Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022152980 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Christos Doulas met als adres Pinksterbloemlaan 12 te 2180 Antwerpen |
Ligging van het project: | Pinksterbloemlaan 12 te 2180 Ekeren (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 35 sectie F nr. 226T2 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | uitbreiden woning en bouwen tuinhuis |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 22/11/2022: weigering (20221132) voor het uitbreiden van de gelijkvloerse verdieping van een eengezinswoning;
- 15/05/1963: vergunning (803#1005) voor het bouwen van een woning.
Vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Bestaande toestand
- conform vergunde toestand, afgezien van:
Nieuwe toestand
- conform bestaande toestand, afgezien van:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- uitbreiden van de gelijkvloerse verdieping;
- regulariseren verharding in de voortuin;
- plaatsen van een nieuw tuinhuis.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Provincie Antwerpen/ Dienst Integraal Waterbeleid | 29 november 2022 | 9 januari 2023 | Geen advies |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied dat op de kaart welke de bestemmingsgebieden omschrijven bruinomrand en met het Romeinse cijfer II overdrukt is.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 17C De Bist, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 15 juli 1997. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: strook voor binnenplaatsen en tuinen-1, strook voor hoofdgebouwen-1 en voortuinstrook.
(Bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van Bijzonder Plan van Aanleg op volgend punt:
2.1.2 – Strook voor binnenplaatsen en tuinen – 6 Welstand van de gebouwen – b) Materialen: gevels van bijgebouwen dienen uitgevoerd te worden in gevelsteen, geschilderde baksteen, natuursteen, sierbepleistering, … in lichte kleur. De tuinberging wordt in deze afgewerkt in hout.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een zeer beperkte oppervlakte en ligt in een mogelijks overstromingsgevoelig gebied, maar gelet op de zeer geringe omvang kan eenduidig geoordeeld worden dat geen nadelige impact te verwachten valt.
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: art. 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Art. 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag vertoont een aantal strijdigheden ten aanzien van de geldende voorschriften en voor een deel daarvan kunnen in de eindevaluatie voorwaarden worden opgenomen, zodat het project in uitvoering alsnog zal voldoen aan betreffende artikels.
De afwijking op artikel 27, met name de volledige verharding van de voortuin, is niet aanvaardbaar. De bouwcode beschouwt de voortuin als een volwaardig deel van de tuin omwille van een aantal redenen. Een groene voortuin heeft een aangenamer uitzicht in de straat of binnen in een bouwblok en bevordert daarom de leefkwaliteit van bewoners en omwonenden. Door de tuin niet te bebouwen of te verharden blijft een deel beschikbaar voor natuurlijke infiltratie van regenwater in de bodem, zodat de openbare riolering minder belast wordt en het risico op problemen met de waterhuishouding vermindert. Bovendien is elke tuin, hoe klein ook, een natuurlijke oase in de bebouwing voor vogels, insecten,… en zorgt ze ervoor dat de opwarming van de stedelijke omgeving licht verminderd wordt. De vergunde toestand dient behouden te blijven.
Inzake echter de buitenafwerking van de tuinberging, dewelke in hout voorzien wordt in plaats van het opgelegde gevelmetselwerk, kan eenduidig worden ingestemd met een houten afwerking, dit aangezien laatstgenoemde algemeen aanvaard wordt voor dergelijke bijgebouwen en bovendien zonder meer visueel passend is in de gebouwde omgeving.
Er wordt dan ook geadviseerd betreffende afwijking als dusdanig te bekrachtigen.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag voorziet louter een beperkte uitbreiding en verbouwing van een vergunde eengezinswoning en gelet op de verenigbaarheid van laatstgenoemde functie met de specifieke bestemmingsvoorschriften van het van kracht zijnde ordeningsplan, is er in deze dan ook effectief sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
De geplande volumetrie, zowel van de uitgebreide gelijkvloerse bouwlaag als die van de tuinberging, is geheel in overeenstemming met de bepalingen dienaangaande van het geldende Bijzonder Plan van Aanleg.
Het advies inzake schaal en ruimtegebruik is dan ook zonder meer gunstig.
Visueel-vormelijke elementen
De gehanteerde materialen, rode gevelsteen, houten beplanking en wit schrijnwerk, zijn grotendeels reglementair, gelet op de geldende voorschriften. Enkel de houten gevelafwerking is strijdig maar gelet op de argumentatie in de eerste paragraaf hierboven, kan betreffende aanvaard worden.
Het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is bijgevolg eenduidig gunstig.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande toestand ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. Er dient te worden voldaan aan de voorwaarden van artikel 38 van de Antwerpse bouwcode, inzake groendaken, zodat ofwel een groendak dient te worden voorzien bovenop de gelijkvloerse uitbreiding, ofwel dient een voldoende grote regenwaterput met recuperatie te worden geplaatst.
3. Er dient inzake riolering te worden voldaan aan de bepalingen van artikels 40 en 41 uit de Antwerpse bouwcode, aangaande de uitvoering van een gescheiden stelsel en de onderlinge afstanden tussen de verschillende aansluitpunten.
4. Er dient een septische put van voldoende grootte te worden voorzien.
5. Het volledig verharden van de voortuin wordt uitgesloten uit de vergunning.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 16 november 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 29 november 2022 |
Start 1e openbaar onderzoek | 9 december 2022 |
Einde 1e openbaar onderzoek | 7 januari 2023 |
Beslissing toepassing administratieve lus | 13 februari 2023 |
Start laatste openbaar onderzoek | 22 februari 2023 |
Einde laatste openbaar onderzoek | 23 maart 2023 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 11 augustus 2023 |
Verslag GOA | 9 mei 2023 |
naam GOA | Gerd Cryns |
Administratieve lus
Op de aanvraag werd een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):
Gelet op de cyberaanval op de systemen van de stad Antwerpen is in het kader van de lopende procedure onvoldoende de mogelijkheid geboden aan geïnteresseerde belanghebbenden en derden om het eerste georganiseerde openbare onderzoek (daterend van 9 december 2022 en lopend over 30 kalenderdagen) op een degelijke en correcte manier te raadplegen – betreffende zorgt eenduidig voor een procedurefout waardoor de noodzaak ontstaat een administratieve lus en bijkomend openbaar onderzoek te organiseren.
De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn werden opnieuw uitgevoerd om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).
De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
9 december 2022 | 7 januari 2023 | 0 | 0 | 0 | 0 |
22 februari 2023 | 23 maart 2023 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. Er dient te worden voldaan aan de voorwaarden van artikel 38 van de Antwerpse bouwcode, inzake groendaken, zodat ofwel een groendak dient te worden voorzien bovenop de gelijkvloerse uitbreiding, ofwel dient een voldoende grote regenwaterput met recuperatie te worden geplaatst.
3. Er dient inzake riolering te worden voldaan aan de bepalingen van artikels 40 en 41 uit de Antwerpse bouwcode, aangaande de uitvoering van een gescheiden stelsel en de onderlinge afstanden tussen de verschillende aansluitpunten.
4. Er dient een septische put van voldoende grootte te worden voorzien.
5. Het volledig verharden van de voortuin wordt uitgesloten uit de vergunning.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.