2023_CBS_03633 - Omgevingsvergunning - OMV_2022165339. Lange Lobroekstraat, Twee Stierenstraat, Slachthuislaan, Kalverstraat, Weilandstraat en Vetten Osplein ZN. District Antwerpen - Goedkeuring

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

-          22/04/2022: voorwaardelijk vergunning (OMV_2022008079) voor het slopen van gebouwen in het kader van de ontwikkeling en herinrichting van de voormalige Slachthuissite (fase 1);

-          22/10/2021: voorwaardelijk vergunning (OMV_2021055886) voor het renoveren van een voormalige slachthuishal en omvormen naar een tijdelijke auto- en fietsenparking (bouwveld 1021);

-          25/09/2020: voorwaardelijke vergunning (OMV_2020090248) voor het bijstellen van de algemene voorschriften en van de voorschriften van lot 1;

-          19/03/2020: voorwaardelijke vergunning (OMV_2019088527) voor het verkavelen van een terrein in 1 lot voor meergezinswoningen en 1 lot voor publiek domein.

Vergunde / Geacht vergunde toestand  

-          hallen van het thans gesloten slachthuis;

-          rond het oude slachthuis bedrijfsgebouwen van aan het slachthuis verwante bedrijven.

Bestaande toestand

-          grotendeels verhard terrein met centraal het thans gesloten slachthuis;

-          openbaar domein met wegenis en enkele bomen.

Nieuwe toestand

-          gesloopte gebouwen op hoek van Kalverstraat en Slachthuislaan;

-          heraangelegde deelruimtes: 

• Vetten Osplein: multifunctionele verharde pleinruimte omzoomd door bomen;
• Korte Lobroekstraat en Korte Slachterijstraat: groene woonerven;
• Kalverwei: buurtpark;
• Twee Stierenstraat:

-          nieuwe geasfalteerde ontsluitingsweg aangesloten op de Slachthuislaan;

-          rijweg met fiets- en voetpaden, parkeerstroken en groenberm;

• Lange Lobroekstraat: woonstraat met langsparkeren;
• groene buffers tussen de deelruimtes.

Inhoud van de aanvraag

-          heraanleggen van openbaar domein op Slachthuissite:

• slopen van gebouwen en infrastructuur;
• vellen van bomen;
• heraanleggen Lange Lobroekstraat;
• aanleggen centrale ontsluitingsweg Twee Stierenstraat;
• aanleggen van Vetten Osplein en het park Kalverwei.

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Gemeentewegen

Artikel 31 van het Omgevingsvergunningendecreet stelt dat indien de vergunningsaanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, de gemeenteraad een beslissing over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg neemt, alvorens de bevoegde overheid een beslissing neemt over de vergunningsaanvraag.

Omschrijving beslissing

De gemeenteraad besliste in zitting van 22 mei 2023 (jaarnummer 248) zijn goedkeuring te hechten aan het bijgevoegd rooilijnplan ‘4310N1131 Slachthuissite_rooilijnplan_OT’ en aan de ligging, breedte en uitrusting van de nieuwe publieke ruimte Slachthuissite onder volgende voorwaarden:

Voorwaarden

1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

Adviezen

Externe adviezen

Interne adviezen

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Slachthuissite, goedgekeurd op 25 februari 2019. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: artikel 5. zone voor wonen (wo1) - kalverweibuurt, artikel 1. zone voor centrumfuncties (ce1), artikel 2. zone voor centrumfuncties (ce2), artikel 11. zone voor groen (gr1) - kalverwei en kalverpad en artikel 10. zone voor publiek domein (pu).

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor stedelijke ontwikkeling. Dit gebied is bestemd voor industriële, ambachtelijke en agrarische activiteiten, kantoren, kleinhandel, dienstverlening, recreatie, wonen, verkeer en vervoer, openbaar nut en gemeenschapsvoorzieningen, en dit voor zover deze functies verenigbaar zijn met hun onmiddellijke multifunctionele stedelijke omgeving. De stedenbouwkundige aanleg van het gebied, de bijhorende voorschriften betreffende terreinbezetting, vloeroppervlakte, hoogte, aard en inplanting van de gebouwen met bijhorende voorzieningen, en de verkeersorganisatie in relatie met de omringende gebieden, worden vastgesteld in een bijzonder plan van aanleg vooraleer het gebied kan ontwikkeld worden. Ook het wijzigen van de functie van bestaande gebouwen kan pas na goedkeuring van een bijzonder plan van aanleg.

