Terug
Gepubliceerd op 03/07/2023

2023_CBS_04447 - Omgevingsvergunning - OMV_2023027727. Borgerhoutsestraat 63. District Borgerhout - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 30/06/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_04447 - Omgevingsvergunning - OMV_2023027727. Borgerhoutsestraat 63. District Borgerhout - Goedkeuring 2023_CBS_04447 - Omgevingsvergunning - OMV_2023027727. Borgerhoutsestraat 63. District Borgerhout - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023027727

Gegevens van de aanvrager:

AUTOGEMB AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF VOOR VASTGOEDBEHEER EN STADSPROJECTEN - VESPA met als adres Paradeplein 25 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Borgerhoutsestraat 63 te 2140 Borgerhout (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 24 sectie A nr. 370A16

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

Wijzigen van wonen naar gemeenschapsvoorziening

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          10/05/1955: toelating (Felixarchief inventarisnummer 179#3083) voor verbouwing;

-          19/01/1950: toelating (Felixarchief inventarisnummer 179#662) voor verbouwing;

-          28/09/1936: toelating (Felixarchief inventarisnummer 1399#15940) voor bouwen tuinmuur.

 

Vergunde / Geacht vergunde toestand

-          functie:

  • meergezinswoning met 6 woonentiteiten.

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen met plat dak; 
  • bouwhoogte van 10 m;
  • bouwdiepte langs linker- en rechterperceelgrens van 17 m;
  • bouwdiepte centraal van circa 11,5 m.

-          gevelafwerking:

  • roomkleurige gevelsteen met houten deur en stalen raamprofielen;
  • houten kroonlijst;
  • blauwe hardstenen plinten.

-          inrichting:

  • perceeldiepte van 22,18 m;
  • perceelbreedte van 7,7 m;
  • achtertuinzone volledig verhard als koer.

 

Bestaande toestand

-          functie overeenkomstig vergunde toestand;

-          bouwvolume overeenkomstig vergunde toestand;

-          gevelafwerking:

  • gele gevelsteen met groen geschilderde houten deur en groen geschilderde stalen raamprofielen (waarbij opengaande vleugels in wit geschilderd);
  • wit geschilderde houten kroonlijst;
  • blauwe hardstenen plinten.

-          inrichting overeenkomstig vergunde toestand uitgezonderd:

  • achtertuinzone als tuin ingericht;
  • enkel verharding tussen het bouwvolume.

 

Nieuwe toestand

-          functie:

  • gemeenschapsvoorziening (noodwoningen).

-          bouwvolume overeenkomstig vergunde toestand;

-          gevelafwerking:

  • gele gevelsteen met groen geschilderde houten deur en groen geschilderde stalen raamprofielen (waarbij opengaande vleugels in wit geschilderd);
  • wit geschilderde houten kroonlijst;
  • blauwe hardstenen plinten;
  • gegalvaniseerd stalen (natuurkleur) doorvalbeveiliging voor de ramen op de verdiepingen.

-          inrichting overeenkomstig vergunde toestand uitgezonderd:

  • achtertuinzone als tuin ingericht.
  • verharding tussen het bouwvolume, met een pad naar een terras van 3,3 m bij 3,3 m in de tuin.

Inhoud van de aanvraag

-          wijzigen van de functie van wonen naar gemeenschapsvoorziening.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

15 mei 2023

19 juni 2023

Voorwaardelijk gunstig

Vlaamse Milieumaatschappij/ Watertoets

15 mei 2023

23 mei 2023

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

15 mei 2023

15 mei 2023

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

15 mei 2023

26 mei 2023

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:

  • artikel 22 Algemene bepalingen, toegangen en deuropeningen:
    er zijn meerdere toegangsdeuren die geen netto doorgangsbreedte van minstens 90 cm voorzien;
  • artikel 24 Draairuimte: vóór en achter elke toegangsdeur moet een vrije en vlakke draairuimte worden voorzien;
  • artikel 25 Vrije en vlakke wand- en vloerbreedte naast deur:
    er zijn meerdere deuren waarbij de 50 cm netto vrije muurbreedte naast de deur niet voldoet of in gedrang komt.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:

§2.1. Inrichtingsprincipes:

Bij een loodrechte fietsenstalling is tussen de fietsen telkens 0,6 m ruimte vereist. Aangezien op het grondplan 10 beugels naast elkaar worden voorzien, moet de ruimte minstens 6 m breed zijn, terwijl deze 4 m breed voorzien wordt.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor De Vlaamse Milieumaatschappij aangewezen is als adviesinstantie.

Het project of de straat voor het project is gelegen in een zone met een pluviale overstromingskans van 1 keer op 100 jaar onder huidig klimaat.

Uit het ingewonnen advies blijkt dat voorwaarden opgelegd moeten worden om het schadelijk effect te voorkomen.

