Terug
Gepubliceerd op 19/06/2023

2023_CBS_03605 - Klimaat & Leefmilieu - Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.1. Deelname - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 02/06/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Nabilla Ait Daoud, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_03605 - Klimaat & Leefmilieu - Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.1. Deelname - Goedkeuring 2023_CBS_03605 - Klimaat & Leefmilieu - Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.1. Deelname - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Op 29 september 2017 (jaarnummer 8578) besliste het college het vernieuwde Burgemeestersconvenant voor Klimaat en Energie te ondertekenen (Burgemeestersconvenant 2030). Met deze overeenkomst engageerde de stad Antwerpen zich om, in lijn met de Europese doelstellingen, een reductie van minimaal 40% CO2-reductie te behalen tegen 2030, vergeleken met 2005. Ook engageerde de stad zich om een adaptatiestrategie uit te werken en te implementeren. Voor de uitwerking van dit engagement werd de opmaak van een nieuw klimaatplan in het vooruitzicht gesteld.

Op 14 december 2020 (jaarnummer 775) keurde de gemeenteraad het Klimaatplan 2030 'Antwerpen voor Klimaat' goed. De stad streeft tegen 2030 naar een vermindering van 50 tot 55% CO2 uitstoot enerzijds en maatregelen om de klimaatgevolgen in te dijken anderzijds. Naar 2050 toe mikt de stad net zoals Europa op klimaatneutraliteit.

Op 5 oktober 2021 (jaarnummer 7562) keurde het college de ondertekening van het Burgemeestersconvenant 2050 goed, de hernieuwde versie van de eerdere Burgemeestersconvenanten. De hernieuwing van het Burgemeestersconvenant staat voornamelijk in functie van het bewerkstellingen van een inclusieve transitie en het verhogen van de ambities. De focus ligt op klimaatneutraliteit in 2050. Steden en gemeenten bepalen zelf tussentijdse doelstellingen en het tijdspad ernaartoe, minstens in lijn met de nationale doelstellingen.

Op 4 juni 2021 keurde de Vlaamse Regering het Lokaal Energie- en Klimaatpact en de bijhorende subsidie en opvolgingswijze goed. Met het Lokaal Energie- en Klimaatpact wil de Vlaamse overheid de lokale overheden ondersteunen en nauwer betrekken bij de uitwerking van het energie- en klimaatbeleid. 

Op 18 oktober 2021 keurde de gemeenteraad (jaarnummer 622) de deelname aan het Lokaal Energie- en Klimaatpact 1.0 goed.

Op 8 juli keurde de Vlaamse Regering het vernieuwde Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.0 en de bijhorende subsidie en opvolgingswijze goed. Onder deze versie worden zowel voor de lokale besturen als voor de Vlaamse overheid bijkomende engagementen vastgelegd.

Op 26 september 2022 keurde de gemeenteraad (jaarnummer 547) de deelname aan het Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.0 goed.

Op 16 december 2022 keurde de Vlaamse Regering keurde de Vlaamse Regering het Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.1 en de bijhorende subsidie en opvolgingswijze goed. Deze versie is een uitbreiding van de engagementen bovenop het LEKP 2.0 met een sociale component (bestrijding van energie-armoede) en het beschikbaar maken van hernieuwbare energie via energiegemeenschappen.

Argumentatie

Het Lokaal Energie- en Klimaatpact past in de uitvoering van het Vlaams Energie- en Klimaatplan 2021-2030. Dit plan stelt een partnerschap met wederzijdse engagementen tussen Vlaamse overheid, steden en gemeenten en de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) in het vooruitzicht. Met het Lokaal Energie- en Klimaatpact wil de Vlaamse Regering voor het realiseren van energie- en klimaatdoelstellingen de nabijheid van lokale besturen tot burgers en bedrijven combineren met de mogelijkheid van het Vlaamse niveau om hefbomen in werking te zetten of met andere beleidsniveaus hierover in overleg te gaan. Het Lokaal Energie- en Klimaatpact loopt tot 2030.

De ondertekening van het Lokaal Energie- en Klimaatpact betreft een inspanningsverbintenis. De aangegane engagementen zijn gelijk voor alle ondertekenende steden en gemeenten, zonder differentiatie naar grootte, ruimtelijke context, eerdere inspanningen of voor 2020 bereikte resultaten. 

Bovenop de aangegane engagementen met de ondertekening van de vorige versies engageren lokale besturen zich met de ondertekening van het Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.1 tot bijkomende acties en doelstellingen in Werf 2: Verrijk je wijk (renovatie, hernieuwbare energie): 

  • Realisatie van minstens één thematisch wijkverbeteringscontract waarbinnen een collectieve renovatie wordt gefaciliteerd voor einde 2025. Een thematisch wijkverbeteringscontract kenmerkt zich door 4 elementen: (i) het is gericht op de uitvoering van een collectieve renovatie, (ii) het betreft een nieuwe samenwerkingsvorm, (iii) binnen een specifieke wijk, (iv) met oog voor sociale diversiteit;
  • Opmaak van een voorgesteld renovatietraject op maat van elke bewoner waar de klimaattafel georganiseerd wordt, voor 50 per 1.000 huishoudens tegen einde 2025;
  • Een verdubbeling en versnelling voor de doelstelling: ‘1 coöperatief/participatief hernieuwbaar energieproject per 500 inwoners tegen 2030’: minstens 36 kWp in plaats van 18 kWp per 500 inwoners, waarvan 18 kWp per 500 inwoners wordt gerealiseerd voor einde 2025;
  • Toegang tot de activiteiten van een energiegemeenschap operationaliseren voor 1 per 500 inwoners voor einde 2025. 

