Terug
Gepubliceerd op 12/07/2023

2023_CBS_04625 - Omgevingsvergunning - OMV_2023002377. Bleekhofstraat 15-25, 33. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 07/07/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_04625 - Omgevingsvergunning - OMV_2023002377. Bleekhofstraat 15-25, 33. District Antwerpen - Goedkeuring 2023_CBS_04625 - Omgevingsvergunning - OMV_2023002377. Bleekhofstraat 15-25, 33. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023002377

Gegevens van de aanvrager:

NV SCALDIS PROJECTS (0716859296) met als adres Jules Bordetlaan 160 bus 6 te 1140 Evere

Gegevens van de exploitant:

NV SCALDIS PROJECTS (0716859296) met als adres Jules Bordetlaan 160 bus 6 te 1140 Evere

Ligging van het project:

Bleekhofstraat 15-25, 33 te 2018 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 8 sectie H nrs. 1110W6, 1110X6, 1114W2 en 1114L2

waarvan:

 

-          20230109-0011

afdeling 8 sectie H nrs. 1114W2, 1114L2, 1110X6 en 1110W6 (Bemaling Bleekhofstraat te Antwerpen)

Vergunningsplichten:

exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

de exploitatie van een tijdelijke bemaling voor de aanleg van een ondergrondse parkeergarage

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Inhoud van de aanvraag

Het voorwerp van huidige omgevingsvergunning betreft een verlaging van de grondwatertafel en de lozing van bemalingswater.

 

Aangevraagde rubriek(en)

 

Aangevraagde rubriek(en) Bemaling Bleekhofstraat te Antwerpen
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

37,20 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

37,20 m³/uur

53.2.2°b)2°

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld;

93.105,00 m³/jaar

 

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden


Bemaling Bleekhofstraat te Antwerpen

1.

 

Bij te stellen voorwaarde:

- bijlage 4.2.5.1. Controle-inrichting voor lozingen van afvalwaters

- bijlage 4.2.5.2. Controle en beoordeling van de meetresultaten op lozingen van bedrijfsafvalwater en koelwater

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

- afwijking op bijlage 4.2.5.1. Controle-inrichting voor lozingen van afvalwaters

Aangezien het een tijdelijke bemaling en tijdelijke lozing betreft wordt er geen meetgoot en speciale meetapparatuur geplaatst maar enkel een staalnamekraan voorzien. De debietmeter die geplaatst wordt, is conform Vlarem II artikel 5.53.3.32. §12 (meetinrichting tijdelijke bemaling).

- afwijking op bijlage 4.2.5.2. Controle en beoordeling van de meetresultaten op lozingen van bedrijfsafvalwater en koelwater

De staalname van het bemalingswater gedurende de bemaling gebeurt door middel van een staalnamekraantje op de collector. 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Vlaamse Milieumaatschappij/ Advies grondwater Antwerpen

19 april 2023

24 mei 2023

Geen advies

Vlaamse Milieumaatschappij/ Advies Vergunning Afvalwater en Lucht

19 april 2023

12 mei 2023

Voorwaardelijk gunstig

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

De aanvraag betreft een tijdelijke bemaling die noodzakelijk is voor de uitvoering van eerder vergunde stedenbouwkundige handelingen. Deze stedenbouwkundige handelingen werden reeds eerder getoetst aan de verenigbaarheid met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening. De bemaling zelf is slechts tijdelijk van aard en noodzakelijk voor de uitvoeringsfase van de bouw. Het project kan beschouwd worden als verenigbaar met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Aan de Bleekhofstraat 15 te Antwerpen wordt een nieuwbouwproject gebouwd met een ondergrondse parkeergarage. Om de uitgraving droog te kunnen uitvoeren is een bemaling vereist. Voorwerp van huidige omgevingsvergunning betreft een verlaging van de grondwatertafel met circa 3,0 meter en de lozing van 93.105 m³/jaar bemalingswater.

 

Overeenkomstig de bemalingsstudie kan de grondwaterverlaging uitgevoerd worden met een gravitaire filterbemaling, aangezet op circa 10,0 m-mv en met een tussenafstand van circa 5 meter. Het gesimuleerd debiet bedraagt bij de opstart van de bemaling circa 37,2 m³/uur tijdens de eerste week. Vervolgens daalt het debiet tot circa 21,1 m³/uur. Tijdens de bemaling voor de liftputten neemt het debiet tijdelijk toe tot maximaal circa 31,4 m³/uur. Het stationair debiet bedraagt circa 18,6 m³/uur. Na een bemalingsperiode van zes maanden wordt een totaal volume van ongeveer 93.105 m³ opgepompt. Om niet dieper af te pompen dan strikt noodzakelijk, wordt aangeraden om een peilgestuurde bemaling uit te voeren. Dit wordt opgenomen als vergunningsvoorwaarde.

