Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023018391 |
Gegevens van de aanvrager: | VZW Thora Vejirah met als adres Jacob Jacobsstraat 6 te 2018 Antwerpen |
Gegevens van de exploitant: | VZW Thora Vejirah (0410766195) met als adres Jacob Jacobsstraat 6 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: | Jacob Jacobsstraat 6-8, Plantin en Moretuslei 1-1C te 2018 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 8 sectie H nrs. 1195S2, 1195X2, 1195C3, 1195B3 en 1195A3 |
waarvan: |
|
- 20230222-0051 | afdeling 8 sectie H nrs. 1195B3, 1195C3, 1195A3, 1195S2 en 1195X2 (Thora Vejirah vzw) |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | bouwen en exploiteren van een nieuwe synagoge na sloop |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 06/03/1970: toelating (18#52432) voor veranderingen aan een synagoge;
- 06/05/1966: toelating (18#81705) voor een verbouwing;
- 02/10/1964: toelating (18#46818) voor een synagoge;
- 26/03/1886: toelating (1886#247) voor een huis (zijde Plantin en Moretuslei).
Vergunde toestand
- pand van 5 bouwlagen ingericht als synagoge met aanhorigheden;
- centrale open ruimte;
- eengezinswoning aan de zijde van de Plantin en Moretuslei.
Bestaande toestand
- synagoge met binnenkoer en achterliggende magazijnruimtes;
- eengezinswoning aan de zijde van de Plantin en Moretuslei.
Nieuwe toestand
- sloop van de bestaande bebouwing met behoud van de woning aan de zijde Plantin en Moretuslei;
- nieuwbouw van een synagoge met aanhorigheden (waaronder een bibliotheek met leeszalen, studieruimte, kantoorruimtes, een archief, fietsenbergingen, sanitair en douches);
- 5 bouwlagen onder plat dak en 2 ondergrondse bouwlagen;
- centrale tuinzone met een gelijkvloerse doorgang naar de Plantin en Moretuslei;
- voorgevel in horizontaal en verticaal, wit-beige metselwerk met omlijstingen en dorpels in witte natuursteen en buitenschrijnwerk in donkergrijs aluminium;
- buitenschrijnwerk van de inkom aan de zijde Plantin en Moretuslei in antracietkleurig aluminium.
Inhoud van de aanvraag
- slopen van de bestaande bebouwing;
- oprichten van een synagoge;
- wijzigen van de voorgevel;
- wijzigen van de scheimuren;
- voorzien van een gelijkvloerse doorgang via een bestaande woning naar de Plantin en Moretuslei.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Inhoud van de aanvraag
Het project omvat de bouw en exploitatie van een nieuwe synagoge.
Aangevraagde rubriek(en)
Aangevraagde rubriek(en) Thora Vejirah vzw
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
3.2.2°a) | het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; | 2.900,00 m³/jaar |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 87,02 kW |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 100,00 liter |
32.2.2° | schouwburgen, variététheaters, andere zalen voor sportmanifestaties dan de zalen, vermeld in punt 3°, polyvalente zalen en feestzalen met een speelruimte; | 4 polyvalente ruimten |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
AQUAFIN NV | 17 mei 2023 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
|
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA | 17 mei 2023 | 5 juli 2023 | Voorwaardelijk gunstig |
DE VLAAMSE WATERWEG/ De Vlaamse Waterweg nv - Afdeling Regio Oost | 17 mei 2023 | 4 juli 2023 | Gunstig |
Fluvius System Operator/ Fluvius | 17 mei 2023 | 8 juni 2023 | Voorwaardelijk gunstig |
FOD Binnenlandse Zaken - ASTRID veiligheidscommissie | 17 mei 2023 | 13 juni 2023 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 17 mei 2023 | 20 mei 2023 |
Sociale Dienstverlening/ Gemeenschapsvorming/ Ontmoeting/ Levensbeschouwingen | 17 mei 2023 | 15 juni 2023 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 17 mei 2023 | 6 juni 2023 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg | 17 mei 2023 | 13 juli 2023 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor De Vlaamse Waterweg aangewezen is als adviesinstantie.
