Terug
Gepubliceerd op 12/07/2023

2023_CBS_04684 - Omgevingsvergunning - OMV_2023042080. Meereigen 153. District Merksem - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 07/07/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_04684 - Omgevingsvergunning - OMV_2023042080. Meereigen 153. District Merksem - Goedkeuring 2023_CBS_04684 - Omgevingsvergunning - OMV_2023042080. Meereigen 153. District Merksem - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023042080

Gegevens van de aanvrager:

Yechezkel Glick met als adres Belgiëlei 50 bus 7 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Meereigen 153 te 2170 Merksem (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 41 sectie B nr. 351N

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

uitbreiden van een woning en het vermeerderen van het aantal woongelegenheden

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          21/12/1978: vergunning (103#9897) voor gevelveranderingswerken.

 

Geacht vergunde toestand

-          functie:

  • eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • 2 bouwlagen met plat dak; 
  • bouwdiepte gelijkvloers 17 m;
  • bouwdiepte eerste verdieping 12,8 m;
  • uitbreiding rechterzijde eerste verdieping tot 15 m;
  • kroonlijsthoogte 6,7 m;

-          gevelafwerking:

  • gele siersteen;
  • plint in natuursteen;
  • horizontale strook in gekleurde bezetting;
  • aluminium buitenschrijnwerk;
  • poort naar inpandige garage;

-          inrichting:

  • tuinberging achteraan de tuin.

 

Bestaande toestand

-          voorgevel gewijzigd naar rode baksteen;

-          grootte en indeling van het buitenschrijnwerk in de voorgevel gewijzigd;

-          horizontale strook in gekleurde bezetting gesupprimeerd;

-          eerste verdieping uitgebreid door middel van een veranda;

-          trap van de eerste verdieping naar de tuin geplaatst aan de rechterzijde.

 

Nieuwe toestand

-          functie: 

  • meergezinswoning;
  • 1 studio op het gelijkvloers;
  • 1 tweeslaapkamerappartement op de eerste en tweede verdieping;

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen met plat dak; 
  • bouwdiepte gelijkvloers 17 m;
  • bouwdiepte eerste en tweede verdieping 12,8 m;
  • uitbreiding rechterzijde eerste verdieping tot 15 m;
  • kroonlijsthoogte 10 m;
  • slopen van de veranda;
  • inrichten van een dakterras op de eerste verdieping en tweede verdieping;
  • plaatsen van een trap van de eerste verdieping naar de tuin aan de rechterzijde;

-          gevelafwerking:

  • rode baksteen;
  • plint in natuursteen;
  • supprimeren van de horizontale strook in gekleurde bezetting;
  • buitenschrijnwerk gelijkvloerse verdieping in aluminium;
  • buitenschrijnwerk op de verdiepingen in wit pvc;
  • metalen lijst doorbreekt de voorgevel ter hoogte van de kroonlijst van de linkerbuur;
  • kroonlijst in pvc;
  • poort naar inpandige garage;

-          inrichting:

  • tuinberging achteraan de gemeenschappelijke tuin;
  • een deel van de tuin wordt ingericht als privétuin voor de studio op het gelijkvloers.

 

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van de veranda;

-          vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 1 naar 2;

-          uitbreiden van het volume;

-          wijzigen van de voorgevel;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

10 mei 2023

19 juni 2023

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator/ Fluvius

10 mei 2023

11 mei 2023

Geen advies

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

10 mei 2023

11 mei 2023

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

10 mei 2023

23 mei 2023

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-      Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

 

-      Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-      Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-      Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 11 Afwerken van gevels en materiaalgebruik:
    het gebruik van buitenschrijnwerk in verschillende materialen en kleuren binnen dezelfde voorgevel wordt niet gezien als esthetisch verantwoord;
  • artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:
    de fietsstalplaatsen voldoen niet;
  • artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen:
    er ontbreekt 1 autostalplaats;
  • artikel 40 Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen:
    het rioolsysteem moet gescheiden aangeboden worden aan de straat;
  • artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:
    de aansluitpunten van het privaat gescheiden rioolstelsel moeten minstens 0,2 m en hoogstens 0,5 m uiteen gelegen zijn.

 

Sectorale regelgeving

-      MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-      Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).

 

Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd. Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd. Het project is niet gelegen in een signaalgebied. Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

 

-      Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-      Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))


Artikel 4.3.8 is van toepassing op de aanvraag. De aanvraag is hiermee in overeenstemming.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag is gesitueerd in de Meereigen, gelegen in een woonwijk van het district Merksem. De onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door één- en meergezinswoningen.