 

De invloedstraal van de bemaling bedraagt maximaal 440 meter. Op circa 40 meter ten westen van het projectgebied bevinden zich tramsporen. Uit de berekende differentiële zettingen, uitgaande van de gesimuleerde grondwaterverlaging ter hoogte van de omliggende bebouwing en infrastructuur, blijkt dat er geen onaanvaardbare zettingsrisico’s te verwachten zijn.

 

De projectsite is ook gelegen in een PFAS no regret-zone. Uit de grondwateranalyse is echter gebleken dat er geen overschrijdingen aan PFAS voorkomen ter hoogte van de projectsite.

Op het loket van OVAM werd een screening gedaan van de beschikbare informatie over de dossiers waar de grondwaterverplaatsing meer dan 10 meter bedraagt (circa 0,4 meter grondwaterverlaging). Het betreft onder andere:

  • Dossier 33886 (OBO 2011): Ter hoogte van dit dossier werden concentraties boven de richtwaarde aangetroffen voor magnesium, kalium, ammonium, sulfaat, nitraat en nitriet in het grondwater in PB3. Voor kalium, nitraat en nitriet werd ook de toetsingswaarde overschreden.
  • Dossier 52085 (OBO 2012): Na analyse van de stalen zijn concentraties boven de richtwaarde vastgesteld voor calcium, kalium, sulfaat en nitriet in het grondwater in PB3.
  • Dossier 78187 (OBO 2017): Na analyse van de stalen zijn concentraties boven de bodemsaneringsnorm vastgesteld voor vinylchloride in het grondwater in PB3.
  • Dossier 92969 (OBBO 2020): Na analyse van de stalen zijn concentraties boven de bodemsaneringsnorm vastgesteld voor benzeen, minerale olie, tetrachlooretheen en vinylchloride in het grondwater.

 

In verschillende dossiers werden ook verhoogde concentraties aan arseen opgemeten. Hiervoor wordt een verhoogde lozingsnorm aangevraagd.

 

De invloed van de bemaling op de verontreinigde zones werd onderzocht én de verplaatsing van de waterdeeltjes door de grondwaterstroming berekend. De verplaatsing is berekend vanaf de verontreinigingscontour. Indien die niet gekend is, werd de verplaatsing worstcase berekend ter hoogte van de perceelsgrens het dichtst naar de bouwput toe.

  • Het grondwater van het aangrenzend OVAM-dossier 33886 wordt aangetrokken tot in de filters van de bemaling. De verhoogde concentraties aan magnesium, kalium, ammonium, sulfaat, nitraat en nitriet worden eveneens aangetrokken. Dit is aanvaardbaar aangezien de stoffen meteen opgepompt worden en niet over andere percelen verplaatst worden. Er bestaat geen indelingscriterium voor deze stoffen.
  • Ook vanaf het OVAM-dossier 52085 wordt het grondwater aangetrokken tot aan de bemaling. De verhoogde concentraties aan calcium, kalium, sulfaat en nitriet worden eveneens mee verplaatst. Dit wordt als aanvaardbaar beschouwd aangezien het slechts gaat om licht verhoogde concentraties boven de richtwaardes. Er bestaat geen indelingscriterium voor deze stoffen.
  • Het grondwater aan de rand van het OVAM-dossier 78187 wordt maximaal circa 9,2 meter verplaatst. Rekening houdend met de retardatiefactor, wordt het vinylchloride circa 7,2 meter verplaatst. Dit wordt als aanvaardbaar beschouwd.
  • Ter hoogte van het OVAM-dossier 92969 worden de restverontreinigingen met benzeen, minerale olie, tetrachlooretheen en vinylchloride grotendeels afgeschermd van de bemaling door de waterkerende wand die op het terrein aanwezig is. Het grondwater wordt maximaal 19,2 meter verplaatst, maar komt slechts ongeveer 8,8 meter voorbij de waterkerende wand. Rekening houdend met de retardatiefactor, wordt de meest mobiele stof vinylchloride ongeveer 15,0 meter verplaatst. Deze verplaatsing zal dus voornamelijk op het terrein zelf gebeuren en wordt als aanvaardbaar beschouwd.