Het project is gelegen in een zone met een pluviale overstromingskans van 1 keer op 100 jaar onder huidig klimaat.
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd.
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Uit het ingewonnen advies blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De bestaande en vergunde gemeenschapsfunctie in de vorm van een gebedshuis blijft na de sloop en nieuwbouw behouden. Een gemeenschapsfunctie is functioneel inpasbaar in woongebied. De aanvraag is functioneel inpasbaar in zijn omgeving.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag voorziet de sloop van de versnipperde bestaande bebouwing op het perceel waarna een hedendaags nieuwbouwvolume wordt opgetrokken. Het nieuwbouwvolume bestaat uit een voorbouw aan de Jacob Jacobstraat van circa 18 meter diep en 19 meter hoog over de breedte van de huidige synagoge en het naastliggende braakliggend terrein. Achter het hoofdvolume wordt over de ganse breedte van de voorbouw een achterbouw voorzien van circa 20 meter diep en 9 meter hoog. Tot slot wordt achteraan een gaanderij voorzien met een gemiddelde breedte van 2 meter en een hoogte van circa 3 meter die het gebedshuis een tweede ontsluiting biedt aan de zijde van de Plantin en Moretuslei.
Door deze heldere figuur ontstaan twee onbebouwde tuinzones die aansluiten op de bestaande open ruimte in het bouwblok. Deze weloverwogen positionering van de open ruimte zorgt er voor dat de verblijfsruimten voldoende natuurlijk licht ontvangen. Het voorgestelde volume vormt door zijn heldere figuur een verbetering ten opzichte van de bestaande bebouwing. De bouwhoogte en -diepte zorgt voor een overgang tussen de hoge bebouwing aan het Stadspark en de kleinschaligere bebouwing in de achterliggende wijk.
Qua programma voorziet de nieuwbouw de voornaamste gebedszaal, voor gebruik op Sabbat en feestdagen in de achterbouw. De voorbouw huisvest op het gelijkvloers een ruime foyer met ondersteunende functies wat een levendige plint mogelijk maakt. Op de verdiepingen van de voorbouw worden gebedsruimtes voor dagelijks gebruik, leeszalen, en kantoren voor de vereniging, een bibliotheek en een archiefruimte ingericht. De ondergrondse bouwlagen herbergen ondersteunende functies en rituele baden.
Gelet op het gespreid gebruik van de verschillende ruimtes op weekdagen en Sabbat wordt geoordeeld dat het voorgestelde programma de draagkracht van het perceel niet overschrijdt.
Visueel-vormelijke elementen
De nieuwbouw tracht zich op een harmonieuze manier in het stedelijke weefsel in te plannen en tegelijkertijd de kenmerkende vormgeving van een synagoge uit te dragen.
De voorgevel integreert zich in de omgeving door een klassieke stedelijke opdeling met een gelijkvloerse plint, een middendeel en een geprononceerde kroonlijst. Ook het gebruik van een lichte wit-beige baksteen met verticale raamopeningen draagt bij aan de inpassing tussen de lichte gevels van de historische herenwoningen en recentere baksteenarchitectuur. De afgeronde ramen en lijsten aan de bovenzijde van de gevel zijn op hun beurt een klassiek stijlelement eigen aan synagogen en vormen een verwijzing naar de tien geboden.
Het project werd besproken op de Kwaliteitskamer Architectuur van 14 januari 2022, 25 maart 2022, 10 februari 2023 en 17 maart 2023. Het finale voorstel, dat het onderwerp van deze aanvraag vormt, werd gunstig geadviseerd. Zo heeft de voorgevel aandacht voor de inpassing van het gebouw binnen de stedelijke context en toont het een heldere architectuurtaal die vertrekt vanuit één hoofdmotief. Door toepassing van de bogen in baksteenarchitectuur wordt een sobere architectuur bereikt die rijk is aan materiële kwaliteit en robuustheid.