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De bestaande en vergunde woonfunctie in de vorm van een meergezinswoning wordt omgevormd naar een gemeenschapsfunctie, meer in het bijzonder: koppelbare noodwoningen. Deze functie is inpasbaar in zijn omgeving.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag beperkt zicht tot interne wijzigingen aan het bestaande en vergunde bouwvolume. Zo wordt het gebouw flexibel heringedeeld om de vraag naar grotere noodwoningen te beantwoorden. De studio’s op het gelijkvloers en de tweede verdieping worden horizontaal samengevoegd tot 2 grote appartementen met respectievelijk 2 en 3 slaapkamers. Daarnaast wordt tussen de bestaande studio’s op de eerste verdieping en de appartementen op het gelijkvloers een binnentrap gerealiseerd zodat 1 studio en 1 appartement indien nodig kunnen samengevoegd worden tot een groot duplex-appartement met 4 tot 5 slaapkamers.

Het samenvoegen van de appartementen brengt een verlaging qua densiteit op het perceel met zich mee en kan bijgevolg gunstig geadviseerd worden.
 

Naast het samenvoegen en intern koppelen van de noodwoningen, worden de appartementen ook intern aangepast. Slaapkamers worden ontsloten via een nachthal en badkamers, leefruimtes en keukens worden vergroot zodat ze in overeenstemming zijn met het aantal slaapkamers. Tot slot wordt op de begane grond een gemeenschappelijke fietsenstalling ingericht.
De voorgestelde ingrepen voorzien in een verbetering van het intern ruimtegebruik en kunnen bijgevolg gunstig geadviseerd worden.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De plannen voorzien een verbetering van het gebruiksgemak en de woonkwaliteit waardoor de aanvraag vanuit gebruiksgenot gunstig geadviseerd kan worden.

 

De aanvraag wijkt af van de verordening toegankelijkheid. Als voorwaarde van de vergunning dient de aanvraag zich in regel te stellen met de verordening toegankelijkheid.

 

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten

Het bestaande gevelbeeld blijft ongewijzigd zowel in de voorgevel als de achtergevel. Raam- en deuropeningen, met inbegrip van het bestaande houten buitenschrijnwerk, worden niet aangepast. De visuele inpasbaarheid blijft bijgevolg gegarandeerd.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 4 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de wijziging van het aantal wooneenheden.

De aanvraag behelst een flexibele invulling van het aantal wooneenheden. Op het gelijkvloers en op de tweede verdieping bevinden zich telkens 1 appartement. Op de eerste verdieping bevinden zich 2 studio’s. Deze kunnen elk aan een van de appartementen gekoppeld worden afhankelijk van de noden. Voor het beoordelen van deze aanvraag rekenen we met de 2 appartementen en 2 studio’s als aparte wooneenheden.

 

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om stedenbouwkundige redenen niet gerealiseerd worden. Dit is het geval in voorliggende aanvraag die betrekking heeft op een pand met een perceelsbreedte van minder dan 8 m. Volgens artikel 12, §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.

 

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 4.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is.

Het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein is 6 (6x1).

Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van het nieuwe project verminderd worden met 6 parkeerplaatsen.

 

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing.

 

De dienst mobiliteit geeft advies met volgende voorwaarden: “Er dienen 12 fietsparkeerplaatsen ingetekend te worden. De toegangsweg naar de fietsstalling dient 1 m breed te zijn en de uitrijlengte voor de fietsenparking dient 1,7 m te bedragen om de fiets vlot te kunnen inparkeren.“

 

Het advies van de stedelijke dienst mobiliteit wordt deels bijgetreden. Het klopt dat er te weinig fietsen ingetekend worden. De vlotte toegang naar de fietsenberging wordt echter wel verzekerd door de ruime toegang aan de rechterzijde van de hal. De brede deuren naar de fietsenstalling staan steeds open en worden enkel bij brand automatisch gesloten. Het plan laat niet toe om meer fietsen te plaatsen dan zoals voorzien wordt. Dit zijn er 3 te weinig. Eveneens wordt rekening gehouden met het voorgestelde programma om alsnog een afwijking op het aantal fietsstalplaatsengunstig gunstig te adviseren.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

2. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

3. De voorwaarden uit het advies van de Vlaamse Milieumaatschappij dienen nageleefd te worden.

4. De toegangsdeuren van de noodwoningen dienen te voldoen aan artikel 22, 24 en 25 van de verordining toegankelijkheid.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

14 maart 2023

Volledig en ontvankelijk

15 mei 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

12 oktober 2023

Verslag GOA

23 juni 2023

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

2. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

3. De voorwaarden uit het advies van de Vlaamse Milieumaatschappij dienen nageleefd te worden.

4. De toegangsdeuren van de noodwoningen dienen te voldoen aan artikel 22, 24 en 25 van de verordining toegankelijkheid.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.