Terug
Gepubliceerd op 30/05/2023

2023_CBS_03455 - Omgevingsvergunning - OMV_2022147423. Plankenbergstraat 155. District Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 26/05/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_03455 - Omgevingsvergunning - OMV_2022147423. Plankenbergstraat 155. District Deurne - Goedkeuring 2023_CBS_03455 - Omgevingsvergunning - OMV_2022147423. Plankenbergstraat 155. District Deurne - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022147423

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Carolien De Backer met als contactadres Ferdinand Berckmansstraat 12 bus 201 te 2140 Antwerpen en Reinaart Vandersloten met als adres Ferdinand Berckmansstraat 12 bus 201 te 2140 Antwerpen

Ligging van het project:

Plankenbergstraat 155 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 30 sectie A nr. 531Y11

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwing hoekwoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          19/03/1937: toelating (329#14362) voor bouwen winkelhuis met zuiveringsstelsel.

 

Geacht vergunde toestand  

-          functie: eengezinswoning met handelsgelijkvloers;

-          bouwvolume:

  • hoekgebouw met 2 bouwlagen met plat dak; 
  • footprint van circa 115 m²;
  • perceel behoudens klein koertje volledig volgebouwd;

-          gevelafwerking:

  • gevels in bruin nuanceerde gevelsteen met betonnen sierelementen en een plint in blauwe hardsteen;
  • buitenschrijnwerk en dakranden van plat dak en erker in hout.

 

Bestaande toestand

-          gevelafwerking:

  • buitenschrijnwerk in donkergrijze pvc;
  • inkomdeur en ronde ramen in donkergrijs hout;
  • dakrand van plat dak en erker in witte pvc.

 

Nieuwe toestand

-          functie: eengezinswoning met complementaire functie (architectenkantoor);

-          bouwvolume:

  • hoekgebouw met 2 bouwlagen met plat dak; 
  • eerste verdieping: patio met buitentrap naar daktuin;
  • daktuin deels overdekt met overkapping met hoogte van 2,80 m;
  • dakterras van circa 31 m² en overige oppervlakte aangelegd met groenbeplanting;

-          gevelafwerking:

  • gevels met bruin nuanceerde gevelsteen met betonnen sierelementen en een plint in blauwe hardsteen;
  • terrasoverkapping met muren in dezelfde genuanceerde gevelsteen en dakconstructie in beton;
  • buitenschrijnwerk in donkergrijze pvc;
  • inkomdeur en ronde ramen in donkergrijs hout;
  • dakranden van plat dak en erker in wit hout.

 

Inhoud van de aanvraag

-          aanleggen van een daktuin met een overdekt terras;

-          wijzigen van de voorgevels;

-          wijzigen en verhogen van de scheimuren;

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

27 februari 2023

22 maart 2023

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie

27 februari 2023

1 maart 2023

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

27 februari 2023

2 maart 2023

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:

Op de kelderverdieping worden 2 kelderruimtes als werkruimtes ingericht. De hoogte van de ruimtes is beperkt tot circa 1,85 m. Dit is minder dan de minimaal vereiste 2,60 m voor verblijfsruimten.

  • Artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:

De werkruimten die worden ingericht op de kelderverdieping ontvangen licht via een kelderraam. De lichtdoorlatende oppervlakte is onvoldoende groot waardoor de ruimten onvoldoende licht en lucht ontvangen. Door de locatie van de ruimten onder maaiveldniveau is er ook geen uitzicht mogelijk vanuit de ruimtes.

  • Artikel 27 Open ruimte:

Voortuinen moeten vrij zijn van constructies met uitzondering van tuinafsluitingen, brievenbussen en de strikt noodzakelijke verhardingen. In de voortuinzone is meer verharding voorzien dan enkel het strikt noodzakelijke toegangspad tot de voordeur, maar het is onduidelijk wat wordt aangevraagd en wat er vergund (geacht) is.

  • Artikel 40 Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen en artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:

De aansluitpunten van de DWA (droogweerafvoer) en de RWA (hemelwaterafvoer) worden niet gescheiden aangelegd tot aan de straat en worden niet gescheiden aangeboden ter hoogte van de rooilijn.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag betreft de verbouwing van een eengezinswoning. De complementaire handelsfunctie op de gelijkvloerse verdieping wordt omgevormd tot complementair architectenkantoor.

 

De woonfunctie blijft behouden waardoor het pand in harmonie blijft met de kenmerkende woonfuncties in de omgeving van de Plankenbergstraat en de Bosschaert de Bouwellei. Het omvormen van de handelsfunctie tot architectenkantoor kan gunstig worden beoordeeld. De stedelijke dienst Business en Innovatie heeft geen bezwaar.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

Het bestaande en vergunde hoekpand omvat een bouwvolume van twee bouwlagen onder plat dak in gesloten bebouwing. Ter hoogte van de linker perceelgrens is er een kleine open koer. In voorliggende aanvraag wordt de woning grondig verbouwd met het oog op het creëren van meer buitenruimte voor de woning. Het bouwvolume wordt ontpit op de eerste verdieping waardoor via een centrale patio meer licht kan binnendringen in de woonvertrekken. Vanuit de patio wordt een trap geplaatst richting de daktuin en het dakterras die worden aangelegd op het platte dak van de hoofdbouw. Ter hoogte van de Bosschaert de Bouwellei wordt een terrasoverkapping geplaatst boven het terras met een hoogte van circa 2,80 m. De bestaande schouwen worden verhoogd en vormen mee de structuur van de nieuwe luifel.