De aanvraag is visueel inpasbaar in de omgeving.
Cultuurhistorische aspecten
In het kader van de aanvraag werd betreffende de erfgoedwaarde van de betrokken panden advies gevraagd aan de stedelijke dienst Monumentenzorg. Dit advies laat zich als volgt lezen: “De gebouwen die deel uitmaken van de voorliggende aanvraag hebben geen officieel erfgoedstatuut. De woning Plantin en Moretuslei 1-1C, die een relatief grote erfgoedwaarde heeft, maakt geen deel uit van de aanvraag. De bestaande bebouwing die gesloopt wordt ten voordele van de bouw van de nieuwe synagoge heeft een beperkte erfgoedwaarde en is vanuit de dienst Monumentenzorg aanvaardbaar. Voor de nieuw te bouwen delen volgt de dienst Monumentenzorg het advies van de Kwaliteitskamer.”
Dit advies wordt bijgetreden.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De stedelijke dienst Levensbeschouwing gaf volgend gunstig advies: “Het gebouw in de Jacob Jacobsstraat 6-8 is bij de stedelijke diensten bekend als de Chassidé Satmar-synagoge, als synagoge vergund in 1964. De dienst Pandtoezicht voerde eerste controles uit in 2016 (Vaststelling 575152 van 22 juni 2016).
Zoals huidige aanvraag ook al aangeeft, bevond zich op het perceel een synagoge, een aantal omgebouwde magazijnen die dienst doen als studie en bidzalen, een mikva (ritueel bad) en schoollokalen (ook bereikbaar via ingang Plantin en Moretuslei 1).
De gebouwen waren ernstig verouderd en voldeden niet meer aan de hedendaagse eisen op vlak van veiligheid, comfort en energiezuinigheid.
Prioritair werd de brandveiligheid opgevolgd, enerzijds via PV van 22 juni 2016 (Vaststelling 574884), zonder handhaving. De verantwoordelijke dient steeds rekening te houden met de brandvoorwaarden opgenomen in de PV van 9 juli 2019 (Vaststelling 93567), met een brandveiligheidsverklaring op 3 maart 2020 voor maximaal 49 personen.
Deze aanvraag betreft nu een volledige afbraak en nieuwbouw met twee ondergrondse en vijf bovengrondse lagen.
De nieuwbouw betreft 1.821,4 m² publiek toegankelijke vloeroppervlakte, met een maximum aantal toegelaten personen van 300. De synagoge en de synagoge voor vrouwen zal op het gelijkvloers en de eerste verdieping ingericht worden. In de ondergrondse verdieping zullen sanitaire voorzieningen en 3 mikva (religieuze reinigingsbaden) aanwezig zijn alsook een studieruimte. Er zullen eveneens 3 leeszalen ingericht worden, verspreid over het gelijkvloers en de eerste verdieping. Op de tweede verdieping zullen kantoren voor de vereniging voorzien worden. De derde verdieping zal voornamelijk ingenomen worden door de bibliotheek en de vierde verdieping is voorzien voor een archiefruimte.
De uitbater verklaart dat in de nieuwe synagoge plaats zal zijn voor maximaal 250 mensen tijdens de Joodse feest- en sabbatdagen. Tijdens de diensten tussen 7.30 uur en 10.00 uur zijn alle personen dan aanwezig in de synagoge. De overige lokalen zullen leeg zijn. Na de dienst zullen de personen zich verspreiden over de overige lokalen of huiswaarts keren. Tijdens weekdagen zal de bezetting in het gebouw veel lager liggen. Dan zullen maximaal 60 personen aanwezig zijn verspreid over de lokalen. De synagoge is dan afgesloten.
Wij volgen de redenering dat de nieuwe situatie gewenst is met het oog op demografische groei van de gemeenschap, een kwalitatiever gebouw en een betere beleving, waarbij het schoolgedeelte uit het gebouwprogramma geschrapt wordt. De aanvrager stelt dat “hierdoor de mogelijkheid ontstaat om een compacter en evenwichtiger gebouw te maken dat zich beter en kwalitatiever in de omgeving inpast.”
