Terug
Gepubliceerd op 30/05/2023

2023_CBS_03419 - Omgevingsvergunning - OMV_2022132816. De Keyserlei 2, Frankrijklei 15. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 26/05/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_03419 - Omgevingsvergunning - OMV_2022132816. De Keyserlei 2, Frankrijklei 15. District Antwerpen - Goedkeuring 2023_CBS_03419 - Omgevingsvergunning - OMV_2022132816. De Keyserlei 2, Frankrijklei 15. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022132816

Gegevens van de aanvrager:

NV BELTAINE met als adres Vitsdam 63 te 2880 Bornem

Ligging van het project:

De Keyserlei 2, Frankrijklei 15 te 2018 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 8 sectie H nrs. 1227F en 1228B

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

slopen van een bestaand gebouw en oprichten van een nieuwbouw met een handelsruimte, kantoren en 1 duplex-appartement

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          20/10/1994: vergunning (86#941025) voor het verbouwen van een winkelpand tot restaurant - 6.7.94;

-          21/01/1991: vergunning (86#900828) voor het verbouwen van een handelspand;

-          05/09/1980: vergunning (18#61187) voor een verbouwing.

 

Vergunde en geacht vergunde toestand

-          functie:

  • De Keyserlei 2 – Frankrijklei 15: gelijkvloerse en 1ste verdieping: restaurant;
  • De Keyserlei 2: 2de verdieping: personeelsruimte restaurant;
  • Frankrijklei 15: 2de tot en met 5de verdieping: 1 appartement per verdieping is geacht vergund;

-          bouwvolume:

  • De Keyserlei 2: 4 bouwlagen met plat dak;
  • Frankrijklei 15: 6 bouwlagen met plat dak;
  • hoekperceel volledig bebouwd op de gelijkvloerse verdieping;

-          gevelafwerking:

  • lichtkleurige gevelbepleistering met een gevelplint in blauwe hardsteen;
  • donkergrijs aluminium schrijnwerk.

 

Bestaande toestand

-          niet relevant gezien de aanvraag handelt over een sloop en nieuwbouw.

Nieuwe toestand

-          functie: 

  • gelijkvloerse en 1ste verdieping: handelsruimte;
  • 2de tot 5de verdieping: kantoren;
  • 6de en 7de verdieping: 1 appartement (duplex);

-          bouwvolume:

  • 8 bouwlagen met plat dak; 
  • bouwhoogte van circa 20,5 m met 2 teruggetrokken bouwlagen, totale bouwhoogte circa 27,3 m;
  • hoekperceel volledig bebouwd over 4 bouwlagen;

-          gevelafwerking:

  • winkelpui en horizontale geveldelen in lichtkleurige natuursteen;
  • op de verdiepingen verticale geveldelen in lichtkleurig parement;
  • bronskleurig aluminium schrijnwerk met spijlenbalustrade.

 

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van de bestaande onder- en bovengrondse constructie;

-          oprichten van een gebouw van 8 bouwlagen met handel, kantoor en wonen; 

-          wijzigen van de scheimuren.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

AQUAFIN NV

28 oktober 2022

6 december 2022

Voorwaardelijk gunstig

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

28 oktober 2022

12 januari 2023

Ongunstig

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

8 februari 2023

6 maart 2023

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator/ Fluvius

28 oktober 2022

30 november 2022

Voorwaardelijk gunstig

FOD Binnenlandse Zaken - ASTRID veiligheidscommissie

28 oktober 2022

8 november 2022

Gunstig

PROXIMUS/ Proximus

28 oktober 2022

22 november 2022

Voorwaardelijk gunstig

TELENET/ Omgevingsloket Telenet

28 oktober 2022

3 november 2022

Geen advies

Water-link

28 oktober 2022

6 december 2022

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie

28 oktober 2022

14 november 2022

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

28 oktober 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

28 oktober 2022

15 november 2022

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu

28 oktober 2022

25 november 2022

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie

28 oktober 2022

14 november 2022

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend punt:

