Terug
Gepubliceerd op 03/07/2023

2023_CBS_04438 - Omgevingsvergunning - OMV_2022154410. Moerstraat 8. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 30/06/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_04438 - Omgevingsvergunning - OMV_2022154410. Moerstraat 8. District Antwerpen - Goedkeuring 2023_CBS_04438 - Omgevingsvergunning - OMV_2022154410. Moerstraat 8. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022154410

Gegevens van de aanvrager:

BVBA SCHMIDT BELGIUM met als adres Moerstraat 8 te 2030 Antwerpen

Ligging van het project:

Moerstraat 8 2030 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 18 sectie E nrs. 211C3, 211/2 en 211A2

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

plaatsen van een weegbrug, poorten en bureaucontainers, regularisatie supprimeren bluswatervijver

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

-          18/03/2022: omgevingsvergunning (OMV_2021168867) voor het plaatsen van een bluswatertank met pompenkamer;

-          28/09/2012: stedenbouwkundige vergunning (HVN/B//20125238) voor het plaatsen van bureelcontainers;

-          15/06/2012: stedenbouwkundige vergunning (HVN/B//20123026) voor het slopen van een bestaande loods en luifel, het afvoeren van kantoorcontainers en nieuwe terreinaanleg.

 

Bestaande toestand

Een reeds volledig ontwikkeld industrieterrein gekenmerkt door de opslag van kunststoffen, in zowel magazijnen, silo’s als buitenstockage.

 

De bureelcontainers welke het voorwerp uitmaken van de stedenbouwkundige vergunning met referentie HVN/B//20125238, werden vergund voor bepaalde termijn tot en met 28 september 2020. Daar deze termijn ruim verstreken is en de aanvrager de bureelcontainers wenst te behouden, maken deze tevens onderdeel uit van voorliggende aanvraag.


Inhoud van de aanvraag

-          Plaatsen van bureelcontainers;

-          Plaatsen van een fietsenberging;

-          Plaatsen van een weegbrug;

-          Plaatsen van poort en portiek;

-          Dempen van een blusvijver;

-          Aanleggen van verharding;

-          Grond gewoonlijk gebruiken voor stockage van goederen en inrichten van personeelsparking;

-          Aanleggen van een infiltratiegracht.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

20 april 2023

16 mei 2023

Voorwaardelijk gunstig

Haven van Antwerpen - Brugge (Port of Antwerp - Bruges)/ terreinen

20 april 2023

17 mei 2023

Voorwaardelijk gunstig

Politiezone Antwerpen/ Verkeerspolitie

20 april 2023

28 april 2023

Geen bezwaar

Water-link

20 april 2023

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

20 april 2023

5 mei 2023

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (GRUP) (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven. Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen.

Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing met als bestemming Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor het Duwvaart Schuildok in het westen - Gebied voor waterweginfrastructuur. De Noorderlaan in het westen en de R2 in het noorden zijn bestemd als Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Parallel aan de Noorderlaan en parallel aan de oostzijde van het terrein waarop de aanvraag is gesitueerd loopt een overdruk met als aanduiding Leidingenstraat. In het noorden loopt een overdruk met als aanduiding Hoogspanningsleiding.

De spoorwegen die langs de noord- en oostzijde van het terrein waar de aanvraag is gelegen, lopen, hebben als bestemming Gebied voor spoorweginfrastructuur. 

 


Binnen deze straal van 500 meter is tevens het GRUP Hoogspanningslijn Zandvliet-Lillo-Liefkenshoek van toepassing (Besluit van de Vlaamse regering van 1 juli 2016) met overdrukken Hoogspanningsleiding en Gebied met overdruk gebruiksbeperkingen. Deze overdrukzone reikt niet tot aan de projectzone van de vergunningsaanvraag.

 

Binnen deze straal van 500 meter is tevens het GRUP Liefkenshoekspoortunnel van toepassing (Besluit van de Vlaamse regering van 9 mei 2008) met bestemming Gebied voor spoorinfrastructuur.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).

De verordening hemelwater is van toepassing op de aanvraag. Het hemelwater dat valt op de dakoppervlakte wordt opgevangen in twee hemelwaterputten met een totale inhoud van 10.000 liter waarbij het hemelwater zal worden gebruikt als spoelwater van de toiletten. Het hemelwater dat valt op de verharding wordt afgeleid naar een nieuwe buffer- en infiltratiegracht met een inhoud van 73.958 liter en een oppervlakte van 165 m². Echter volgens de Code van Goede Praktijk van de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid, deel 3: Bronmaatregelen mogen bij diepe (> 30 cm diepte onder het maaiveld) bovengrondse infiltratievoorzieningen enkel de schuine wanden (onder het niveau van de overloop) in rekening gebracht worden. Hierdoor bedraagt de voorziene oppervlakte maar 92,6 m² wat circa 20 m² kleiner is dan de verordening vraagt. Als voorwaarde wordt opgelegd dat de oppervlakte van de infiltratievoorziening minstens 112,39 m² dient te bedragen.

