Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022134030 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Ivan Buysse met als adres Kipdorp 39 bus 24 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Melkmarkt 21 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 3 sectie C nr. 2365A |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen, uitbreiden en vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 2 naar 4 |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 27/12/1984: vergunning (19841109) voor het verbouwen van een handelshuis en woning;
- 29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed van een neoclassicistisch rijhuis:
https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/4354
Vergunde toestand
- functie: gemengd gebouw:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting: volledige perceel bebouwd op de gelijkvloerse verdieping uitgezonderd een open koer van 14,5 m².
Bestaande toestand
overeenkomstig de vergunde toestand met volgende wijzigingen/aanvullingen:
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting: perceel volledig bebouwd op de gelijkvloerse verdieping.
Nieuwe toestand
overeenkomstig de vergunde toestand met volgende wijzigingen/aanvullingen:
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- gedeeltelijk slopen van het dak;
- vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 2 naar 4;
- wijzigen van de functie op de gelijkvloerse verdieping;
- uitbreiden van het bouwvolume;
- wijzigen van de voorgevel;
- wijzigen van de scheimuren;
- doorvoeren van interne constructieve werken.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
AQUAFIN NV | 16 februari 2023 | 28 maart 2023 | Voorwaardelijk gunstig |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA | 16 februari 2023 | 13 maart 2023 | Ongunstig |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA | 28 april 2023 | 22 juni 2023 | Ongunstig |
Water-link | 16 februari 2023 | 28 maart 2023 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie | 16 februari 2023 | 6 maart 2023 |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 16 februari 2023 | 20 februari 2023 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 16 februari 2023 | 21 februari 2023 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie | 16 februari 2023 | 28 februari 2023 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg | 16 februari 2023 | 10 maart 2023 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 2: zone voor wonen - (wo2).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgende punten:
- 2.1.1 Culturele, historische en\of esthetische waarde:
Het gebouw behoort tot vastgesteld bouwkundig erfgoed. Wijzigingen aan de bestaande toestand worden onderworpen aan de wenselijkheid van behoud. De horizontale lijst ter hoogte van de attiekverdieping wordt verwijderd. Daarboven worden er in het gebouw ingrijpende verbouwingen voorzien, waardoor het niet duidelijk is of aan dit voorschrift wordt voldaan.
- 2.1.9 Dakvormen en dakkapellen:
De dakkapel aan de achterbouw is voorzien op minder dan 0,75 meter van de eigendomsgrens.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend punt:
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag betreft het verbouwen en uitbreiden van een bestaande meergezinswoning met handelsgelijkvloers waarbij het aantal woningen wordt uitgebreid van twee naar vier. Op het gelijkvloers staat ‘ruimte bestemd voor detailhandel, café of kantoorfunctie’ ingetekend. Een ruimte kan geen drie verschillende functiecategorieën hebben, er wordt dus van uitgegaan dat de huidige functie ‘detailhandel’ behouden blijft. Voor een wijziging naar reca of kantoor is een nieuwe aanvraag nodig.
Het advies van de stedelijke dienst Business en Innovatie is gunstig:
“Gunstig advies voor het behoud en de optimalisatie van een handelspand gelegen in het afgebakende kernwinkelgebied centrum Antwerpen (Noord), zoals bepaald in de Beleidsnota Detailhandel 2020. In deze zones is het van belang dat de commerciële ruimte gelijkvloers behouden kan blijven, alsook dat door de nodige investeringen in het pand het beter verhuurbaar wordt.”
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften van RUP Binnenstad en functioneel inpasbaar.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
Er zijn enkele volumewijzigingen: Het hoofddak wordt aan de achterzijde afgeknot voor de aanleg van een dakterras. De nok van het achterhuis wordt met 120 cm verhoogd om de vrije hoogte te vergroten. Deze verhoging gaat gepaard met een kleine ophoging met 20 cm van de achterste scheimuur. De doorsnede toont aan dat de hoogte onder de nok hierdoor 3,85 m bedraagt, wat meer dan voldoende is. Het verlagen van de nok met 60 cm laat nog voldoende ruimte om zowel de slaapkamer als de badkamer goed te kunnen gebruiken. Er wordt daarom als voorwaarde opgelegd dat de nok van het achterhuis met maximum 60 cm mag verhoogd worden.
RUP Binnenstad legt voor dakkapellen op dat ze moeten geplaatst worden op minimum 75 cm van de perceelsgrens. De dakkapel waarvan sprake werd geplaatst op een afstand van 60 cm. Het verschuiven van deze dakkapel om te voldoen aan dit artikel doet geen afbreuk aan de inrichting van de ruimte erachter. Er wordt daarom opgelegd dat de dakkapel moet verschoven worden naar een afstand van 75 cm van de perceelsgrens.
Een deel van het handelsgelijkvloers wordt ontpit ten opzichte van de bestaande toestand.
Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten
Het pand is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed en bovendien gelegen in CHE-gebied. Het advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg is voorwaardelijk gunstig:
“Het project werd meermaals voorbesproken met de stedelijke dienst Monumentenzorg en er werd eveneens een plaatsbezoek georganiseerd. De geplande ingrepen worden uitgevoerd met voldoende respect voor de historische kern van het gebouw. Ook de ingrepen aan de voorgevel kunnen vanuit oogpunt monumentenzorg gunstig worden geadviseerd. Zoals met de aanvrager afgesproken wordt het schrijnwerk in de voorgevel uitgevoerd in wit gelakt hout, naar historisch model. De originele smeedijzeren balustrades op +1 en +2 dienen gelakt te worden in een zwarte kleur. De nieuwe balustrade op +3 wordt voorzien in een witte kleur.
