersvloeistof en koelvloeistof aanwezig op de site, het schrappen van ontvetten van metalen in de carrosserie, de vermindering van het thermisch vermogen van de stookinstallaties. De aangevraagde transformatoren (2 x 1.000 kVA) zijn niet langer indelingsplichtig. Rubriek 12.2.1° is hierdoor zonder voorwerp.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde voorwaarden in het advies van Water-link in samenwerking met Aquafin moeten uitgevoerd worden.

2. De bijgevoegde voorwaarden in het verslag van de brandweer zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

3. Alle insteekparkings in de voortuinstrook moeten gesupprimeerd worden en ingericht worden als een groene voortuin. 

4. De breedte van de bestaande toegang moet teruggebracht worden tot 7 meter.

5. Op de grens met het openbaar domein moet, behoudens de toegang van maximum 7 meter, een niet-overrijdbare scheiding aangebracht worden.

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits voldaan wordt aan de vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de Vlarem-wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt voorwaardelijk positief advies gegeven de vergunning te verlenen. 

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.4.1°a)

het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II;

-0,94 m³/uur

6.4.1°

opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

-5.400,00 liter

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

niet langer ingedeeld

15.3.2°

werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen met gebruik van meer dan 4 schouwputten of hefbruggen, in ander gebied dan in industriegebied;

+8 schouwputten of hefbruggen

15.4.2°b)

niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van 10 en meer motorvoertuigen en hun aanhangwagens per dag, volledig of gedeeltelijk gelegen in een ander gebied dan industriegebied;

+14 motorvoertuigen en hun aanhangwagens/dag

15.6.1°

het al dan niet overdekt stallen van geaccidenteerde voertuigen of van voertuigwrakken, niet ingedeeld in de rubriek 2.2.2, d), van maximaal 25 ton, waarbij nooit meer dan 15 ton voertuigwrakken gestald mogen worden;

4,00 ton

16.3.2°b)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW;

+407,30 kW

17.3.2.1.2.1°

opslagplaatsen voor overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 (andere dan gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige stoffen met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 10 ton;

-1,06 ton

17.3.2.2.1°

ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 50 kg tot en met 2 ton;

740,00 kg

17.3.4.1°b)

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 2 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan in­dustrie­gebied;

-0,91 ton

17.3.6.1°b)

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 2 ton als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in gebied ander dan industriegebied;

-1,26 ton

17.3.7.1°b)

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 2 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied;

-0,19 ton

17.3.8.1°

opslagplaatsen voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit meer dan 100 kg ton tot en met 2 ton;

-1,26 ton

29.5.7.2°a)2)

ontvetten van metalen of voorwerpen van metaal door middel van andere organische oplosmiddelen met een totaal inhoudsvermogen van de baden en de spoelbaden of van de opvangrecipiënten voor de opvang van de gebruikte chemicaliën als niet gebruikgemaakt wordt van behandelingsbaden en spoelbaden, van 10 liter tot en met 300 liter, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een ander gebied dan industriegebied;

-400,00 liter

43.1.1°b)

het stoken in installaties, met uitzondering van stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 2.000 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een ander gebied dan industriegebied en gestookt wordt met aardgas;

-1.100,00 kW

 

Gecoördineerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.4.1°a)

het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II;

1,06 m³/uur

6.4.1°

opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

18.700,00 liter

15.3.2°

werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen met gebruik van meer dan 4 schouwputten of hefbruggen, in ander gebied dan in industriegebied;

34 schouwputten of hefbruggen

15.4.2°b)

niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van 10 en meer motorvoertuigen en hun aanhangwagens per dag, volledig of gedeeltelijk gelegen in een ander gebied dan industriegebied;

24 motorvoertuigen en hun aanhangwagens/dag

15.6.1°

het al dan niet overdekt stallen van geaccidenteerde voertuigen of van voertuigwrakken, niet ingedeeld in de rubriek 2.2.2, d), van maximaal 25 ton, waarbij nooit meer dan 15 ton voertuigwrakken gestald mogen worden;

