Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023050943 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Alain Rammeloo met als contactadres Scheldestraat 89 te 2000 Antwerpen en BV URBAAN met als adres Scheldestraat 89 bus 401 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Hertsdeinstraat 9 2018 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 10 sectie K nr. 1681P3 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een meergezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 03/06/1936: toelating (18#5213) voor een gevelverandering;
- 04/05/1922: toelating (1922#13211) voor binnenveranderingen;
- 19/09/2018: proces-verbaal (11002_2018_7627_VPV) voor het uitvoeren van werken zonder voorafgaandelijke schriftelijke omgevingsvergunning.
Vergunde toestand
- meergezinswoning met maximaal 3 woningen (geacht vergund);
- 4 bouwlagen onder zadeldak in gesloten bebouwing;
- gelijkvloers werkhuis achteraan in de tuin.
Bestaande toestand
- gelijkvloerse opslagplaats en 5 bovenliggende wooneenheden;
- gelijkvloers volledig dicht gebouwd;
- volume uitbreiding op de verdiepingen achteraan;
- voorgevel in geel metselwerk met bruin gevernist, houten buitenschrijnwerk op een plint in lichtgrijze, keramische tegels.
Nieuwe toestand
- meergezinswoning met:
- sloop van de gelijkvloerse bebouwing achteraan in functie van een tuin;
- sloop van de linkerkant van de aanbouw op de verdiepingen;
- inpandig dakterras vooraan;
- behoud/inrichting van een inpandige garage;
- geïsoleerde en wit bepleisterde voorgevel met zwart buitenschrijnwerk in pvc.
Inhoud van de aanvraag
- slopen van een deel van de bebouwing achteraan;
- wijzigen van de voorgevel;
- wijzigen van de scheimuren;
- doorvoeren van interne constructieve werken.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA | 1 juni 2023 | 30 juni 2023 | Voorwaardelijk gunstig |
DE VLAAMSE WATERWEG/ De Vlaamse Waterweg nv - Afdeling Regio Centraal | 1 juni 2023 | 13 juni 2023 | Gunstig |
Fluvius System Operator/ Fluvius | 1 juni 2023 | 8 juni 2023 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 1 juni 2023 | 1 juni 2023 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 1 juni 2023 | 14 juni 2023 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw/ vermoeden van vergunning | 1 juni 2023 | 15 juni 2023 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor De Vlaamse Waterweg aangewezen is als adviesinstantie.
Het project is gelegen in een zone met een pluviale overstromingskans van 1 keer op 100 jaar onder toekomstig klimaat.
Het project is gelegen in een zone met een fluviale overstromingskans van 1 keer op 1000 jaar onder huidig klimaat.
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De meergezinswoning blijft behouden en komt hiermee overeen met de kenmerkende woonfuncties in de straat.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
In de bestaande toestand is het volledige perceel volgebouwd ter hoogte van het maaiveld. De plannen tonen dat de achtertuin ontpit wordt en de gelijkvloerse bouwdiepte wordt beperkt tot 17,72 meter. Dit heeft zowel een positieve impact op het perceel als naar de omgeving. Deze aanpassing is aanvaardbaar.
Op de verdiepingen worden de diepe bestaande volumes ingekort. Het volume wordt teruggebracht naar een hoofdbouw met een bouwdiepte van 9,41 meter ter hoogte van de linker perceelsgrens en een entresoltypologie ter hoogte van de rechterperceelsgrens met een bouwdiepte van 17,56 meter en dit over 3 verdiepingen. Om een voldoende vrije interne hoogte te creëren in het entresolvolume, dient de scheimuur met de rechter aanpaler met circa 1m verhoogd te worden. Deze scheimuurwijziging is beperkt en vervolgens aanvaardbaar.
Ter hoogte van de linker perceelsgrens wordt achteraan de eerste en tweede verdieping een terras voorzien. Deze terrassen bevinden zich tegen de linker scheimuur welke hoog genoeg is om geen bijkomende onaanvaardbare hinder te creëren ten opzichte van de aanpalers. Deze volume-wijzigingen zijn aanvaardbaar.
