Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022154937 |
Gegevens van de aanvrager: | NV IMMOTEKA met als adres Avenue de Tervueren 412 te 1150 Brussel |
Ligging van het project: | Museumstraat 35-37 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 11 sectie L nr. 3662C2 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | het doorvoeren van enkele anders uitgevoerde handelingen tegenover OMV_2021117719 |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 10/11/2021: gedeeltelijke voorwaardelijk vergunning (OMV_2021117719) voor het verbouwen en uitbreiden van een meergezinswoning;
- 21/02/1996: vergunning (19952808) voor renovatie uitbreiding liftkoker - 30.10.95
Vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume:
- dakterras tot ongeveer halverwege het platte dak
- groendak aansluitend aan het dakterras;
- 2 grote lichtkoepels in het platte dak.
- gevelafwerking:
Bestaande en nieuwe toestand
- bouwvolume conform vergunde toestand uitgezonderd:
- dakterras op het volledige platte dak (supprimatie groendak);
- gevelafwerking conform vergunde toestand uitgezonderd:
Inhoud van de aanvraag
- bouwen van een dakkapel in achterste zadeldakvlak, met een breedte van circa 2,2 m en geplaatst op circa 0,5 m van de linker perceelgrens;
- wijzigen van de voorgevel;
- uitbreiden van het dakterras (met supprimatie groendak);
- doorvoeren van interne constructieve werken.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA | 3 maart 2023 | 19 april 2023 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg | 3 maart 2023 | 20 maart 2023 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: culturele, historische en/of esthetische waarde en artikel 1: zone voor wonen - (wo1).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan Binnenstad op volgend punt:
- artikel 2.1 algemene bouwvoorschriften:
2.1.9 Dakvormen en dakkapellen: Dakkappellen zijn toegelaten tot minimum 0,75 meter van het midden van scheidsmuren. Ze zijn maximum 1,50 m breed en liggen op minimum 1 m afstand onderling. De kroonlijst mag ook niet onderbroken worden.
De dakkapel in het achterste zadeldakvlak heeft een breedte van circa 2,2 m en is voorzien op circa 0,5 m van het midden van de linker scheidingsmuur.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
in- en uitsprongen in hellende daken dienen op ten minste 0,60 meter van de perceelsgrens te worden ingeplant.
De nieuwe dakkapel in het achterste zadeldakvlak wordt voorzien op circa 0,5 m van de perceelgrens.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De woonfunctie en winkelfunctie blijven behouden waardoor de functionele inpasbaarheid in de omgeving ongewijzigd blijft.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag voorziet wijzigingen op de verleende vergunning OMV_2021117719.
Na opmeting is gebleken dat de hoogtepassen zowel intern als extern niet in overeenstemming zijn met de bestaande toestand. Zo ligt de kroonlijst niet op 14,50 m maar op 15,70 m. Ook de nokhoogte ligt in realiteit op 20,43 m en niet op 19,50 m
Door het verwerken van deze informatie wenst de aanvraag een correcte weergave van het pand te geven.
De aanzet van de eerder vergunde dakkapel aan de achtergevel werd op 0,52 m van de perceelgrens uitgevoerd in plaats van de ca. 1,10 m in de laatste aanvraag. Deze positionering is strijdig met artikel 2.1.9 uit het RUP Binnenstad en artikel 15 uit de bouwcode die respectievelijk een afstand van minimaal 0,75 m en 0,60 m ten opzichte van de perceelsgrens vooropstellen.
Ondanks deze strijdigheden doet de nieuwe positie geen afbreuk aan de dakvorm en zijn de voorgestelde handelingen, werken en wijzigingen aan het bouwvolume ruimtelijk aanvaardbaar en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.
Het bouwvolume blijft ruimtelijk aanvaardbaar.
Cultuurhistorische aspecten
Gezien de ligging van het pand in een zone die volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan werd ingekleurd als een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde werd het advies ingewonnen van de stedelijke dienst Monumentenzorg. Dit advies is gunstig en laat zich als volgt lezen:
“De aanvraag heeft betrekking op een pand in CHE-gebied en bevat een aantal aanpassingen ten opzichte van de laatst vergunde toestand. Vanuit oogpunt monumentenzorg kan gesteld worden dat de aangevraagde wijzigingen geen verdere afbreuk doen aan de erfgoedwaarden van het pand. Het gevelschrijnwerk op de verdiepingen is niet vergund en komt niet in aanmerking voor regularisatie. In CHE-gebied is geprofileerd houten schrijnwerk wenselijk. De voorwaarden m.b.t. het schrijnwerk uit de voorgaande vergunning blijven van kracht.”
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt worden de aandachtspunten van de dienst Monumentenzorg integraal bijgetreden en worden volgende voorwaarden bij de vergunning mee opgenomen:
- huidig schrijnwerk op de verdiepingen (voorgevel) dient uitgesloten te worden van vergunning;
- op termijn dienen de gevelopeningen in de voorgevel voorzien te worden van houten buitenschrijnwerk met een correcte historische profilering.