Mobiliteit:
De aanvrager geeft aan dat het effect op de mobiliteit als eerder klein te verwachten is. De maximale toegelaten bezetting zal echter wel toenemen van momenteel 49 personen naar een 300-tal op basis van brandweervoorschriften. Door de schoolse activiteiten te verplaatsen naar een naburig pand zal de ontlasting qua verkeerstoestroom, vooral fietsen, van het betrokken perceel, afhankelijk blijven van de vergunbaarheid van de schoolplannen in de Jacob Jacobsstraat 39-41.
De piekbezetting van de nieuwbouw gedurende weekdagen zal naar eigen verklaring beperkt blijven tot 60 personen. Op Sabbat of feestdagen verwacht men voor de grote centrale bidzaal (lokaal genaamd ‘synagoge mannen en synagoge vrouwen”; GV 242,72 m² mannen VERD1 84,47 m² vrouwen) een maximale piekbezetting van 235 personen. De centrale bidzaal zou volgens de aanvraag gedurende de normale weekdagen afgesloten zijn, maar is mogelijk wel in gebruik voor het ochtendgebed door de aanwezigheid van een Ark met Thorarollen en we op de plannen geen bidzalen terugvinden, wel leeszalen.
De bouwheer vraagt een afwijking op artikel 30 van Bouwcode Antwerpen met betrekking tot autostalplaatsen (a rato van 235 personen*0.15 = 26 plaatsen).
De dienst Levensbeschouwingen steunt deze afwijking, niet op basis van de grotere bouwkost of het hypothekeren van de plannen voor de gelijkvloerse en kelderverdiepingen, maar wel op basis van de wijkgerichtheid en het religieuze verbod op gebruik van wagen en fiets bij het piekgebruik op sabbat en feestdagen.
Men voorziet 80 fietsstalplaatsen in drie fietsenstallingen. In afwachting van de realisatie van de schoolplannen in de Jacob Jacobsstraat 39-41 kan momenteel niet ingeschat worden of dit voldoende is voor zowel synagoge- als schoolactiviteiten van de Satmar-gemeenschap in de buurt.
Geluid:
De bouwheer stelt dat het gebouw momenteel reeds in gebruik is als synagoge en er bijgevolg geen noemenswaardige wijziging zal zijn in de geluidsproductie in het gebouw.
Onze bezorgdheid is dat door de veel hogere maximale toegelaten bezetting, de frequente feestdagen en activiteiten typisch overlapt met synagoge-activiteiten voor zowel religieuze als privé-festiviteiten, er een verhoging van geluids- en andere overlast voor de buurt kan ontstaan.
Zolang activiteiten binnenskamers worden gehouden, er zich geen publiek ophoudt in de relatief grote tuin (83 m²) en het gebouw voldoende voorzien is op geluidsdichtheid is dit beheersbaar maar gevreesd wordt voor geluidsoverlast naar omwonenden en aangrenzend politiekantoor.
Mogelijk dient extra ingezet te worden op akoestische scheidingsmuren.”
Het advies van de stedelijke dienst Levensbeschouwingen wordt bijgetreden. De aanvraag resulteert in een compacter en evenwichtiger gebouw dat in overeenstemming is met de hedendaagse normen naar verblijfskwaliteit. Het voorgestelde volume past zich kwalitatiever in de omgeving in waardoor de hinder naar de omgeving maximaal beperkt wordt.