4,00 ton

16.3.2°b)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW;

464,30 kW

17.1.2.1.1°

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van 300 liter tot en met 1.000 liter;

800,00 liter

17.3.2.1.2.1°

opslagplaatsen voor overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 (andere dan gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige stoffen met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 10 ton;

0,94 ton

17.3.2.2.1°

ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 50 kg tot en met 2 ton;

740,00 kg

17.3.4.1°b)

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 2 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan in­dustrie­gebied;

1,09 ton

17.3.6.1°b)

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 2 ton als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in gebied ander dan industriegebied;

0,74 ton

17.3.7.1°b)

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 2 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied;

1,81 ton

17.3.8.1°

opslagplaatsen voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit meer dan 100 kg ton tot en met 2 ton;

0,74 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

5.000,00 liter

29.5.7.2°a)2)

ontvetten van metalen of voorwerpen van metaal door middel van andere organische oplosmiddelen met een totaal inhoudsvermogen van de baden en de spoelbaden of van de opvangrecipiënten voor de opvang van de gebruikte chemicaliën als niet gebruikgemaakt wordt van behandelingsbaden en spoelbaden, van 10 liter tot en met 300 liter, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een ander gebied dan industriegebied;

200,00 liter

43.1.1°b)

het stoken in installaties, met uitzondering van stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 2.000 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een ander gebied dan industriegebied en gestookt wordt met aardgas;

575,00 kW

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1. In functie van het werkingsregime van de koelinstallaties dienen adequate akoestische ingrepen voorzien te worden aan de buitenunit teneinde hinder naar de omgeving te beperken en te kunnen voldoen aan de geluidsnormen.


Standpunt college


Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar. Naar aanleiding van het voorwaardelijk gunstig advies van AWV, legt de gemeentelijke omgevingsambtenaar als bijkomende voorwaarde op dat alle insteekparkings in de voortuinstrook moeten worden gesupprimeerd en worden ingericht als groene voortuin. 

Het college hecht belang aan verkeersveiligheid en vlotte verkeersdoorstroming en onderkent dat insteekparkings hier in de voortuinstrook niet wenselijk zijn. Gelet op het feit dat dit een handelspand ingericht als garage en showroom betreft, is het stallen van een verkoopswagen in de voortuinstrook hier wel aanvaardbaar. Dit veronderstelt immers geen intensief in- en uitrijden, het betreft hier geen insteekparking maar louter een stalplaats voor verkoopsgoederen. 

Om het groener uitzicht van de Bisschoppenhoflaan te bevorderen, zal als bijkomende voorwaarde worden opgelegd om een groene, levendige haag in de voortuinstrook te voorzien zodat deze stalplaatsen worden afgeschermd van het openbaar domein. 

In die zin wordt de derde voorwaarde dan ook aangepast.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

19 oktober 2022

Volledig en ontvankelijk

10 november 2022

Start 1e openbaar onderzoek

20 november 2022

Einde 1e openbaar onderzoek

19 december 2022

Beslissing toepassing administratieve lus

17 april 2023

Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag

14 februari 2023

Start laatste openbaar onderzoek

25 april 2023

Einde laatste openbaar onderzoek

24 mei 2023

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

23 juli 2023

Verslag GOA

19 juni 2023

naam GOA

Katrijn Apostel en Bieke Geypens

 

Administratieve lus

Op de aanvraag werd een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):

 

Wegens een laattijdige aanplakking van het tweede openbaar onderzoek wordt een nieuw openbaar onderzoek opgestart.

 

De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn werden opnieuw uitgevoerd om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).

 

Wijzigingsverzoeken

De aanvrager heeft één of meerdere verzoeken ingediend om zijn oorspronkelijke dossier te wijzigen.

Minstens één van die verzoeken werd aanvaard, waardoor de aanvaarde wijzigingen mee beoordeeld worden.

De aanvaarde wijzigingen zijn zodanig dat er een nieuw openbaar onderzoek werd gehouden en eventuele adviezen opnieuw werden gevraagd.

