Terug
Gepubliceerd op 05/06/2023

2023_CBS_03683 - Meerjarenplan 2020-2025 - Versneld inschrijven middelen in afwachting van de zevende aanpassing van het meerjarenplan - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 02/06/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Nabilla Ait Daoud, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_03683 - Meerjarenplan 2020-2025 - Versneld inschrijven middelen in afwachting van de zevende aanpassing van het meerjarenplan - Goedkeuring 2023_CBS_03683 - Meerjarenplan 2020-2025 - Versneld inschrijven middelen in afwachting van de zevende aanpassing van het meerjarenplan - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Op het college van 20 januari 2023 (jaarnummer 377) werd de timing voor de zevende aanpassing van het meerjarenplan goedgekeurd. Gewoonlijk voert de stad 2 aanpassingen meerjarenplan per jaar uit, één in het voorjaar en één in het najaar. De impact van de cyber-aanval vereist een bijstelling van deze aanpak. In 2023 gebeurt er daarom enkel in het najaar een aanpassing van het meerjarenplan.

In afwachting van de aanpassing van het meerjarenplan kunnen de nodige budgettaire verschuivingen maximaal uitgevoerd worden door middel van interne kredietaanpassingen light. In voorliggend collegebesluit gaat het om specifieke budgettaire dossiers die in afwachting van de zevende aanpassing van het meerjarenplan reeds extra actie vereisen.

Gelijkaardige besluiten werden goedgekeurd op het college van 24 februari 2023 (jaarnummer 1078) , 10 maart 2023 (jaarnummer 1429) en 31 maart 2023 (jaarnummer 1967), 21 april 2023 (jaarnummer 2556) en op het vast bureau van 5 mei 2023 (jaarnummer 105). 

Juridische grond

Artikel 13 van het Besluit van de Vlaamse regering betreffende de beleids- en beheerscyclus van 26 juni 2018:
"De uitgavenkredieten zijn limitatief op het niveau van het totaal van de exploitatie en het totaal van de investeringen.
De kredieten mogen alleen gebruikt worden voor de bestemming die in het meerjarenplan wordt vooropgesteld."

Argumentatie

Voorstellen

1. Middelen kinderopvang vanuit Agentschap Opgroeien

De Vlaamse regering investeert vanaf 2023 structureel 100 miljoen EUR extra in kinderopvang. Dit om ondanks inflatie en bijhorende indexering de dienstverlening van de kinderopvang te kunnen blijven garanderen en baby’s en peuters te kunnen blijven opvangen op een kwalitatieve manier.  Hierdoor verwacht de stedelijke kinderopvang elk jaar 1,8 miljoen extra inkomsten van het Agentschap Opgroeien.  Normaal worden extra inkomsten bij AMJP aangepast, maar om onze huidige werking en dienstverlening te blijven garanderen op een kwalitatieve manier zijn er sneller extra middelen nodig voor volgende 3 zaken:

 

 A. Door de inflatie liggen de verwachte uitgaven voor catering, schoonmaak en interim hoger dan de beschikbare middelen in 2023.

Voor interim is momenteel een budget voorzien van 550.000 EUR.  Op basis van de werkelijke uitgaven in 2022 (700.672,55 EUR) en de gestegen loonkosten in 2023 wordt verwacht dat er 750.000 EUR nodig zal zijn.  Hiervoor dient dus 200.000 EUR extra budget beschikbaar te zijn in 2023.  Door de moeilijke instroom via sociale tewerkstelling is er bovendien nood aan extra logistieke interimkrachten. De geraamde kost hiervoor is 260.000 EUR.

Voor schoonmaak is momenteel een budget voorzien van 1.089.000 EUR.  Op basis van het huidige contract werden reeds bestelbonnen opgemaakt tot met september 2023, voor een totaalbedrag van 1.170.000 EUR.  Voor de maanden oktober en november dienen nog bestelbonnen opgemaakt te worden na gunning van de nieuwe raamovereenkomst. Er wordt verwacht hier per maand 120.000 EUR nodig te hebben. In totaal dient dus 321.000 EUR extra budget beschikbaar te zijn in 2023.

Voor catering van maaltijden werden de prijzen van de raamovereenkomst in februari 2023 geïndexeerd met 7,5%.  Het huidige beschikbare budget van 606.000 EUR dient op basis van deze indexering verhoogd te worden met 45.000 EUR.

