Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022130768 |
Gegevens van de aanvrager: | NV WALTERJUNIOR met als adres Oude Gentweg 81 te 8820 Torhout |
Ligging van het project: | Verlatstraat 11 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 11 sectie L nrs. 3656D2 en 3656S |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | oprichten van een meergezinswoning met handelsgelijkvloers plus het inrichten van een voormalig pakhuis tot kantoorruimte |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 22/11/2019: vervallen vergunning (20192280) voor het bouwen van een eengezinswoning met ondergrondse parking en verbouwen van een pakhuis tot polyvalente ruimte;
- 08/09/2017: vergunning (20171632) voor de functiewijziging van commerciële ruimte naar parking en de regularisatie van bouwvergunning 2016389.
Vergunde toestand
- braakliggend terrein aan straatzijde;
- pakhuis achteraan op het perceel.
Bestaande toestand
- braakliggend terrein met achteraan een pakhuis van 4 bouwlagen onder een dubbel schilddak.
Nieuwe toestand
- 3 wooneenheden aan de straatkant waarvan:
- gelijkvloerse handelsruimte met een bruto vloeroppervlakte van circa 220 m²;
- een triplex kantoorruimte met een bruto vloeroppervlakte van circa 370 m² in de achterbouw;
- 5 bouwlagen onder plat dak aan de straatkant (nieuwbouw);
- behoud van het voormalig pakhuisvolume met 4 bouwlagen, plus een verhoging van de muren en daken met circa 70 cm;
- ondergrondse bergruimtes aan de straatkant en een ondergrondse doorgang naar de naastgelegen parking achteraan;
- gelijkvloerse binnentuin met passerelle tussen beide volumes;
- straatgevel in beige natuursteen met lichtgrijs zichtbeton en buitenschrijnwerk in bronskleurig staal of aluminium;
- voormalig pakhuis in gereinigde rode baksteen met buitenschrijnwerk in zwart staal of aluminium.
Inhoud van de aanvraag
- oprichten van een meergezinswoning;
- wijzigen van de functie bedrijvigheid naar wonen, handel en kantoor;
- wijzigen van de voorgevel;
- wijzigen van de scheimuren.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
AQUAFIN NV | 28 oktober 2022 | 28 november 2022 | Ongunstig |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA | 28 oktober 2022 | 27 december 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator/ Fluvius | 28 oktober 2022 | 30 november 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Water-link | 28 oktober 2022 | 28 november 2022 | Ongunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie | 28 oktober 2022 | 8 november 2022 |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 28 oktober 2022 | 29 oktober 2022 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 28 oktober 2022 | 17 november 2022 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie | 28 oktober 2022 | 14 november 2022 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 28 oktober 2022 | 3 februari 2023 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 2: zone voor wonen - (wo2).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan Binnenstad op volgend punt:
- Artikel 2.1.4 Kroonlijsthoogte van de achtergevels: de kroonlijst achteraan ligt hoger dan vooraan.
- Artikel 2.1.8 Vaste uitsprongen boven de openbare weg: de uitsprong van de voorgevel ter hoogte van de eerste en tweede verdieping (plus terrasbalustrade van de derde verdieping) is circa 7 m breed in plaats van de maximaal toegelaten breedte van 4 m. De uitsprong is ook hoger dan de maximaal toegelaten hoogte van 2 bouwlagen.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is conform de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen
Van de archeologienota werd akte genomen door het agentschap Onroerend Erfgoed op 21/08/2019.
De nota bevat voorwaarden, die moeten opgelegd worden in de vergunning.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De voorliggende aanvraag met meergezinswoning, kantoor en winkelruimte is conform de bestemmingen van het RUP Binnenstad en daardoor functioneel inpasbaar.
Het advies van de stedelijke dienst Ondernemen en Stadsmarketing is gunstig:
“De aanvraag omvat de verbouwing van een pand naar een meergezinswoning met gelijkvloerse winkel en achterliggend kleinschalig kantoorgebouw op 3 verdiepingen.
Het project past binnen de beleidsvisie ruimtelijke economie inzonderheid het aspect verweving van functies.
Voor de aanvraag kan gunstig advies gegeven worden.”
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag voorziet in het oprichten van een meergezinswoning, een handelsgelijkvloers en het inrichten van een voormalig pakhuis tot kantoorruimte.
Het achterliggende voormalige pakhuis telt 4 bouwlagen met hellend dak terwijl de meergezinswoning aan de straatzijde uit 5 bouwlagen met plat dak bestaat.
Beide panden worden door middel van een gelijkvloerse verbindingsgang aan elkaar gekoppeld waardoor de gelijkvloerse handelsfunctie over beide panden doorloopt.