  • Volgens de hemelwaterverordening is het plaatsen van een hemelwaterput met een minimale inhoud van 10.000 liter verplicht. De aanvrager vraagt hiervoor een afwijking aan.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend(e) punt:

  • Artikel 25 Vrije en vlakke wand- en vloerbreedte naast een deur:

Op de gelijkvloerse verdieping is naast de trekzijde van de inkomdeur een vrije en vlakke wand- en vloerbreedte van circa 40 cm. Dit moet minstens 50 cm zijn.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 16 Technische uitsprongen:

De plannen voorzien een technische zone op het hoogste platte dak. De aanvraag bevat geen informatie over de technieken, de gegevens zijn nog niet gekend. Deze zone valt buiten het toegelaten dakvolume;

  • Artikel 26 Afvalverzameling:

Bij de afvalberging van de kantoren en de afvalberging van de handelsruimte op niveau -2 is geen verluchting aangeduid op de plannen. Deze moeten voorzien worden van voldoende verluchting;

  • Artikel 27 Open ruimte:

Het perceel wordt voor 4 bouwlagen volledig bebouwd. Bij nieuwbouw moet minimaal 20 % van de oppervlakte van het perceel op het niveau van het maaiveld onbebouwd zijn. Bij kleinere hoekpercelen, minder dan 20 m diep aan beide straatkanten, kan een afwijking worden toegelaten;

  • Artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen:

Er worden geen parkeerplaatsen voorzien;

  • Artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:

De opstand van de scheidingsmuren varieert tussen 0,09 m en 0,20 m. De scheidingsmuren moeten een opstand hebben van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Het voorzien van een gemengd gebouw met de functie winkel, kantoren en wonen is in overeenstemming met de gewestplanbestemming.

 

Zoals opgenomen in het advies van de dienst Ondernemen en Stadsmaketing is het pand strategisch en goed zichtbaar gelegen in het afgebakende hoofdkernwinkelgebied centrum Antwerpen (zone A1). De Beleidsnota Detailhandel 2020 stelt dat op deze locaties gelijkvloers een publiek toegankelijke, bij voorkeur commerciële, functie voorzien wordt. De voorziene handelsruimte is niet groter dan 400 m² netto, aldus is geen aanvraag kleinhandelsactiviteiten nodig.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

Het bouwvolume profileert zich als hoekgebouw aan het Operaplein, tegenover de Antwerp Tower, maar zoekt ter hoogte van de perceelgrenzen naar een aanvaardbare aansluiting met de lagere bebouwing in de De Keyserlei en het bouwprofiel op de Frankrijklei. Het hoekaccent van twee bouwlagen boven de kroonlijst, is inpasbaar omwille van de ligging langs het Operaplein.

 

Het bebouwen van de volledige perceelsoppervlakte op de onderste lagen is toegestaan omwille van de beperkte perceelsdiepte aan beide straatkanten en de aanwezige bebouwing bij de buurpanden. Boven de aanwezige scheimuren trekt het volume zich achteraan terug, zodat op de hoger liggende verdiepingen bijkomende raamopeningen kunnen worden voorzien, wat de gebruikskwaliteit ten goede komt.
Een afwijking op artikel 27 ‘Open ruimte’ kan op basis van bovenstaande worden toegestaan.

 

Visueel-vormelijke elementen

Het project werd meerdere keren besproken op de Kwaliteitskamer Architectuur.

De uitvoering van de gevel in baksteen, natuursteen en bronskleurig aluminium schrijnwerk wordt gewaardeerd en past zich in het gevelbeeld van de Leien en de De Keyserlei. Het gebouw wordt als een massief hoekgebouw met oog voor detaillering uitgewerkt. Op 10/06/2022 werd een voorwaardelijk gunstig advies gegeven met volgende conclusie:              

-          doorlopend balkon beëindigen ter hoogte van laatste dagkant;

-          raamverdeling afgeronde hoek bestuderen;

-          natuursteen: streven naar matte uitvoering met aandacht voor voegverdeling.