 

B. Om de veiligheid en het welzijn van kinderen en personeel te garanderen dienen er een aantal noodzakelijke ingrepen gedaan te worden:

  • Daarom wordt er 80.000 EUR extra voor de inrichting van de locaties voorzien;
  • Door de afschaffing van de verhuisdienst van BOF, waardoor IVA Kinderopvang zelf moet instaan voor verschillende verhuisbewegingen, wordt er hiervoor 25.000 EUR voorzien;
  • Gezien de krapte op de arbeidsmarkt is het zeer moeilijk verantwoordelijken voor kinderopvang te vinden. Er wordt daarom een budget van 125.000 EUR voor een ontwikkeltraject van kinderbegeleider naar verantwoordelijke voorzien.

 

C. Ondersteuning presubsidie (Regie Kinderopvang)

Het overige budget is nodig om een tekort op de ondersteuning presubsidie bij te passen. Deze ondersteuning, waarbij de stad zelf Inkomenstarief-subsidies (IKT) geeft aan organisatoren kinderopvang, heeft geleid tot een toename in kindplaatsen, en was één van de maatregelen om de doelstelling te behalen van 39% dekkingsgraad. Deze ondersteuning worden momenteel geraamd op 6.000.000 EUR per jaar. Het voorziene budget bedraagt 4.574.271 EUR, waardoor zich een tekort stelt van zeker 1.5 miljoen EUR in 2023. Het bedrag is nooit exact te ramen en Regie Kinderopvang is sterk afhankelijk van Vlaamse keuzes, maar het integraal doorschuiven van dit tekort (kwartaalvoorschot) naar volgend jaar zal een blijvend probleem op de meerjarenplanning veroorzaken, ook naar de volgende meerjarenplanning toe. Daarom is het van belang dit probleem maximaal binnen de middelen voor kinderopvang op te lossen.


Te voorzien bedrag: 1.820.457,73 EUR


Financieel-technisch

Voor deze uitgaven wordt voorgesteld om, in afwijking van het organisatiebeheersingssysteem, uitzonderlijk de voorgestelde methode aan te wenden in afwachting van de zevende aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025. Aangezien er in dit geval ontvangsten toegekend zijn en deze nog kunnen worden verwerkt bij de zevende aanpassing van het meerjarenplan, is er geen risico op een blijvende impact op de financiële evenwichten.

Bij de decretale grenzen voor kredietbewaking wordt er gekeken naar de totale geraamde exploitatie-uitgaven of investeringsuitgaven als uiterste grens voor de som van de aanrekeningen op exploitatie of investeringen. De diepere inhoudelijke onderverdeling (zoals doelstelling, budgetpositie,...) werkt niet beperkend, in tegenstelling tot de beperking die er vroeger was op niveau van het beleidsdomein. Hierdoor wordt het mogelijk om een bijkomend uitgavenkrediet in het meerjarenplan op exploitatie of investeringen op te nemen en onmiddellijk te besteden. 

Financiën/meerjarenplan zal erop toezien dat de totale aanrekeningen op exploitatie-uitgaven het initieel geraamd bedrag van de exploitatie-uitgaven na de zesde aanpassing van het meerjarenplan, niet overschrijden. Er zal in afwachting van de zevende aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 een negatieve exploitatie-uitgave worden opgenomen in 2023 voor het totaal van de toegevoegde bedragen. 

Deze uitgaven zullen in het meerjarenplan worden verwerkt zoals aangegeven in bijlage.

Voor het besteden van deze middelen zijn de gewone bestelprocedures van kracht.

Algemene financiƫle opmerkingen

De uitgaven worden in afwachting van de zevende aanpassing van het meerjarenplan in 2023 opgenomen zoals vermeld in bijlage.

De ontvangsten worden verwerkt bij de zevende aanpassing van het meerjarenplan, zoals vermeld in bijlage.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist om de kredieten vermeld in bijlage in uitgaven op te nemen in het meerjarenplan in 2023, zonder dat het totaal van de aanrekeningen op exploitatie-uitgaven het initieel voorziene totaal op exploitatie na de zesde aanpassing van het meerjarenplan mag overschrijden. 

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.

Artikel 3

Het college geeft opdracht aan:

AfdelingOpdracht
Fi/meerjarenplante bewaken dat het totaal van de aanrekeningen op exploitatie-uitgaven het initieel voorziene totaal op exploitatie na de zesde aanpassing van het meerjarenplan niet overschrijdt.
FI/meerjarenplande genoemde uitgaven te verwerken in het meerjarenplan in 2023 en SAP
FI/meerjarenplande genoemde effecten te verwerken in het meerjarenplan in 2023 bij de zevende aanpassing van het meerjarenplan.