Het omvormen van een eengezinswoning naar meergezinswoningen sluit aan bij de bestaande functies aanwezig op de omliggende percelen en is daarmee in overeenstemming met de kenmerkende woonfuncties in de omgeving.


De aanvraag voldoet aan artikel 23 van de bouwcode. Het opdelen van een woning met een buitenruimte van meer dan 15 m² in meerdere woongelegenheden is principieel niet toegelaten, tenzij na opdeling tenminste één woongelegenheid met een netto-vloeroppervlakte van minstens 100 m² met een aansluitende buitenruimte van minstens 15 m² behouden blijft.
Dit is het geval in voorliggend ontwerp. De aanvraag voorziet in een wooneenheid van circa 121 m² (duplex appartement op de eerste en tweede verdieping) met een tuinzone van circa 94 m².

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag voldoet aan de goede ruimtelijke ordening op vlak van schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid. Het gebouw past in de toekomstige straatwand en het toekomstige gabarit van de woningen uit zijn omgeving.

De afstand van voorgevel tot voorgevel in de Meereigen is voldoende breed om een extra bouwlaag toe te laten. Verder is de afstand tot de achterste perceelsgrens/ achterliggende bebouwing ook voldoende groot waardoor de extra bouwlaag geen hinder geeft naar de achterliggende buren. De schaal van de aanvraag is aanvaardbaar in de stedelijke omgeving.

Visueel-vormelijke elementen

Het buitenschrijnwerk wordt voorzien in twee verschillende kleuren, namelijk grijs aluminium voor de inkomdeur en garagepoort en wit PVC voor het schrijnwerk op de verdiepingen. Omwille van de harmonie in het straatbeeld en een harmonisch gevelbeeld is dit niet aanvaardbaar en in strijd met artikel 11 van de bouwcode. Naar voorwaarden wordt meegenomen om het buitenschrijnwerk in één materiaal en in één kleur uit te voeren.

Verder voldoet de aanvraag aan de goede ruimtelijke ordening op vlak visueel-vormelijke elementen. De nieuwe gevel wordt afgewerkt met rode baksteen, aansluitend met de bestaande voorgevel. Dit materiaal past binnen de omgeving waarop de aanvraag betrekking heeft en is dus aanvaardbaar.

De voorgevel vormt een eerlijke vertaling van de achtergelegen functie.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Naar voorwaarden wordt meegenomen om de septische put te verplaatsen naar de garage. Tijdens het behandelen wordt vastgesteld dat een nieuwe septische put geplaatst wordt onder de inkomhal. Dit is naar comfort (geurhinder en opstapeling van methaangas) niet aanvaardbaar. 

Om het wooncomfort van een woning te bewaken, is het belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. De gelijkvloerse wooneenheid betreft een ruimte studio. En door de uitbreiding op de tweede verdieping (daklaag) is dit ook het geval in de tweede wooneenheid. Beide woongelegenheden bieden voldoende wooncomfort.

Het dossier werd voorwaardelijk gunstig geadviseerd door de brandweer. De voorgestelde voorwaarden worden integraal opgenomen als voorwaarde van vergunning.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

De aanvraag betreft het uitbreiden van een eengezinswoning tot meergezinswoning met 2 wooneenheden. Tot 5 wooneenheden is er 1 parkeerplaats per wooneenheid noodzakelijk. Gezien er 1 wooneenheid bij komt, is de werkelijke parkeerbehoefte 1.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

Er worden geen nieuwe parkeerplaatsen voorzien bij de uitbreiding.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0 .

Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12, §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten. ’

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 0 = 1 .
 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 0 = 1 . Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.

 

 

Fietsvoorzieningen

Er zijn momenteel 3 fietsstalplaatsen ingetekend. De breedte van de gang hier naar toe is 80 cm breed. Dit is niet voldoende, en moet in principe minstens opgetrokken worden tot 90 cm en bij voorkeur tot 1 m. Echter wordt hierdoor de trap te smal om nog op een comfortabele manier naar boven te gaan. De breedte is bijgevolg aanvaardbaar.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. Het buitenschrijnwerk in de voorgevel dient in eenzelfde materiaal en kleur te worden uitgevoerd zodat een harmonische gevel ontstaat.
  1. Het rioolsysteem moet gescheiden aangeboden worden aan de straat, conform artikel 40 van de bouwcode.
  1. De aansluitpunten van het privaat gescheiden rioolstelsel moeten minstens 0,2 m en hoogstens 0,5 m uiteen gelegen zijn, conform artikel 41 van de bouwcode.
  1. De septische put moet onder de garage worden voorzien, zodat er geen geurhinder in de wooneenheden kan ontstaan.
  1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
  1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
  1. Het dakterras op de eerste verdieping moet op minstens 1,9 m van de perceelsgrens worden geplaatst, conform het burgerlijk wetboek. Dit wordt in rood aangeduid op plan.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

24 maart 2023

Volledig en ontvankelijk

10 mei 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

7 oktober 2023

Verslag GOA

30 juni 2023

naam GOA

Cynthia Steurs

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

1

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

  1. Foutieve plannen – gabarit aanpalers: De bezwaarindiener merkt op dat de aangeleverde plannen niet correct zijn opgetekend en daardoor niet leesbaar zijn. Zo stemmen onder meer de geveltekeningen, de snedes en terreinprofielen niet met de werkelijkheid.