Aan de straatzijde wordt ook een doorgang voorzien die de achterliggende kantoorfunctie ontsluit. Een ondergrondse verbinding in het voormalige pakhuis voorziet in een koppeling van het project naar de ondergrondse parkeerruimte op het achterliggend perceel.
De resterende open ruimte tussen beide panden wordt ingericht als tuin op volle grond.
In de meergezinswoning aan de straatzijde worden boven de gelijkvloerse handelsruimte 3 wooneenheden ingericht.
De aanvraag is een wijziging van een eerdere verkregen vergunning (OMV_2019091184 dd. 22/11/2019) voor het bouwen van een eengezinswoning.
De nieuwe aanvraag nestelt zich qua volume grotendeels binnen de contouren van deze vergunning met behoud van de 5 bouwlagen. De voorgestelde kroonlijsthoogte van 16,80 m uit de vorige aanvraag blijft ongewijzigd. De lagere kroonlijsthoogte ter hoogte van de 3de bouwlaag wordt verhoogd van 10,80 m naar 11,60 m.
Op de 1ste en 2de verdieping wordt telkens een 2-slaapkamerappartement van 108 m² voorzien. Beide appartementen beschikken oven een hoofdzakelijk inpandig terras aan de straatzijde van 12,5 m².
Op de bovenste 2 verdiepingen bevindt zich een 3-slaapkamer duplexappartement van 188 m². Het volume van de duplex wordt 1,90 m terugliggend van de voorgevel uitgewerkt. Op elk van de duplexverdiepingen wordt aan de straatzijde buitenruimte voorzien.
Alle woongelegenheden beschikken over de vereiste woonkwaliteit door de grote oppervlakte aanwezigheid van voldoende hoge plafonds, grote raamopeningen en private en/of gemeenschappelijke buitenruimten. Het voorstel is bijgevolg ruimtelijk aanvaardbaar.
Visueel-vormelijke elementen
De gevel van het pakhuis blijft, behoudens het wijzigen van het buitenschrijnwerk, ongewijzigd. Het nieuwe buitenschrijnwerk bestaat uit zwart staal of aluminium waarbij een uniforme raamindeling aangehouden wordt.
Zowel de voor- als achtergevel van de meergezinswoning wordt opgetrokken in beige-kleurige natuurstenen. Ter hoogte van de vloerplaten maken zichtbetonnen banden de opbouw tussen de onderlinge bouwlagen leesbaar. Deze zichtbetonnen stroken zijn even breed.
Enkel de plint, de lager gelegen kroonlijst op de 3de bouwlaag en de kroonlijst bovenaan worden door een bredere uitvoering in de gevels geaccentueerd.
Buitenschrijnwerk en gevelaccenten zoals balustrades worden messingkleurig uitgevoerd.
In tegenstelling tot de strakke achtergevel wordt de voorgevel aan de straatzijde door het voorzien van hoekafrondingen en diverse in- en uitsprongen sculpturaal uitgewerkt.
Door de atypische geveluitwerking werd het project op 14 juli 2022 voorgelegd aan de Kwaliteitskamer. Zij gaven een voorwaardelijk gunstig advies en formuleerden enkele aandachtspunten. Het ingediend ontwerp komt grotendeels tegemoet aan deze aandachtspunten. Zo wordt het dak boven de verbindingsgang niet langer als terras ingericht maar als groendak met evacuatieweg voor de kantoren.
Het uitspringend deel van het terras in de teruggetrokken bouwlagen is echter nog steeds aanwezig maar wordt, verwijzend naar de afrondingen in de ondergevel, ook afgerond uitgevoerd in plaats van rechthoekig.
De voorliggende aanvraag wijkt af van artikel 2.1.4 uit het RUP Binnenstad. Ondanks het feit dat de kroonlijst achteraan hoger ligt dan aan de voorgevel, is deze nog steeds in harmonie met het referentiebeeld van de achtergevels van de aanpalende panden en bijgevolg aanvaardbaar. De lagere kroonlijsthoogte aan de voorgevel werd door de Kwaliteitskamer ook gunstig beoordeeld omdat een aansluiting op beide buurpanden door middel van een hogere kroonlijsthoogte een aanzienlijke schaalvergroting in het straatbeeld zou genereren. De afwijkende kroonlijsthoogte wordt in deze context geapprecieerd.
Ook de voorgeveluitsprong is breder en hoger voorzien dan wat bepaald wordt in de artikel 2.1.8 uit het RUP Binnenstad.
Desalniettemin kan deze bredere geveluitsprong gerechtvaardigd worden omdat deze zowel binnen- als buitenruimte in de vorm van loggia’s omvat waarvan eerder zijdelingse zichten in straat genomen worden dan zichten naar de overliggende panden. Deze zijdelingse zichten versterken het privacy gevoel in de wooneenheden en beperken inkijk van buitenaf.