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag is in overeenstemming met het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Slachthuissite – Noordschippersdok – Lobroekdok.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening hemelwater. De Vlaamse Waterweg verleent een gunstig advies.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening voetgangersverkeer.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening ten aanzien van sloop: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Ter hoogte van de Kalverstraat 10-12-16 en de Slachthuislaan 68A zullen vier gebouwen gesloopt worden. Bijkomend zullen twee hoogstammige bomen en de verharding rondom de gebouwen verwijderd worden. Er werden sloopopvolgingsplannen en asbestinventarissen aan de aanvraag toegevoegd. De uitvoerder van de sloopwerken dient de nodige maatregelen te nemen om stofemissies tijdens de afbraak zoveel mogelijk te beperken (Vlarem II hoofdstuk 6.12). De aanbevelingen in de SOP’s moeten gevolgd worden. 

Basisschool ‘het Weilandje’ ligt aan de overzijde van de te slopen gebouwen. Om veiligheidsredenen dienen er maatregelen voorzien te worden tijdens begin en einde van de schooltijd. Flankerende maatregelen kunnen bestaan uit gemachtigde toezichters voorzien, overeenkomsten afsluiten met de werfleiders naar transportactiviteiten,… Dit zal als bijzondere voorwaarde opgenomen worden. 

Er werd een m.e.r.-screeningsnota (rubriek 10b van bijlage III van het MER-besluit is van toepassing) toegevoegd specifiek voor de sloop van de gebouwen. De effecten van mobiliteit, geluid en trillingen, bodem en biodiversiteit worden hierin besproken en milderende maatregelen worden voorgesteld indien nodig. Uit de nota blijkt dat er aan de sloop geen aanzienlijke milieueffecten verbonden zijn en dat de opmaak van een project-MER niet noodzakelijk is. 

• MER-screening ten aanzien van aanleg openbaar domein: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
  Het project maakt deel uit van de ontwikkeling van de Slachthuissite overeenkomstig het RUP. Voor dit RUP werd er in 2018 een plan-MER opgesteld. De ontwikkeling van de site bevindt zich nu in een verder stadium waarbij elk van de onderdelen opnieuw getoetst wordt op zijn milieu- en mobiliteitseffecten en de mate waarin de cumulatieve impact van de tot dusver uitgewerkte onderdelen van het RUP zich verhoudt tot de resultaten uit het plan-MER.  

De aanvraag heeft betrekking op volgende rubrieken van bijlage III van het MER-besluit: 

10. Infrastructuurprojecten:  

-          b) Stadsontwikkelingsprojecten, met inbegrip van de bouw van winkelcentra en parkeerterreinen (projecten die niet onder bijlage II vallen); 

-          e) Aanleg van wegen (projecten die niet onder bijlage I of II vallen).

13. Wijziging of uitbreiding van projecten van bijlage I (rubriek 12) waarvan reeds een vergunning is afgegeven en die zijn of worden uitgevoerd (niet in bijlage I of II opgenomen wijziging of uitbreiding). 

De effecten op volgende disciplines worden besproken: mobiliteit, bodem, watersysteem, lucht, geluid en trillingen, biodiversiteit, onroerend erfgoed en licht of straling. De werfactiviteiten en bemalingen worden niet meegenomen in de vergunningsaanvraag maar wel besproken in de m.e.r-screeningsnota aangezien ze onlosmakelijk verbonden zijn aan de uitvoeringsfase.

De mobiliteitsstudie en de m.e.r.-screeningsnota concluderen dat er geen aanzienlijke negatieve effecten te verwachten zijn door de realisatie van het project zowel tijdens uitvoerings- als exploitatiefase. Hierbij wordt rekening gehouden met een deel van het stadsontwikkelingsproject ‘slachthuissite’.

