Terug
Gepubliceerd op 31/07/2023

2023_CBS_05192 - Omgevingsvergunning - OMV_2023067736. Jules Moretuslei 368-374. District Wilrijk - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 28/07/2023 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Tom Meeuws, schepen; Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Afwezig

Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Karim Bachar, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_05192 - Omgevingsvergunning - OMV_2023067736. Jules Moretuslei 368-374. District Wilrijk - Goedkeuring 2023_CBS_05192 - Omgevingsvergunning - OMV_2023067736. Jules Moretuslei 368-374. District Wilrijk - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023067736

Gegevens van de aanvrager:

zie exploitant

Gegevens van de exploitant:

BV BLD (0656932696) met als adres jules Moretuslei 338 te 2610 Wilrijk (belgie)

Ligging van het project:

Jules Moretuslei 368-374 te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 43 sectie A nrs. 205S7, 205G8 en 205H8

waarvan:

 

-     20230515-0002

afdeling 43 sectie A nrs. 205H8, 205S7 en 205G8 (Bemaling Jules Moretuslei)

Vergunningsplichten:

exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

een bronbemaling technisch noodzakelijk voor het uitvoeren van bouwkundige werken

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Op 22 april 2022 verleende het college aan BLD bv een omgevingsvergunning onder voorwaarden voor het slopen van bestaande bebouwing (op een inventarispand na) en het bouwen van een notariskantoor met vijf appartementen en een ondergrondse garage (OMV_2021190775).

 

Inhoud van de aanvraag

Het project omvat een tijdelijke grondwaterwinning voor de aanleg van ondergrondse bouwlagen.

 

Aangevraagde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

29 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

29 m³/uur

53.2.2°b)2°

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld.

52.900 m³/jaar

 

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden


Bij te stellen voorwaarde:

De exploitant vraagt een bijstelling aan van artikel 4.2.3.1 - lozing van bedrijfsafvalwater dat één of meer gevaarlijke stoffen bevat.

 

De exploitant vraag een bijstelling aan op bijlage 4.2.5.1.1 §1 - controle-inrichting voor lozingen van afvalwater. Aangezien het een tijdelijke bemaling en tijdelijke lozing betreft wordt er geen meetgoot en speciale meetapparatuur geplaatst, enkel een staalnamekraan voorzien. De debietmeter die geplaatst wordt, is conform Vlarem II, artikel 5.53.3.2.§12 (meetinrichting tijdelijke bemaling).

 

De exploitant vraagt een afwijking op bijlage 4.2.5.2.1 §2 - controle en beoordeling van de meetresultaten op lozingen van bedrijfsafvalwater en koelwater. Staalname van de het bemalingswater gedurende de bemaling zal uitgevoerd worden door middel van een staalnamekraantje op de collector.

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling

Er wordt, in afwachting van de BBT-studie waarin onderzocht wordt hoe ver technisch gezuiverd kan worden voor de verschillende PFAS componenten, voor alle PFAS verbindingen een verhoogde lozingsnorm van 100 ng/liter aangevraagd. 

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

AQUAFIN NV

1 juni 2023

2 juni 2023

Voorwaardelijk gunstig

Vlaamse Milieumaatschappij/ Advies Vergunning Afvalwater en Lucht

1 juni 2023

21 juni 2023

Voorwaardelijk gunstig

Vlaamse Milieumaatschappij/ Advies grondwater Antwerpen

1 juni 2023

29 juni 2023

Geen advies

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

De aanvraag betreft een tijdelijke bemaling die noodzakelijk is voor de uitvoering van eerder vergunde stedenbouwkundige handelingen. Deze stedenbouwkundige handelingen werden reeds eerder getoetst aan de verenigbaarheid met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening. De bemaling zelf is slechts tijdelijk van aard en noodzakelijk voor de uitvoeringsfase van de bouw. Het project kan beschouwd worden als verenigbaar met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

De aanvraag omvat de exploitatie van een bemaling klasse 2 die noodzakelijk is voor het uitvoeren van bouwkundige werken. Er worden drie bijstellingen op de sectorale voorwaarden gevraagd evenals één verhoogde lozingsnorm.

 

Ter hoogte van de Jules Moretuslei te Wilrijk is een nieuwbouwproject met een ondergrondse parkeergarage gepland. Voor de uitgraving en aanleg van deze ondergrondse bouwlaag is een bemaling noodzakelijk.

