Terug
Gepubliceerd op 12/07/2023

2023_CBS_04649 - Omgevingsvergunning - OMV_2023028044. Generaal Capiaumontstraat 2. District Berchem - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 07/07/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_04649 - Omgevingsvergunning - OMV_2023028044. Generaal Capiaumontstraat 2. District Berchem - Goedkeuring 2023_CBS_04649 - Omgevingsvergunning - OMV_2023028044. Generaal Capiaumontstraat 2. District Berchem - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023028044

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Ann Demeulemeester-Verhelst met als adres Bogaertsheide 2 te 2560 Kessel-Nijlen en de heer Patrick Robyn met als adres Bogaertsheide 2 te 2560 Kessel-Nijlen

Ligging van het project:

Generaal Capiaumontstraat 2 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 22 sectie A nr. 10N

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Inhoud van de aanvraag

-          supprimeren van de restaurantfunctie op de gelijkvloerse verdieping;

-          verwijderen van de veranda;

-          bouwen van een nieuwe achterbouw;

-          uitbreiden van het hoofdgebouw;

-          inrichten van een dakterras op de 1e verdieping van de achterbouw;

-          herbouwen en uitbreiden van het bijgebouw tegen de achterste perceelsgrens;

-          verplaatsen van de afgebroken veranda tegen de rechtse perceelsgrens als open pergola;

-          restaureren van de voorgevel;

-          wijzigen van de zij- en achtergevel;

-          wijzigen van de rechtse scheimuur; 

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Onroerend Erfgoed

16 mei 2023

15 juni 2023

Gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie

16 mei 2023

25 mei 2023

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu

16 mei 2023

30 mei 2023

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

16 mei 2023

16 juni 2023

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen). In gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud, (Artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgende punten:

  • artikel 9:

§1: er worden grotere hemelwaterputten voorzien dan noodzakelijk is volgens de verordening hemelwater. Voor de uitbreiding van de woning is de plaatsing van een hemelwaterput niet vereist, er wordt voor de woning een hemelwaterput voorzien met een inhoud van 6000 liter. Voor de herbouw van het bijgebouw in de achtertuin dient een hemelwaterput geplaatst te worden met een inhoud van 6000 liter, er wordt een hemelwaterput geplaatst met een inhoud van 11.000 liter;

§2:de overloop van de hemelwaterput van het bijgebouw wordt niet aangesloten op de infiltratievoorziening, dit is niet correct.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 21: minimale hoogte van ruimten:
    op basis van de aangeleverde snedes kan worden afgeleid dat de guest bedroom op de derde verdieping geen vrije verdiepingshoogte heeft van minstens 2,60 m.
    Een deel van het atelier in het bijgebouw heeft een vrije hoogte van slechts 2,40 m. Dit is minder dan de minimaal vereiste vrije hoogte van 2,60 m voor verblijfsruimten;
  • artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:

de lichtdoorlatende oppervlakte van de ramen in de guest bedroom op de derde verdieping bedraagt minder dan 10% van de netto vloeroppervlakte van de ruimte waardoor de ruimte van onvoldoende licht en lucht wordt voorzien;

  • artikel 34: stabiliteit en scheidingsmuren:
    het gedeelte van de scheidingsmuur moet een opstand van minimaal 0,30 meter hebben ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak. Dit is niet het geval voor de rechter scheidingsmuur ter hoogte van de nieuwe achterbouw en voor zowel de linker en rechterscheidsmuur ter hoogte van het bijgebouw;
  • art. 39: infiltratie- en buffervoorzieningen:

de nieuwe verhardingen worden volgens de info in de beschrijvende nota aangesloten op de hemelwaterput. Niet overdekte terrassen en verhardingen dienen echter aangelegd te worden in een helling van 1 à 2 % zodat ze op een natuurlijke wijze kunnen afwateren richting de onverharde bodem;

  • art. 40: privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen:
    op de opgetekende rioleringsplan wordt het rioolsysteem niet gescheiden aangeboden aan de straat. De overloop van de infiltratievoorziening moet niet aangesloten worden op de hemelwaterput zoals voorzien op het rioleringsplan maar moet tot aan de rooilijn worden gebracht zodat het perceel wordt voorzien van een gescheiden rioolstelsel met 1 DWA en 1 RWA. Het gescheiden stelsel dient gescheiden aangeboden te worden aan de straat conform artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd.

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd.

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De vergunde restaurantfunctie op de gelijkvloerse verdieping wordt gesupprimeerd. De hoofdfunctie van eengezinswoning blijft behouden en komt hiermee overeen met de kenmerkende woonfuncties in de straat.