Voor de aanlegfase zullen er indelingsplichtige activiteiten (Vlarem II) van toepassing zijn (werfactiviteiten, bemalingen,….). De aanvrager dient dit na te gaan en de nodige vergunning of melding aan te vragen. 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Er worden tal van maatregelen genomen om de wateroverlast in de omgeving te milderen. Het regenwater wordt maximaal ter plaatse gehouden en vertraagd geloosd naar bufferstructuren die op hun beurt lozen naar een bufferkoker in de Slachthuislaan. Door een noodoverlaat te voorzien naar de bufferkoker worden de straten met wateroverlast in de omgeving gevrijwaard tot en met een T20-bui. Er dient in alle redelijkheid geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen
Het projectgebied bevindt zich buiten een vastgestelde archeologisch zone. Het projectgebied is gelegen buiten een woon- en recreatiefgebied met een oppervlakte boven 3000 m² (ca. 5 100 m²) en een vergunningsplichtige ondergrondse ingreep met een oppervlakte boven 1000 m² (ca. gelijk aan het projectgebied). Het projectgebied bevindt zich volgens een schrappingsbesluit en vaststellingsbesluit van 27/10/2022 (ID 15068) in ‘gebieden waar geen archeologie meer te verwachten valt’ (GGA). Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor geen archeologienota verplicht. Er is bovendien een lage archeologische verwachting voor dit projectgebied.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is van toepassing op de aanvraag. De aanvraag is hiermee in overeenstemming.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag beoogt stedenbouwkundige handelingen in functie van de herontwikkeling van de voormalige slachthuissite. Na de sluiting van het slachthuis ligt de omgeving er grotendeels ongebruikt bij en verdwijnen stilaan de laatste vleesverwerkende bedrijven. Het doel is om hier een nieuwe stedelijke wijk te ontwikkelen met hoofdbestemming wonen, verweven met diensten, recreatie en bedrijvigheid. Deze ambitie wordt mogelijk gemaakt door het RUP Slachthuissite – Noordschippersdok – Lobroekdok. De eerste bouwprojecten in dit herontwikkelingsprojecten werden reeds vergund. Een nieuw stadsdeel kan echter niet functioneren zonder kwalitatieve publieke ruimte. Voorliggende aanvraag omvat de eerste fase van de (her)aanleg van de publieke ruimte. De aanvraag is functioneel inpasbaar in de omgeving en in overeenstemming met de bestemmingszones van het RUP Slachthuissite – Noordschippersdok – Lobroekdok.

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag omvat de sloop van gebouwen en omliggende verharding en het vellen van bomen in kader van het bouwrijp en toegankelijk maken van percelen die tot de toekomstige publieke ruimte van het stadsontwikkelingsproject Slachthuissite zullen behoren. De sloop wordt gunstig beoordeeld vanuit stedenbouwkundig oogpunt.

Na de sloop en het bouwrijp maken van de site, zal een eerste fase van de publieke ruimte aangelegd worden conform de doelstellingen van het RUP Slachthuissite – Noordschippersdok – Lobroekdok. De eerste fase omvat volgende deelgebieden:

-          aanleg van het park Kalverwei. De bestaande Kalverstraat wordt gesupprimeerd en maakt plaats voor een centraal buurtpark met drie opeenvolgende open ruimtes. Er worden speelvoorzieningen geplaatst die voldoende variatie bieden voor een brede groep kinderen en verschillende leeftijdscategorieën. Ter hoogte van de Slachthuislaan wordt een verhoging aangelegd om het park te scheiden (visueel en geluidsmatig) van het verkeer op de Slachthuislaan;

-          de aanleg van een centrale ontsluitingsweg tussen de voormalige slachthuishallen en de bouwvelden 1011-1013-1014 ten westen van de slachthuishallen. Deze ontsluitingsweg vervangt de Kalverstraat die gesupprimeerd wordt in functie van het park Kalverwei. De straat zal de naam Twee Stierenstraat krijgen. De weg krijgt gescheiden fiets- en voetpaden en aan beide zijden van de rijbaan kan worden geparkeerd; 

-          de aanleg van een centraal plein ten zuiden van het bouwveld 1014, het Vetten Osplein. Dit plein wordt het buurtplein van de wijk. Er wordt ruimte voorzien voor terrassen van de bestaande en nieuwe reca-zaken, een sportveld, enkele spelaanleidingen en een speelfontein;

-          de heraanleg van de Lange Lobroekstraat tussen de Ceulemansstraat en de Weilandstraat. De bestaande dwarse parkeerplaatsen maken plaats voor een woonstraat met langsparkeren. Aan de noordzijde van de straat tussen de Ceulemansstraat en het Vetten Osplein wordt een langgerekte groenstrip voorzien met verschillende hoekjes met zitbanken.