Vanuit hinderaspecten kan de aanvraag bijgevolg gunstig geadviseerd worden.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 35 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de nieuwbouw van de synagoge. De synagoge wordt herbouwd om aan de hedendaagse eisen en kwaliteitsvoorzieningen te voldoen. De huidige functie wordt dus opnieuw voorzien. |
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
Er worden geen parkeerplaatsen op eigen terrein voorzien.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om bepaalde stedenbouwkundige redenen niet gerealiseerd worden. Dit is het geval in voorliggende aanvraag. Ook al betreft het een nieuwbouw, het perceel laat weinig toe. De keuze voor nieuwbouw ten opzichte van renovatie werd mede ingegeven door het maatschappelijk belang om tot een ruimtelijk en programmatorisch kwalitatiever geheel te komen. De synagoge is opgebouwd vanuit een specifieke planlogica die het niet toelaat om op het gelijkvloers parkeerplaatsen te voorzien, noch in de kelder, zoals ook gemotiveerd door de aanvrager. Onder meer omwille van de verplichte (nood)uitgangen is er onvoldoende straatbreedte om een extra autolift te voorzien. Een gebedshuis van dergelijke grote schaal heeft bovendien een unieke representatieve functie in het stadsbeeld, die aansluit zoekt bij een rijke bouwtraditie. De inpassing van een banale garage-inrit is derhalve ook niet verzoenbaar met de beeldbepalende geveltektoniek.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 8.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 35. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 8 plaatsen.
|
Fietsvoorzieningen
Er moet voor 1/3 van de aanwezigen een fietsenstalling voorzien worden.
Bij een piekbezetting van 235 personen zijn er 78 fietsenstallingen nodig.
Er worden verschillende fietsenbergingen ingericht voor in totaal 78 fietsen:
- een fietsenstalling voor 14 fietsen langs Jacob Jacobstraat met gewone enkele fietsenstallingen;
- een fietsenstalling bereikbaar via Jacob Jacobstraat met 28 dubbele fietsenstallingen;
- een fietsenstalling bereikbaar via Plantin en Moretuslei voor 36 fietsen. Hiervan zijn 34 fietsenstallingen met een dubbel systeem voorzien.
Bij een dubbel systeem moet de tussenafstand minimum 50 cm zijn. Hier wordt slechts 40 cm voorzien. Niet alle fietsenstallingen kunnen gebruikt worden bij deze te kleine tussenafstand, waardoor de capaciteit kleiner is.
De fietsenstalling moet ingericht worden volgens de inrichtingsprincipes uit de bouwcode en voldoende groot zijn om 78 fietsen te stallen.
Er wordt best een mix voorzien van gewone en dubbele stallingen, zodat alle fietsen vlot gestald kunnen worden.
De voorgestelde voorwaarden dienen als voorwaarden bij de vergunning overgenomen te worden.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Op een perceel tussen de Jacob Jacobsstraat en Plantin en Moretuslei wil de aanvrager een nieuwe synagoge bouwen, na sloop van de bestaande bebouwing. Het gebouw zal vijf bovengrondse en twee ondergrondse bouwlagen omvatten en plaats bieden aan maximaal 250 mensen. Voor de exploitatie van het gebouw vraagt de exploitant volgende ingedeelde inrichtingen of activiteiten aan:
- het lozen 2.900 m³/jaar huishoudelijk afvalwater;
- het gebruik van drie warmtepompen met een totaal vermogen van 87 kW;
- opslag van 100 liter gevaarlijke producten in kleine verpakkingen;
- het gebruik van vier polyvalente ruimtes.
Het hemelwater dat op het dakoppervlak terecht komt, wordt opgevangen in een hemelwaterput (10 m³) met overloop naar vier infiltratieputten van elk 16 m² en 2.500 liter. Deze putten bevinden zich in de kleine binnentuin en hebben uiteindelijk een aansluiting op de Plantin en Moretuslei. Zwart water afkomstig van de toiletten wordt voorbehandeld in een septische put van 36 m³ (verdieping -2), die overloopt in een pompput aan de straatkant. Het andere afvalwater van het gebouw wordt verzameld in een tweede pompput. De lozing van het opgepompte afvalwater vindt plaats in de straatriolering van de Jacob Jacobsstraat.
In de kelderverdieping worden religieuze reinigingsbaden en sanitair voorzien.
- Mikva koud, 9,83 m³;
- Mikva lauw, 13,89 m³;
- Mikva warm, 11,54 m³.
