Terug
Gepubliceerd op 28/08/2023

2023_CBS_05705 - Omgevingsvergunning - OMV_2023065132. Van Trierstraat 31. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 25/08/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Jinnih Beels, schepen; Erica Caluwaerts, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_05705 - Omgevingsvergunning - OMV_2023065132. Van Trierstraat 31. District Antwerpen - Goedkeuring 2023_CBS_05705 - Omgevingsvergunning - OMV_2023065132. Van Trierstraat 31. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023065132

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Malvina Buonocore met als adres Van Trierstraat 31 te 2018 Antwerpen en de heer Roel De Meester met als adres Van Trierstraat 31 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Van Trierstraat 31 te 2018 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 10 sectie K nr. 1781D12

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en omvormen van een meergezinswoning met 2 wooneenheden en magazijn tot eengezinswoning en het slopen van een bijgebouw

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          23/12/2021: proces-verbaal (11002_2021_15246_VPV) voor het uitvoeren van werken en wijzigen van functie zonder voorafgaandelijke schriftelijke omgevingsvergunning van het college van burgemeester en schepenen;

-          17/07/1947: toelating (18#22920) voor woonhuis oprichten.

 

Vergunde toestand

-          functie:

  • meergezinswoning met 2 wooneenheden;
  • magazijn op het gelijkvloers in de voorbouw;
  • bergplaats in het bijgebouw;

-          bouwvolume:

  • hoofdbouw van 3 bouwlagen onder plat dak in gesloten bebouwing;
  • terrassen tegen de achtergevel op de eerste en tweede verdieping;
  • bijgebouw van 1 bouwlaag tot tegen de achterst perceelsgrens;

-          gevelafwerking:

  • voorgevel in rode gevelsteen op een plint in blauwe hardsteen;
  • buitenschrijnwerk in hout;
  • details in witte steen;
  • voordeur aan de rechter zijde en poort aan de linker zijde;

-          inrichting:

  • open koer achter de voorbouw.

 

Bestaande toestand

-          functie in overeenstemming met de vergunde toestand, uitgezonderd van:

  • de gelijkvloerse magazijnfunctie in de voorbouw die werd gesupprimeerd;
  • de meergezinswoning met 2 wooneenheden in de voorbouw die werd omgevormd tot eengezinswoning;
  • het bijgebouw dat werd ingericht als wooneenheid;

-          bouwvolume in overeenstemming met de vergunde toestand, uitgezonderd van:

  • de terrassen die bij de binnenruimte werden betrokken;
  • het bijgebouw dat werd uitgevoerd met 2 bouwlagen onder een hellend dak;

-          gevelafwerking in overeenstemming met de vergunde toestand, uitgezonderd van:

  • de voorgevel die werd geschilderd in een zwarte kleur;
  • het gewijzigd buitenschrijnwerk in donkergrijs geschilderd hout;
  • de gewijzigde toegang via de poort.

 

Nieuwe toestand

-          functie: 

  • eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • hoofdbouw van 3 bouwlagen onder plat dak in gesloten bebouwing;

-          gevelafwerking:

  • voorgevel in wit geschilderde gevelsteen op een plint in blauwe hardsteen;
  • buitenschrijnwerk in donkergrijs geschilderd hout;
  • details in blauwe hardsteen;
  • toegangspoort aan de linker zijde;

-          inrichting:

  • op het niveau van het maaiveld is circa 77,50 m2 onbebouwd (52%).

 

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van het bijgebouw;

-          omvormen van de meergezinswoning met 2 wooneenheden en magazijn (bedrijvigheid) tot eengezinswoning;

-          uitbreiden van het bouwvolume;

-          wijzigen van de voorgevel;

-          wijzigen van de scheimuren.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie

6 juli 2023

10 juli 2023

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

6 juli 2023

6 juli 2023

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

6 juli 2023

12 juli 2023

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 12 Levendige plint:

de woning wordt niet voorzien van een levendige plint. Door het vervangen van de voordeur door een raam met ondoorzichtige beglazing en het voorzien van een fietsenberging achter een poort is geen contact mogelijk tussen de bewoners en de straat;

  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:

het is niet duidelijk of de scheimuur met de rechter aanpalende (Van Trierstraat 33) ter hoogte van de uitbreiding van de hoofdbouw is voorzien van een opstand van minstens 30 cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Het deel van de scheimuur op de rechter perceelsgrens (ter hoogte van Trierstraat 35) dat wordt verlaagd heeft na de werken geen opstand meer van minstens 30 cm ten opzichte van het dakvlak van de aanpalende bebouwing;

  • artikel 39 Infiltratie- en buffervoorzieningen:

het is niet duidelijk of de verhardingen in de achtertuin zijn aangelegd in een helling van 1 à 2 % richting de onverharde bodem zodat het regenwater op natuurlijke wijze in de bodem kan infiltreren.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).

Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd.

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd.