De verschillende deelgebieden hebben elk hun eigen karakter. Het verbindend element zijn de grote bomen die overal aanwezig zijn. Zij kleuren de wijk groen en verbeteren het verblijfsklimaat ten aanzien van hittestress, wind en geluid. Bestaande, vitale bomen blijven behouden, ook de exoten. Deze zijn immers van waarde omdat de site op dit moment weinig groen telt. De bomen met weinig ecologische waarde zullen op termijn vervangen worden door bomen die beter bijdragen aan de biodiversiteit.

Met de aanleg van het park Kalverwei neemt het aandeel onverharde ruimte toe ten opzichte van de bestaande situatie op en rond de slachthuissite, die nu grotendeels bebouwd en verhard is. Deze ontharding bevordert de leefkwaliteit van de wijk maar vormt ook een eerste stap in de uitvoering van het waterplan voor de Damwijk. Verschillende laaggelegen locaties in de wijk kampen met terugkerende wateroverlast. Door ontharding kan meer water in de bodem infiltreren. Vanwege de hoge grondwaterstand is het echter onvoldoende om enkel in te zetten op infiltratie. Het resterende regenwater zal in een nieuw aan te leggen koker gebufferd worden om vervolgens vertraagd geloosd te worden richting het pompstation Schijn. De kelder van het af te breken voormalige waterzuiveringssysteem blijft ondergronds behouden en zal ook gebruikt worden voor buffering van regenwater in combinatie met opslagruimte voor herbruik van regenwater.

De schaal en het ruimtegebruik zijn verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.

Voorliggende aanvraag omvat een rooilijnplan voor meerdere deelgebieden van de publieke ruimte voor de Slachthuissite. De inrichting van het Kalverpad, het Pieter Densplein (eerdere roepnaam Hallenplein), het Moeke Bitterpeeënplein (eerdere roepnaam Hallentuin) en de Eugène De Plynstraat (eerdere roepnaam Kalverweibuurtstraten) wordt echter nog niet opgenomen in de aanvraag. De inrichting van deze delen zal in één of meerdere afzonderlijke omgevingsvergunningsaanvragen worden opgenomen. De rooilijnen kunnen echter al wel worden vastgelegd. Enkel de rooilijn in de zone ‘Wo1’ tussen bouwveld 1011-1012-1013 zal in een later roolijnplan worden vastgelegd. Het ontwerp van de gebouwen staat immers nog niet op punt om een definitieve rooilijn te bepalen.

In de beschrijvende nota bij het rooilijnplan worden enkele zeer beperkte afwijkingen vermeld ten opzichte van de zonegrenzen van het RUP die voortvloeien uit de intekening van het RUP op het kadastrale percelenplan. Bij opmaak van het RUP was een opmeting van de projectsite immers niet beschikbaar. Dit geeft op bepaalde plaatsen enkele centimeters verschil. Deze verschillen zijn verwaarloosbaar.

De contouren van de zone met de bestaande slachthuishallen (Ce1) werden ingetekend volgens een verticale projectie van de overstekende dakranden. In het ontwerp voor de publieke ruimte zal de verharding echter tot tegen de bestaande gevels worden aangelegd, binnen de zone ‘Ce1’. Het bouwveld verkleint en het openbaar domein wordt groter. De algemene voorschriften van het RUP laten dit evenwel toe.

