Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022137003 |
Gegevens van de aanvrager: | AUTOGEMB Autonoom Gemeentebedrijf Stedelijk Onderwijs Antwerpen met als adres Frankrijklei 71/73 te 2000 Antwerpen en mevrouw Ilse Verlegh met als adres Frankrijklei 71/73 te 2000 Antwerpen |
Gegevens van de exploitant: | AUTOGEMB Autonoom Gemeentebedrijf Stedelijk Onderwijs Antwerpen (0824037071) met als adres Frankrijklei 71/73 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | August Leyweg 3 te 2020 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 9 sectie I nrs. 2479H2 en 2479H2 |
waarvan: |
|
- 20190228-0046 | afdeling 9 sectie I nr. 2479H2 (AGSO August Leyweg 3) |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | het uitbreiden van een autoherstelwerkplaats en het verplaatsen van een zuurstof- en acetyleenbatterij |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 19/10/2009: vergunning (3264#2414) voor het plaatsen van overkappingen;
- 27/08/1999: vergunning (86#8720553) voor de aanleg van een vijverconstructie.
Vergunde toestand
- functie:
- schoolgebouw met werkplaatsen (Stedelijk Lyceum Zuid);
- onderwerp van de aanvraag: aanbouw met afgesloten en ook open, maar overdekte opslagplaats;
- aanbouw is onder andere bewaarplaats voor batterij met acetyleen en batterij met zuurstof;
- bouwvolume:
- 3 bouwlagen met plat dak gevormd als scherpe hoek in open bebouwing;
- klassen parellel met voorgevellijn;
- de werkplaatsen in de schuine zijde hebben een gekartelde rand (rechthoekige volumes springen uit in de schuinte);
- onderwerp van de aanvraag:
- aanbouw in uiterst linkse bovenhoek van het perceel;
- kroonlijsthoogte van 5,25 m;
- 18 bij 14 m;
- 2 bouwlagen in het afgesloten stuk achteraan;
- doorgang naar naastgelegen werkplaats via sectionaalpoort;
- gevelafwerking:
- aanbouw in grijze geprofileerde gevelplaten;
- dakrand in rode aluminium;
- gegalvaniseerde poort.
Bestaande toestand
- conform vergunde toestand.
Nieuwe toestand
- functie:
- schoolgebouw met werkplaatsen (Stedelijk Lyceum Zuid);
- onderwerp van de aanvraag:
- afgesloten aanbouw voor autowerkplaats met verbinding naar bestaande werkplaats;
- kleedkamer achteraan;
- bewaarplaats voor batterij met acetyleen en batterij met zuurstof verplaatst naar de werkplaatsen in de schuine zijde van het gebouw;
- bouwvolume:
- 3 bouwlagen met plat dak gevormd als scherpe hoek in open bebouwing;
- klassen parellel met voorgevellijn;
- de werkplaatsen in de schuine zijde hebben een gekartelde rand (rechthoekige volumes springen uit in de schuinte);
- onderwerp van de aanvraag:
- aanbouw in uiterst linkse bovenhoek van het perceel;
- kroonlijsthoogte van 5,25 m;
- 18 bij 14 m;
- 2 bouwlagen in het afgesloten stuk achteraan;
- doorgang naar naastgelegen werkplaats via sectionaalpoort;
- nieuw platform voor bestaande brandtrap;
- gevelafwerking:
- aanbouw dichtgemaakt en geïsoleerd;
- grijze geprofileerde gevelplaten;
- grijze sectionaalpoort met bovenste helft in doorzichtig materiaal;
- deur in grijs aluminium;
- dakrand in wit aluminium.
Inhoud van de aanvraag
- dichtmaken van een open werkplaats;
- wijzigen van de functie van opslagplaats naar werkplaats voor het onderwijs;
- wijzigen van de voorgevel;
- plaatsen van een nieuw platform boven aan een bestaande brandtrap.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
De exploitant beschikt voor de exploitatie van de inrichting over een vergunning van onbepaalde duur in 2019 door het college verleend (OMV_2019026985).
Inhoud van de aanvraag
De vergunningsaanvraag omvat het veranderen van de ingedeelde activiteiten verbonden aan de bestaande onderwijsinstelling voor beroeps- en technisch onderwijs.
