Terug
Gepubliceerd op 31/07/2023

2023_CBS_05172 - Omgevingsvergunning - OMV_2023046714. Lodewijk De Koninckstraat 21. District Berchem - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 28/07/2023 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Tom Meeuws, schepen; Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Afwezig

Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Karim Bachar, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_05172 - Omgevingsvergunning - OMV_2023046714. Lodewijk De Koninckstraat 21. District Berchem - Goedkeuring 2023_CBS_05172 - Omgevingsvergunning - OMV_2023046714. Lodewijk De Koninckstraat 21. District Berchem - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023046714

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Céline Pascal met als adres Leopold De Vriesstraat 14 bus 1 te 2600 Berchem (Antwerpen) en de heer Geoffrey Schepens met als adres Leopold De Vriesstraat 14 bus 1 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Ligging van het project:

Lodewijk De Koninckstraat 21 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 23 sectie C nr. 220W2

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          21/01/1970: vergunning (961#11539) verbouwingswerken.

 

Vergunde toestand  

-          functie:

  • eengezinswoning met garage;

-          bouwvolume:

  • hoofdgebouw van 2 bouwlagen onder hellend dak met dakkapellen;
  • aanbouw van 1 tot 2 bouwlagen onder hellende daken;
  • aangebouwde garage onder plat dak, rechts van de hoofdwoning;

-          voorgevelafwerking:

  • houten schrijnwerk;
  • dakkappelen in houten gevelbekleding.

 

Bestaande toestand

-          bouwvolume:

  • aanbouwen van 1 tot 2 bouwlagen onder plat en hellend dak;

-          voorgevelafwerking:

  • witgeschilderd metselwerk op gelijkvloerse verdieping en wit pleisterwerk op de verdiepingen;
  • schrijnwerk in PVC met witte kleur en witte houten voordeur.

 

Nieuwe toestand

-          functie:

  • eengezinswoning met autostaanplaats in zijtuin;
  • bestaande garage betrekken bij het woongedeelte (wasplaats en bijkeuken);

-          bouwvolume:

  • aanbouwen van 1 tot 2 bouwlagen onder platte daken;
  • achtergevel gelijkvloerse verdieping rechtgetrokken tot bouwdiepte vroegere garage;
  • achtergevel 1ste verdieping gelijkgetrokken tot bouwdiepte bestaande aanbouw rechterzijde;
  • achtergevel dakkapellen gelijkgetrokken;
  • autostaanplaats in zijtuin onder luifel;

-          gevelafwerking:

  • schrijnwerk in de voor- en zijgevel in aluminium met antraciet kleur en antracietkleurige houten voordeur.
  • geïsoleerde achtergevel.

 

Inhoud van de aanvraag

-          verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning:

  • slopen van stuk aanbouwen;
  • uitbreiden van het volume aanbouwen op gelijkvloers en 1ste verdieping;
  • uitbreiden woongedeelte door inname bestaande garage;
  • plaatsen luifel in zijtuin;
  • wijzigen van de voorgevel; 
  • wijzigen van de linker scheimuren.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:

verblijfsruimtes dienen een minimale vrije hoogte te hebben van 2,60 m. De vrije hoogte van de bijkeuken is slechts 2,45 m;

  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:

er is geen opstand van minimaal 0,3 m voorzien t.o.v. het hoogst aangrenzende dakvlak ter hoogte van de nieuwe achterbouw gelijkvloers en 1ste verdieping;

  • artikel 35 Afvoerkanalen en uitlaten van alle gassen:

de uitlaat van de haard wordt voorzien op 4,48 m t.o.v. het maaiveld en in de direct nabijheid van raamopeningen in de achtergevel.
 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).

 

Het project is gelegen in een zone met een pluviale overstromingskans van 1 keer op 100 jaar onder huidig klimaat. Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd. Het project is niet gelegen in een signaalgebied. Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

 

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))


Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de straat. 

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De gelijkvloerse bouwdiepte wordt over de volle breedte van het perceel op 15,32 m gebracht. Deze bouwdiepte is in overeenstemming met kenmerkende bouwdiepte op percelen in de buurt.

 

De desbetreffende woning vormt de beëindiging van een reeks woningen in eenheidsbebouwing bestaande uit 2 bouwlagen met bijkomend een schuin dak. De woning is uitgewerkt als hoekpand en sluit door middel van een garage aan op een gelijkaardig uitgewerkte buurwoning.

 

De bestaande aanbouw achter het hoofdvolume wordt verwijderd en vervangen door een nieuwe aanbouw. De gelijkvloerse bouwdiepte wordt perceelsbreed voorzien tot 15,33 m. Dit is 1,27 m dieper dan de aanpalende woning, maar komt overeen met de woningen in de ruimere omgeving. De eerste verdieping wordt eveneens perceelsbreed uitgebreid tot een bouwdiepte van 12,38 m. Dit wordt voorzien naar analogie van de reeds vergunde uitbreiding van de links aanpalende woning.