Visueel-vormelijke elementen

De Twee Stierenstraat en de Lange Lobroekstraat krijgen een rijbaan in asfalt. De vrijliggende fietspaden worden uitgevoerd in bruinrood asfalt. De voetpaden worden voorzien in betonstraatstenen in een klassieke grijze variant of zijn warm grijs of beige met kleurondersteunende granulaten van het type ‘Merwebasalt’. Het Vetten Osplein wordt aangelegd in monoliet geel-beige beton. Op de noordelijke kop van het plein wordt een rechthoekige figuur aangelegd in waterdoorlatende verharding. Alle parkeerstroken zijn voorzien van kasseiverhardingen met waterdoorlatende splitvoegen. De straatobjecten zoals zitbanken, vuilnisbakken en fietsstallingen zijn conform de straatmeubilaris van stad Antwerpen. Er wordt functionele verlichting voorzien in de straten. De parkruimte wordt verlicht met rondstralers met indirecte lichtspreiding vanop een lichtpunthoogte van 4 meter. Op het plein werd gekozen voor een gerichte sfeerverlichting met palen waarop spots gemonteerd worden. De lichtpunthoogte is hier lager dan 6 meter. Het ontwerp, het straatmeubilair, de verlichting en de materialisatie van de publieke ruimte werden voorgelegd aan de Commissie Openbaar Domein (COD) en hoofdzakelijk gunstig geadviseerd.

Het eerdere monotone grijze beeld van de omgeving maakt plaats voor kwalitatief ingerichte plekken in hoogwaardige materialen met elkaar verbonden door een groenaanleg. De visueel-vormelijke inpassing van het ontwerp is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De publieke ruimte in het stadsproject is ontworpen voor de trage weggebruiker. Naast het groen als belangrijke verbindend element tussen de deelruimten, werd ook een DAM-route ontworpen. Deze route is een toegankelijke en veilige verbinding doorheen het hele nieuwe openbaar domein welke begeleid wordt met sport- en speelaanleidingen en kunstwerken. De route is duidelijk herkenbaar voor onder meer kinderen en wordt dusdanig ingericht dat conflicten met andere weggebruikers maximaal worden vermeden.

Er wordt geen bijkomende autobelasting gecreëerd op de bestaande wijk. De toegangen voor gemotoriseerd verkeer bevinden zich langs de Slachthuislaan zelf of langs de Twee Stierenstraat of de toekomstige Eugène De Plynstraat.

Aangezien het ontwerp voor de publieke ruimte sterk inzet op vergroening en verhoging van de ruimtelijke kwaliteit zullen er parkeerplaatsen verdwijnen in de publieke ruimte. Zij worden gecompenseerd in tijdelijke parkings om vervolgens permanent ingericht te worden in de ondergrondse parking in bouwveld 1013.

De beleving van de publieke ruimte zal enorm verhogen. Wat nu louter een doorgangsruimte is, wordt een plek om te verblijven, sociale contacten te onderhouden, te spelen, … Het gebruiksgenot van de aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.

Het ontwerp voor de eerste fase van de publieke ruimte werd doorgesproken op de Commissie Openbaar Domein voorafgaand aan de omgevingsvergunningsaanvraag. De bevraagde stedelijke diensten verwijzen naar deze commissie waarin de belangrijkste knelpunten werden besproken en weggewerkt. De stedelijke dienst Publieke Ruimte vraagt om volgende voorwaarden nog op te nemen in de vergunning:

-          “De betonnen rijweggedeeltes dienen uitgevoerd te worden met uitgewassen afwerking. De fietssuggestiestroken dienen een afwijkende afwerking te krijgen (bijvoorbeeld geborsteld).

-          De betonnen parkpaden worden geborsteld, deze paden mogen ook in grijs worden uitgevoerd conform andere parkpaden in de stad.

-          De stad neemt geen verantwoordelijkheid voor het onderhoud van decoratieve elementen in verf of thermoplast.

-          Het plaatsen van zitbanken in de Twee Stierenstraat is niet aangewezen, aangezien dit een doorgangsweg is. De in COD gevraagde zitbanken dienen ingeplant te worden op de koppen van de aangrenzende woonerven.

-          De verkeersplateaus in de geasfalteerde rijweggedeeltes dienen uitgevoerd te worden in betonstraatstenen antraciet 11 x 22 cm in elleboogverband.

-          De parkeerplaats ter hoogte van Lange Lobroekstraat 1 bevindt zich te dicht tegen de oversteekplaats. De afstand dient minstens 5 meter te zijn. Dit kan gerealiseerd worden door ofwel de parkeerplaats ofwel de zebra op te schuiven. Een extra boom dient toegevoegd te worden tussen de parkeerplaats en de zebra.