Aangevraagde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
15.3.2° | werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen met gebruik van meer dan 4 schouwputten of hefbruggen, in ander gebied dan in industriegebied; | + 1 hefbrug |
17.1.2.1.2° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter. | - 4,80 liter |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA | 25 november 2022 | 7 februari 2023 | Ongunstig |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA | 28 april 2023 | 14 juni 2023 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Autonoom gemeentebedrijf voor vastgoed en stadsprojecten in Antwerpen | 25 november 2022 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Talentontwikkeling en Vrijetijdsbeleving/ Onderwijsbeleid/ Capaciteit | 25 november 2022 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor gemeenschapsuitrusting en openbare nutsvoorziening. Onder gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen dient te worden begrepen voorzieningen die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang en die ten dienste van de gemeenschap worden gesteld. De idee van dienstverlening (verzorgende sector) aan de gemeenschap is derhalve rechtstreeks aanwezig. Artikel 4.4.8.van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening schrijft voor dat in gebieden die op de gewestplannen zijn aangewezen als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, handelingen van algemeen belang en de daarmee verbonden activiteiten te allen tijde kunnen worden toegelaten, ongeacht het publiek of privaatrechtelijk statuut van de aanvrager of het al dan niet aanwezig zijn van enig winstoogmerk. Als gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen kunnen eveneens worden beschouwd een school, een voor het publiek toegankelijke toegangsweg tot een vergund gebouwencomplex in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen en neveninrichtingen naast een autosnelweg. Alhoewel in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen in principe geen gebouwen met een woonfunctie zijn toegelaten, heeft de Raad van State bovendien niettemin geoordeeld dat service-flats voor bejaarden kunnen worden vergund in dergelijk gebied. Ook een nomadenkamp werd door de Raad van State beschouwd als een gemeenschapsvoorziening en openbare nutsvoorziening, (Artikel 17 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA Specifiek en duurzaam bedrijventerrein Groothandelsmarkt, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 29 augustus 2003. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: zone f buffer.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:
- Niveauverschillen: Artikel 18: Algemene bepalingen: het is onduidelijk wat het hoogteverschil is tussen buiten en binnen bij het oversteken van de drempel van de nieuwe deur;
- Artikel 24: Draairuimte: de nieuwe deur in de voorgevel ligt te diep in de muur langs de binnenzijde van het gebouw waardoor de buitenste rand van de vrije en vlakke draairuimte aan de duwzijde van de deur, het gesloten deurvlak niet raakt.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd.
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd.
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag is in strijd met artikel 24 van de gewestelijke verordening Toegankelijkheid. Dit wordt verder verduidelijkt onder de rubriek ‘Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen’ en zal in voorwaarde bij de vergunning worden opgenomen.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag betreft een uitbreiding van een autowerkplaats voor studenten automechanica op de campus van het Stedelijk Lyceum Zuid. Het betreft een reeds bestaande campus en werkplaats waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd wordt.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag beoogt de uitbreiding van een autowerkplaats voor de studenten automechanica. De reeds bestaande overdekte zone voor bouwmaterialen wordt bij de werkplaats betrokken en hiermee verbonden. De reeds bestaande ruimte voor de opslag van bouwmaterialen wordt omgevormd naar een binnenomgeving, met behoud van de bestaande wanden en zonder oppervlakte-uitbreiding. De nieuwe autowerkplaats zal na realisatie 1 compartiment vormen met de bestaande werkplaats. De buitenwanden van de opslagruimte grenzend aan de perceelsgrenzen blijven behouden. De hoogte wordt beperkt tot de reeds aanwezige hoogte van de uitbreiding. Schaal en ruimtegebruik zijn aldus gunstig.
Visueel-vormelijke elementen
Visueel wijzigt enkel de gevel naar de school toe van een open hekwerk naar een gesloten gevel voorzien van een sectionaalpoort. De gevels zijn bovendien niet zichtbaar van op de straat. De visueel vormelijke elementen zijn gunstig.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Op de plannen is het niet duidelijk wat het hoogteverschil is tussen binnen en buiten bij het oversteken van de drempel van de nieuwe toegangsdeur in de voorgevel van de autowerkplaats. In voorwaarde bij de vergunning zal worden opgenomen dat het niveauverschil bij de overgang tussen binnen en buiten maximum 2 cm mag zijn.
De nieuwe deur in de voorgevel van de nieuwe werkplaats C2 ligt te diep in de muur langs de binnenzijde van het gebouw waardoor de buitenste rand van de vrije en vlakke draairuimte aan de duwzijde van de deur, het gesloten deurvlak niet raakt. In voorwaarde bij de vergunning wordt opgenomen dat deze deur dient te worden uitgevoerd conform artikel 24 van de gewestelijke verordening toegankelijkheid.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
De exploitant van deze onderwijsinstelling wenst de afdeling automechanica uit te breiden met één hefbrug waardoor het totaal komt op 11. Om deze uitbreiding mogelijk te maken wordt aan het bestaande gebouw C een bijkomend atelier aangebouwd. Het nieuwe gebouw wordt voorzien van een vloeistofdichte vloer en een afvoerpunt naar een KWS-afscheider.
Door deze verbouwing dienen de vergunde gasbatterijen (zuurstof en acetyleen) enkele meters te worden verschoven naar een plaats tussen gebouw C en gebouw B. De totale inhoud van de aanwezige gasflessen zal lichtjes wijzigen van 2.960 liter naar 2.955 liter.
De beoogde veranderingen zijn qua impact verwaarloosbaar in functie van de bestaande toestand. Er is dan ook geen reden om de vergunningsvoorwaarden aan te passen. Er is geen bezwaar tegen de gevraagde veranderingen.
