Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023030159 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Leonard Krasniqi met als adres Paasbloemstraat 11 te 2170 Antwerpen |
Ligging van het project: | Kapelsesteenweg 113 te 2180 Ekeren (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 34 sectie E nrs. 121Y2 en 121P3 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | uitbreiden van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed; woning in art-decostijl:
https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/101055;
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/214539;
- 30/04/2014: weigering (3582#3932) voor het vellen van bomen;
- 28/08/2002: vergunning (871#452 en 871#453) voor het vervangen en herstellen van een tuinafsluiting.
Geacht vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Bestaande toestand
- conform vergund geachte toestand.
Nieuwe toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- slopen van een bijgebouw;
- uitbreiden van het bouwvolume met een achterbouw;
- wijzigen van de voorgevel;
- wijzigen van de scheimuur met de rechter aanpalende;
- doorvoeren van interne constructieve werken.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg | 15 mei 2023 | 22 juni 2023 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd.
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd.
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
Na onderzoek blijkt het project waarschijnlijk schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Kapelsesteenweg.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De bestaande en vergunde eengezinswoning omvat een hoofdbouw van 2 bouwlagen onder een tentdak met een garage van 1 bouwlaag onder plat dak tegen de rechter perceelsgrens. In de achtertuin bevindt zich daarnaast nog een bijgebouw. Voorliggende aanvraag beoogt de sloop van het bijgebouw en de uitbreiding van de woning met een achterbouw. De nieuwe achterbouw telt 1 bouwlaag onder plat dak en sluit aan tegen de rechter perceelsgrens. De uitbreiding heeft geen negatieve gevolgen voor de privacy of bezonning van de naastgelegen percelen. De voorgestelde bouwdiepte is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening. Na de uitbreiding blijft er voldoende ruimte over op het gelijkvloers om een kwalitatieve tuinzone te behouden.
Visueel-vormelijke elementen en Cultuurhistorische aspecten
Het pand is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed, vastgesteld bij besluit van de Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed, G. Bourgeois van 29 maart 2019. De vaststelling van de inventaris van het bouwkundig erfgoed zorgt ervoor dat er voor het eerst een eenduidige en overzichtelijke lijst van het gebouwd patrimonium in Vlaanderen bepaald is. Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten. De wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw en/of constructie wordt onderworpen aan de wenselijkheid van behoud. Het behoud van de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.
Om bovenstaande redenen werd het advies ingewonnen van de stedelijke dienst monumentenzorg. Dit advies is voorwaardelijk gunstig en laat zich als volgt samenvatten:
“Het pand wordt in de inventaris omschreven als vrijstaande woning met art-deco-inslag uit de jaren 1930, met voortuin. Gebouw van twee traveeën en twee bouwlagen onder leien tentdak met dakvensters. Gevels van gele sierbaksteen op plint van donkere baksteen. Toegangstreden naar deur onder natuurstenen rondboog en met getraliede zijlichten. Halfronde gelijkvloerse erker onder plat dak; de erker is geopend door een bandvenster met houten valramen tussen stijlen en onder waterlijst van natuursteen. Verdieping geopend door gevelbreed bandvenster in natuurstenen omlijsting met robuust uitgewerkte stijlen. Drie gekoppelde vensters onder betonnen latei in de zijgevel, met glaswerk in art-decostijl. Garage van een bouwlaag onder plat dak aangebouwd tegen de rechter zijgevel. Bewaard houtwerk van deur en garagepoort met smeedijzeren traliewerk.
Van het interieur bleven volgende interieurelementen bewaard: binnenschrijnwerk (houten deuren al dan niet voorzien van glas-in-lood), vloeren, traphal met traplicht in glas-in-lood, lijstplafonds. Vooral de woonkamer, de eetkamer, de traphal met traplicht en het binnenschrijnwerk bleven gaaf bewaard.
Men wenst het pand intern te verbouwen en er wordt een nieuwe aanbouw voorzien. Het oorspronkelijk houten schrijnwerk wordt vervangen door pvc. Het leien dak wordt vervangen door zwarte tegelpannen.
Vanuit oogpunt monumentenzorg geen bezwaar voor wat betreft de nieuwe aanbouw op voorwaarde dat de bestaande openingen in de achtergevel, vooral deze van het hoofdvolume (raam eetkamer + opening aan trap), als uitgangspunt genomen worden zodat de oorspronkelijke achtergevel meer afleesbaar blijft.
De aanpassingen aan het interieur, vooral deze op het gelijkvloers waar de muur tussen de eetkamer en de woonkamer wordt gesupprimeerd en daarbij ook de dubbele houten deur met glas-in-lood, zijn niet wenselijk aangezien ze ingrijpen op de indeling en het interieur en zo de erfgoedwaarde uithollen. Ook de dubbele deur tussen de woonkamer en de inkomhal verdwijnt wat niet noodzakelijk is voor de plaatsing van het bed. Een ontwerp waarbij deze binnendeuren evenals de muur tussen eetkamer en woonkamer bewaard blijven, is aangewezen. Hoe er met de vloeren en de lijstplafonds wordt omgegaan kan niet afgeleid worden uit de aanvraag. Deze dienen eveneens bewaard. Ook het overige binnenschrijnwerk dient behouden.
