Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022171836 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Burech Matyas met als adres Isabellalei_AN 143 te 2018 Ekeren (Antwerpen) |
Ligging van het project: | Kloosterstraat 95 te 2180 Ekeren (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 35 sectie F nr. 71S2 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | uitbreiden van een meergezinswoning en het vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 3 naar 4 |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 01/12/2022: weigering (OMV_2022059496) voor het uitbreiden van een meergezinswoning;
- 27/10/2020: opname in het vergunningenregister (2020226) van een appartementsgebouw met 3 appartementen en een handelsgelijkvloers;
- 11/12/1972: vergunning (803#7364) voor verbouwingswerken.
Vergunde toestand
- functie:
- studio op de gelijkvloerse verdieping van circa 42 m²;
- op de eerste en tweede verdieping telkens een appartement met een oppervlakte van circa 90 m²;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Bestaande toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Nieuwe toestand
- functie:
- 1 één-slaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van circa 60 m²;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- voorgevel Kloosterstraat (korte zijde) verder doorgetrokken in rode baksteen;
- voorgevel Moretuslei (lange zijde) in metalen antracietkleurige panelen;
- wit pvc schrijnwerk;
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 3 naar 4;
- uitbreiden van het volume, door middel van het bouwen van een bijkomende daklaag;
- wijzigen van de voorgevel, door het verkleinen van een raamopening;
- wijzigen van de scheidsmuren;
- maken van een bijkomende onderkeldering.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA | 1 maart 2023 | 12 april 2023 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie | 1 maart 2023 | 3 maart 2023 |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 1 maart 2023 | 1 maart 2023 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 1 maart 2023 | 8 maart 2023 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag beoogt de uitbreiding van een meergezinswoning met behoud van de bestemming waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De Moretuslei wordt gekenmerkt door 2 bouwlagen onder een schuin dak. In de Kloosterstraat komen zowel 2, 3 als 4 bouwlagen voor met als linker aanpalende en het tegenoverliggende hoekgebouw 4 bouwlagen. Vier bouwlagen onder een plat dak zijn qua schaal en ruimtegebruik aanvaardbaar mits er sprake is van een goede ruimtelijke ordening wat in voorliggend project niet het geval is. De bestaande 3 bouwlagen lezen zich qua hoogte immers reeds als 3,5 bouwlaag, waardoor een bijkomende optopping de al uitzonderlijke 4 bouwlagen nog overschrijdt. Verder heeft de nieuwe bouwlaag een bouwdiepte van 13,3 meter en blijft ze 3,5 meter verwijderd van de rechter aanpalende in de Moretuslei. Aan de zijde van de Moretuslei springt het volume 1,15 meter terug ten opzichte van de gevellijn waarbij wel een uitsprong gelijk met de rooilijn blijft behouden boven de traphal. Niet alleen is een teruggetrokken daklaag niet kenmerkend in de omgeving van de Moretuslei, ook oogt dit vreemd aan de zijde van de Kloosterstraat. Bovendien is het volume boven de traphal niet afgestemd op de architectuur van het geheel. Het volume is stedenbouwkundig niet aanvaardbaar.
Visueel-vormelijke elementen
De nieuw opgetekende plannen van de laatst vergunde toestand stemmen niet overeen met de oorspronkelijke plannen uit 1972. Zo bestond de gevelplint oorspronkelijk uit blauwe hardsteen en niet uit grijze crepi. Om een verarming van het materiaal tegen te gaan, wordt bij een gunstig advies opgelegd dat vergunde elementen uit natuursteen behouden dienen te blijven.
De optopping wordt aan de zijde van de Kloosterstraat verder doorgetrokken in rode baksteen met daarboven een kroonlijst in wit PVC. Aan de zijde van de Moretuslei en op de hoek blijft de kroonlijsthoogte behouden. De teruggetrokken daklaag wordt aan deze zijde uitgevoerd in metalen antracietkleurige panelen met wit PVC schrijnwerk. De materiaalkeuzes zijn afgestemd op de onmiddellijke omgeving en stedenbouwkundig aanvaardbaar. Het wijzigen van de gelijkvloerse gevelopening in de Moretuslei past bij de achtergelegen functie en bij het geheel van de gevel. De gevelwijziging is stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De gevelaanzichten van de Moretuslei werden verkeerdelijk benoemd als die van de Kloosterstraat en omgekeerd. In de beoordeling van het dossier worden de gevels beschreven volgens de werkelijke straatnamen.
De nieuw opgetekende plannen van de laatst vergunde toestand stemmen niet overeen met de oorspronkelijke plannen uit 1972. Zo beschikken de terrassen op de verdiepingen oorspronkelijk over circa 6,3 m2 in plaats van circa 4,7 m2. Het verkleinen van de buitenruimtes heeft een negatieve invloed op de leefkwaliteit van de woningen. Bijgevolg is dit stedenbouwkundig niet aanvaardbaar.
Het appartement op de eerste verdieping heeft 3 slaapkamers en beschikt slechts over 90 m2 netto vloeroppervlakte. Om het wooncomfort van een woning te bewaken is het belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. Dit is niet het geval in het voorliggend project, waardoor de woongelegenheid op de eerste verdieping onvoldoende wooncomfort biedt. Door het hoge aantal slaapkamers, boet de leefruimte in aan kwaliteit. Dit is stedenbouwkundig niet aanvaardbaar.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaatsen.
Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1. Gezien er een uitbreiding is van 3 naar 4 wooneenheden, is de parkeerbehoefte 1.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.