Ter hoogte van de voorgevel wordt, boven de kroonlijst, een inpandig terras voorzien. Dit terras is niet kenmerkend in de omgeving, maar is stedenbouwkundig wel aanvaardbaar aangezien er geen bijkomende onaanvaardbare hinder wordt gecreëerd naar de omgeving.
De overige werken situeren zich binnen het bestaande volume in functie van een beter intern ruimtegebruik. De volume-wijzigingen zoals aangevraagd in de vergunning zijn een verbetering ten opzichte van de bestaande toestand. Bijgevolg wordt geoordeeld dat de draagkracht van het perceel, noch de omgeving, wordt overschreden.
Visueel-vormelijke elementen
De Hertsdeinstraat wordt gekenmerkt met gevels bestaande uit lichtkleurige gevelbaksteen. De bestaande gevel uit bruine gevelbaksteen wordt volledig geïsoleerd en bepleisterd. Bepleisterde gevels zijn niet kenmerkend in de Hertsdeinstraat. Echter leent de opbouw van het pand zich er wel toe om de gevel te bepleisteren. Ook de natuurstenen elementen worden mee bepleisterd. De aanvraag is hiermee strijdig met artikel 11 van de bouwcode. Daarom wordt in voorwaarden opgelegd dat de blauwe hardstenen elementen onbeschilderd en onbepleisterd dienen te blijven.
De stad Antwerpen hanteert een afwegingskader op aanvragen voor een stedenbouwkundige vergunning voor buitengevelisolatie. Bij een gunstig advies tot plaatsing van buitengevelisolatie is men verplicht om het nieuwe gevelpakket (isolatie + afwerking) tot precies 14cm voorbij de gevellijn te voorzien. Op die manier wordt er maximale energiebesparing gerealiseerd binnen de bepalingen van het rooilijnendecreet.
Dit zal worden opgelegd in voorwaarden bij het verlenen van de vergunning.
De arrière-corps is een veel voorkomend detail bij aaneengesloten bebouwing. Ter hoogte van de perceelsgrens springt het gevelvlak terug, en dit over de volledige gevelhoogte. Dit levert een verticale ritmering op die percelering in het straatbeeld nuanceert. Het is wenselijk om dit detail, eigen aan de stedelijke context, te behouden.
De uitstekende delen van een gevel (plint, raamdorpel, kroonlijst, …) zorgen voor een detaillering van de gevel. Het toepassen van buitengevelisolatie leidt tot een vervlakking van het straatbeeld door een verlies aan detaillering. Om een verarming van het materiaal tegen te gaan, wordt er bij een gunstig advies opgelegd dat bestaande elementen (raamdorpels, plint, kroonlijst…) behouden blijven of worden vervangen door nieuwe elementen.
Deze details hebben immers ook een functie. Zo beschermt de plint tegen beschadigingen. Indien er voor het uitvoeren van de werken een plint aanwezig is, moet deze behouden blijven. Dit kan door de bestaande plint naar voren te plaatsen (en er achter isolatie aan te brengen) of de bestaande plint te vervangen door een nieuwe plint. Bij pleisterwerk is het noodzakelijk om een plint te plaatsen, ook al is deze niet aanwezig in de bestaande toestand. De hoogte van de plint dient voorzien te worden vanaf de onderkant van de gevel tot aan de eerste horizontale gevellijst in blauwe hardsteen (die vrij moet blijven van pleisterwerk). Dit wordt opgelegd in voorwaarden.
Wanneer er pleisterwerk is voorzien als gevelmateriaal, worden de randen van bijvoorbeeld raamopeningen voorzien van hoekprofielen. Dergelijke hoekprofielen moeten onzichtbaar worden uitgevoerd.