 

De uit te graven oppervlakte heeft een afmeting van 34 meter bij 48 meter. De bemaling kan uitgevoerd worden met een klassieke gravitaire filterbemaling. Waar er plaats is om in talud te kunnen uitgraven, worden de filters buiten de talud geplaatst. Waar deze mogelijkheid er niet is door plaatsgebrek, worden de filters binnen een grondkerende beschoeiing geplaatst. De filters van negen meter lengte worden, na een voorafgraving van het terrein tot ongeveer +16 mTAW, aangezet op +7 mTAW en geplaatst met een tussenafstand van vier meter. Voor de bemaling van de liftputzones worden er lokaal tijdelijke filterkaders bijgeplaatst. De Boomse klei bevindt zich op een diepte van +0,6 mTAW. Het maximaal gemeten grondwaterpeil bevindt zich op +15,11 mTAW.

 

Het initiële bemalingsdebiet bedraagt 29 m³/uur maar zal stelselmatig afnemen tot een stationair debiet van 12 m³/uur. Tijdens de fase van de liftputten zal het debiet tijdelijk terug stijgen tot 22 à 27 m³/uur. Het cumulatief volume dat na 153 dagen opgepompt wordt, bedraagt ongeveer 52.900 m³/jaar. Voor dit debiet wordt klasse 2 rubriek 53.2.2.b.2 gevraagd. De invloedstraal van de bemaling bedraagt maximaal 620 meter in zuidoostelijke richting.

 

Binnen de invloedstraal van de bemaling zijn er 95 OVAM-dossiers gekend. Alle dossiers binnen de 0,5 meter verlagingscontour werden gescreend. Buiten de 0,5 meter contour worden enkel de dossiers weerhouden en gescreend waarbij het grondwater zich meer dan 10 meter verplaatst onder invloed van de bemaling en de natuurlijke grondwaterstroming. Op basis van deze criteria werden tien dossiers weerhouden. Bij twee dossiers (17475 en 22419) werden concentraties boven de bodemsaneringsnorm (BSN) aangetroffen in het grondwater.

 

In dossier 17475 (BBO 2010) werden er verontreinigingen aan vinylchloride, dichlooretheen en tetrachlooretheen in het grondwater vastgesteld. Het dossier werd sindsdien niet verder opgevolgd. De gesimuleerde grondwaterverplaatsing ter hoogte van de in 2010 gekende verontreinigingscontour bedraagt maximaal 14,4 meter. Rekening houdend met de retardatiefactoren resulteert dit in verplaatsingen van 11,3 meter voor vinylchloride, 7,0 meter voor dichlooretheen en 3,7 meter voor tetrachlooretheen. Gezien het dossier sinds 2010 niet meer werd opgevolgd, er geen actieve bodemsanering heeft plaats gevonden en de gesimuleerde verplaatsing van de meest mobiele verontreiniging slechts 11,3 m bedraagt, wordt in de bemalingsstudie de verplaatsing als aanvaardbaar beschouwd.

 

In dossier 22419 (BBO 2012) werden er verontreinigingen aan dichlooretheen en tetrachlooretheen in het grondwater vastgesteld. Het dossier werd sindsdien niet verder opgevolgd. De gesimuleerde grondwaterverplaatsing ter hoogte van de in 2012 gekende verontreinigingscontour bedraagt maximaal 26,2 meter. Rekening houdend met de retardatiefactoren resulteert dit in verplaatsingen van 12,7 meter voor dichlooretheen en 6,8 meter voor tetrachlooretheen. Gezien het dossier sinds 2012 niet meer werd opgevolgd, er werd geconcludeerd dat er geen sanering noodzakelijk was en de gesimuleerde verplaatsing van de meest mobiele verontreiniging slechts 12,7 meter bedraagt, wordt volgens de bemalingsstudie de verplaatsing als aanvaardbaar beschouwd.

 

Een eventuele verplaatsing van de verontreiniging van meer dan tien meter, zal ervoor zorgen dat deze verontreiniging perceelsgrenzen overschrijdt. Als bijzondere voorwaarde wordt opgenomen dat bijkomende maatregelen genomen moeten worden om de verplaatsing van de verontreiniging te beperken tot maximaal 10 meter.

 

In april 2023 werden twee stalen genomen van het grondwater in respectievelijk peilbuis 1 en 2. Er werden in beide peilbuizen concentraties aan PFBA aangetroffen boven de rapportagegrens (20 ng/liter). Voor PFAS is het indelingscriterium gelijkgesteld aan de rapportagegrens. In afwachting van de BBT-studie waarin wordt onderzocht hoe ver technisch gezuiverd kan worden voor de verschillende PFAS-componenten, wordt in dit dossier voor alle PFAS-verbindingen een verhoogde lozingsnorm van 100 ng/liter aangevraagd. Er wordt tevens een waterzuiveringsinstallatie mee opgenomen in de vergunningsaanvraag om het water te zuiveren voor lozing indien bij opstart van de bemaling zou blijken dat het opgepompte water niet aan de normen voldoet.