De kwaliteit van het bemalingswater dient opgevolgd te worden en zo nodig dient men de waterzuiveringsinstallatie in bedrijf te stellen.

 

Verder wordt er een afwijking gevraagd met betrekking tot de controle-inrichting voor lozingen van afvalwater én een bijstelling van de lozingsnorm voor arseen. Aangezien het een tijdelijke lozing betreft wordt er geen meetgoot en speciale meetapparatuur geplaatst. Een meetinrichting conform de sectorale bepalingen vervat onder artikel 5.53.3.32 volstaat.

Ook de gevraagde lozingsnorm voor arseen (50 microgram/liter) wordt door de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) ingewilligd.

Tenslotte merkt VMM op dat er niet voldaan wordt aan de bepalingen vervat in artikel 5.53.6.1.1§1 van Vlarem II. Bemalingsvolumes hoger dan 10 m³/uur mogen niet geloosd worden in openbare rioleringen aangesloten op een rioolwaterzuiveringsinstallatie behoudens de uitdrukkelijke schriftelijke toelating van de exploitant van deze installatie (NV Aquafin).



Advies aan het college

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits naleving van de algemene, sectorale en bijzondere milieuvoorwaarden, kan de exploitatie van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten plaatsvinden met een aanvaardbaar risico voor mens en milieu. Er wordt voorwaardelijk gunstig advies gegeven de vergunning te verlenen voor een periode van 6 maanden vanaf de start van de werken.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

37,20 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

37,20 m³/uur

53.2.2°b)2°

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld;

93.105,00 m³/jaar

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1. Voor lozing in de openbare riolering gelden de volgende lozingsnormen:

parameter

lozingsnorm

arseen

50 µg/l (10x indelingscriterium)

2. In afwijking van artikel 4.2.5.1.1. §1 van Vlarem II moet er geen meetgoot voorzien worden.

3. De kwaliteit van het bemalingswater wordt geanalyseerd in de bemalingsfilter/put (na schoonpompen van de installatie) of op voorhand in een representatieve peilbuis maximaal 1 jaar voor de opstart van de bemaling. De te analyseren parameters zijn minstens de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025. De bemaling mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen. De verdere monitoring gebeurt aan volgende frequentie:

- bij concentraties hoger dan 80% van de norm: analyse voor lozingspunt in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse maximaal 80% van de norm bedraagt;

- bij concentraties lager dan 80% van de norm: geen herhaling noodzakelijk.

4. Om niet dieper af te pompen dan strikt noodzakelijk, wordt een peilgestuurde bemaling uitgevoerd.

5. Een schriftelijke toestemming van NV Aquafin dient bekomen te worden vooraleer kan geloosd worden in de riolering.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

13 maart 2023

Volledig en ontvankelijk

19 april 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

16 september 2023

Verslag GOA

29 juni 2023

naam GOA

Bieke Geypens

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

1. Voor lozing in de openbare riolering gelden de volgende lozingsnormen:

parameter

lozingsnorm

arseen

50 µg/l (10x indelingscriterium)

2. In afwijking van artikel 4.2.5.1.1. §1 van Vlarem II moet er geen meetgoot voorzien worden.

3. De kwaliteit van het bemalingswater wordt geanalyseerd in de bemalingsfilter/put (na schoonpompen van de installatie) of op voorhand in een representatieve peilbuis maximaal 1 jaar voor de opstart van de bemaling. De te analyseren parameters zijn minstens de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025. De bemaling mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen. De verdere monitoring gebeurt aan volgende frequentie:

- bij concentraties hoger dan 80% van de norm: analyse voor lozingspunt in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse maximaal 80% van de norm bedraagt;

- bij concentraties lager dan 80% van de norm: geen herhaling noodzakelijk.

4. Om niet dieper af te pompen dan strikt noodzakelijk, wordt een peilgestuurde bemaling uitgevoerd.

5. Een schriftelijke toestemming van NV Aquafin dient bekomen te worden vooraleer kan geloosd worden in de riolering.


Artikel 3

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

37,20 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

37,20 m³/uur

53.2.2°b)2°

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld;

93.105,00 m³/jaar

Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor een periode van 6 maanden vanaf de start van de bemaling.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.