Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023007201 |
Gegevens van de aanvrager: | Marc Vervaet met als adres Uitspanningstraat 54 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Ligging van het project: | Uitspanningstraat 54 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 44 sectie D nr. 333X4 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | isoleren en wit bepleisteren van de voorgevel |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Inhoud van de aanvraag
- wijzigen van de voorgevel.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 27 april 2023 | 16 mei 2023 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening voetgangersverkeer.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
Niettegenstaande een aantal woningen in de straat en de wijk reeds plaatselijk aangepast werden, is de homogeniteit van de wijk bewaard.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd.
Het project is gelegen in een zone met een fluviale overstromingskans van 1 keer op 100 jaar onder huidig klimaat.
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is van toepassing op de aanvraag. De aanvraag wijkt hiervan af op volgend punt:
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Cultuurhistorische aspecten en Visueel-vormelijke elementen
Het pand maakt deel uit van de tuinwijk Boeksveld beschreven in de inventaris van het bouwkundig erfgoed. Omwille van deze reden is er advies gevraagd aan de stedelijke dienst Monumentenzorg.
De beoordeling in dit advies luidt alsvolgt: ‘De aanvraag heeft betrekking op een rijwoning gelegen in de wijk rond het Boeksveldplein. Samen met de omliggende straten Gallaitlaan, Eenheidstraat werd deze wijk in de jaren ’20 opgericht als sociale woonwijk. De nood aan sociale woningbouw was na de WO I immers groot. Diverse types eengezinswoningen van twee bouwlagen met rechthoekige muuropeningen werden gerealiseerd door de ‘huurderskooperatief Eenheid’ vanaf 1923. Vijftien woningen in de Uitspanningstraat, waarvan de desbetreffende woning deel uitmaakt, werden in 1926 opgericht n.o.v. E. Van Steenbergen. Deze woningen vertonen qua indeling een sterk verwantschap met het kleine huizentype in de Unitas-Tuinwijk, tevens naar ontwerp van Van Steenbergen.
Kenmerkend voor dit type van woningen is de afwisseling tussen punt- en lijstgevels (nr. 54) voorzien van een bakstenen parement met gepleisterde bovengevels en gepleisterde banden boven de rechthoekige muuropeningen. De daken zijn voorzien van rode pannen. Niettegenstaande een aantal woning in de straat en de wijk reeds plaatselijk aangepast werden (al dan niet met vergunning), bleef de homogeniteit van de wijk bewaard.
Het object/ complex is beeldondersteunend
Men wenst de voorgevel te isoleren en af te werken met een witte crepi.
De tuinwijk is opgericht volgens een vastgelegde structuur en de gebouwen vormen een harmonieuze eenheid omwille van hun uniforme opbouw en materiaalgebruik. De erfgoedwaarde wordt gedefinieerd door de beeldwaarde van de buitenschil en de ondersteunende functie die het pand heeft voor de tuinwijk. Door de typologische opbouw van de woning, met name twee bouwlagen onder rood pannen zadeldak, ondersteunt ze de uitstraling van de wijk. Ze draagt bij aan de stedenbouwkundige context door haar vorm, inplanting, homogeniteit en is waardevol als element van een geheel.
Het pand en de reeks waar het deel van uit maakt bleef gaaf bewaard. Door het bekleden van de voorgevel met een isolerende crepi, zou de detaillering van de kenmerkende baksteenarchitectuur gecombineerd met pleisterwerk verloren gaan en daarmee ook de beeldondersteunende waarde binnen het geheel.
Om die reden zal een aanvraag tot isolatie van de voorgevel niet gunstig geadviseerd kunnen worden.
We begrijpen dat de vraag tot isolatie voortvloeit uit de wens tot verbetering van de energieprestaties. We willen als dienst Monumentenzorg deze noodzakelijkheid niet negeren en bekijken daarom in samenspraak met het woonkantoor naar gepaste oplossingen binnen historisch waardevolle tuinwijken als deze. Indien na isolatie van achtergevel, bedaking en schrijnwerk verder nood is aan bijkomende verbeteringen, kunnen zij u daarin verder begeleiden.
Gelet op bovenstaande argumenten wordt over deze aanvraag een ongunstig advies uitgebracht.’
Er is geen aanleiding of voldoende motivatie om het advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg niet te volgen. Aan het college zal voorgesteld worden om de aanvraag te weigeren.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 21 maart 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 27 april 2023 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 24 september 2023 |
Verslag GOA | 23 mei 2023 |
naam GOA | Wim Van Roosendael |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.