De baden en hun gebruik voldoen aan geen enkele definitie van vaste baden opgenomen in artikel 1.1.2 van Vlarem II (circulatiebaden, hot whirlpools, plonsbaden, dompelbaden, therapiebaden, natuurlijke zwembaden). Dit impliceert dat de sectorale milieuvoorwaarden met betrekking tot hygiëne, waterbehandeling en -kwaliteit niet gelden voor de baden.
Het gemeenschappelijk gebruik van de baden brengt een zeker risico mee op het verspreiden van infecties en irritaties. Een goede hygiëne en waterkwaliteit is derhalve belangrijk, om de gebruikers op een veilige en gezonde manier gebruik te kunnen laten maken van de baden. De exploitant stelt zelf volgende maatregelen voorop:
- wekelijks vervangen van het badwater met vers leidingwater;
- verwijderen van de vervuiling op het wateroppervlak via skimmers;
- wanneer dit noodzakelijk is voor de kwaliteit van het water zal chloor aan het water toegevoegd worden;
- de baden worden maximaal gedurende 3 uur per dag gebruikt;
- er zullen maximaal 25 mensen per uur gebruik van maken met een gemiddelde van 60 personen per sessie van 3 uur.
De voorgestelde maatregelen geven weinig garantie dat de risico’s voor de gezondheid voldoende beperkt worden. Naast een koud bad, is sprake van een warm en een lauw bad. Onbehandeld, stilstaand en warm water vormen goede omstandigheden voor bepaalde bacteriën om te woekeren. Het water moet ontsmet worden wanneer de kwaliteit onvoldoende is, maar uit het dossier blijkt niet hoe de kwaliteit van het water gemonitord zal worden of op basis waarvan en hoe de dosering van chloor zal gebeuren. Zowel te weinig als te veel aan chloor geeft aanleiding tot risico’s op gezondheidsklachten. Er is sprake van een skimmer, maar hoe de hiervoor benodigde circulatie verwezenlijkt zal worden is niet duidelijk. Vanuit het departement Zorg worden hygiënerichtlijnen voor rituele badhuizen vooropgesteld om er voor te zorgen dat gebruikers op een veilige en gezonde manier gebruik kunnen maken van de baden. Alhoewel deze minder garanties geven dan de sectorale voorwaarden voor zwembaden uit Vlarem II, kunnen ze voor rituele baden een kader creëren om de risico’s te beperken.
Waterkwaliteit
Sanitaire voorzieningen
Bouw en inrichting
Reiniging en desinfectie
Ongevallen
De richtlijnen worden opgenomen als bijzondere milieuvoorwaarden in het besluit.
Het verwarmen en koelen van het gebouw zal plaatsvinden met drie warmtepompen:
| vermogen | koelmiddel R410a |
warmtepomp 1 | 37,65 kW | 22,3 kg |
warmtepomp 2 | 35,52 kW | 22 kg |
warmtepomp 3 | 13,85 kW | 9,9 kg |
De warmtepompen staan opgesteld op het dak en worden aan de zijkanten afgeschermd door een akoestisch scherm. Gelet op de opstelling van de warmtepompen lijkt het risico op geluidsoverlast voor omwonenden aanvaardbaar. Het naastgelegen kantoorgebouw is weliswaar hoger, waardoor dit mogelijk wel hinder zou kunnen ondervinden. Aan de andere kant zijn het project en kantoorgebouw gelegen in een druk stadsdeel, dat zeker overdag een grote achtergrondgeluid kent. Tijdens het gebruik zal te allen tijde voldaan moeten worden aan de milieukwaliteitsnormen voor geluid.
Voor de bouw zal een aanzienlijke grondwaterverlaging noodzakelijk zijn. De projectlocatie is gelegen in de omgeving van het stadspark. Een bemaling op deze locatie zal een negatieve invloed hebben op de waterstand van de vijver. Bovendien zijn in de omgeving meermaals verhoogde PFAS-waarden aangetroffen in het grondwater. Bij de opmaak van de vergunningsaanvraag voor de noodzakelijke bemaling zal hier zeer aandachtig naar gekeken moeten worden om de negatieve invloed te beperken.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
2. Er dient in het volledige gebouw (boven- en ondergronds) ASTRID-indoordekking voorzien te worden, cfr. het bijgevoegde advies van de ASTRID veiligheidscommissie.