Aanvullend engageert de Vlaamse overheid zich in het Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.1 tot:

  • De organisatie van kennisoverdracht tussen lokale besturen met de eerste leerlessen uit lopende wijkverbeteringscontracten;
  • De uitbreiding van de beoogde wijkrenovatietool met de ontwikkeling van een digitaal platform (‘Digital Twin’) waarbij (i) databronnen gecombineerd worden met de best beschikbare instrumenten en analyses (zoals bijvoorbeeld warmtezoneringskaarten) en (ii) waarop publieke of private instrumenten kunnen aansluiten (overheden, Energiehuizen, bouwsector, applicatie- en softwarebedrijven …);
  • Het aanbieden van een technische assistentiehub om lokale besturen en hun OCMW’s te ondersteunen in het opstarten van lokale energiegemeenschappen waarbij activiteiten ten gunste van mensen met risico op energie-armoede kan worden uitgerold. De hub wordt aanbesteed in 2023 en zal zich inzetten voor het inhoudelijk technische, het aanbestedingsmatige, juridische en financiële maatwerk bij de realisatie van de activiteiten van de energiegemeenschap;
  • Het voorzien van een additionele budgettaire impuls van 16 miljoen euro voor de capaciteit bij lokale besturen ter realisatie van de versterkte engagementen in de komende twee jaren, namelijk 9 miljoen euro in 2023 en 7 miljoen in 2024. 

Met de ondertekening van het Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.1 verkrijgt de stad extra middelen om het Klimaatplan 2030 versterkt uit te voeren.

Er zal jaarlijks ten laatste tegen 1 maart en na bespreking door de gemeenteraad aan de Vlaamse overheid gerapporteerd worden over de voortgang van de realisaties binnen het Lokaal Energie- en Klimaatpact.

Algemene financiële opmerkingen

Voor het Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.1 is op Vlaams niveau 16 miljoen euro (9 miljoen euro in 2023, 7 miljoen euro in 2024) voorzien die in de vorm van trekkingsrechten aan de lokale besturen wordt toegekend. De toekenning gebeurt voor vier vijfden op basis van het aantal inwoners (status 1 januari 2021) en voor één vijfde op basis van het totale aandeel van steden en gemeenten en hun OCMW's in het Gemeentefonds voor 2021. 

Voor de stad Antwerpen komt dit voor 2023 neer op 1.048.072,84 euro (uitbetaling in 2024) en voor 2024 op 815.167,76 euro (uitbetaling in 2025). Deze bedragen kunnen verhogen door herverdeling van de voorziene middelen voor steden en gemeenten die het Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.1 niet ondertekenen over de degenen die het pact wel ondertekenen. Het definitieve bedrag wordt uiterlijk op 5 juli 2023 bekendgemaakt. Eerste uitbetaling zal gebeuren tegen eind april 2024. 

De subsidie kan aangewend worden voor investeringen, exploitatie en personeel en zal ingeschreven worden bij AMJP7.

Deze financiering komt bovenop de vastgelegde trekkingsrechten voor het Lokaal Energie- en Klimaatpact 1.0 en 2.0 (LEKP). Alle middelen uit het LEKP voorzien door Vlaanderen worden toegekend als cofinanciering waarbij de totale uitgaven voor gevoerde klimaatacties minimaal het dubbele bedragen van de verkregen subsidies. Voor iedere verkregen euro dient de stad met andere woorden ook een euro bij te dragen. De rapportering hiervan voorloopt via een deelrapportcode in de stedelijke jaarrekening die aan het Agentschap Binnenlands Bestuur wordt bezorgd na goedkeuring. De rapportcode is momenteel voorzien bij ontvangsten en uitgaven van volgende beleidsacties:

Beleidsdoelstelling 2LMS01_Leefmilieu

  • 2LMS020101_Uitvoering klimaatplan mitigatie
  • 2LMS020201_Uitvoering klimaatplan adaptatie
  • 2LMS029901_Personeelslijn Leefmilieu

Beleidsdoelstelling 2LMS03_Openbaar domein

  • 2LMS030112_Lichtplan wordt versneld uitgerold

Het verschil tussen de totale uitgaven en ontvangsten van deze beleidsacties vormt de verantwoording van de eigen stedelijke bijdrage.

Beleidsdoelstellingen

2 - Leefbare en mobiele stad
2LMS02 - Leefmilieu
2LMS0201 - Antwerpen wordt een klimaatneutrale stad
2 - Leefbare en mobiele stad
2LMS02 - Leefmilieu
2LMS0202 - Antwerpen wordt een klimaatrobuuste stad

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen legt het volgende voor aan de gemeenteraad:

Artikel 1

De gemeenteraad keurt de deelname aan het Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.1 van de Vlaamse overheid goed.

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.

Bijlagen

  • 20221216_LEKP_2_1
  • LEKP_2_1_Budgetverdeling