 

De plannen tonen een bijgebouw achteraan het perceel. Dit bijgebouw wordt voorzien als aterlierruimte horende bij de eengezinswoning. Het gebruik van dit bijgebouw los van de hoofdfunctie wonen wordt uitgesloten van de vergunning.

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

De plannen voorzien verschillende uitbreidingen van de woning. Het hoofdvolume aan de straat wordt uitgebreid, de veranda wordt gerestaureerd en voorzien als vrijstaande pergola ter hoogte van de rechter perceelsgrens en achteraan het perceel wordt volledige bijgebouw gerenoveerd en uitgebreid. 

 

Achteraan de gelijkvloerse verdieping van het hoofdvolume wordt de bestaande veranda afgebroken en wordt de gelijkvloerse verdieping uitgebreid tot 21,54 meter. De rechter scheimuur dient beperkt opgehoogd te worden. Ter hoogte van de tweede verdieping en derde verdieping wordt het volume beperkt uitgebreid met een liftkoker. Deze uitbreidingen zijn beperkt en bijgevolg aanvaardbaar.

 

De pergola bevindt zich tegen de rechtertuinmuren in de tuinzone. De bestaande tuinmuren dienen hiervoor niet opgehoogd te worden. De pergola past in deze hoek van het perceel zonder bijkomende onaanvaardbare hinder te creëren ten opzichte van de aanpalers. De pergola is aanvaardbaar.

 

Ook het uitgebreide bijgebouw achteraan het perceel past zich in tussen de bestaande tuinmuren. Het bijgebouw wordt 2,95 meter naar voor uitgebreid. Hierdoor ontstaat een ruime atelierruimte. De diepe tuin laat dit volume toe. De uitbreidingen zijn aanvaardbaar.

 

Visueel-vormelijke elementen

De bestaande voorgevel in beigekleurig bak- en natuursteen, blauwgroen houten buitenschrijnwerk en een sokkel in natuursteen blijft behouden. Op die manier blijft het pand zich inpassen in het bouwblok waar gevels met gelijkaardige detaillering kenmerkend zijn.

 

De uitbreiding achteraan het hoofdvolume wordt voorzien in natuursteen in dezelfde rode tint als de gevelsteen met bronskleurig aluminium schrijnwerk. Deze materialisatie is aanvaardbaar.

 

Het bijgebouw achteraan het perceel wordt opgetrokken in zwart gebeitst hout met bronskleurig aluminium schrijnwerk. Deze materialisatie is voldoende afgestemd op het geheel en aanvaardbaar.

 

Cultuurhistorische aspecten

Gezien het statuut als beschermd monument ligt de bevoegdheid integraal bij het agentschap Onroerend Erfgoed. De stedelijke dienst Monumentenzorg werd aansluitend met het agentschap betrokken bij de opmaak van dit aanvraagdossier. Zij beoordelen de adviesvraag gunstig. De stedelijke dienst Monumentenzorg sluit zich aan bij dit advies.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De plannen tonen dat achteraan de eerste verdieping, op het dak van de nieuwe uitbouw, een dakterras wordt aangelegd. Dit dakterras bevindt zich tot tegen de rechter scheimuur, welke maar een hoogte heeft van circa 1,36 meter. Hierdoor ontstaat er onaanvaardbare inkijk vanaf dit terras naar de rechter aanpaler.

Gelet hierop dient het terras beperkt te worden tot 1,60 m van de rechterperceelsgrens.

 

Omwille van de mogelijke impact op het milieu, werd er advies gevraagd aan de stedelijke dienst Milieu. Dit advies luidt als volgt: “Voor de realisatie van een gescheiden riolering, de aanleg van een hemelwaterput en de funderingswerken van het nieuwe gedeelte is er mogelijks een bemaling noodzakelijk. De aandacht van de initiatiefnemer wordt er best op gevestigd dat bemalingswerken, noodzakelijk voor de realisatie van bouwkundige werken, vergunningsplichtig zijn krachtens de Vlarem indelingslijst (rubriek 53.2). Deze omgevingsvergunning moet worden bekomen alvorens de werf kan worden gestart. Indien het gaat om een bemaling van meer dan 30.000 m³ op jaarbasis en een bemaling dieper dan 4 m–mv moet de vergunningsaanvraag een bemalingsstudie bevatten. De inhoud van deze studie wordt bepaald door VMM (Richtlijnen bemalingen ter bescherming van het milieu 2019 - zie checklist 1 en 2). De karakteristieken (doorlatendheid en dergelijke) van de ondergrond worden bij voorkeur bepaald door een pompproef. De initiatiefnemer wordt gewezen op de verplichting volgens de bouwcode van stad Antwerpen (artikel 42) om de bronbemaling aan te sluiten op een retourbemaling (vb. wadi/infiltratieput), infiltratievoorziening of oppervlaktewater (vb. gracht, meer, vijver). Enkel als dit niet kan, om technische redenen of omdat de kwaliteit van het grondwater dit niet toelaat, kan lozing op de riool worden overwogen.