Voorliggende aanvraag voldoet aan de gemaakte opmerkingen, enkel de voegverdeling van de natuursteen in de plint is niet duidelijk.

 

De materialisatie van de zichtbare scheimuren is niet weergegeven op de tekeningen. Op de plannen is aangeduid dat de gevelsteen van de straatgevels doorloopt ter hoogte van deze scheimuren. In voorwaarden zal dit expliciet worden opgelegd omwille van de grote zichtbaarheid van deze scheimuren.

 

Bodemreliëf

Het projectgebied bevindt zich buiten een archeologisch vastgestelde zone. Het projectgebied is binnen een woon- en recreatiefgebied gelegen met een oppervlakte onder 3.000 m² (172 m²) en een ingreep onder 1.000 m² (ca. gelijk aan projectgebied). Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor geen archeologienota verplicht.

 

Het advies van de stedelijke dienst Archeologie luidt als volgt:

“Het projectgebied situeert zich net ten oosten van de Vastgestelde Archeologische Zone die samenvalt met de stadskern van Antwerpen. Tijdens de geplande graafwerken voor de ondergrondse niveaus is het alsnog mogelijk om restanten van de 16de-eeuwse Spaanse omwalling (of diens uitbreiding) aan te treffen.

Volgende voorwaarden moeten worden opgevolgd:

-          De bouwheer nodigt de stedelijke dienst Archeologie uit voor een startvergadering waarin de procedure van de vondstmelding wordt geduid.

-          De bouwheer meldt twee weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst Archeologie (archeologie@stad.antwerpen.be).

-          De bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.

-          De bouwheer is verplicht om eventuele vondsten (i.c. dit stevig muurwerk) waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat ze archeologisch relevant zijn, deze te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, artikel 5.1.4). De stedelijke dienst Archeologie kan de waarde steeds komen inschatten.”

 

Het naleven van dit advies van de stedelijke dienst Archeologie wordt opgenomen in de voorwaarden van de vergunning.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Het terras aan de achterzijde van verdieping 4 wordt op een beperkte afstand voorzien van de rechter perceelgrens waardoor de privacy op het aanpalend perceel wordt geschonden. In voorwaarden zal worden opgelegd dat het terras onder een hoek van 45° ten opzichte van de rechter perceelsgrens moet worden voorzien, zoals aangeduid in het rood op de plannen. 

 

Het terras op de 5de verdieping wordt tot op de linker perceelsgrens voorzien. Dit hindert de privacy op het naastliggend perceel en zal worden uitgesloten uit de vergunning. In voorwaarden zal worden opgenomen dat er een balustrade moet worden voorzien voor het raam in de achtergevel op de 5de verdieping.

 

Het terras op de 6de verdieping wordt voorzien tot op de linker perceelsgrens. Dit heeft niet enkel een impact op de privacy van de gebuur, maar ook op het straatbeeld omwille van de zichtbaarheid van de balustrade vanaf het station. Om de impact op privacy en straatbeeld te beperken zal worden opgenomen dat er een zone beplanting moet worden voorzien tot op een afstand van 1,40 m van de perceelsgrens, zoals in het rood aangeduid op de plannen. In het straatbeeld van de De Keyserlei komt deze afstand overeen met de linker dagkant en beëindiging van de balustraden op de onderliggende verdiepingen.

 

De aanvraag bevat geen informatie over de technieken die zullen worden voorzien in de technische zone aangeduid op het dakplan. Gelet op het hoekaccent dat reeds voorzien wordt op het perceel, wordt geoordeeld dat door het toevoegen van technische installaties, het maximaal aanvaardbare bouwvolume wordt overschreden en dat dergelijke installaties een negatieve invloed hebben op het gevelbeeld langs het Operaplein en de Via Sinjoor. Het voorzien van technieken op de platte daken zal worden uitgesloten uit de vergunning.