-          In de vormgeving van de woonerven is de rijzone te veel geaccentueerd door het gebruik van doorlopende goten. De woonerven dienen het karakter te krijgen van een doorlopende gelijkgrondse ruimte van gevel tot gevel. Om dit te bereiken, dienen de goten verkort en op regelmatige plaatsen onderbroken te worden. Waar mogelijk, worden ze geschrankt aan weerszijden van de rijzone. Goten ter hoogte van de boomvakken zijn niet nodig. Om de goten zo weinig mogelijk te laten opvallen, dienen ze in hetzelfde materiaal uitgevoerd te worden als de rest van de bestrating.

-          Het rasterpatroon van het Vetten Osplein dient beter afgestemd te worden op de vorm en inplanting van de fontein en de zitbanken. Nu zijn er te veel kleine restvormen in het patroon.

-          Voor de geleiding van blinden is het gebruik van rubbertegels niet toegestaan. Langs de randen van de busperrons dient een doorlopende strook noppentegels aangebracht te worden. Hierin zit een plaatselijke onderbreking van 90 cm breed ter hoogte van de opstapplaats.

-          De strepen van de zebrapaden dienen evenwijdig te lopen aan de wegas.

-          Boomvakken in parkeerstroken dienen voorzien te worden van een boombeugel parallel aan de rijweg en op 50 cm afstand van de rijweg.

-          Op plaatsen waar er risico is op betreden of inrijden, dienen de groenvakken beschermd te worden met houten paaltjes of dergelijke.”

De voorwaarden zullen opgenomen worden bij de vergunning.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.

Advies aan het college

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

2. De betonnen rijweggedeeltes dienen uitgevoerd te worden met uitgewassen afwerking. De fietssuggestiestroken dienen een afwijkende afwerking te krijgen (bijvoorbeeld geborsteld).

3. De betonnen parkpaden worden geborsteld. Deze paden mogen ook in grijs worden uitgevoerd conform andere parkpaden in de stad.

4. De stad neemt geen verantwoordelijkheid voor het onderhoud van decoratieve elementen in verf of thermoplast.

5. Het plaatsen van zitbanken in de Twee Stierenstraat is niet aangewezen, aangezien dit een doorgangsweg is. De in COD gevraagde zitbanken dienen ingeplant te worden op de koppen van de aangrenzende woonerven.

6. De verkeersplateaus in de geasfalteerde rijweggedeeltes dienen uitgevoerd te worden in betonstraatstenen antraciet 11 x 22 cm in elleboogverband.

7. De parkeerplaats ter hoogte van Lange Lobroekstraat 1 bevindt zich te dicht tegen de oversteekplaats. De afstand dient minstens 5 meter te zijn. Dit kan gerealiseerd worden door ofwel de parkeerplaats ofwel de zebra op te schuiven. Een extra boom dient toegevoegd te worden tussen de parkeerplaats en de zebra.

8. De woonerven dienen het karakter te krijgen van een doorlopende gelijkgrondse ruimte van gevel tot gevel. Om dit te bereiken, dienen de goten verkort en op regelmatige plaatsen onderbroken te worden. Waar mogelijk, worden ze geschrankt aan weerszijden van de rijzone. Goten ter hoogte van de boomvakken zijn niet nodig. Om de goten zo weinig mogelijk te laten opvallen, dienen ze in hetzelfde materiaal uitgevoerd te worden als de rest van de bestrating.

9. Op plaatsen waar er risico is op betreden of inrijden, dienen de groenvakken beschermd te worden met houten paaltjes of dergelijke.

10. Voor de geleiding van blinden is het gebruik van rubbertegels niet toegestaan. Langs de randen van de busperrons dient een doorlopende strook noppentegels aangebracht te worden. Hierin zit een plaatselijke onderbreking van 90 cm breed ter hoogte van de opstapplaats.

11. De strepen van de zebrapaden dienen evenwijdig te lopen aan de wegas.

12. Boomvakken in parkeerstroken dienen voorzien te worden van een boombeugel parallel aan de rijweg en op 50 cm afstand van de rijweg.

13. De uitvoerder van de sloopwerken dient de nodige maatregelen te nemen om stofemissies tijdens de afbraak zoveel mogelijk te beperken (Vlarem II hoofdstuk 6.12). De aanbevelingen in de SOP’s moeten gevolgd worden.

14. Om veiligheidsredenen dienen er maatregelen voorzien te worden tijdens begin en einde van de schooltijd.

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten