De laatste wijziging aan de rechtspositieregeling werd door het college goedgekeurd op 2 april 2021 (jaarnummer 2651).
Sindsdien zijn er een aantal zaken die een aanpassing vragen.
De gedragscode wordt aangevuld met enkele bepalingen, namelijk dat bij gebruik van zware voertuigen en/of zwaar materiaal medewerkers elkaar altijd moeten bijstaan. Ook dat er correct omgegaan moet worden met persoonsgegevens van burgers en collega’s.
Het reglement omtrent nevenactiviteiten wordt geactualiseerd en ingekort tot acht artikels. Er wordt een uitzondering voorzien op het verbod om nevenactiviteiten uit te voeren op de werkplek. Er wordt een verbod ingevoerd op het uitoefenen van nevenactiviteiten tijdens de ziekteperiode, geen uitzondering mogelijk. De regels omtrent het leveren van goederen en diensten aan de stad worden versoepeld, de bepalingen rond de vrijstelling van arbeidsprestaties en dringende wederoproep worden geschrapt.
De werking rond het gebruiken van beelden bij ontslagdossiers wordt verduidelijkt.
De bijkomende informatie aan het arbeidsreglement, die oorspronkelijk in informatiebundels per bedrijfseenheid werden meegedeeld, wordt nu gebundeld in de rechtspositieregeling.
Het stuk rond deeltijds ziekteverlof wordt herschreven conform de praktische werking. Deeltijds ziekteverlof valt onder aangepast werk om medische redenen en wordt vanaf nu opgedeeld in de rechtspositieregeling.
Er wordt voorzien dat de algemeen directeur kan beslissen dat loopbaanspaardagen bij ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens medische overmacht, of bij ziektepensioen, wel worden uitbetaald.
Dienstvrijstelling omwille van corona wordt geschrapt.
De toelage voor nachtprestaties en prestaties op zaterdagen, zondagen en feestdagen wordt in principe enkel nog in geld vastgelegd. Deze bepaling zal inwerkingtreden op 1 januari 2024 voor nieuwe medewerkers. Vanaf 1 januari 2025 geldt deze bepaling voor alle medewerkers.
De visie rond werken na 65 jaar wordt verduidelijkt.
Werkervaringsklanten krijgen een eigen statuut/reglement vanaf 1 april 2024. Dit naar aanleiding van het decreet individueel maatwerk. Het toepassingsgebied wordt daarom aangepast.
De werkroosters worden up to date gebracht.
Aansluitend bij deze wijziging worden ook andere onderhoudswijzigingen opgenomen.
De rechtspositieregeling van het stads- en OCMW-personeel zoals goedgekeurd door het college van 2 april 2021 (jaarnummer 2651).
Op 25 maart 2019 (jaarnummer 154) besliste de gemeenteraad om de bevoegdheid om de rechtspositieregeling en reglementen omtrent personeelsaangelegenheden in uitvoering van de rechtspositieregeling vast te stellen, over te dragen naar het college. De raad voor maatschappelijk welzijn besliste op 25 maart 2019 (jaarnummer 27) hetzelfde voor het vast bureau.
Op 24 mei 2019 (jaarnummer 00205) keurde het vast bureau het principe goed dat wijzigingen aan de rechtspositieregeling (met uitzondering van wijzigingen aan het statuut van maatschappelijk werkers), uitvoeringsbesluiten op de rechtspositieregeling en andere besluiten met betrekking op personeelsbeleid enkel beslist worden door het college.
Titel/Hoofdstuk | Artikel | Argumentatie |
Titel 1.1 | Artikel 3 | Gedragscode – een extra artikel rond de werking bij het gebruik van zware voertuigen wordt toegevoegd. Dit in het kader van veiligheid |
Titel 1.1 | Artikel 4 | Verduidelijking van de GDPR omtrent het correct omgaan met de persoonsgegevens van burgers. |
Titel 1.2 | Telematicacode | Het stuk over de controle wordt verduidelijkt door aan te geven dat het niet gaat over permanente/systematische controles. Controles gebeuren enkel bij vermoedens van misbruik.
|
| Titel 1.3 | Bijberoepen en andere nevenactiviteiten | Tekstuele en inhoudelijke aanpassingen wegens nieuw beleid. |
Titel 1.4, Hoofdstuk 1 | Artikel 2
| Kleine tekstuele aanpassing bij gegevens. Deze wordt verduidelijkt door (persoons)gegevens toe te voegen. |
Deel 2 | Artikel 3
| Artikel 5.5 is het stuk rond afstandswerken dus hoort hier niet thuis. Artikel 5.4 gaat over flexibele arbeidstijd dus wordt tekstueel aangepast conform hoe het al in de RPR staat. |
Deel 2 | Artikel 4 | Verduidelijking wetgeving arbeidstijd. |
Deel 2 | Artikel 7 | Tekstuele aanpassing bij meldingsplicht. |
Deel 2 | Artikel 8 | Verduidelijking bij werking rond het gebruiken van beelden bij ontslag/tuchtdossiers. |
Deel 2 | Artikel 12 | Er wordt verwezen naar het verkeerde deel in de RPR en wordt aangepast naar het juiste. |
Deel 2 | Artikel 19
| Het artikel wordt aangevuld met de nodige informatie in plaats van hiervoor aparte bundels te voorzien. |
Titel 3.3 | Artikel 2
| Externe mobiliteit wordt aangepast naar verruimde mobiliteit. Zo staat dit ook in de besluitvorming. |
Titel 3.3 | Artikel 4
| Er wordt in de praktijk gekeken naar de datum van afname van het selectieonderdeel en de afsluitdatum van een kandidatuurstelling om een vrijstelling te kunnen aanvragen. De tekst wordt daaraan aangepast. |
Titel 3.4 | Artikel 3
| De geldigheidsduur van de werfreserve. In de praktijk kijkt men naar de datum van het eindverslag om de termijn te doen ingaan. De tekst wordt daaraan aangepast. |
Titel 3.5 | Artikel 1
| De besluiten van 2015 zijn niet meer van toepassing. Het nieuw besluit wordt toegevoegd. Dit is enkel een collegebesluit aangezien het vast bureau op 24 mei 2019 (jaarnummer 205) goedkeurde dat wijzigingen aan de rechtspositieregeling (met uitzonderingen van wijzigingen aan het statuut van maatschappelijk werkers); uitvoeringsbesluiten op de rechtspositieregeling en andere besluiten met betrekking op personeelsbeleid enkel beslist worden door het college.
|
Hoofdstuk 3.5.1 | Artikel 3
| Deelnemingsvoorwaarden bij mobiliteit wordt aangepast aan hoe dit in de praktijk loopt. De algemeen directeur kan beslissen om de termijn van 1 jaar ervaring te verlengen. De uitbreiding naar werkervaringsklanten wordt verduidelijkt. |
Hoofdstuk 3.5.1 | Artikel 4
| Bij de combinatie van functie-strategieën kan een externe jury internen screenen. Het woord intern wordt daarom geschrapt. |
Hoofdstuk 3.5.2 | Artikel 7
| AG Kinderopvang wordt geschrapt want het is geen AG meer. De brandweer wordt toegevoegd, conform het collegebesluit van 10 maart 2023 (jaarnummer 1396). |
Titel 4.2 | Artikel 1
| Aanpassing van de naam ombudsman/vrouw naar directeur ombudsdienst conform de functiebenamingen. |
Titel 4.4
| Artikel 1 | Naar aanleiding van het decreet individueel maatwerk wordt het nieuwe statuut hier ook mee opgenomen. |
Titel 4.6 | Artikel 1
| Consolidatie van de praktische werking. Relevant wordt toegevoegd aan de titel beroepservaring. |
Deel 5 - Visie | Principe | Dit principe wordt aangepast conform de werking. Er wordt van medewerkers in een re-integratietraject verwacht dat ze hieraan meewerken. |
| Hoofdstuk 5.1.1 | Artikel 1 | §3 Deze bepaling gaat in tegen het nieuw beleid omtrent bijberoepen en andere nevenactiviteiten tijdens de ziekteperiode. |
Hoofdstuk 5.1.1 | Artikel 7 | Er wordt een stuk uit deze bepaling geschrapt omdat het zo niet meer wordt toegepast. |
Hoofdstuk 5.1.2 | Artikel 16 | Beleidslijn bij wachtgeld bij disponibiliteit wordt gevolgd: Dit is een uitzonderlijke gunst die bij stad Antwerpen wordt toegekend en die niet is voorzien in de hogere regelgeving. De uitzonderlijke gunst kan tot 1 jaar. |
Hoofstuk 5.1.3 | Artikel 17 en 18 | Deeltijds ziekteverlof wordt herschreven conform de werking in de praktijk. Deeltijds ziekteverlof valt onder aangepast werk om medische redenen en wordt vanaf nu opgedeeld. |
Hoofdstuk 5.3.1 | Artikel 3
| De algemeen directeur kan beslissen om de loopbaanspaardagen toch uit te betalen bij ontbinding wegens medische overmacht. Dit wordt toegevoegd. |
Hoofdstuk 5.3.1 | Artikel 4
| Collectieve sluiting. De tekst wordt aangepast conform de praktijk. |
Hoofdstuk 5.3.1 | Artikel 5 | Opname vakantiedagen. De tekst wordt aangepast conform de praktijk. |
Hoofdstuk 5.3.3 | Artikel 7 | Het bevallingsverlof wordt gespecifieerd in een infofiche op het medewerkersportaal. |
Hoofdstuk 5.3.3 | Artikel 8
| Administratieve aanpassing: voor statutaire medewerkers kan er nu naar het BVR RPR verwezen worden. |
Hoofdstuk 5.3.5 | Artikel 12
| Kort verlof: §3. Geboorteverlof mag er weer uit. Dit ondertussen in het BVR RPR. Rouwverlof staat ook in het nieuwe BVR.