Voor inventarispanden wordt de nodige aandacht gevraagd voor de buitenschil. Restauratie en valorisatie zijn het uitgangspunt. Het buitenschrijnwerk wordt vervangen door zwarte pvc met een andere profilering dan de bestaande. In een voorbespreking werd meegegeven dat het bestaande buitenschrijnwerk bewaard moest blijven. Uiteraard kon er dubbel glas voorzien worden in de bestaande sponning. In de beschrijvende nota wordt vermeld dat het schrijnwerk dient vervangen aangezien het niet mogelijk is om dubbel glas in de bestaande sponning te plaatsen. Dit wordt niet gestaafd aan de hand van een verslag voorzien van foto’s.
Wanneer aangetoond wordt dat het schrijnwerk niet bewaard kan blijven, dient dit vervangen naar oorspronkelijk model (materiaal, profilering, detaillering). Het glas-in-lood raam dient bewaard. Als stedelijke dienst monumentenzorg hechten we immers veel belang aan schrijnwerk. Schrijnwerk is immers een erfgoedkenmerk bij uitstek aangezien het essentieel bijdraagt tot de belevingswaarde van de voorgevel. Zwarte pvc doet afbreuk aan de erfgoedwaarde, zelfs in een kwalitatieve uitvoering die qua vormgeving dicht in de buurt van het oorspronkelijk schrijnwerk komt. Pvc of aluminium zijn immers atypische materialen voor deze pandtypes en kunnen omwille van de eigenheid van het materiaal nooit de profilering en historische detaillering van het oorspronkelijk houten schrijnwerk evenaren. De intrinsieke waarde van hout als materiaal is dan ook essentieel. De schildering van het hout geeft het schrijnwerk het verfijnde en typische uitzicht.
Inventarispanden krijgen afwijking op epb-eisen. Zo hoeven er geen verluchtingsroosters voorzien in schrijnwerk zichtbaar vanop het openbaar domein. Detailtekeningen voor te leggen aan de stedelijke dienst monumentenzorg indien het schrijnwerk kan vervangen worden.
De bestaande leien worden vervangen door zwarte tegelpannen. Zolang deze niet te blinkend zijn is dit aanvaardbaar.
Voor het herstel van inventarispanden kan u mogelijk beroep doen op de erfgoedlening. Meer informatie vindt u hier.
https://www.onroerenderfgoed.be/erfgoedlening”
In het ontwerp wordt rekening gehouden met de bestaande openingen in de achtergevel. We kunnen ons de vraag stellen of dit niet nog meer aansluitend uitgewerkt zou kunnen worden, maar de voorgestelde versie is aanvaardbaar. De andere voorwaarden opgelegd door de stedelijke dienst monumentenzorg worden opgenomen als voorwaarden voor vergunning.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De woning wordt voorzien van een nieuw gescheiden rioolstelsel met 1 DWA en 1 RWA. Gezien het tracé van de riolering niet is opgetekend tot aan de rooilijn is het niet duidelijk of de riolering wordt aangeboden aan de straat conform de bepalingen van artikel 41 van de bouwcode. Het uitvoeren van de riolering in overeenstemming met bovenstaand artikel wordt daarom opgenomen als voorwaarde voor vergunning.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. De binnendeuren en de bestaande muur tussen de eetkamer en woonkamer dienen bewaard te blijven. Ook de lijstplafonds en de vloeren evenals het overige binnenschrijnwerk moeten behouden blijven. Eventuele wijzigingen dienen eerst voorbesproken te worden met de stedelijke dienst Monumentenzorg.
3. De dubbele houten deur tussen de oorspronkelijke woonkamer (logeerkamer in nieuwe toestand) en de inkomhal moet behouden blijven.
4. De vloeren en de lijstplafonds dienen eveneens bewaard, net als het overige binnenschrijnwerk.
5. Het bestaande houten buitenschrijnwerk en de glas-in-lood ramen dienen bewaard te blijven. Indien kan worden aangetoond dat het niet mogelijk is om dubbel glas te plaatsen in de bestaande sponning is het mogelijk om nieuw houten schrijnwerk te plaatsen naar oorspronkelijk model. Detailtekeningen (met profilering en detaillering) zijn vooraf voor te leggen aan de stedelijke dienst Monumentenzorg.
6. De riolering dient uitgevoerd te worden in overeenstemming met de bepalingen van artikel 41 van de bouwcode.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 22 maart 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 15 mei 2023 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 12 oktober 2023 |
Verslag GOA | 28 juni 2023 |
naam GOA | Gerd Cryns |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. De binnendeuren en de bestaande muur tussen de eetkamer en woonkamer dienen bewaard te blijven. Ook de lijstplafonds en de vloeren evenals het overige binnenschrijnwerk moeten behouden blijven. Eventuele wijzigingen dienen eerst voorbesproken te worden met de stedelijke dienst Monumentenzorg.
3. De dubbele houten deur tussen de oorspronkelijke woonkamer (logeerkamer in nieuwe toestand) en de inkomhal moet behouden blijven.
4. De vloeren en de lijstplafonds dienen eveneens bewaard, net als het overige binnenschrijnwerk.
5. Het bestaande houten buitenschrijnwerk en de glas-in-lood ramen dienen bewaard te blijven. Indien kan worden aangetoond dat het niet mogelijk is om dubbel glas te plaatsen in de bestaande sponning is het mogelijk om nieuw houten schrijnwerk te plaatsen naar oorspronkelijk model. Detailtekeningen (met profilering en detaillering) zijn vooraf voor te leggen aan de stedelijke dienst Monumentenzorg.
6. De riolering dient uitgevoerd te worden in overeenstemming met de bepalingen van artikel 41 van de bouwcode.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.