In dat geval moet bij lozing van >10 m³/uur op de openbare riolering toelating van Aquafin verkregen worden. De aandacht van de initiatiefnemer wordt er eveneens op gevestigd dat de opstart van de bemaling dient aangekondigd te worden bij aanvang. Deze aankondigingsplicht geldt ook voor die bemalingen waarvoor geen bemalingsstudie wordt gevraagd (dus als de bemaling lager is dan 30.000 m³ op jaarbasis en minder diep dan 4 m–mv).Voor toekomstige projecten wordt er aangeraden een bemaling tegelijk met de stedenbouwkundige handelingen aan te vragen zodat men niet voor ongewenste verrassingen komt te staan in verband met kosten, timing en dergelijke.”

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater. Deze bepalingen geven aan dat voor de uitbreiding van een woning een hemelwaterput niet vereist is. Echter wordt er voor de woning een hemelwaterput voorzien met een inhoud van 6000 liter. Bijkomend dient voor het bijgebouw in de achtertuin een hemelwaterput voorzien te worden met een inhoud van 6000 liter. Echter wordt hier een hemelwaterput voorzien met een inhoud van 11.000 liter. Er worden grotere hemelwaterputten voorzien dan noodzakelijk volgens de verordening hemelwater. Echter zal het regenwater worden ingezet voor hergebruik (bevloeiing van de tuin, buitenkraan, doorspoelen van de toiletten). Deze afwijking is vervolgens aanvaardbaar. Ook dient de overloop van de hemelwaterput van het bijgebouw aangesloten te worden op de infiltratievoorziening. Dit wordt momenteel niet voorzien. Het aansluiten van de overloop van de hemelwaterput van het bijgebouw op de infiltratievoorziening wordt opgelegd als voorwaarden.

 

Het is niet duidelijk of de guest bedroom op de derde verdieping voldoet aan de bepalingen van artikel 21 van de bouwcode en een vrije hoogte heeft van minstens 2,60 meter. Bijkomend voldoet deze guest bedroom niet aan de bepalingen van artikel 24 van de bouwcode. De lichtdoorlatende oppervlakte van de ramen bedraagt minder dan 10% van de netto vloeroppervlakte van de ruimte. Hierdoor voldoet de guest bedroom niet aan de minimale eisen betreffende woonkwaliteit van verblijfsruimtes. Gelet op de overmaat van de overige ruimten van de woning én gelet op het feit dat deze ruimte wordt voorzien als gastenkamer is een afwijking aanvaardbaar.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. Het gebruik van het bijgebouw los van de hoofdfunctie als wonen wordt uitgesloten van de vergunning.

3. De overloop van de hemelwaterput van het bijgebouw aan te sluiten op de infiltratievoorziening conform de bepalingen van de verordening hemelwater.

4. Het terras achteraan de eerste verdieping te beperken tot op 1,60 m van de rechterperceelsgrens.

5. Het gedeelte van het dak van het bijgebouw, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

6. De niet overdekte terrassen en verhardingen te voorzien in een helling van 1 a 2% zodat ze op een natuurlijke wijze kunnen afwateren richting de onverharde bodem conform de bepalingen van artikel 39 van de bouwcode.

7. De riolering te voorzien conform de bepalingen van artikel 40 van de bouwcode. 

8. Het gescheiden rioleringsstelsel gescheiden aan te bieden aan de straat conform de bepalingen van artikel 41 van de bouwcode.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

27 februari 2023

Volledig en ontvankelijk

16 mei 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

13 oktober 2023

Verslag GOA

27 juni 2023

naam GOA

Wim Van Roosendael

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. Het gebruik van het bijgebouw los van de hoofdfunctie als wonen wordt uitgesloten van de vergunning.

3. De overloop van de hemelwaterput van het bijgebouw aan te sluiten op de infiltratievoorziening conform de bepalingen van de verordening hemelwater.

4. Het terras achteraan de eerste verdieping te beperken tot op 1,60 m van de rechterperceelsgrens.

5. Het gedeelte van het dak van het bijgebouw, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

6. De niet overdekte terrassen en verhardingen te voorzien in een helling van 1 a 2% zodat ze op een natuurlijke wijze kunnen afwateren richting de onverharde bodem conform de bepalingen van artikel 39 van de bouwcode.

7. De riolering te voorzien conform de bepalingen van artikel 40 van de bouwcode. 

8. Het gescheiden rioleringsstelsel gescheiden aan te bieden aan de straat conform de bepalingen van artikel 41 van de bouwcode.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.