Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023034815 |
Gegevens van de aanvrager: | BV Maison Osaín met als adres Groene Wandeling 19 te 2550 Kontich |
Ligging van het project: | Gijzelaarsstraat 66 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 11 sectie L nr. 3725C2 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- er werd geen relevante voorgeschiedenis teruggevonden.
Vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Bestaande toestand
- in overeenstemming met de bestaande toestand.
Nieuwe toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- slopen van de gelijkvloerse achterbouw;
- uitbreiden van het volume;
- wijzigen van de scheimuren;
- doorvoeren van interne constructieve werken.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
DE VLAAMSE WATERWEG/ De Vlaamse Waterweg nv - Afdeling Regio Centraal | 11 mei 2023 | 30 mei 2023 | Gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg | 2 mei 2023 | 26 mei 2023 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: artikel 1: zone voor wonen - (wo1) en artikel 2: zone voor wonen - (wo2).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor De Vlaamse Waterweg aangewezen is als adviesinstantie.
Het project is gelegen in een zone met een pluviale overstromingskans van 1 keer op 1000 jaar onder huidig klimaat.
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd.
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De bestemming van eengezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
In voorliggende aanvraag wordt het bestaande hoofdgebouw van 3 bouwlagen en hellend dak behouden maar grondig verbouwd. De bestaande gelijkvloerse achterbouw wordt afgebroken en vervangen door een perceelsbreed volume van 4,50 m diep en 3 bouwlagen hoog. De totale bouwdiepte komt zo op 13,00 m te liggen. De voorgestelde bouwdiepte is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening. De nieuwe achterbouw levert op het gelijkvloers een kwalitatieve tuinzone op van 28 m². Dit komt neer op zo’n 30 % van de perceelsoppervlakte.
De dakrand van het nieuwe volume ligt op 8,88 m en sluit qua hoogte aan op het entresolvolume van de linkerbuur. De scheimuur wordt bijgevolg niet gewijzigd.
Ter hoogte van de rechter perceelgrens sluit het nieuwe volume aan op het getrapte entresolvolume van de rechterbuur en dient de scheimuur over een lengte van ca. 3,00 m 2,80 m opgehoogd worden. Deze uitbreiding is aanvaardbaar en heeft bijgevolg geen negatieve gevolgen voor de privacy en de bezonning van het naastgelegen perceel.
De nieuwe achterbouw is ruimtelijk aanvaardbaar.
Cultuurhistorische aspecten
Gezien de ligging van het pand in een zone die volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan werd ingekleurd als een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde werd het advies ingewonnen van de stedelijke dienst Monumentenzorg. Dit advies laat zich als volgt lezen:
“Voorliggende aanvraag betreft de totaalrenovatie van de woning. Het is onduidelijk of het bestaande houten schrijnwerk in de voorgevel vervangen wordt. Gezien de staat waarin het schrijnwerk verkeert en de enkele beglazing wordt aangenomen van wel. De toegangsdeur die reeds vervangen werd zonder vergunning en waarvan de deuropening verkleind werd, wordt hersteld en vervangen door een dubbele paneeldeur met bovenlicht in wit geschilderd hout. De nieuwe toegangsdeur werd op het grondplan in nieuwe toestand niet opgetekend als dubbele paneeldeur. Het vervangen van het schrijnwerk door nieuw houten schrijnwerk kan gunstig geadviseerd worden en wordt geapprecieerd daar het de beeldwaarde opwaardeert.
Graag detailtekeningen voor te leggen aan de dienst Monumentenzorg voor de uitvoering van de werken of indien gewenst typedetails te bekomen bij onze dienst. Het herstellen van de vlak bepleisterde gevel en haar detaillering en het herschilderen in een wittint kan gunstig geadviseerd worden.
Op de gelijkvloerse verdieping wordt een bestaande uitbouw tegen de rechter perceelsgrens (uitgevoerd in een latere fase) gesloopt en vervangen door een perceelsbreed volume over drie bouwlagen. Vanuit oogpunt monumentenzorg is er geen bezwaar aangezien er geen kenmerkende entresoluitbouw met aangrenzende tuinkamer meer aanwezig is.
De wenselijkheid van behoud geldt voor zowel in- als exterieur. Op basis van de bijkomend aangeleverde fotoreportage blijkt dat de interieurelementen een beperkte erfgoedwaarde hebben, waardoor de interne werken aanvaardbaar zijn.
Nog aanwezige rozetten, lijstplafonds, paneeldeuren, schouwmantels, parketvloeren, lambrisering zouden, indien de bouwfysische toestand het toelaat, geïntegreerd kunnen worden.”
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt het advies van de dienst Monumentenzorg bijgetreden en wordt volgende voorwaarde bij de vergunning mee opgenomen:
- detailtekeningen van het nieuwe houten schrijnwerk voor te leggen aan de dienst Monumentenzorg, voor de uitvoering van de werken. Indien gewenst kunnen typedetails bij de dienst verkregen worden.
Visueel-vormelijke elementen
Het nieuwe volume aan de achtergevel wordt grotendeels beglaasd. Alle buitenschrijnwerk aan de achtergevel wordt in hout voorzien. Het resterende deel van de achtergevel van het hoofdvolume wordt na-geïsoleerd en afgewerkt in wit geschilderde gevelpleister. In het zadeldak worden aan de voor- en achterzijde 2 dakvlakvensters voorzien.
Het voorgestelde materiaalgebruik, een beglaasde achtergevel in combinatie met hout, past zich in de omgeving in.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De keuken heeft een oppervlakte van 20,46 m² met een vrije hoogte van ca. 5,10 m.
In deze vide wordt zowat 12,80 m² ingenomen door de TV-hoek op de 1ste verdieping. Hierdoor wordt de vrije hoogte in de onderliggende keuken plaatselijk beperkt tot een vrije hoogte van 2,20 m onder de balkenlaag. Dit strijdig met art. 21 uit de bouwcode wat een minimale vrije hoogte van 2,60 m vooropstelt.
Enkel omwille van de aanwezigheid van de vide kan de beperkte hoogte aanvaard worden.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. Detailtekeningen van het nieuwe houten schrijnwerk voor te leggen aan de dienst Monumentenzorg en dit voor de uitvoering van de werken. Indien gewenst kunnen typedetails bij de dienst verkregen worden.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 10 maart 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 10 mei 2023 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 7 oktober 2023 |
Verslag GOA | 30 juni 2023 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. Detailtekeningen van het nieuwe houten schrijnwerk voor te leggen aan de dienst Monumentenzorg en dit voor de uitvoering van de werken. Indien gewenst kunnen typedetails bij de dienst verkregen worden.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.