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De plannen van de laatst vergunde toestand tonen een gelijkvloers magazijn in de voorbouw, een bergplaats in het bijgebouw en een meergezinswoning bestaande uit 2 woonentiteiten op de verdiepingen. De aanvraag vormt het gehele pand om tot eengezinswoning en komt hiermee overeen met de kenmerkende woonfuncties in de Van Trierstraat. De aanvraag is bijgevolg functioneel inpasbaar.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De plannen tonen dat het bijgebouw in de tuinzone, gelegen tegen de achterste perceelsgrens, wordt afgebroken. De scheimuren worden waar mogelijk verlaagd tot een hoogte van 2,60 meter conform de bepalingen van artikel 19 van de bouwcode. Het slopen van dit volume zorgt ervoor dat er een kwalitatieve tuinzone, horende bij de eengezinswoning, vrijgemaakt wordt. Dit wordt stedenbouwkundig gunstig geadviseerd.

 

De terrassen achteraan de eerste en tweede verdiepingen worden dichtgemaakt en op deze manier betrokken bij het binnenvolume. Deze buitenruimtes zijn, door het voorzien van een kwalitatieve tuin en het wijzigen naar een eengezinswoning, overbodig. De volume-wijziging bevindt zich tussen de bestaande scheimuren en zijn vervolgens stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

Visueel-vormelijke elementen

De wijzigingen aan de voorgevel beperken zich tot het aanpassen van het buitenschrijnwerk in donkergrijs geschilderd hout en het schilderen van de gevel in wit. Op deze manier past het pand zich in in de Van Trierstraat waar gevels in een lichte kleurstelling of een rode baksteen kenmerkend zijn.

 

Artikel 12 legt voorwaarden op betreffende het voorzien van een levendige plint. Door het voorzien van een gelijkvloerse, gesloten gevelpoort wordt er geen contact gemaakt tussen de gelijkvloerse verblijfsruimtes en de straat. Het voorzien van een fietsenstalling bij gevels minder dan 5 meter is op deze positie toegestaan, indien er voldoende contact is tussen de woning en de straat. Daarom wordt in voorwaarden opgelegd om de poort te voorzien in een doorzichtig materiaal of een hekwerk.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Er wordt niet overal voldoende dakopstand voorzien conform de bepalingen van artikel 34 van de bouwcode. Bovendien blijkt de voorziene tuinmuur verlaging achteraan rechts, ter hoogte van de aanpalende bebouwing, lager te komen dan het dakvlak van die bebouwing. Daarom zal in voorwaarden opgenomen worden om op die plek de tuinmuur slechts te verlagen tot 30 cm boven het hoogste aangelegen dakvlak.

 

Het is momenteel niet duidelijk of de verhardingen in de achtertuin zijn aangelegd in helling van 1 à 2 % richting de onverharde bodem zodat het regenwater op natuurlijke wijze in de bodem kan infiltreren conform de bepalingen van artikel 39 van de bouwcode. Dit wordt opgelegd in voorwaarden.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).


De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De gelijkvloerse gevelpoort dient voorzien te worden in een doorzichtig materiaal of hekwerk conform de bepalingen van artikel 12 van de bouwcode.

2. Ter hoogte van de aanpalende bebouwing mag de tuinmuur slechts verlaagd worden tot 30 cm boven het hoogste aangelegen dakvlak.

3. De verhardingen in de achtertuin dienen aangelegd te worden conform de bepalingen van artikel 39 van de bouwcode.

4. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

22 mei 2023

Volledig en ontvankelijk

6 juli 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Beslissingsdatum na V&O (zonder noodbesluit)

4 september 2023

Uiterste beslissingsdatum (noodbesluit)

3 december 2023

Verslag GOA

18 augustus 2023

naam GOA

Gerd Cryns

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

2

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

Tijdens de looptijd van de bevraging werden 2 bezwaren ingediend die zich als volgt laten samenvatten:

 

De verlaging van de rechter tuinmuur tot 4,35 m is om constructieve redenen bij het aanpalende pand niet mogelijk.

Beoordeling: het bezwaar is gegrond. Terreinprofiel BB geeft aan dat het gabarit van de rechter tuinmuur ter hoogte van het af te breken volume een hoogte van 4,95 m heeft. Een verlaging tot 4,35 m is dus effectief niet mogelijk. Daarom zal in voorwaarden opgelegd worden om de tuinmuur op die plek slechts te verlagen tot 30 cm boven het hoogste dakvlak van de rechter aanpalende voor het deel dat samen valt met de bebouwing bij de rechter aanpalende.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De gelijkvloerse gevelpoort dient voorzien te worden in een doorzichtig materiaal of hekwerk conform de bepalingen van artikel 12 van de bouwcode.

2. Ter hoogte van de aanpalende bebouwing mag de tuinmuur slechts verlaagd worden tot 30 cm boven het hoogste aangelegen dakvlak.

3. De verhardingen in de achtertuin dienen aangelegd te worden conform de bepalingen van artikel 39 van de bouwcode.

4. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.