 

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).

De verordening toegankelijkheid is van toepassing op de aanvraag. Daar de publiek toegankelijke oppervlakte minder dan 150 m² bedraagt, dient enkel de toegangsdeur en het toegangspad naar deze deur te voldoen aan de gewestelijke verordening toegankelijkheid.

 

Sectorale regelgeving

Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project veroorzaakt een relatief beperkte toename aan verharde oppervlakte en de nieuwe bebouwde oppervlakte wordt boven reeds verharde oppervlakte voorzien. Infiltratie naar een nieuwe buffer- en infiltratiegracht wordt voorzien. In alle redelijkheid kan geoordeeld worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

Milieu-effectenrapportage: Het komt toe aan de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag om te beslissen of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van en als onderdeel van de beslissing over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag.

Bij de beslissing over de volledig- en ontvankelijkheid is beslist dat de aanvraag geen betrekking heeft op een project als vermeld in bijlage I, II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten, onderworpen aan milieueffectrapportage (milieueffectrapport). Een MER, ontheffing of project-m.e.r.-screening is bijgevolg niet vereist.

 

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

In het zuiden van een industrieterrein gekenmerkt door de opslag van kunststoffen, wordt de bestaande inkomzone aangepast. 

De aanvraag draagt bij tot de verdere exploitatie van het bedrijf waardoor de aanvraag functioneel inpasbaar is. De kantoorfunctie van de aangevraagde bureelcontainers wordt als inherent onderdeel van de industriële exploitatie beschouwd. 

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

In het zuiden van een industrieterrein gekenmerkt door de opslag van kunststoffen, wordt de bestaande inkomzone aangepast. De aanvraag omvat volgende werken:

-      De bestaande in- en uitrit blijft behouden. Op 22 meter achter de inrit wordt een weegbrug geplaatst waardoor vrachtwagens die niet over de weegbrug moeten, er langs kunnen rijden. Een nieuwe afsluiting bakent deze zone af en sluit aan op de bestaande afsluiting.

-      De bestaande bureelcontainers (met een oppervlakte van 190 m²) worden uitgebreid met één extra container langs de noordoostgevel waardoor de totale oppervlakte circa 207 m² bedraagt. De bestaande containers zijn bedoeld voor tijdelijk gebruik en werden vergund voor een termijn van 8 jaar die afliep op 28 september 2020. De vergunning is aldus vervallen waardoor de aanvrager de bureelcontainers in het geheel opnieuw aanvraagt. Echter werden de bureelcontainers destijds slechts vergund voor een bepaalde termijn daar er gestreefd dient te worden naar een meer duurzame oplossing en hoger werkcomfort. Mogelijk is de aanvrager dit uit het oog verloren. Om de aanvrager nu alsnog voldoende tijd te geven een definitief ontwerp uit te werken en te realiseren, wordt voorgesteld de bureelcontainers uitzonderlijk éénmalig te hervergunnen voor een termijn van 3 jaar.

-      Na de bouw van een vergunde bluswatertank werd de bestaande bluswatervijver gesupprimeerd en verhard. Deze werken zaten niet vervat in de omgevingsverguning voor de bouw van de bluswatertank waardoor de werken zonder vergunning werden uitgevoerd. Voorliggende aanvraag bevat de regularisatie van deze werken. De nieuwe verharding ter hoogte van de voormalige bluswatervijver beslaat een oppervlakte van circa 1330 m² en wordt aangewend voor de stockage van containers en voor de inrichting van een personeelsparking. De hoogte van de opgeslagen goederen mag maximaal 3,60 meter bedragen naar analogie van de stockagezone in de oostelijke hoek van het terrein.

-      De bestaande personeelsparking ten zuiden van de bureelcontainers wordt uitgebreid langs de westzijde van de bureelcontainers. De in- en uitrit van deze parking loopt gescheiden van deze voor vrachtwagens. In totaal worden er nu 27 parkeerplaatsen ingetekend waarvan 2 plaatsen voor mindervaliden voorzien zijn. Langs de noordzijde van de bureelcontainers wordt een fietsenstalling geplaatst.

 

De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. De nieuwe constructies worden geplaatst binnen de omtrek van een reeds bestaand en ontwikkeld industrieterrein waardoor geen extra open ruimtewordt ingenomen.

 

Visueel-vormelijke elementen

De nieuwe bureelcontainer wordt afgewerkt met horizontale geprofileerde stalen golfplaten in een grijze kleur, net zoals de reeds aanwezige bureelcontainers.  