De wijzigingen achteraan de 2de verdieping blijven beperkt tot het na-isoleren van de achtergevel. Deze uitbreidingen liggen in lijn met de bestaande evolutie van deze bebouwing en zijn bijgevolg aanvaardbaar. De nieuwe platte daken worden als groendak ingericht.

 

De voormalige garage verdwijnt eveneens en wordt omgevormd tot bijkeuken en wasplaats. Door het vernieuwen van het plat dak verlaagd de vrije hoogte tot 2,36 m. Gezien deze ruimtes niet als leefruimtes maar als bergruimte gebruikt worden deze hoogte in overeenstemming met art. 21 uit de bouwcode wat een minimum van 2,20 m vooropstelt. 

 

Aan de straatzijde wordt tegen de voormalige garage in de zijtuin een luifel voorzien. De voorzijde sluit aan met de voorzijde van garage van de buur. Deze overdekte ruimte zal als fietsstalplaats benut worden.

De verharding in de voortuinstrook blijft beperkt tot het toegangspad en een stalplaats voor 1 wagen.

 

De voorziene uitbreidingen aan de achtergevel en het voorzien van de luifel aan de zijgevel zijn ruimtelijk aanvaardbaar. 

 

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten

De voor- en zijgevel blijven, behoudens het wijzigen van het buitenschrijnwerk naar antracietkleurig aluminium buitenschrijnwerk, ongewijzigd. De nieuwe luifelconstructie wordt in glas en staal uitgevoerd. Een opengewerkt metalen hekwerk geeft toegang tot de fietsenstalplaats. Deze uitvoering is functioneel en vertaalt de achterliggende functie.

 

De achtergevel en de zijgevels van de nieuwe volumes worden afgewerkt in licht getint gevelpleisterwerk. Waar nodig wordt na-geïsoleerd. Alle buitenschrijnwerk aan de achtergevel wordt uitgevoerd in hout. Het voorgestelde materiaalgebruik past zich in in de omgeving

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Er wordt opgemerkt dat de schouw van de open haard uitmondt op een hoogte van 4,48 m ten opzichte van het maaiveld en de uitlaat zich vlakbij de achtergevel en ramen tot de badkamer en slaapkamers bevindt. Artikel 35 stelt dat de uitlaat van kanalen voor de afvoer van schadelijke gassen zich minstens boven de kroonlijst van het eigen gebouw (gemeten vanaf de uitlaat) moet situeren en in ieder geval twee meter boven de bovenrand van alle deur-, venster en ventilatieopeningen, die zich binnen een straal van 4 m bevinden, horizontaal gemeten vanaf de uitlaat van het afvoerkanaal. De huidige afvoer voldoet hier niet aan. De werking van de haard is momenteel onduidelijk. Daarom wordt in de vergunningsvoorwaarden opgenomen dat de afvoer in overeenstemming moet worden gebracht met de bepalingen van art. 35 indien deze schadelijke gassen (rook) produceert.

 

Omdat de dakopstand ter hoogte van de nieuwe achterbouw op het gelijkvloers en 1ste verdieping niet de minimaal 0,30 m voorzien t.o.v. het hoogst aangrenzende dakvlak, wordt dit mee in voorwaarden opgenomen. (bouwcode, art. 34)
 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de aanvraag aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.  

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

De plannen tonen dat de gelijkvloerse garage wordt heringericht als berging.

Er werd hieromtrent advies gevraagd aan de stedelijke dienst Mobiliteit. Dit advies luidt als volgt:

 

“De aanvraag betreft het verbouwen van een eengezinswoning. De garage wordt ingevuld als bergruimte en bijkeuken, op de oprit wordt een parkeerplaats in openlucht voorzien. Dus de parkeerbehoefte en aantal nuttige parkeerplaatsen veranderd niet.”

 

Er verdwijnt vervolgens geen nuttige parkeerplaats.

 

Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande toestand ongewijzigd blijven.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
  1. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.
  1. De afvoer van de haard moet in overeenstemming worden gebracht met de bepalingen van art. 35 indien deze schadelijke gassen (rook) produceert.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

4 april 2023

Volledig en ontvankelijk

30 mei 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

27 oktober 2023

Verslag GOA

19 juli 2023

naam GOA

Cynthia Steurs

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

  1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
  1. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.
  1. De afvoer van de haard moet in overeenstemming worden gebracht met de bepalingen van art. 35 indien deze schadelijke gassen (rook) produceert.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.