 

Beoordeling: Het bezwaar is gegrond. Na vergelijking tussen de aangeleverde foto’s en de plannen in het dossier kan inderdaad worden vastgesteld dat het zadeldak en de nokhoogte van de linkerbuur niet correct zijn opgetekend. Dit punt wordt hernomen bij toetsing goede ruimtelijke ordening.

 

  1. Gebrek aan overleg: Er is door de aanvrager en zijn architect niet het minste voorafgaand overleg gevoerd met de bezwaarindiener, hoewel er ingrijpende werken zullen gebeuren aan en ter plaatse van de scheidsmuren.

 

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. Dit is geen stedenbouwkundig aspect maar een burgerrechtelijk aspect en dient onderling te worden geregeld.

 

  1. Harmonie: Volgens de bezwaarindiener wordt er vermeld ‘optoppen van één verdiep die mooi aan de buren aansluiten’. Echter is hij van mening dat er zowel links als rechts niet wordt aangesloten op de bestaande profielen. Volgens hem komt dit het straatbeeld niet ten goede. Volgens de bezwaarindiener bestaat het merendeel van de eengezinswoningen in de Meereigen uit 2 bouwlagen al dan niet met een hellend dak.

 

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. De afstand van voorgevel tot voorgevel in de Meereigen is voldoende breed om een extra bouwlaag toe te laten. Verder is de afstand tot de achterste perceelsgrens/ achterliggende bebouwing ook voldoende groot waardoor de extra bouwlaag geen hinder geeft naar de achterliggende buren. De schaal van de aanvraag is aanvaardbaar in de stedelijke omgeving. Dit punt wordt hernomen bij toetsing goede ruimtelijke ordening.

 

  1. Mobiliteit: In de Meereigen, en volgens de bezwaarindiener in de gehele buurt, is een ernstig parkeerprobleem/ parkeeroverlast. Vele woningen en appartementen hebben geen garage, waardoor de parkeerdruk enorm groot is. Bij de aangevraagde werken wordt slechts 1 parkeerplaats voorzien, en dit voor 2 toekomstige wooneenheden. Dit heeft volgens hem een nefaste invloed op de reeds bestaande parkeerdruk.

 

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. De bezwaarindiener haalt geen concrete cijfers aan waaruit kan worden afgeleid dat 1 bijkomende wooneenheid een nefaste invloed heeft op de, volgens hem, bestaande parkeerdruk. Tevens laat de bouwcode toe om een niet-gerealiseerde parkeerplaats af te kopen. In dit geval is 1 plaats afkopen aanvaardbaar.

 

  1. Verkleinen parkeergarage: Volgens de bezwaarindiener wordt de bestaande garage verkleind tot de minimale diepte van 5,5 m. Gezien de huidige afmetingen van auto’s lijkt het hem niet aangewezen om een bestaande garage van 7m diep, nog te verkleinen. Volgens de bezwaarindiener is de kans zeer groot dat in de praktijk de garage te klein is en die auto gewoon in de straat geparkeerd zal worden.

 

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. De afmetingen van de garage voldoen aan gesuggereerde afmetingen vermeld in artikel 30 van de bouwcode.

 

  1. Verkeerde argumentatie: Volgens de bezwaarindiener wordt er vermeld ‘de tuin is te groot voor zo’n kleine familie’. Vele tuinen in de buurt zijn even groot of groter. Volgens de bezwaarindiener is het de omgekeerde wereld om dat de grootte van de tuin en de gezinsgrootte, wordt gebruikt als argument om een extra wooneenheid te voorzien en de tuin op te delen. De bewoning en grootte van de familie is ook veranderlijk. Momenteel wordt de woning volgens hem bewoond door een gezin met meerdere kinderen; wat geen ‘kleine familie’ kan worden genoemd. De draagkracht van het pand is volgens hem te klein om er 2 families te huisvesten.