Gelet op de aanwezigheid van een genereus uitgewerkte gelijkvloerse plint kan hier een afwijking voor verkregen worden.
De wachtgevels die ontstaan door de bovenste 2 bouwlagen teruggetrokken te voorzien ten opzichte van de voorgevel worden uitgewerkt in donkerkleurige leien zoals de huidige afwerking. Hierdoor blijft het onafgewerkte aspect van een wachtgevel behouden en wordt niet tegemoetgekomen aan de vraag van de Kwaliteitskamer om deze wachtgevels af te werken in eenzelfde materiaal als de dakafwerking van de buurpanden en de zinken bekleding over 2 lagen de hoek om te trekken. Dit wordt dan ook als voorwaarde gekoppeld aan de vergunning.
Bij de uitwerking van de gevels is voldoende aandacht besteed aan de geveldetaillering en geleding zodat het nieuwe gebouw zich integreert in de bestaande omgeving. Bijgevolg is de geveluitwerking verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.
Cultuurhistorische aspecten
Gezien de ligging van de panden in een zone die volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan werd ingekleurd als een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde werd het advies ingewonnen van de stedelijke dienst Monumentenzorg. Dit advies laat zich als volgt lezen:
“Het pakhuis – gelegen achter het nummer 11 – werd opgericht als een magazijn (horende bij ene sigarettenfabriek) bestaande uit drie bouwlagen en vier traveeën onder dak. In 1935 werd er een bijkomende bouwlaag opgetrokken en werden de venteropeningen aangepast. Het magazijn werd toen ingericht voor het vervaardigen van karton. Het pakhuis is representatief en nog één van de weinige voorbeelden van de pakhuisarchitectuur op het Zuid. De architecturale en stedenbouwkundige erfgoedelementen zijn de dakvorm (schilddak), inplanting en verschijningsvorm (gevelmetselwerk, rechthoekige vensteropeningen met metalen lintelen, kroonlijst). Wij vragen bijzondere aandacht bij de uitwerking van het buitenschrijnwerk. De voorliggende aanvraag voorziet een renovatie die rekening houdt met deze kenmerkende erfgoedelementen. De restauratie evenals de verhoging van het bestaande schilddak met 60 cm, werden reeds in 2016 vergund. Vandaag opteert men om het pakhuis op het gelijkvloers te verbinden met de nieuwbouw aan de straat. Deze wijziging doet geen fundamentele afbreuk aan de erfgoedwaarde van het complex.”
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt worden het gunstig advies van de dienst Monumentenzorg bijgetreden.
Bodemreliëf
Door de voorziene grondwerken werd het advies van de stedelijke dienst Archeologie opgevraagd. Dit advies is voorwaardelijk gunstig:
“Het projectgebied bevindt zich binnen een archeologisch vastgestelde zone. Het projectgebied is gelegen binnen woon- en recreatiegebied met een oppervlakte boven 300 m² (380 m²) en een ingreep in de bodem groter dan 100 m² (ca. 200 m²). Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor een archeologienota verplicht.
De archeologienota werd ingediend door Condor Archaeological Research en door het agentschap Onroerend Erfgoed bekrachtigd op 21/08/2019. Het bijhorende programma van maatregelen beveelt een verder archeologisch onderzoek in de vorm van een opgraving voorafgaand aan de werkzaamheden.”
Op vraag van de dienst Archeologie worden volgende voorwaarden opgelegd:
- De bouwheer voert het verplichte programma van maatregelen, nl. een opgraving, uit. (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/archeologienotas/11984).
- De bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst Archeologie (archeologie@stad.antwerpen.be) en nodigt de stadsdienst uit voor een startvergadering.
- De bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De insprong aan de linker straatzijde heeft een diepte van 2,20 m en breedte van ca. 1,80 m en bijgevolg strijdig met artikel 14 uit de bouwcode. Deze insprong zou afgesloten en verlicht moeten worden. Er wordt echter geoordeeld dat de afwijking van 0,20 m zeer beperkt is en hierop en afwijking kan toegestaan worden om ook de beeldkwaliteit van de voorgevel te vrijwaren.
Wel wordt in voorwaarden opgenomen dat de insprong verlicht moet worden.
