Terug
Gepubliceerd op 05/06/2023

2023_CBS_03637 - Omgevingsvergunning - OMV_2022159589. Mellinetplein 29. District Berchem - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 02/06/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Nabilla Ait Daoud, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_03637 - Omgevingsvergunning - OMV_2022159589. Mellinetplein 29. District Berchem - Goedkeuring 2023_CBS_03637 - Omgevingsvergunning - OMV_2022159589. Mellinetplein 29. District Berchem - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022159589

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Hadiga Dighou met als adres Mellinetplein 29 bus 101 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Ligging van het project:

Mellinetplein 29 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 23 sectie C nr. 284T10

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en uitbreiden van een meergezinswoning.

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          02/10/2002: vergunning (961#11580) voor het transformeren van een woning;

-          20/01/1960: toelating (957#9) voor appartementsgebouw.

 

Vergunde toestand

-          functie:

  • meergezinswoning met 3 wooneenheden;

-          bouwvolume:

  • hoofdbouw van 3 bouwlagen onder plat dak in gesloten bebouwing;
  • achterbouw van 1 tot 3 bouwlagen onder plat dak;
  • gelijkvloerse bouwdiepte bedraagt circa 17 m,
  • de bouwdiepte op de eerste en tweede verdieping bedraagt circa 13 m langs de linker perceelsgrens en 17 m langs de rechter perceelsgrens;
  • inpandige terrassen op de eerste en tweede verdieping langs de linker perceelsgrens;

-          voorgevelafwerking:

  • voorgevel in rode handvormsteen en witte steen op een plint in blauwe hardsteen;
  • schrijnwerk in wit geschilderd hout.

 

Bestaande toestand

-          in overeenstemming met vergunde toestand met uitzondering van:

  • de meergezinswoning met 3 wooneenheden werd omgevormd tot meergezinswoning met 2 wooneenheden;
  • gewijzigd buitenschrijnwerk in de voorgevel in antracietkleurige aluminium;
  • de terrassen op de eerste en tweede verdieping werden bij de binnenruimte betrokken.

Nieuwe toestand

-          functie: 

  • meergezinswoning met 3 wooneenheden;
    • 1 drieslaapkamerappartement op de gelijkvloerse en eerste verdieping;
    • 1 tweeslaapkamerappartement op de tweede verdieping;
    • 1 eenslaapkamerappartement op de derde verdieping;

-          bouwvolume:

  • hoofdbouw van 3 bouwlagen onder een mansardedaklaag;
  • de nieuwe bouwhoogte bedraagt circa 12,5 m;
  • het terras op de eerste verdieping wordt bij de binnenruimte betrokken, het terras op de tweede verdieping wordt terug open gemaakt;
  • inpandig terras aan de voorgevel op de dakverdieping;

-          voorgevelafwerking:

  • voorgevel in rode baksteen met gebroken witte natuursteen;
  • ramen en deur in antracietkleurige aluminium;
  • mansardedak afgewerkt in antracietkleurig rockpanel.

Inhoud van de aanvraag

-          uitbreiden van het bouwvolume met een daklaag;

-          uitbreiden van de scheimuren met de linker en rechter aanpalende;

-          wijzigen van de voorgevel;

-          uitbreiden van het bouwvolume op de eerste verdieping;

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

AQUAFIN NV

1 maart 2023

28 maart 2023

Voorwaardelijk gunstig

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

1 maart 2023

3 april 2023

Voorwaardelijk gunstig

Water-link

1 maart 2023

28 maart 2023

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

1 maart 2023

1 maart 2023

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

1 maart 2023

13 maart 2023

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • Artikel 6 Harmonie en draagkracht:

Het voorziene mansardedak is niet in harmonie met het heersende referentiebeeld;

  • artikel 19 Tuinafsluitingen:

De groene tuinafsluiting van de voortuin is hoger dan 1 m;

  • artikel 27 Open ruimte:

In de voortuin zijn enkel de strikt noodzakelijke verhardingen toegelaten. De voortuin is volledig verhard aangelegd;

  • artikel 28 Minimale oppervlakte buitenruimte:

De nieuwe studio op de derde verdieping heeft een buitenruimte van circa 3,5 m2, dit moet minimaal 4 m2 zijn;

  • artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:

Er dienen drie bijkomende fietsenstalplaatsen voorzien te worden.