 

De opstand van de scheidingsmuren varieert tussen 0,09 m en 0,20 m. Artikel 34 van de bouwcode schrijft voor dat scheidingsmuren een opstand moeten hebben van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Met het oog op het vermijden van brandoverslag kan hiervan niet worden afgeweken of zullen er alternatieve maatregelen genomen moeten worden om de brandoverslag te vermijden. Deze zullen worden opgenomen in voorwaarden. 

 

De aanvrager vraagt een afwijking op het voorzien van een hemelwaterput van 10.000 liter omwille van de invulling van de daken als groendaken en de inrichting van terrassen op de overige daken. In het advies van Aquafin wordt deze motivatie aanvaard. Het ontbreken van een hemelwaterput kan bijgevolg worden toegestaan.

 

Het ontbreken van een vrije en vlakke wand- en vloerbreedte van 50 cm, aan de trekzijde van de inkomdeur op het gelijkvloers voor de appartementen en kantoren, kan niet worden toegestaan met het oog op de integrale toegankelijkheid van het gebouw. In voorwaarden zal worden opgenomen dat deze vrije en vlakke wand- en vloerbreedte conform de gewestelijke verordening inzake toegankelijkheid moet worden voorzien.

 

De stedelijke dienst Milieu merkt op dat in het aanvraagdossier gesproken wordt over ingedeelde inrichtingen of activiteiten (IIOA’s). Alleen moeten de vermogens nog bepaald worden om te bekijken of deze activiteiten werkelijk ingedeeld zullen zijn. Na de realisatie van het gebouw dient de exploitant dit dan ook na te gaan en indien nodig een omgevingsvergunning hiervoor aan te vragen.

Voor de realisatie van de ondergrondse verdiepingen zal waarschijnlijk een bemaling noodzakelijk zijn. Bemalingswerken, noodzakelijk voor de realisatie van bouwkundige werken, zijn vergunningsplichtig krachtens de Vlarem indelingslijst (rubriek 53.2). Deze omgevingsvergunning moet worden bekomen alvorens de werf kan worden gestart. Indien het gaat om een bemaling van meer dan 30.000 m³ op jaarbasis en een bemaling dieper dan 4 m–mv moet de vergunningsaanvraag een bemalingsstudie bevatten. De inhoud van deze studie wordt bepaald door VMM (Richtlijnen bemalingen ter bescherming van het milieu 2019 - zie checklist 1 en 2). De karakteristieken (doorlatendheid en dergelijke) van de ondergrond worden bepaald door een pompproef.

Volgens de bouwcode van stad Antwerpen is het verplicht om een retourbemaling uit te voeren (artikel 42). Enkel als dit niet kan, om technische redenen of omdat de kwaliteit van het grondwater dit niet toelaat, kan lozing op de riool worden overwogen. In dat geval moet bij lozing van >10 m³/uur op de openbare riolering toelating van Aquafin verkregen worden. De aandacht van de initiatiefnemer wordt er eveneens op gevestigd dat de opstart van de bemaling dient aangekondigd te worden bij aanvang. Deze aankondigingsplicht geldt ook voor die bemalingen waarvoor geen bemalingsstudie wordt gevraagd (dus als de bemaling lager is dan 30.000 m³ op jaarbasis en minder diep dan 4 m–mv).

Voor toekomstige projecten wordt er aangeraden een bemaling tegelijk met de stedenbouwkundige handelingen aan te vragen zodat men niet voor ongewenste verrassingen komt te staan in verband met kosten, timing en dergelijke.

 

Mobiliteitsimpact

Toetsing parkeerbehoefte

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 4 parkeerplaatsen.

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de functies van de nieuwbouw.

Voor de handelsfunctie op het gelijkvloers en 1ste verdieping moeten geen eigen parkeerplaatsen voorzien worden. Handelszaken in het centrum van de stad worden vaak samen met andere handels- en horecazaken bezocht. Bezoekers kunnen gebruik maken van de publieke parkings in de omgeving.

- Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1: 1 wooneenheid: parkeerbehoefte = 1.

- 493 m² kantoren in stationsomgeving met parkeernorm 0,6/100 m²: 493 m² x 0,6/100 m² = 2,9.