Naar aanleiding van het besluit worden de bijzondere milieuvoorwaarden uit de eerder besluiten geactualiseerd.
De bijzondere milieuvoorwaarden met betrekking tot de KWS-afscheider werden grotendeels overgenomen in de afdeling 4.2.3.bis van Vlarem II en kunnen derhalve geschrapt worden. Met de voorliggende aanpassing van de opslagplaatsen voor gassen wordt voldaan aan de bijzondere milieuvoorwaarde opgelegd in besluit van 13 september 2019 met betrekking tot de gasopslagplaatsen. De voorwaarde wordt geschrapt. De overige milieuvoorwaarden blijven van onverminderd van toepassing.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt voorgesteld de gevraagde verandering van de vergunning toe te staan.
Geadviseerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
15.3.2° | werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen met gebruik van meer dan 4 schouwputten of hefbruggen, in ander gebied dan in industriegebied; | + 1 hefbrug |
17.1.2.1.2° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter. | - 4,80 liter |
Gecoördineerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
3.2.2°a) | het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; | 1.600 m³/jaar |
3.4.1°b) | het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater met één of meer gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II; | 1 m³/uur |
4.3.a)1°ii) | inrichtingen voor het mechanisch, pneumatisch of elektrostatisch aanbrengen van bedekkingsmiddelen, voorzien van een filterinstallatie met gebruik van actieve kool voor de adsorptie van de afvalgassen of een gelijkwaardige installatie met een vermogen van 5 kW tot en met 25 kW en de inrichting is volledig of gedeeltelijk gelegen in een ander gebied dan een industriegebied; | 6,05 kW |
6.4.1° | opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | 2.000 liter |
15.1.1° | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; | 25 voertuigen |
15.3.2° | werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen met gebruik van meer dan 4 schouwputten of hefbruggen, in ander gebied dan in industriegebied; | 11 schouwputten of hefbruggen |
15.4.2°a) | niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van minder dan 10 motorvoertuigen en hun aanhangwagens per dag, volledig of gedeeltelijk gelegen in een ander gebied dan industriegebied; | 1 motorvoertuig/ week |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 27,72 kW |
17.1.2.1.2° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter; | 2.955,20 liter |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 2.000 liter |
43.1.1°b) | het stoken in installaties, met uitzondering van stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 2.000 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een ander gebied dan industriegebied en gestookt wordt met aardgas. | 1.327 kW |
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 20 oktober 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 15 november 2022 |
Start 1e openbaar onderzoek | 5 december 2022 |
Einde 1e openbaar onderzoek | 3 januari 2023 |
Beslissing toepassing administratieve lus | 9 februari 2023 |
Start laatste openbaar onderzoek | 19 februari 2023 |
Einde laatste openbaar onderzoek | 20 maart 2023 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 28 juli 2023 |
Verslag GOA | 30 juni 2023 |
naam GOA | Bieke Geypens en Gerd Cryns |
Administratieve lus
Op de aanvraag werd een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):
Door de cyberaanval van 5 december 2022 is het openbaar onderzoek niet correct verlopen en moet het worden overgedaan.
De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn werden opnieuw uitgevoerd om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).
De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
5 december 2022 | 3 januari 2023 | 0 | 0 | 0 | 0 |
19 februari 2023 | 20 maart 2023 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.
De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
3.2.2°a) | het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; | 1.600 m³/jaar |
3.4.1°b) | het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater met één of meer gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II; | 1 m³/uur |
4.3.a)1°ii) | inrichtingen voor het mechanisch, pneumatisch of elektrostatisch aanbrengen van bedekkingsmiddelen, voorzien van een filterinstallatie met gebruik van actieve kool voor de adsorptie van de afvalgassen of een gelijkwaardige installatie met een vermogen van 5 kW tot en met 25 kW en de inrichting is volledig of gedeeltelijk gelegen in een ander gebied dan een industriegebied; | 6,05 kW |
6.4.1° | opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | 2.000 liter |
15.1.1° | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; | 25 voertuigen |
15.3.2° | werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen met gebruik van meer dan 4 schouwputten of hefbruggen, in ander gebied dan in industriegebied; | 11 schouwputten of hefbruggen |
15.4.2°a) | niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van minder dan 10 motorvoertuigen en hun aanhangwagens per dag, volledig of gedeeltelijk gelegen in een ander gebied dan industriegebied; | 1 motorvoertuig/ week |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 27,72 kW |
17.1.2.1.2° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter; | 2.955,20 liter |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 2.000 liter |
43.1.1°b) | het stoken in installaties, met uitzondering van stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 2.000 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een ander gebied dan industriegebied en gestookt wordt met aardgas. | 1.327 kW |
De vergunning omvat thans volgende bijzondere milieuvoorwaarden:
Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor onbepaalde duur.