  • artikel 43 Septische putten:

Het volume van de septische put wordt niet aangegeven.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.


Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-            Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009. 
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
 

Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De bestemming van meergezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft. 

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Mellinetplein en aansluitend de Bourcetstraat worden gekenmerkt door een mix van één- en meergezinswoningen in gesloten bebouwing. Kenmerkend is ook de bouwhoogte van 3 bouwlagen onder plat dak met een vrijwel constante kroonlijsthoogte.

Het desbetreffende pand telt 3 vergunde wooneenheden. De voorliggende aanvraag voorziet in het uitbreiden van de vergunde duplex op de onderste 2 bouwlagen met de studio op de 1ste verdieping tot 1 drieslaapkamerappartement.

Het samenvoegen van 2 wooneenheden tot een ruime grondgebonden duplex met 3 slaapkamers is gunstig te beoordelen.

Het tweeslaapkamerappartement op de 3de verdieping blijft behouden. Bijkomend wordt een extra verdieping met een studio voorzien. Het aantal wooneenheden blijft bijgevolg ongewijzigd.

 

De bijkomende verdieping wordt uitgewerkt als een daklaag in de vorm van een mansardedak. De bestaande kroonlijsthoogte op ca. 9,15 m blijft behouden en de nieuwe dakrand van de daklaag komt op 12,55 m te liggen. Het voorzien van een extra verdieping is hier stedenbouwkundig aanvaardbaar ook al resulteert de volume-uitbreiding in een gabarit wat afwijkt van de kenmerkende drie bouwlagen met plat dak in de omgeving. Mits goede uitwerking, kan een nieuw gabarit hier als eerste aanzet beschouwd worden voor de vorming van een nieuw referentiebeeld. Uiteraard moet elke optopping individueel nader onderzocht worden en mag deze geen hinder veroorzaken naar aanpalende panden.

 

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten

De buurt wordt gekenmerkt door panden opgetrokken in de 2de helft van de 20ste eeuw en wordt gekenmerkt door een zakelijke baksteenarchitectuur, verfijnd met natuurstenen gevelaccenten.

 

Behoudens de toevoeging van de daklaag blijven de voor- en achtergevel ongewijzigd. De voorgestelde daklaag wordt uitgewerkt als mansardedak in antracietkleurig plaatmateriaal met antracietkleurig aluminium buitenschrijnwerk. 

De beoogde dakvorm die ontstaat door het uitwerken van de verdieping als daklaag, sluit echter niet aan bij de kenmerkende bedaking in de straat waar geen daklagen voorkomen. De uitwerking van de extra verdieping als mansardedak is bijgevolg niet kenmerkend en sluit niet aan op het heersende referentiebeeld. (bouwcode, art. 6) 

 

Bijkomend wordt opgemerkt dat de uitwerking van de voorgestelde daklaag atypisch is voor een mansardedak. Zo worden niet alleen beide scheimuren zichtbaar doorgetrokken waartussen het mansardevolume zich ontwikkelt, maar rust de volledige mansardestructuur ook op de dakplaat en niet op een verhoogde kroonlijst zoals gewoonlijk een mansardedak wordt uitgewerkt.

De voorgestelde dakvorm is hierdoor visueel niet ondergeschikt aan het onderliggende pand maar domineert het onderliggende gevelspel van beige natuursteen en rood metselwerk. De aanvraag is bijgevolg visueel niet aanvaardbaar of inpasbaar in het referentiebeeld.

De voorgestelde daklaag dient hierdoor van de vergunning uitgesloten te worden.