Het plan voorziet niet in (minstens) het aantal te realiseren plaatsen.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is. Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 0 parkeerplaatsen. Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.
|
Voor dit project dienen er 2 overdekte, afsluitbare fietsstalplaatsen voorzien te worden. Deze werden ingetekend op het gelijkvloers. De tussenafstand voor fietsen is echter te smal om hier 2 fietsen te plaatsen. Er dient voldoende ruimte voorzien te worden voor de 2 noodzakelijke fietsenstallingen.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van gegronde bezwaren en onverenigbaarheden met de goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 29 december 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 1 maart 2023 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 29 juli 2023 |
Verslag GOA | 9 mei 2023 |
naam GOA | Gerd Cryns |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
2 | 0 | 0 | 0 |
Bespreking van de bezwaren
Er werden binnen de looptermijn van de bevragingsperiode 3 schriftelijke bezwaarschriften (waarvan 2 identieke kopies zijn, vanwege dezelfde bezwaarindieners) ingediend, dewelke zich als volgt laten samenvatten:
Beoordeling:
Het is correct te stellen dat de aangeleverde project-M.E.R.-screeningsnota onvoldoende gestoffeerd is om een degelijke conclusie te verantwoorden; zo is er onvoldoende uiteengezet wat de effecten inzake mobiliteit zullen zijn, zowel in gebruik als tijdens de werffase, net als dat het geval is inzake geluids- en trillingsoverlast, dit aangezien ook hier slechts vermeld wordt dat de hinder, zonder specifiek te zijn, enkel op werkdagen en tijdens de werkuren zal plaatsvinden, zonder bijvoorbeeld te duiden of dit de werf of het dagelijkse gebruik betreft. De conclusie is dan ook dat de screeningsnota wel degelijk onvoldoende inhoudelijk gestoffeerd is en als dusdanig als onbestaande kan beschouwd worden.
Het bezwaar is gegrond.
Beoordeling:
Het standpunt aangaande de bouwhoogte en -typologie wordt in deze hernomen, gelet op het feit de aanvraag zonder meer identiek is aan het vorige dossier – in die zin is het bezwaar dan ook terecht te noemen, dit aangezien enerzijds de Moretuslei gekenmerkt wordt door 2 bouwlagen onder hellend dak en er in de Kloosterstraat zowel 2, 3 als 4 bouwlagen voorkomen, met als linker aanpalende en het tegenoverliggende hoekgebouw 4 bouwlagen. Vier bouwlagen onder een plat dak zijn qua schaal en ruimtegebruik aanvaardbaar mits er sprake is van een goede ruimtelijke ordening wat in voorliggend project niet het geval is. De bestaande 3 bouwlagen lezen zich qua hoogte immers reeds als 3,5 bouwlaag, waardoor een bijkomende optopping de al uitzonderlijke 4 bouwlagen nog overschrijdt. Verder heeft de nieuwe bouwlaag een bouwdiepte van 13,3 meter en blijft ze slechts 3,50 meter verwijderd van de rechter aanpalende in de Moretuslei. Aan de zijde van de Moretuslei springt het volume 1,15 meter terug ten opzichte van de gevellijn waarbij wel een uitsprong gelijk met de rooilijn blijft behouden boven de traphal. Niet alleen is bijkomend een teruggetrokken daklaag niet kenmerkend in de omgeving van de Moretuslei, ook oogt dit vreemd aan de zijde van de Kloosterstraat. Bovendien is het volume boven de traphal niet afgestemd op de architectuur van het geheel. Het volume is stedenbouwkundig niet aanvaardbaar.
Het bezwaar is gegrond.
Beoordeling:
Aan het feit dat op een aanpalend dak zonnepanelen werden geplaatst kunnen geen rechten worden ontleend die principieel de bouwmogelijkheden voor buureigenaars zouden kunnen hypothekeren; laatstgenoemde dient enkel en alleen te worden beoordeeld vanuit het oogpunt van de goede ruimtelijke ordening.
Het bezwaar is ongegrond.
Beoordeling:
Het eventueel opnieuw afwerken van de scheidsmuren en het al dan niet wegnemen van bestaande isolatie daarop is in se vrijgesteld van vergunning en maakt eerder het onderwerp uit van een burgerrechtelijke procedure, tussen particulieren onderling; betreffende is niet onderhevig aan wat essentieel de ruimtelijke afweging van de aanvraag is.
Bovendien wordt de nieuwe hoogte van de scheidsmuren in kwestie eenduidig opgegeven op de aangeleverde plannen, waardoor aangaande dat aspect alvast geen onduidelijkheid kan bestaan – laatstgenoemde geldt ook inzake de aanpassing van de kelder; betreffende kan vanuit ruimtelijk oogpunt zonder meer op een correcte wijze beoordeeld worden. Het stabilitaire aspect of het eigendomsaspect ervan maken geen onderwerp uit van de stedenbouwkundige beoordeling van de aanvraag en zijn tussen buureigenaars onderling te regelen.
Het bezwaar is ongegrond.
Beoordeling:
Het is de uitsluitende verantwoordelijkheid van de vergunningverlenende overheid het ingediende dossier te controleren op volledigheid en in deze werd eenduidig besloten dat alle vereiste onderdelen deel uitmaken van de aanvraag in kwestie. Er kan inderdaad geargumenteerd worden dat sommige van de elementen een mogelijks verwarrende benaming dragen of in tweevoud werden toegevoegd maar finaal blijkt het dossier wel degelijk op een terdege wijze te kunnen worden beoordeeld inzake zijn ruimtelijke karakter.
Het bezwaar is ongegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.