 

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. Het is inderdaad een foutieve redenering om de grootte van de tuin aan te grijpen als argument om de woning op te delen maar de aanvraag wordt steeds in zijn geheel beoordeeld rekening houdend met alle stedenbouwkundige aspecten. De 2 wooneenheden in het ontwerp bieden een betere wooncomfort dan de oorspronkelijke bestaande woning. Het onderhoud van de tuin is een burgerrechtelijk aspect en wordt dan ook niet meegenomen in de beoordeling.

 

  1. Schaduwhinder: In de aanvraag wordt een volledige derde bouwlaag met plat dak tot op een bouwdiepte van circa 13 m voorzien. De bezwaarindiener heeft een hellend dak tot op 9 m bouwdiepte. Door de geplande nieuwe verdieping, komt het dak van zijn woning in de schaduw te liggen (zuid-zuidwest-west), wat een enorm verlies betekent in energieopbrengst van zijn zonnepanelen. De daling van het rendement van de zonnepanelen, betekent volgens hem een waardeverlies van zijn woning.

 

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. Het is correct dat het geplande project hoger reikt dan de aanpalende woning waardoor het niet uitgesloten is dat rechtstreeks zonlicht weggenomen wordt van de zonnepanelen gedurende een moment van de dag. Toch is er geen sluitend verband tussen de wegname van zonlicht en de financiële gevolgen aangetoond. De bouwhoogte in voorliggend project is inpasbaar in het straatbeeld en verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

 

  1. Bouwdiepte tweede verdieping: De voorziene werken betreffen geen ‘optopping’ met hellend dak, maar wel een volwaardige extra verdieping tot op een bouwdiepte van 12,84 meter volgens het dakplan (terras niet meegerekend). Deze bouwdiepte van bijna 13 meter op de tweede verdieping sluit niet aan op de geburen.

 

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. Zoals reeds aangehaald, is de afstand van voorgevel tot voorgevel in de Meereigen voldoende breed om een extra bouwlaag toe te laten. Verder is de afstand tot de achterste perceelsgrens/ achterliggende bebouwing ook voldoende groot waardoor de extra bouwlaag geen hinder geeft naar de achterliggende buren.
De bouwdiepte sluit aan op de reeds bestaande bouwdiepte van de eerste verdieping, dit is slechts 4 m dieper dan de linker aanpalende maar nog wel in overeenstemming met de overige bouwdiepte in de omgeving. De schaal van de aanvraag is aanvaardbaar in de stedelijke omgeving.

 

  1. Strijdig met artikel ‘lichten en zichten’ van het burgerlijk wetboek: Volgens de bezwaarindiener wordt op de eerste verdieping de veranda afgebroken en wordt hier een dakterras voorzien. Uit de plannen (snede en terreinprofielen) van de nieuwe toestand kan volgens hem worden afgeleid dat de scheidsmuur ook wordt afgebroken. Het nieuwe dakterras wordt over de volledige perceelsbreedte voorzien, dus tot op de perceelsgrens. Dit zou betekenen dat het terras op de eerste verdieping rechtstreeks zicht heeft op de tuin, terras, en badkamer (via dakkoepel) van zijn woning.

 

Beoordeling: Het bezwaar is gegrond. Uit de plannen kan inderdaad worden afgeleid dat de scheidsmuur op de eerste verdieping achteraan wordt afgebroken. Conform het burgerlijk wetboek moet het dakterras op minstens 1,9 van de perceelsgrens geplaatst worden. Dit wordt meegenomen naar de voorwaarden.

 

  1. Woonkwaliteit: Volgens de bezwaarindiener wordt er vermeld dat de bestaande toestand ‘niet goed is voor de huidige levensstijl’. Volgens hem heeft de huidige eengezinswoning een oppervlakte van circa 155,83 m². Deze wordt verminderd naar circa 121 m² (appartement) en circa 43 m² (studio). Dat betekent dat de woning kleiner wordt dan nu het geval is, ondanks de grootse ingreep van een volledige extra derde bouwlaag.

De bezwaarindiener is van mening dat dit geen gunstig effect heeft op de ‘levensstijl’. De woonst wordt momenteel door een groot gezin bewoond, en er zou nog een tweede wooneenheid bijkomen.

 

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. De aanvraag voldoet aan artikel 23 van de bouwcode. Het opdelen van een woning met een buitenruimte van meer dan 15 m² in meerdere woongelegenheden is principieel niet toegelaten, tenzij na opdeling tenminste één woongelegenheid met een netto-vloeroppervlakte van minstens 100 m² met een aansluitende buitenruimte van minstens 15 m² behouden blijft. Dit is het geval in voorliggend ontwerp.