 

Geadviseerd wordt om de extra verdieping als volwaardige bouwlaag uit te werken. Met het doortrekken van de materialisatie van de onderliggende bouwlagen zal niet enkel het karakter van het pand, de buurt maar ook van het referentiekader gerespecteerd blijven.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Het inpandig terras aan de straatgevel van de nieuwe studio in de daklaag meet 1,83 m op 1,84 m wat resulteert in een buitenruimte van circa 3,4 m2. Dit is strijdig met artikel 28 uit de bouwcode wat een minimale buitenruimte van 4 m2 vooropstelt. Ondanks deze beperkte afwijking kan hier geen uitzondering op voorzien worden. Het betreft namelijk een volledig inpandig terras met 1 opening voor daglichttoetreding van 1,14 m op 1,26 m. Dit is onvoldoende om de buitenruimte als kwalitatief te beoordelen. De daklaag met studio dient uit de vergunning gesloten te worden.

 

Er wordt opgemerkt dat het stuk plat dak achteraan de 1ste verdieping naast de entresol ingetekend wordt als plat dak terwijl het op de snede als terras met balustrade ingetekend wordt. De aanwezigheid van een terras wordt ook bevestigd door de aangeleverde foto’s. Een dakterras tegen de perceelsgrens is hier niet aanvaardbaar wegens mogelijke privacyhinder en overlast naar de buren toe. Wegens onduidelijkheden wordt in de voorwaarden opgenomen dat een ander gebruik, dan het plat dak aangelegd op deze plaats, van de vergunning wordt uitgesloten. 

 

De volledig verharde voortuin is strijdig met artikel 27 uit de bouwcode en dient onthard te worden tot strikt noodzakelijke verharding; zijnde een toegangspad tot de voordeur van maximaal 1,50 m breedte.

 

Er is onvoldoende informatie over zowel de afsluiting van de voortuin (bouwcode, art. 19) als de inhoud van de septische put (bouwcode, art. 43). Daarom worden deze in voorwaarden bij de vergunning opgenomen.

 

De aanvraag voorziet in totaal 8 fietsenstalplaatsen in de kelder. Voor de 2 bijkomende slaapkamers dienen 3 bijkomende fietsenstalplaatsen voorzien te worden. (bouwcode, art. 29) Er is echter te weinig manoeuvreerruimte aan de keldertrap om een functionele toegang tot de fietsenstalplaats te garanderen. Een slecht toegankelijke fietsenstalplaats resulteert in het feit dat fietsen in de voortuin of op het openbaar domein gestald worden, wat overlast voor de buurt met zich kan meebrengen. Gezien de extra studio van de vergunning wordt uitgesloten en de andere bijkomende slaapkamer deel uitmaakt van de gelijkvloerse duplex dient gezocht te worden om de bijkomende stalplaats voor 1 fiets in de duplex zelf te voorzien. 

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de aanvraag aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.  

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 0 parkeerplaatsen.

De parkeerbehoefte blijft gelijk omdat het aantal wooneenheden gelijk blijft.

De werkelijke parkeerbehoefte is 0.

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

Dit aantal is toereikend.

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.

 

Fietsvoorzieningen:

Er dienen fietsvoorzieningen voorzien te worden voor de extra slaapkamers.

Voor de 2 bijkomende slaapkamers dienen 3 bijkomende fietsenstalplaatsen voorzien te worden. De aanvraag voorziet in totaal 8 fietsenstalplaatsen in de kelder.

Er is echter te weinig manoeuvreerruimte aan de keldertrap om een functionele toegang tot de fietsenstalplaats te garanderen.

 

De dienst Mobiliteit geeft advies met volgende voorwaarden:

-          Er dienen minimaal 3 fietsvoorzieningen voorzien te worden voor de extra slaapkamers.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

3. De voortuinafsluiting moet voldoen aan de eisen gesteld in artikel 19 uit de bouwcode.

4. De septische put moet conform artikel 43 uit de bouwcode gedimensioneerd worden. 

5. Alle handelingen, werken of wijzigingen met betrekking tot het voorzien van de daklaag worden van de vergunning uitgesloten.

6. Alle handelingen, werken of wijzigingen met betrekking tot een gebruik van het plat dak van het gelijkvloers naast de entresol worden van de vergunning uitgesloten.