3. De bijgevoegde voorwaarden uit het advies van Aquafin nv dienen nageleefd te worden.
4. De bijgevoegde voorwaarden uit het advies van Fluvius dienen nageleefd te worden.
5. De fietsenstalling moet ingericht worden volgens de inrichtingsprincipes uit de bouwcode en dient voldoende groot te zijn om 78 fietsen te stallen. Zo dient de tussenafstand bij een dubbel systeem minstens 50 cm te bedragen. In de fietsenstallingen wordt een mix aangeboden, van gewone en dubbele stallingen, zodat alle type fietsen vlot gestald kunnen worden.
De centrale fietsenstalling die grenst aan de leeszaal dient daarom vergroot te worden zodat aan beide zijden van de ruimte stallingen kunnen geplaatst worden, naar analogie van de fietsenstalling aan de straatzijde. Hierdoor zal de leeszaal verkleind moeten worden.
De fietsenstalling bereikbaar via de Plantin en Moretuslei dient eveneens uitgebreid te worden.
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits de algemene, sectorale en bijzondere voorwaarden worden nageleefd, kunnen de hinder en risico’s voor mens en milieu tot een aanvaardbaar niveau beperkt worden. Er wordt voorwaardelijk gunstig advies gegeven de vergunning te verlenen.
Geadviseerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
3.2.2°a) | het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; | 2.900,00 m³/jaar |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 87,02 kW |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 100,00 liter |
32.2.2° | schouwburgen, variététheaters, andere zalen voor sportmanifestaties dan de zalen, vermeld in punt 3°, polyvalente zalen en feestzalen met een speelruimte; | 4 polyvalente ruimten |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. Reinig de baden vóór gebruik en voordat deze met water worden gevuld.
2. Vul de baden met water van drinkwaterkwaliteit. De baden worden best continu doorstroomd met vers suppletiewater.
3. Bij een meerdaags gebruik met ongechloreerd water worden de baden iedere dag gereinigd. Ververs dagelijks het water wanneer deze niet continu worden doorstroomd met vers suppletiewater.
4. Desinfecteer (bij voorkeur met chloor) water dat langer dan één dag wordt gebruikt.
5. Om een goede werking van een desinfectiemiddel te controleren dient het gehalte dagelijks voor ingebruikname te worden gemeten. Het zogenaamde gehalte ‘vrij chloor’ moet liggen tussen de 0,5 en 5,0 mg/liter.
6. Voorkom dat water te lang stilstaat, opwarmt en/of er een biofilm gevormd wordt.
7. Voor de publieke douches gelden de voorschriften van het legionellabesluit (Besluit van de Vlaamse Regering van 9 februari 2007 betreffende de preventie van de veteranenziekte op publiek toegankelijke plaatsen, Belgisch Staatsblad 4 mei 2004).
8. De vloeren die met blote voeten worden betreden mogen geen aanleiding geven tot ongevallen door gladheid en oneffenheden.
9. De vloer moet geschikt zijn voor reiniging en desinfectie.
10. De wanden en bodem van het bad worden afgewerkt met waterdicht en vlak materiaal en mogen geen aanleiding geven tot ongevallen door gladheid en oneffenheden.
11. De omgeving van het bad moet steeds schoon gehouden worden. Reinig en desinfecteer deze indien nodig.
12. Reinig vloeren die met blote voeten worden betreden (rondom het bad en het sanitair) tenminste éénmaal per dag en desinfecteer met een goed desinfectiemiddel zoals javel.