 

  1. Plaatsing septische put: De bezwaarindiener merkt op dat er een septische put wordt voorzien onder de inkomhal, met verluchting naar de voorgevel ter plaatse van de voordeur. Volgens hem kan dit geurhinder geven aan de straatzijde, ook voor de onmiddellijke buren.

 

Beoordeling: Het bezwaar is gegrond. Een septische put plaatsen in een inkomhal is naar comfort niet aanvaardbaar. Dit wordt meegenomen in de toetsing goede ruimtelijke ordening.

 

  1. Scheidsmuur – afwerking: Volgens de bezwaarindiener wordt er nergens op de plannen gesproken over de afwerking van de scheidsmuur bovendaks, aan weerszijden van de gemene muur tussen zijn woning en de aanvraag. Hij is van mening dat een waterdichte en geïsoleerde afwerking van de scheimuur noodzakelijk is, en dient te gebeuren volgens de regels van de kunst en goed vakmanschap, én in onderling overleg.

 

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. De omgevingsvergunning heeft een zakelijk karakter. Werken die uitgevoerd worden aan de scheidsmuren kunnen slechts uitgevoerd worden, mits de uitdrukkelijke toestemming van beide partijen. Het is de verantwoordelijkheid van de architect om de werken naar behoren op te volgen en van de aannemer om deze volgens de regels van de kunst uit te voeren. Het optreden van schade aan de naburige percelen kan hierdoor vermeden worden.

 

  1. Scheidsmuur – akoestiek: Volgens de bezwaarindiener moet de huidige thermische isolatie en afwerking afgebroken worden om de nieuwe verdieping te realiseren. Verder moet er een aansluiting gemaakt worden tussen een hellend dak en een hogere muur. Er wordt volgens hem geen akoestische isolatie voorzien, en er wordt nergens iets gemeld van thermische isolatie en nieuwe afwerking tegen de vrije muurdelen. Het is voor hem niet duidelijk hoe koudebruggen en vochtproblemen vermeden zullen worden.


Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. De omgevingsvergunning heeft een zakelijk karakter. Werken die uitgevoerd worden aan de scheidsmuren kunnen slechts uitgevoerd worden, mits de uitdrukkelijke toestemming van beide partijen. Het is de verantwoordelijkheid van de architect om de werken naar behoren op te volgen en van de aannemer om deze volgens de regels van de kunst uit te voeren. Het optreden van schade aan de naburige percelen kan hierdoor vermeden worden.

 

  1. Scheidsmuur – stabiliteit: Volgens de gegevens van de bezwaarindiener is de gemene muur tussen zijn woning en de aanvraag een oude muur van slechts 18 cm dik die te paard op de scheilijn staat. Op de plannen staat deze echter opgetekend als een dubbele muur van 28 cm. Op de nieuw te realiseren extra verdieping, zijn de scheimuren links en rechts getekend als een volledig nieuwe dubbele muur (2x14 cm).

Deze foutieve veronderstelling heeft volgens hem zware constructieve gevolgen op de realiseerbaarheid van de nieuwe verdieping. Er is namelijk volgens de bezwaarindiener geen bestaande dubbele muur om op te hogen en zo de nieuwe dakstructuur op te vangen. Ook de oude fundering is niet voorzien om een extra verdieping te dragen.

 

Beoordeling: Het bezwaar is gegrond. Dit kan een nefast effect hebben op beide woningen. Echter heeft de omgevingsvergunning een zakelijk karakter. Werken die uitgevoerd worden aan de scheidsmuren kunnen slechts uitgevoerd worden, mits de uitdrukkelijke toestemming van beide partijen. Het is de verantwoordelijkheid van de architect om de werken naar behoren op te volgen en van de aannemer om deze volgens de regels van de kunst uit te voeren. Het optreden van schade aan de naburige percelen kan hierdoor vermeden worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

  1. Het buitenschrijnwerk in de voorgevel dient in eenzelfde materiaal en kleur te worden uitgevoerd zodat een harmonische gevel ontstaat.
  1. Het rioolsysteem moet gescheiden aangeboden worden aan de straat, conform artikel 40 van de bouwcode.
  1. De aansluitpunten van het privaat gescheiden rioolstelsel moeten minstens 0,2 m en hoogstens 0,5 m uiteen gelegen zijn, conform artikel 41 van de bouwcode.
  1. De septische put moet onder de garage worden voorzien, zodat er geen geurhinder in de wooneenheden kan ontstaan.
  1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
  1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
  1. Het dakterras op de eerste verdieping moet op minstens 1,9 m van de perceelsgrens worden geplaatst, conform het burgerlijk wetboek. Dit wordt in rood aangeduid op plan.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.