De werkelijke parkeerbehoefte is 4 (1 + 3 = 4).

 

De plannen voorzien geen nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden:

Dit perceel betreft een hoekperceel in kernwinkelgebied. De grootte en vorm van het perceel laten het bouwen van het aantal te realiseren plaatsen niet toe.

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 4 - 0 = 4.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

De berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project kan verminderd worden met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is.

In de laatst vergunde toestand is er horeca op het gelijkvloers en eerste verdieping, en 4 bovenliggende wooneenheden.

De parkeerbehoefte van deze wooneenheden is 4.

Het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein is 4.

 

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 4 – 4 = 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing.

 

 

Fietsvoorzieningen

Voor het appartement met 2 slaapkamers moeten 3 fietsenstallingen voorzien worden.

Voor de kantoren moeten 6 fietsenstallingen voorzien worden (493 m² x 1,25/100 m² = 6,16). In de kelder op -2 wordt een fietsenstalling ingericht voor 13 fietsen.

Deze is bereikbaar via de lift. Het voorstel voor het stallen van fietsen is aanvaardbaar.

 

Laden en lossen

Het laden en lossen moet gebeuren op bestaande laad- en loszones in de omgeving.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

2. Het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van:

-      dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);

-      een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

3. Wat betreft de terrassen wordt het volgende opgelegd:
  1. Het terras op de vierde verdieping is te voorzien onder een hoek van 45° ten opzichte van de rechter perceelsgrens, zoals in het rood aangeduid op de plannen.
  2. Het terras op de vijfde verdieping wordt uitgesloten uit de vergunning. Een balustrade is te voorzien aan het raam in de achtergevel op de vijfde verdieping.
  3. Het terras en de balustrade op de zesde verdieping is te voorzien op 140 cm van de linker perceelsgrens, zoals in het rood aangeduid op de plannen.
  4. Een groenzone is te voorzien tussen het terras en de scheimuur op de zesde verdieping, zoals in het rood aangeduid op de plannen.

4. De afvalberging in de kelder is te voorzien van de nodige verluchting conform artikel 26 ‘Afvalverzameling’ van de bouwcode.

5. Een vrije en vlakke wand- en vloerbreedte is te voorzien van 50 cm naast de trekzijde van de inkomdeur naar de appartementen op het gelijkvloers conform artikel 25 van de gewestelijke verordening inzake toegankelijkheid.

6. Het laden en lossen is te voorzien op de bestaande laad- en loszones in de omgeving.

7. De voorwaarden uit het advies van de Kwaliteitskamer Architectuur moeten worden opgevolgd.

8. De gevelsteen van de straatgevels is door te trekken als afwerking van de zichtbare scheimuren.

9. De voorwaarden uit het advies van de stedelijke dienst Archeologie moeten worden opgevolgd.

10. De voorwaarden van Proximus, zoals toegevoegd aan de beslissing, moeten worden opgevolgd.

11. Het advies van Fluvius moet worden opgevolgd.

12. De algemene voorwaarden van het advies van Aquafin moeten worden opgevolgd. 

13. Het voorzien van technieken op de platte daken zal worden uitgesloten uit de vergunning.

14. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

15. Het voorzien van technieken op de platte daken zal worden uitgesloten uit de vergunning.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

10 oktober 2022

Volledig en ontvankelijk

28 oktober 2022

Start 1e openbaar onderzoek

10 november 2022

Einde 1e openbaar onderzoek

9 december 2022

Beslissing toepassing administratieve lus

21 februari 2023

Start laatste openbaar onderzoek

2 maart 2023

Einde laatste openbaar onderzoek

31 maart 2023

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

10 juli 2023

Verslag GOA

16 mei 2023

naam GOA

Katrine Leemans

 

Administratieve lus

Op de aanvraag werd een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):

 

Het openbaar onderzoek is niet correct verlopen door de cyberaanval.