 

Bodemreliëf

De buffer- en infiltratiegracht wordt ingeplant langs de zuidzijde van het terrein. De diepte van de ontworpen gracht bedraagt 1 meter. 

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Advies werd gevraagd aan de Brandweerzone Antwerpen. Zij brachten een voorwaardelijk gunstig advies uit. De voorwaarden en opmerkingen zijn van die aard dat ze kunnen worden gehecht aan de vergunning.

 

Advies werd gevraagd aan het Havenbedrijf Antwerpen-Brugge als beheerder van het havengebied. Zij brachten een voorwaardelijk gunstig advies uit. Naar aanleiding van de eerste voorwaarde met betrekking tot de breedte van de ontworpen inrit, heeft de aanvrager de inrichting van de in/uitrit aangepast (= projectinhoud 4). Deze nieuwe toestand voldoet aan de voorwaarde uit het advies. De bouwheer dient op eigen terrein de nodige (organisatorische) acties te ondernemen met het oog op een vlotte interne verkeersdoorstroming, opdat er geen hinder op de openbare weg ontstaat.

 

Wegens de nabijheid van een waterleiding werd advies gevraagd aan Water-link. Zij hebben echter geen tijdig advies uitgebracht. De aanvrager is wettelijk verplicht om voor de start van de werken een klip-klim melding uit te voeren.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Door het scheiden van verkeersstromen (personenwagens hebben een andere toegang tot het terrein dan vrachtwagens) zullen deze stromen veiliger georganiseerd kunnen worden. Advies over deze nieuwe verkeerssituatie werd gevraagd aan de verkeerspolitie en de dienst mobiliteit van de stad Antwerpen. 

 

De verkeerspolitie van de stad Antwerpen uit geen bezwaar tegen de aanvraag.

 

De dienst Mobiliteit van de stad Antwerpen verleent een voorwaardelijk gunstig advies

- Indien het aantal parkeerplaatsen ontoereikend blijkt, moet er bijkomende capaciteit gecreëerd worden. Parkeren moet steeds op eigen terrein afgehandeld worden;

- De uiterste parkeerplaatsen met nummers 1, 18 en 19 moeten 2,80 m breed zijn in plaats van de huidig ingetekende 2,50 m;

- De fietsenstalling moet verplaatst worden naar een locatie dichter bij de ingang. Er moet een mogelijkheid zijn om elektrische fietsen op te laden. Er moet een mogelijkheid zijn om buitenmaatse fietsen te stallen;

- Het laden en lossen moet volledig op eigen terrein kunnen gebeuren. Er mag geen wachtrij ontstaan op het openbaar domein;

De voorwaarden betreffen aanbevelingen om te voldoen aan de richtlijnen en zijn van die aard dat ze kunnen worden overgenomen in de vergunning.

 

Advies aan het college

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van de Brandweerzone Antwerpen;

2. Er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van de dienst mobiliteit van de stad Antwerpen;

3. Er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van Havenbedrijf Antwerpen-Brugge;

4. De oppervlakte van de infiltratievoorziening dient minstens 112,39 m² te bedragen;

5. De vergunning voor de bureelcontainers wordt verleend voor drie jaar.

6. De normbepalingen van hoofdstuk III van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (vastgesteld bij Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 meermaals gewijzigd) dienen te worden nageleefd, conform artikel 11 van deze gewestelijke verordening

7. De hoogte van de te stapelen goederen ten westen van de personeelsparking mag maximaal 3,60 meter bedragen naar analogie van de stockagezone in de oostelijke hoek van het terrein.

8. De bouwheer dient op eigen terrein de nodige (organisatorische) acties te ondernemen met het oog op een vlotte interne verkeersdoorstroming, opdat er geen hinder op de openbare weg ontstaat.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

30 januari 2023

Volledig en ontvankelijk

20 april 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

17 september 2023 (met noodbesluit)

Verslag GOA

26 juni 2023

naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.


Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van de Brandweerzone Antwerpen;

2. Er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van de dienst mobiliteit van de stad Antwerpen;

3. Er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van Havenbedrijf Antwerpen-Brugge;

4. De oppervlakte van de infiltratievoorziening dient minstens 112,39 m² te bedragen;

5. De vergunning voor de bureelcontainers wordt verleend voor drie jaar.

6. De normbepalingen van hoofdstuk III van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (vastgesteld bij Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 meermaals gewijzigd) dienen te worden nageleefd, conform artikel 11 van deze gewestelijke verordening

7. De hoogte van de te stapelen goederen ten westen van de personeelsparking mag maximaal 3,60 meter bedragen naar analogie van de stockagezone in de oostelijke hoek van het terrein.

8. De bouwheer dient op eigen terrein de nodige (organisatorische) acties te ondernemen met het oog op een vlotte interne verkeersdoorstroming, opdat er geen hinder op de openbare weg ontstaat.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.


Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.