7. De ontbrekende fietsenstalplaats voor de duplex moet binnen het duplexappartement zelf gerealiseerd worden. (bouwcode, art. 29) 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

30 november 2022

Volledig en ontvankelijk

1 maart 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

29 juli 2023

Verslag GOA

23 mei 2023

naam GOA

Cynthia Steurs

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

1

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

Er werd 1 bezwaarschrift ingediend. De bezwaren laten zich als volgt samenvatten:

 

1.      Strijdigheden met het Gewestplan: Het bezwaar dat de aanvraag niet in harmonie is met het referentiebeeld van de omgeving omdat er hoger gebouwd wordt dan de kenmerkende 3 bouwlagen uit de buurt.

Beoordeling: Het is correct dat door het toevoegen van een bijkomende daklaag, de aanvraag afwijkt van het referentiebeeld in de omgeving.

De voorschriften uit het Gewestplan stellen echter dat niet enkel de in de buurt aanwezige bouwhoogte bepalend is maar tevens de dimensionering van het openbaar domein.

Hierdoor is het stedenbouwkundig mogelijk om een bijkomende bouwlaag te voorzien.

Het bezwaar is deels gegrond.

 

2.      Harmonie: Het bezwaar dat het project niet in harmonie is met het referentiebeeld van de omgeving zowel qua hoogte, aantal bouwlagen, materiaalgebruik en volume. De voorliggende aanvraag is hierdoor strijdig met artikel 6 & 10 van de bouwcode en komt niet tegemoet aan de visueel-vormelijke aspecten van de omgeving; 

Beoordeling: Het is correct dat door het toevoegen van een bijkomende verdieping en de materialisatie ervan, de aanvraag afwijkt van het referentiebeeld in de omgeving en hierdoor strijdig is met art. 6 van de bouwcode.

Het bestaande pand is echter vergund en bestaand. Het behoort tot de vrije keuze van de aanvrager dit vergund pand te herbestemmen, renoveren en uit te breiden.

Ondanks de strijdigheden met de artikels uit de bouwcode is het vanuit efficiënt ruimtegebruik stedenbouwkundig mogelijk om een bijkomende bouwlaag te voorzien.

Het bezwaar is deels gegrond.

 

3.      Waardevermindering eigendom: De realisatie van het project zal de waarde van het overliggende eigendom verminderen.

Beoordeling: Het bezwaar omtrent mogelijke waardevermindering betreft niet-aantoonbare, subjectieve elementen die niet van stedenbouwkundige aard zijn en die bijgevolg niet mee in afweging kunnen genomen worden bij de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggend project. Er is niet noodzakelijk een causaal verband tussen voorliggend project en de te verwachten waardevermindering zoals omschreven in het bezwaarschrift.

Het bezwaar is ongegrond.  

 

4.      Verlies van privacy: Het bezwaar tegen inkijk vanaf het bijkomend volume in de achtergelegen tuinen.

Beoordeling: Wonen in een stad betekent een hoge densiteit op een kleine oppervlakte, wat inkijk niet kan tegenhouden. Dit staat goed nabuurschap niet in de weg. De afstand tussen de woning van de bezwaarindiener en het project is conform Burgerlijk Wetboek. Het bezwaar is ongegrond. 

 

5.      Vermoeden van ander gebruik of uitvoering: Het bezwaar dat de platte daken als terras gebruikt zullen worden.

Beoordeling: De plannen geven aan dat het platte dak achteraan vanuit de studio toegankelijk is. Bijgevolg wekt dit de indruk dat het platte dak als buitenruimte gebruikt zal worden. Een aanvraag wordt vergund conform de bij de bouwaanvraag ingediende plannen en de aanvrager is verplicht de werken uit te voeren volgens deze plannen.

Het bezwaar is ongegrond.

 

6.      Functionele inpasbaarheid: Het bezwaar dat de studio in de extra verdieping niet wenselijk is en het zonevreemde karakter van de meergezinswoning versterkt terwijl de wijk gekenmerkt wordt door eengezinswoningen.

Beoordeling: Het desbetreffende pand betreft een vergunde meergezinswoning met 3 wooneenheden. De hoofdbestemming ‘wonen’ blijft ongewijzigd, bijgevolg blijft de meergezinswoning functioneel inpasbaar in de buurt.

Het bezwaar is ongegrond.