13. De badruimten mogen niet alleen betreden worden; er zijn steeds minimaal twee personen aanwezig.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 3 maart 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 17 mei 2023 |
Start openbaar onderzoek | 31 mei 2023 |
Einde openbaar onderzoek | 29 juni 2023 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Beslissingsdatum na V&O (zonder noodbesluit) | 30 augustus 2023 |
Uiterste beslissingsdatum (noodbesluit) | 28 november 2023 |
Verslag GOA | 3 augustus 2023 |
naam GOA | Katrijn Apostel en Bieke Geypens |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
31 mei 2023 | 29 juni 2023 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
De algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
2. Er dient in het volledige gebouw (boven- en ondergronds) ASTRID-indoordekking voorzien te worden, cfr. het bijgevoegde advies van de ASTRID veiligheidscommissie.
3. De bijgevoegde voorwaarden uit het advies van Aquafin nv dienen nageleefd te worden.
4. De bijgevoegde voorwaarden uit het advies van Fluvius dienen nageleefd te worden.
5. De fietsenstalling moet ingericht worden volgens de inrichtingsprincipes uit de bouwcode en dient voldoende groot te zijn om 78 fietsen te stallen. Zo dient de tussenafstand bij een dubbel systeem minstens 50 cm te bedragen. In de fietsenstallingen wordt een mix aangeboden, van gewone en dubbele stallingen, zodat alle type fietsen vlot gestald kunnen worden.
De centrale fietsenstalling die grenst aan de leeszaal dient daarom vergroot te worden zodat aan beide zijden van de ruimte stallingen kunnen geplaatst worden, naar analogie van de fietsenstalling aan de straatzijde. Hierdoor zal de leeszaal verkleind moeten worden.
De fietsenstalling bereikbaar via de Plantin en Moretuslei dient eveneens uitgebreid te worden.
Bijzondere milieuvoorwaarden
1. Reinig de baden vóór gebruik en voordat deze met water worden gevuld.
2. Vul de baden met water van drinkwaterkwaliteit. De baden worden best continu doorstroomd met vers suppletiewater.
3. Bij een meerdaags gebruik met ongechloreerd water worden de baden iedere dag gereinigd. Ververs dagelijks het water wanneer deze niet continu worden doorstroomd met vers suppletiewater.
4. Desinfecteer (bij voorkeur met chloor) water dat langer dan één dag wordt gebruikt.
5. Om een goede werking van een desinfectiemiddel te controleren dient het gehalte dagelijks voor ingebruikname te worden gemeten. Het zogenaamde gehalte ‘vrij chloor’ moet liggen tussen de 0,5 en 5,0 mg/liter.
6. Voorkom dat water te lang stilstaat, opwarmt en/of er een biofilm gevormd wordt.
7. Voor de publieke douches gelden de voorschriften van het legionellabesluit (Besluit van de Vlaamse Regering van 9 februari 2007 betreffende de preventie van de veteranenziekte op publiek toegankelijke plaatsen, Belgisch Staatsblad 4 mei 2004).
8. De vloeren die met blote voeten worden betreden mogen geen aanleiding geven tot ongevallen door gladheid en oneffenheden.
9. De vloer moet geschikt zijn voor reiniging en desinfectie.
10. De wanden en bodem van het bad worden afgewerkt met waterdicht en vlak materiaal en mogen geen aanleiding geven tot ongevallen door gladheid en oneffenheden.
11. De omgeving van het bad moet steeds schoon gehouden worden. Reinig en desinfecteer deze indien nodig.
12. Reinig vloeren die met blote voeten worden betreden (rondom het bad en het sanitair) tenminste éénmaal per dag en desinfecteer met een goed desinfectiemiddel zoals javel.
13. De badruimten mogen niet alleen betreden worden; er zijn steeds minimaal twee personen aanwezig.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.
De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
3.2.2°a) | het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; | 2.900,00 m³/jaar |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 87,02 kW |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 100,00 liter |
32.2.2° | schouwburgen, variététheaters, andere zalen voor sportmanifestaties dan de zalen, vermeld in punt 3°, polyvalente zalen en feestzalen met een speelruimte; | 4 polyvalente ruimten |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor onbepaalde duur.