Gelet op het bovenstaande, verleent de stedelijke dienst Monumentenzorg een gunstig advies met volgende voorwaarden:
- Het schrijnwerk van de ramen in de voorgevel dient uitgevoerd te worden in wit gelakt hout, naar oorspronkelijk model. Typedetails van het schrijnwerk dienen, voorafgaand aan de bestelling en de plaatsing, ter goedkeuring voorgelegd aan de stedelijke dienst Monumentzorg.
- De originele smeedijzeren balustrades op +1 en +2 dienen gelakt te worden in een zwarte kleur.”
Het naleven van het advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.
Bodem
Het projectgebied bevindt zich binnen een archeologisch vastgestelde zone. Het projectgebied is gelegen binnen een woon- en recreatiegebied met een oppervlakte onder 300 m² (ca. 133 m²) en een ingreep onder de 100 m² (ca. 6 m²). Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor geen archeologienota verplicht.
In de nabije omgeving werden verscheidene vondsten gedaan van de middeleeuwen tot de 16de eeuw. Bij het uitgraven van de septische put kunnen deze aan het zicht komen. Deze restanten dienen steeds verplicht gemeld te worden onder de toevalsvondstplicht (conform Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, artikel 5.1.4). De dienst Archeologie van de stad Antwerpen kan de waarde steeds komen inschatten.
Het advies van de stedelijke dienst Archeologie is gunstig met volgende voorwaarden
- De bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst Archeologie (archeologie@antwerpen.be).
- De bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.
- De bouwheer is verplicht om eventuele vondsten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat ze archeologisch relevant zijn, deze te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, artikel 5.1.4). De stedelijke dienst Archeologie kan de waarde steeds komen inschatten.
Het naleven van het advies van de stedelijke dienst Archeologie wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De brandweer gaf tot twee maal toe een ongunstig advies omwille van enkele conceptuele tekortkomingen:
“Studio 2 en 3 hebben elk maar 1 uitgang naar de traphal en beschikken niet over een toegang voor de laddervoertuigen van de brandweer (geen gevelopening aan de voorgevel), noch is er een 2de traphal aanwezig. In de vergunde situatie was dit het geval voor 1 wooneenheid, in de nieuwe plannen zijn er 2 wooneenheden gecreëerd die niet voldoen aan deze voorwaarde. De situatie wordt minder veilig, en kan niet aanvaard worden.”
Omwille van dit ongunstig brandweeradvies moet de vergunning geweigerd worden.
Volgens artikel 28 van de bouwcode moet de oppervlakte van een buitenruimte minstens 4 m² zijn. De terrassen bij de studio’s zijn maar 3 m² groot. Gezien de compactheid van de woningen en de configuratie van het perceel zou deze afwijking kunnen worden toegestaan.
De aanvraag moet voldoen aan de gewestelijke verordening inzake toegankelijkheid, meer bepaald artikel 18: het niveauverschil aan de inkom moet worden overbrugd met een helling.
Overeenkomstig artikel 26 van de bouwcode moet een afzonderlijke afvalberging worden voorzien voor de commerciële functie. Alle afvalbergingen moeten verlucht zijn.
Mobiliteitsimpact
Toetsing parkeerbehoefte
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 2 parkeerplaatsen. De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding van het aantal woongelegenheden van 2 naar 4. Het handelsgelijkvloers blijft behouden. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1. 2 bijkomende wooneenheden: parkeerbehoefte = 2. De werkelijke parkeerbehoefte is 2.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden: Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12 §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten. ’ De voorliggende aanvraag heeft betrekking op een gebouw dat is opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed of ligt in een beschermd stad- en dorpsgezicht. Indien de werkelijke parkeerbehoefte op het perceel moet gerealiseerd worden, zou de erfgoedwaarde van het gebouw teniet worden gedaan. Daarom kunnen geen parkeerplaatsen voorzien worden.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 2. Het aantal ontbrekende parkeerplaatsen bedraagt 2 – 0 = 2. Dit is het verschil tussen het aantal parkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren parkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 2 plaatsen.
|
Fietsvoorzieningen
Voor de bijkomende wooneenheden moeten vier fietsenstallingen voorzien worden:
2 bijkomende wooneenheden met 1 slaapkamer: 2 x 2 = 4.
In de kelder wordt een fietsenstalling ingericht voor 10 fietsen. Om de trap naar de kelder te bereiken moet een bocht van 180° gedaan worden in een smalle gang. Dit is niet mogelijk. Er wordt als voorwaarde opgelegd dat op het gelijkvloers een fietsenstalling voor vier fietsen wordt ingericht.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van het ongunstig advies van de brandweer.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 12 oktober 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 16 februari 2023 |
Start openbaar onderzoek | 28 februari 2023 |
Einde openbaar onderzoek | 29 maart 2023 |
Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag | 25 april 2023 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 30 augustus 2023 |
Verslag GOA | 23 juni 2023 |
naam GOA | Katrine Leemans |
Wijzigingsverzoeken
De aanvrager heeft één of meerdere verzoeken ingediend om zijn oorspronkelijke dossier te wijzigen.
Minstens één van die verzoeken werd aanvaard, waardoor de aanvaarde wijzigingen mee beoordeeld worden.
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
28 februari 2023 | 29 maart 2023 | 2 | 0 | 0 | 6 |
Bespreking van de bezwaren
Er werden 8 bezwaarschriften ingediend. De bezwaren kunnen als volgt worden samengevat:
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.