Wanneer de nieuwe constructie tot op het openbaar domein komt moet er rekening mee worden gehouden dat het voetpad in de toekomst hersteld kan worden zonder dat er aan de voorgevel ingrepen moeten gebeuren. Dit kan door de bestaande stoeptegel voor de werken weg te nemen en na de werken terug te plaatsen.
Wanneer er zich in de bestaande toestand openbare verlichtingsarmaturen (of andere elementen van nutsvoorzieningen) bevinden aan de gevel moeten deze na het uitvoeren van de werken opnieuw gemonteerd worden aan de gevel op een duurzame manier (eventueel met een achterliggende constructie). Deze elementen moeten ten allen tijde kunnen hersteld worden of weggenomen worden. Indien nodig wordt hiervoor contact opgenomen met de dienst openbaar domein.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Aangezien er onduidelijkheid is over de laatst vergunde toestand werd er advies gevraagd aan de stedelijke dienst Vermoeden van vergunning. Hieruit blijkt dat er maximaal 3 woonentiteiten als geacht vergund beschouwd kunnen worden. De aanvraag omvat vervolgens geen vermeerdering in aantal woonentiteiten.
De plannen tonen twee tweeslaapkamerappartementen en één drieslaapkamerappartement. De bestaande toestand, met een gelijkvloerse werkplaats en appartementen op de verdiepingen, wordt hiermee verbeterd. Bij het gelijkvloerse drieslaapkamerappartement is er geen juiste verhouding tussen de oppervlakte van de leefruimtes en het aantal slaapkamers. Daarom wordt in voorwaarden van de vergunning opgelegd om de kleinste slaapkamer achteraan het entresolvolume te voorzien als bureau zodat een tweeslaapkamerappartement ontstaat.
Hiermee rekening houdend voldoen de appartementen aan de minimale kwaliteitseisen en worden ze bijkomend ook allemaal voorzien van een terras. Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing gezien de aanvraag geen vermeerdering van het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande en vergunde of vergund geachte situatie inhoudt.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De isolatie samen met het afwerkingsmateriaal uit te voeren met een totale dikte van 14 centimeter voorbij de gevellijn.
2. De arrière-corps te behouden en vrij te laten van materiaal en isolatie.
3. De bestaande elementen in natuursteen te behouden of te vervangen door nieuwe elementen in natuursteen die evenveel uitsteken na het uitvoeren van de werken dan in de oorspronkelijke situatie.
4. De plint in blauwe hardsteen moet voorzien worden over de gehele hoogte vanaf de onderkant van de gevel tot onder de eerste horizontale lijst in blauwe hardsteen.
5. De hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk, onzichtbaar uit te voeren.
6. De elementen voor straatverlichting of nutsvoorzieningen die zich aan de gevel bevinden in de bestaande toestand, integraal te verplaatsen.
7. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
8. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
9. De bijgevoegde maatregelen zoals opgelegd in het advies van Fluvius zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 11 april 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 1 juni 2023 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 29 oktober 2023 |
Verslag GOA | 14 juli 2023 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De isolatie samen met het afwerkingsmateriaal uit te voeren met een totale dikte van 14 centimeter voorbij de gevellijn.
2. De arrière-corps te behouden en vrij te laten van materiaal en isolatie.
3. De bestaande elementen in natuursteen te behouden of te vervangen door nieuwe elementen in natuursteen die evenveel uitsteken na het uitvoeren van de werken dan in de oorspronkelijke situatie.
4. De plint in blauwe hardsteen moet voorzien worden over de gehele hoogte vanaf de onderkant van de gevel tot onder de eerste horizontale lijst in blauwe hardsteen.
5. De hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk, onzichtbaar uit te voeren.
6. De elementen voor straatverlichting of nutsvoorzieningen die zich aan de gevel bevinden in de bestaande toestand, integraal te verplaatsen.
7. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
8. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
9. De bijgevoegde maatregelen zoals opgelegd in het advies van Fluvius zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.