|
Hoofdstuk 5.3.7 | Artikel 17
| De regels rond COVID – 19 zijn niet meer relevant en worden daarom geschrapt. |
Hoofdstuk 5.3.8 | Artikel 18
| De werking van structurele afwezigheden wordt verduidelijkt. |
Titel 6.2 | Artikel 4
| Eindejaarspremie. §2 wordt geschrapt omdat dit werd overgenomen in het BVR RPR. |
Titel 6.2 | Artikel 5
| Toelage voor nachtprestaties en prestaties op zaterdagen, zondagen en feestdagen. Nieuwe medewerkers (die vanaf 1 januari 2024 in dienst komen) zullen enkel nog een toeslag in geld kunnen krijgen. Vanaf 1 januari 2025 zal dit voor alle medewerkers worden ingevoerd. |
Titel 6.2 | Artikel 11
| De managementtoelage wordt opgenomen bij het artikel over de functioneringstoelage. Medewerkers in een topfunctie (variabele verloning) zijn uitgesloten voor deze toelage. |
Titel 6.2 | Artikel 12
| De managementtoelage wordt geschrapt gezien de wijzigingen in artikel 11. |
Titel 6.3 | Artikel 3 | Conform het lokaal/sectoraal akkoord wordt de tegemoetkoming van het woon-werkverkeer aangepast naar 90 %. |
Titel 6.4 | Artikel 7
| Conform het lokaal/sectoraal akkoord wordt de tegemoetkoming van het woon-werkverkeer (trein en bus abonnement) aangepast naar 90 %. Deze wijziging is reeds van kracht sinds 1 januari 2022. |
Titel 6.5 | Artikel 1
| Toewijzing gebruik en overname van bedrijfseigendommen. De nieuwe besluiten worden hierin vermeld. |
Titel 6.6 | Artikel 1 | Het artikel met topfuncties wordt aangepast omwille van de nieuwe functies. |
Titel 6.6 | Artikel 4 | Waardering wordt aangepast naar evaluatie. Zo is het gebruik van de termen uniform doorheen heel de RPR. |
Titel 6.6 | Artikel 5 | Een nieuw artikel wordt toegevoegd. Artikel 5 wordt het artikel dat gaat over het mobiliteitsbudget. Dit is een aanvulling naar de realiteit. |
Titel 7.1 | Artikel 3
| Verankering van het niveau van een fractiemedewerker. |
Titel 7.2 | Artikels 1 tot en met 8 | Aanpassing van de naam ombudsman/vrouw naar directeur ombudsdienst, conform de functiebenamingen. |
Deel 8 | Visie
| De principes uit het principebesluit ‘werken na 65 jaar’ worden hier breder toegelicht. |
Titel 9.3 | Artikel 3 | Een aanpassing conform de welzijnswet wordt voorzien. |
Titel 9.3 | Artikel 8
| Er is geen vertrouwenspersoon meer bij de stad waardoor deze geschrapt wordt.
Omdat er soms andere/nieuwe preventieadviseurs worden aangeworven, worden zij niet meer opgesomd in de RPR. Er zal worden verwezen naar het medewerkersportaal waar deze informatie up to date is. |
Titel 11.1 | Artikel 2
| Uitsluiting. De werkervaringsklanten die vanaf 1 april 2024 worden aangesteld vallen niet meer onder de regeling van deze RPR. Degene die worden aangesteld tot 31 maart 2024 vallen nog wel onder de RPR. |
Titel 11.2 | Artikel 1
| Inwerkingtreding. We verwijzen nog naar het oude en nieuwe BVR RPR. Dit wordt verduidelijkt. |
Titel 11.2 | Artikel 1 | Inwerkingtredingsbepalingen. |
Deel 12 | Definities | Bij werkervaringsklanten wordt de definitie aangevuld met het decreet individueel maatwerk. |
Bijlage 1 | Titel I.4 | Decretale graden bij de stad. Het nieuwe besluit voor de functie van financieel directeur wordt toegevoegd. |
Bijlage 1 | Titel I.6 | Functies bij de stad Antwerpen. De noodplancoördinator wordt toegevoegd. Bedrijfsexpert is hoger ingeschaald. IFIC wordt toegevoegd bij de kinderbegeleider. Dit is een aanpassing aan de realiteit. |
Bijlage 2 | Tabel | Enkele zaken worden verduidelijkt. |
Bijlage 3 | Werkroosters | De nieuwe arbeidsroosters worden toegevoegd. |
Bijlage 4 | Salarisschalen | De schalen van IFIC worden in de RPR vastgelegd. |
Bijlage 5 | 6.6.1 Raamwerk functiegewicht | Enkele functies worden aangepast aan de realiteit. |
Het college keurt de wijzigingen aan de rechtspositieregeling goed.
Het college neemt kennis van de gecoördineerde versie van de rechtspositieregeling.