 

De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn werden opnieuw uitgevoerd om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

10 november 2022

9 december 2022

0

0

0

0

2 maart 2023

31 maart 2023

2

0

0

1

 

Bespreking van de bezwaren

Bezwaren uit vorige openbare onderzoeken over de aanvraag, die nog relevant zijn, worden hier ook besproken.

 

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden 2 bezwaarschriften ingediend, die zich als volgt laten samenvatten: 

 

  1. Planning van de werken: de bezwaarindiener merkt op dat zijn pand, palend aan het voorwerp van de aanvraag, voeding verdeelt en in de zomer ijs ter hoogte van de voorgevel. Hij vraagt of de werken pas na de zomermaanden kunnen aanvatten, aangezien de zomer een belangrijke periode is voor de omzet van het bedrijf en de hinder van een bouwwerf hierop een negatieve invloed zal hebben.

Beoordeling: 

Het bezwaar heeft geen betrekking op de inhoud van de omgevingsvergunning en is bijgevolg ongegrond.
Eventuele bekommernissen over de uitvoering van de werken zijn op te nemen met de bouwheer.


  1. Uitvoering van de werf: de bezwaarindieners uiten hun bezorgdheid over de impact van de werken op hun pand aanpalend aan de werf, hun zichtbaarheid en bereikbaarheid door de werfinrichting en het stof en puinafval tijdens de sloop. Ze wensen rechtstreeks contact met de bouwheer.

Beoordeling: 

Het bezwaar heeft geen betrekking op de inhoud van de omgevingsvergunning en is bijgevolg ongegrond.

Eventuele bekommernissen over de uitvoering van de werken zijn op te nemen met de bouwheer.


  1. Plaatsbeschrijving: de bezwaarindieners dringen aan op de opmaak van een plaatsbeschrijving voor de aanvang van de werken.

Beoordeling: 

Het bezwaar heeft geen betrekking op de inhoud van de omgevingsvergunning en is bijgevolg ongegrond.

Eventuele bekommernissen over de uitvoering van de werken zijn op te nemen met de bouwheer. 


Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

2. Het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van:

-      dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);

-      een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

3. Wat betreft de terrassen wordt het volgende opgelegd:
  1. Het terras op de vierde verdieping is te voorzien onder een hoek van 45° ten opzichte van de rechter perceelsgrens, zoals in het rood aangeduid op de plannen.
  2. Het terras op de vijfde verdieping wordt uitgesloten uit de vergunning. Een balustrade is te voorzien aan het raam in de achtergevel op de vijfde verdieping.
  3. Het terras en de balustrade op de zesde verdieping is te voorzien op 140 cm van de linker perceelsgrens, zoals in het rood aangeduid op de plannen.
  4. Een groenzone is te voorzien tussen het terras en de scheimuur op de zesde verdieping, zoals in het rood aangeduid op de plannen.

4. De afvalberging in de kelder is te voorzien van de nodige verluchting conform artikel 26 ‘Afvalverzameling’ van de bouwcode.

5. Een vrije en vlakke wand- en vloerbreedte is te voorzien van 50 cm naast de trekzijde van de inkomdeur naar de appartementen op het gelijkvloers conform artikel 25 van de gewestelijke verordening inzake toegankelijkheid.

6. Het laden en lossen is te voorzien op de bestaande laad- en loszones in de omgeving.

7. De voorwaarden uit het advies van de Kwaliteitskamer Architectuur moeten worden opgevolgd.

8. De gevelsteen van de straatgevels is door te trekken als afwerking van de zichtbare scheimuren.

9. De voorwaarden uit het advies van de stedelijke dienst Archeologie moeten worden opgevolgd.

10. De voorwaarden van Proximus, zoals toegevoegd aan de beslissing, moeten worden opgevolgd.

11. Het advies van Fluvius moet worden opgevolgd.

12. De algemene voorwaarden van het advies van Aquafin moeten worden opgevolgd.

13. Het voorzien van technieken op de platte daken zal worden uitgesloten uit de vergunning.

14. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

15. Het voorzien van technieken op de platte daken zal worden uitgesloten uit de vergunning.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.