Omdat er te weinig dakopstand voorzien wordt, worden voorwaarden opgelegd naar de brandweerstand ervan. (bouwcode, art. 34)
Het advies van Water-link en Aquafin is ongunstig zolang de aangehaalde aandachtspunten niet bijgestuurd worden. Daarom wordt als voorwaarde van de vergunning gesteld dat de aanvraag moet voldoen aan de geformuleerde voorwaarden van het advies van deze instanties.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de aanvraag aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 7 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op het nieuw bouwen van een meergezinswoning met 3 appartementen, een handelsgelijkvloers en kantoren. - Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1 - 370 m² kantoren met parkeernorm 1.1/100 m²: 370 m² x 1.1/100 m² = 4.07 - Voor de handelsoppervlakte van 220 m² wordt gezien de beperkte oppervlakte (< 500 m²) geen parkeerbehoefte opgelegd.
De werkelijke parkeerbehoefte is 7 (3 + 4)
|
De plannen voorzien in 10 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. Er worden in de naastgelegen ondergrondse parking 10 parkeerplaatsen voorzien. Er wordt in het gebouw een verbinding gemaakt met deze parking. De parkeerplaatsen worden ontsloten via de Vorstermanstraat.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 7. Dit aantal is toereikend.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing. |
Fietsvoorzieningen:
Er moeten voor de 3 appartementen 10 fietsstalplaatsen voorzien worden:
- 2 appartementen met 2 slaapkamers = 2 x 3 (2 slaapkamers + 1 extra) = 6
- 1 appartement met 3 slaapkamers = 1 x 4 (3 slaapkamers + 1 extra) = 4
Voor het kantoor van 370 m² moeten er 5 fietsstalplaatsen voorzien worden (1.25/100 m²).
Voor de handelsoppervlakte van 220 m² moet er 1 fietsstalplaats voorzien worden (0.60/100 m²).
In het totaal moeten er 16 fietsstalplaatsen zijn. Er worden er 16 stallingen voorzien in de kelder. Deze zijn te bereiken via een fietslift. De fietslift is echter te klein, deze moet minstens 1,20 m op 2,10 m bedragen zodat een ouder samen met zijn kind de fietslift kan nemen.
De dienst Mobiliteit adviseert om als voorwaarde op te leggen om een fietslift te voorzien van minstens 1,20 m op 2,10 m. Dit advies wordt gevolgd.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
3. De opgelegde voorwaarden uit de bekrachtigde archeologienota zijn na te leven, m.n.:
- De bouwheer voert het verplichte programma van maatregelen, nl. een opgraving, uit (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/archeologienotas/11984).
- De bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@stad.antwerpen.be) en nodigt de stadsdienst uit voor een startvergadering.
- De bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.
4. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.
5. De wachtgevels ter hoogte van de dubbel hoog teruggetrokken daklaag aan de voorgevel moeten uitgewerkt worden in eenzelfde materiaal als de dakafwerking van de buurpanden.
6. De geformuleerde voorwaarden in het advies van Water-Link en Aquafin moeten nageleefd worden.
7. De fietslift moet een minimale afmeting hebben van 1,20 m op 2,10 m.
8. De linkse gelijkvloerse insprong aan de voorgevel moet verlicht worden. (bouwcode, art. 14).
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 12 oktober 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 28 oktober 2022 |
Start 1e openbaar onderzoek | 10 november 2022 |
Einde 1e openbaar onderzoek | 9 december 2022 |
Beslissing toepassing administratieve lus | 17 februari 2023 |
Start laatste openbaar onderzoek | 28 februari 2023 |
Einde laatste openbaar onderzoek | 29 maart 2023 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 10 juli 2023 |
Verslag GOA | 12 mei 2023 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
Administratieve lus
Op de aanvraag werd een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):
het vorige openbaar onderzoek werd getroffen door een cyberaanval en kan omwille hiervan niet rechtsgeldig beschouwd worden.
De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn, werden opnieuw uitgevoerd om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).
De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
10 november 2022 | 9 december 2022 | 0 | 0 | 0 | 0 |
28 februari 2023 | 29 maart 2023 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
3. De opgelegde voorwaarden uit de bekrachtigde archeologienota zijn na te leven, m.n.:
- De bouwheer voert het verplichte programma van maatregelen, nl. een opgraving, uit (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/archeologienotas/11984).
- De bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@stad.antwerpen.be) en nodigt de stadsdienst uit voor een startvergadering.
- De bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.
4. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.
5. De wachtgevels ter hoogte van de dubbel hoog teruggetrokken daklaag aan de voorgevel moeten uitgewerkt worden in eenzelfde materiaal als de dakafwerking van de buurpanden.
6. De geformuleerde voorwaarden in het advies van Water-Link en Aquafin moeten nageleefd worden.
7. De fietslift moet een minimale afmeting hebben van 1,20m op 2,10m.
8. De linkse gelijkvloerse insprong aan de voorgevel moet verlicht worden. (bouwcode, art. 14).
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.