 

7.      Draagkracht: het bezwaar dat de studio in de extra verdieping niet wenselijk is en het karakter van de meergezinswoning versterkt terwijl de wijk gekenmerkt wordt door eengezinswoningen.

Beoordeling: Het desbetreffende pand betreft een vergunde meergezinswoning met 3 wooneenheden. Het aantal wooneenheden blijft ongewijzigd, bijgevolg blijft ook de draagkracht ongewijzigd.

Het bezwaar is ongegrond.

 

8.      Verlies aan licht: Het bezwaar tegen de lichthinder en meer schaduwwerking die zal optreden ten opzichte van de achtergelegen woningen door de optopping met 1 bouwlaag..  

Beoordeling: Het bezwaar omtrent mogelijke lichthinder betreft niet-aantoonbare, subjectieve elementen die niet van stedenbouwkundige aard zijn en die bijgevolg niet mee in afweging kunnen worden genomen bij de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggend project.

Het bezwaar is ongegrond. 

 

9.      Daling rendement zonnepanelen: Het bezwaar dat door de realisatie van het project rechtstreeks zonlicht wordt weggenomen op de zonnepanelen van de bezwaarindiener, waardoor de opbrengst van deze panelen drastisch zakt; 

Beoordeling: Het is correct dat het geplande project hoger reikt dan de kroonlijst van de aanpalende woning, waardoor het niet uitgesloten is dat rechtstreeks zonlicht weggenomen wordt van de zonnepanelen gedurende een moment van de dag. Toch is er geen sluitend verband tussen de wegname van zonlicht en de financiële gevolgen aangetoond. Een bijkomende bouwlaag is hier verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

Het bezwaar is ongegrond.

 

10.  Mobiliteitsimpact: Het bezwaar dat de wooneenheid in de extra verdieping een bijkomende parkeerdruk met zich meebrengt.

Beoordeling: Het aantal wooneenheden wijzigt niet waardoor ook de parkeerdruk ongewijzigd blijft.

Het bezwaar is ongegrond.

 

11.  Overlast: Het bezwaar tegen overlast door het stallen van fietsen op straat.  

Beoordeling: De toegang tot de fietsenstalplaats in de kelder beschikt niet over de nodige manoeuvreerruimte om functioneel te zijn.  Een slecht toegankelijke fietsenstalplaats resulteert in het feit dat fietsen in de voortuin of op het openbaar domein gestald worden, wat overlast voor de buurt met zich kan meebrengen.

Het bezwaar is gegrond. 

 

12.  Rechten op gemene muren: Het bezwaar dat er niet voldaan is aan bepaalde burgerlijke rechten en dat de scheimuren zonder akkoord van de buren worden gewijzigd.

Beoordeling: Overeenkomstig artikel 4.2.22 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening hebben stedenbouwkundige vergunningen een zakelijk karakter en worden ze verleend onder voorbehoud van de op het onroerend goed betrokken burgerlijke rechten. Het bezwaar is niet van stedenbouwkundige aard.

Het bezwaar is ongegrond.

 

13.  Strijdig met artikel 28 uit de bouwcode: Het bezwaar dat de bijkomende wooneenheid in de daklaag over te weinig buitenruimte beschikt.

Beoordeling: Artikel 28 uit de bouwcode stelt dat er voor de studio minimaal 4 m2 buitenruimte voorzien moet worden. De aanvraag voorziet in 3,5 m2 buitenruimte voor de studio. 

Het bezwaar is gegrond.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

3. De voortuinafsluiting moet voldoen aan de eisen gesteld in artikel 19 uit de bouwcode.

4. De septische put moet conform artikel 43 uit de bouwcode gedimensioneerd worden. 

5. Alle handelingen, werken of wijzigingen met betrekking tot het voorzien van de daklaag worden van de vergunning uitgesloten.

6. Alle handelingen, werken of wijzigingen met betrekking tot een gebruik van het plat dak van het gelijkvloers naast de entresol worden van de vergunning uitgesloten.

7. De ontbrekende fietsenstalplaats voor de duplex moet binnen het duplexappartement zelf gerealiseerd worden. (bouwcode, art. 29)

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.