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 3 openbare onderzoeken.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

20 november 2022

19 december 2022 (*)

0

0

0

0

3 maart 2023

1 april 2023

0

0

0

0

25 april 2023

24 mei 2023

0

0

0

0

 (*) Wegens een cyberaanval op stad Antwerpen werd het openbaar onderzoek mogelijk geschaad en konden eventuele analoog ingediende bezwaarschriften niet meer worden verwerkt. Daarom werd een nieuw openbaar onderzoek gehouden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde voorwaarden in het advies van Water-link in samenwerking met Aquafin moeten uitgevoerd worden.

2. De bijgevoegde voorwaarden in het verslag van de brandweer zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

3. Alle insteekparkings in de voortuinstrook in te richten als groene zone met waterdoorlatende materialen die enkel gebruikt mag worden om verkoopsgoederen te stallen. Deze stalplaatsen dienen afgeschermd te worden van het openbaar domein door een groene, levendige haag te voorzien tussen de voortuin en het openbaar domein.

4. De breedte van de bestaande toegang moet teruggebracht worden tot 7 meter.

5. Op de grens met het openbaar domein moet, behoudens de toegang van maximum 7 meter, een niet-overrijdbare scheiding aangebracht worden.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

1. In functie van het werkingsregime van de koelinstallaties dienen adequate akoestische ingrepen voorzien te worden aan de buitenunit teneinde hinder naar de omgeving te beperken en te kunnen voldoen aan de geluidsnormen.


Brandweervoorwaarden
de brandweervoorwaarden uit het verslag met referentie BW/JV/2023/G.01975.DE.0003 die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

 

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.4.1°a)

het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II;

1,06 m³/uur

6.4.1°

opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

18.700,00 liter

15.3.2°

werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen met gebruik van meer dan 4 schouwputten of hefbruggen, in ander gebied dan in industriegebied;

34 schouwputten of hefbruggen

15.4.2°b)

niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van 10 en meer motorvoertuigen en hun aanhangwagens per dag, volledig of gedeeltelijk gelegen in een ander gebied dan industriegebied;

24 motorvoertuigen en hun aanhangwagens/dag

15.6.1°

het al dan niet overdekt stallen van geaccidenteerde voertuigen of van voertuigwrakken, niet ingedeeld in de rubriek 2.2.2, d), van maximaal 25 ton, waarbij nooit meer dan 15 ton voertuigwrakken gestald mogen worden;

4,00 ton

16.3.2°b)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW;

464,30 kW

17.1.2.1.1°

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van 300 liter tot en met 1.000 liter;

800,00 liter

17.3.2.1.2.1°

opslagplaatsen voor overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 (andere dan gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige stoffen met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 10 ton;

0,94 ton

17.3.2.2.1°

ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 50 kg tot en met 2 ton;

740,00 kg

17.3.4.1°b)

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 2 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan in­dustrie­gebied;

1,09 ton

17.3.6.1°b)

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 2 ton als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in gebied ander dan industriegebied;

0,74 ton

17.3.7.1°b)

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 2 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied;

1,81 ton

17.3.8.1°

opslagplaatsen voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit meer dan 100 kg ton tot en met 2 ton;

0,74 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

5.000,00 liter

29.5.7.2°a)2)

ontvetten van metalen of voorwerpen van metaal door middel van andere organische oplosmiddelen met een totaal inhoudsvermogen van de baden en de spoelbaden of van de opvangrecipiënten voor de opvang van de gebruikte chemicaliën als niet gebruikgemaakt wordt van behandelingsbaden en spoelbaden, van 10 liter tot en met 300 liter, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een ander gebied dan industriegebied;

200,00 liter

43.1.1°b)

het stoken in installaties, met uitzondering van stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 2.000 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een ander gebied dan industriegebied en gestookt wordt met aardgas;

575,00 kW

Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor onbepaalde duur voor wat betreft de stedenbouwkundige handelingen en geldig tot 8 april 2036 (duurtijd lopende vergunning) voor wat betreft de ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.