 

De bestaande toestand van de omgeving wijst uit dat de Plankenbergstraat en de Bosschaert van Bouwellei gekenmerkt wordt door woningen met twee tot drie bouwlagen onder platte of hellende daken. De uitbreiding van het bouwvolume met terrasoverkapping is dan ook in harmonie met de omgeving.

 

Voor de werken worden de scheimuren met de linker en rechter aanpalende opgehoogd met circa 1,40 m in functie van valbeveiliging. De uitbreiding van de scheimuren komt niet dieper dan de hoofdbouwen van de aanpalers waardoor geen ontoelaatbaar nadeel met betrekking tot bezonning voor de naburige percelen wordt gegenereerd.

 

De ontpitting op de eerste verdieping en het voorzien van een kwalitatieve buitenruimte bij de woning hebben een positieve impact op de algemene woon- en leefkwaliteit van de woning en worden dan ook gunstig beoordeeld.

 

Visueel-vormelijke elementen

De woning in bruine gevelsteen met betonnen lintelen en een plint in blauwe hardsteen was voorzien van wit geschilderd houten buitenschrijnwerk. Een deel van de ramen werd recent vernieuwd en uitgevoerd in donkergrijze pvc, de andere ramen en voordeur werden geschilderd in een donkergrijze kleur. Het vernieuwde buitenschrijnwerk is stedenbouwkundig aanvaardbaar. De geprononceerde houten kroonlijst werd omkast in witte pvc. In voorliggende aanvraag wordt de kroonlijst opnieuw uitgevoerd in wit geschilderd hout hetgeen gunstig wordt beoordeeld. De terrasoverkapping wordt net zoals de onderliggende verdiepingen uitgevoerd in bruine gevelsteen met een dakconstructie in beton. De borstwering ter hoogte van de daktuin wordt uitgevoerd in gelakt staal in een vormentaal die aansluit bij de aanwezige voortuinafsluiting. De gepande ingrepen zijn in harmonie met de architectuur van de bestaande en vergunde gevels en worden gunstig beoordeeld.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning met complementair architectenkantoor, waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande toestand ongewijzigd blijven.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

In voorliggende aanvraag worden op de kelderverdieping twee werkruimten ingericht. De ruimtes hebben een hoogte van 1,85 m. Conform artikel 21 van de bouwcode moeten ruimten waar mensen langer verblijven een minimale hoogte van 2,60 m hebben. De werkruimten voldoen hier niet aan waardoor de aanvraag in strijd is met bovenstaand artikel. Daarnaast voldoen de werkruimten ook niet aan de bepalingen van artikel 24 van de bouwcode. De lichttoetreding via het kelderraam is te klein om de ruimtes van voldoende licht en lucht te voorzien. Bovendien bevinden de ruimten zich volledig onder maaiveldniveau waardoor er vanuit de werkruimtes geen uitzicht mogelijk is op de straat. Voldoende daglichttoetreding, gecombineerd met uitzicht en voldoende ventilatie van de woning met verse lucht zijn basisvoorwaarden voor de gezondheid van de bewoners en voor een minimum verblijfskwaliteit van elke woning. Omwille van bovenstaande afwijkingen wordt het gebruik van de kelderruimtes als verblijfsruimten uitgesloten van vergunning zoals in rood aangeduid op de plannen.

 

Op het inplantingsplan is te zien dat de voortuinzone in de bestaande en nieuwe toestand grotendeels verhard is aangelegd, maar het is niet duidelijk wat wordt aangevraagd. Wijzigingen ten opzichte van de vergund geachte toestand van de voortuin worden uitgesloten van vergunning.

 

De woning wordt voorzien van een gescheiden rioolstelsel. Echter wordt dit rioolstelsel niet gescheiden aangelegd tot aan de rooilijn. Conform artikel 40 en 41 van de bouwcode wordt als voorwaarde opgelegd dat het gescheiden rioolstelsel bestaande uit 1 DWA en 1 RWA gescheiden moet worden aangeboden aan de straat.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
  1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
  1. Het rioolstelsel bestaande uit 1 DWA en 1 RWA moet gescheiden worden aangeboden aan de rooilijn conform artikel 40 en 41 van de bouwcode.
  1. Wijzigingen ten opzichte van de vergund geachte toestand van de voortuin worden uitgesloten van vergunning.
  1. Het gebruik van de kelderruimtes als verblijfsruimten wordt uitgesloten van vergunning zoals in rood aangeduid op de plannen.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

5 december 2022

Volledig en ontvankelijk

27 februari 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

27 juli 2023

Verslag GOA

12 mei 2023

naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

  1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
  1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
  1. Het rioolstelsel bestaande uit 1 DWA en 1 RWA moet gescheiden worden aangeboden aan de rooilijn conform artikel 40 en 41 van de bouwcode.
  1. Wijzigingen ten opzichte van de vergund geachte toestand van de voortuin worden uitgesloten van vergunning.
  1. Het gebruik van de kelderruimtes als verblijfsruimten wordt uitgesloten van vergunning zoals in rood aangeduid op de plannen.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.