Visueel-vormelijke elementen
De bestaande achtergevel is afgewerkt met pleisterwerk. De uitbouw op de 1ste en 2de verdieping aan de achtergevel wordt bekleed met geprofileerde metalen golfplaten. Er wordt echter geen informatie meegegeven over de kleur, bevestigingsmethode, aansluitingen en detaillering rond de ramen, … waardoor geen correcte beoordeling voor deze materiaalkeuze gemaakt kan worden. Metalen golfplaten vormen een atypische gevelafwerking. In dit geval levert het ook een versnipperd gevelbeeld op, in combinatie met het bestaande pleisterwerk. Tot slot kunnen metalen platen voor een hinderlijke weerkaatsing zorgen van de zon. Omwille van deze argumenten wordt geadviseerd om als voorwaarde van de vergunning op te nemen om de gewijzigde achtergevel af te werken in pleisterwerk in plaats van metalen platen.
Ook met de aanpassing van de afmetingen en de anders gepositioneerde dakkapel blijft het pand visueel inpasbaar in de omgeving.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
In de voorliggende aanvraag worden de opgelegde voorwaarden uit vergunning OMV_2021117719 verwerkt. Zo wordt in de kelder een afvalberging voorzien.
In de vorige vergunning dienden beide dakkoepels op het gelijkvloerse plat dak behouden te blijven.
Het plat dak zelf werd ingericht als terras (67 m²) bij het éénslaapkamerappartement en de resterende ruimte achteraan werd voorzien als groendak (ca. 39 m²).
De te behouden dakkoepel komt zo centraal in het vergunde terras te liggen waardoor de terrasoppervlakte met 10 m² vermindert. Dit is nog steeds zeer ruim in verhouding tot het appartement van 95,63 m². Voor en achter de koepel is telkens 2,70 m vrije ruimte en tussen de perceelsgrenzen 2,1 m. Ook dit is voldoende ruim en biedt nog steeds veel mogelijkheden naar inrichting en gebruik van het terras.
De aanvraag voorziet nu het behoud van beide koepels en verruimt het terras tot de achterste perceelsgrens waardoor een perceelsbreed terras van 15,06 m diep ontstaat.
Deze uitbreiding is niet aanvaardbaar. Het doortrekken van het terras op de 1ste verdieping tot achteraan het perceel, ver in het binnengebied van het bouwblok is niet wenselijk omdat dit tot overlast, hinder en inkijk bij de buurpanden kan leiden. Bovendien staat de oppervlakte van het terras niet in verhouding tot de wooneenheid.
Alle wijzigingen aan het vergunde terras worden dan ook van de vergunning uitgesloten. Het vergunde terras, de beide dakkoepels en het groendak moeten behouden blijven.
Er wordt opgemerkt dat naast interne werkzaamheden ook de lift verwijderd wordt. Dit op vraag van de gelijkvloerse uitbaters.
Er wordt geoordeeld dat de woonkwaliteit van de bovenliggende wooneenheden ten opzichte van de vorige verleende vergunning hierdoor daalt. Voor een pand met 4 wooneenheden, waarvan de hoogste inkompas op 12,89 m ligt, is dit nadelig naar dagelijks gebruik. In een dergelijk pand vormt de aanwezigheid van een lift een essentieel ondersteunend onderdeel van een hedendaagse en comfortabele woonomgeving. Het niet voorzien van een lift wordt daarom betreurd. Gezien het blijvende verzet van de gelijkvloerse uitbater van een lift tot op het gelijkvloers kan ingestemd worden met het volledig supprimeren ervan. Dit leidt helaas tot een minder toegankelijk en comfortabel gebouw.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de aanvraag aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing gezien de aanvraag geen vermeerdering van het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande en vergunde of vergund geachte situatie inhoudt.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
2. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
3. De in de beoordeling aangehaalde voorwaarden van de dienst Monumentenzorg moeten nageleefd worden:
- huidig schrijnwerk op de verdiepingen (voorgevel) dient uitgesloten te worden van vergunning;
- op termijn dienen de gevelopeningen in de voorgevel voorzien te worden van houten buitenschrijnwerk met een correcte historische profilering.
4. Alle handelingen, werken of wijzigingen met betrekking tot het vergunde dakterras op de 1ste verdieping worden van de vergunning uitgesloten.
5. De achtergevelafwerking te voorzien in pleisterwerk in plaats van golfplaten.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 22 november 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 3 maart 2023 |
Start openbaar onderzoek | 14 maart 2023 |
Einde openbaar onderzoek | 12 april 2023 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 14 september 2023 |
Verslag GOA | 15 juni 2023 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
14 maart 2023 | 12 april 2023 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
2. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
3. De in de beoordeling aangehaalde voorwaarden van de dienst Monumentenzorg moeten nageleefd worden:
- huidig schrijnwerk op de verdiepingen (voorgevel) dient uitgesloten te worden van vergunning;
- op termijn dienen de gevelopeningen in de voorgevel voorzien te worden van houten buitenschrijnwerk met een correcte historische profilering.
4. Alle handelingen, werken of wijzigingen met betrekking tot het vergunde dakterras op de 1ste verdieping worden van de vergunning uitgesloten.
5. De achtergevelafwerking te voorzien in pleisterwerk in plaats van golfplaten.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.