 

Omwille van de verwachte concentratie aan PFAS in het bemalingswater, kan dit water niet geretourneerd of geïnfiltreerd worden. Aan de overzijde van de Krijgsbaan in de Heistraat zou er een RWA leiding gelegen zijn binnen de zoekzone van 200 meter. De exploitant stelt echter dat het overbruggen van de Krijgsbaan teveel hinder met zich mee zou brengen. Er zal dan ook geloosd worden in de gemengde riolering ten zuiden van de projectsite in de Jules Moretuslei. Zowel rubriek 3.4.2° als 3.6.3.2° worden gevraagd voor een maximaal debiet van 29 m³/uur. Het stationaire debiet werd berekend op ongeveer 12 m³/uur. De waterzuivering wordt voorzien in geval de toegestane bijzondere lozingsnormen overschreden zouden worden.

 

De exploitant vraagt volgende bijstellingen op de sectorale voorwaarden van Vlarem II:

  • artikel 4.2.3.1 - lozing van bedrijfsafvalwater dat één of meer gevaarlijke stoffen bevat.
  • bijlage 4.2.5.1.1 §1 - controle-inrichting voor lozingen van afvalwater. Aangezien het een tijdelijke bemaling en tijdelijke lozing betreft, wordt er geen meetgoot en speciale meetapparatuur geplaatst maar enkel een staalnamekraan voorzien. De debietmeter die geplaatst wordt, is conform Vlarem II, artikel 5.53.3.2. §12 (meetinrichting tijdelijke bemaling).
  • bijlage 4.2.5.2.1 §2 - controle en beoordeling van de meetresultaten op lozingen van bedrijfsafvalwater en koelwater. Staalname van de het bemalingswater gedurende de bemaling zal uitgevoerd worden door middel van een staalnamekraantje op de collector.

 

Deze bijstellingen zijn aanvaardbaar gezien het tijdelijke karakter van de bemaling.

 

De Vlaamse Milieumaatschappij dienst Afvalwater en Lucht adviseert gunstig voor:

  • de tijdelijke lozing van bemalingswater met een maximumdebiet van 29 m³/uur (rubriek 3.4.2.) in de openbare riolering (RWZI Antwerpen Zuid);
  • de tijdelijke lozing van bemalingswater via een waterzuivering met een maximumdebiet van 29 m³/uur (rubriek 3.6.3.2.) in de openbare riolering (RWZI Antwerpen Deurne).

 

Volgende bijzondere voorwaarden worden hierbij opgelegd:

  • De bijzondere lozingsnorm voor PFAS bedraagt 100 ng/liter.
  • De kwaliteit van het bemalingswater wordt geanalyseerd in de bemalingsfilter/put (na schoonpompen van de installatie) of op voorhand in een representatieve peilbuis maximaal 1 jaar voor de opstart van de bemaling. De te analyseren parameters zijn minstens de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025. De bemaling mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen. De verdere monitoring gebeurt aan volgende frequentie: - bij concentraties hoger dan 80 % van de norm: analyse voor lozingspunt in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse maximaal 80 % van de norm bedraagt; - bij concentraties lager dan 80 % van de norm: geen herhaling noodzakelijk.
  • In afwijking van artikel 4.2.5.1.1. §1 van Vlarem II moet er geen meetgoot voorzien worden.

 

In het advies van Aquafin wordt gevraagd dat een uitdrukkelijke schriftelijke toestemming bekomen wordt voor de lozing van het bemalingswater op de riolering van de Jules Moretuslei te Antwerpen. Deze toestemming werd tijdens de behandelingsduur van het aanvraagdossier aangeleverd.

 

Het advies van VMM dienst grondwater is stilzwijgend gunstig.

 

De vergunningverlenende overheid is verplicht om een advies in te winnen bij het Agentschap Onroerend Erfgoed als de vergunningsaanvraag betrekking heeft op ingedeelde inrichtingen of activiteiten in of aan: een beschermde archeologische site, een beschermd monument, een beschermd cultuurhistorisch landschap of een beschermd stads- of dorpsgezicht (decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed artikel 6.4.4§3). Dat is hier niet van toepassing.

Overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Er dienen geen adviezen gevraagd te worden.

 

Advies aan het college

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits voldaan wordt aan de algemene, sectorale en bijzondere vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de Vlarem-wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt voorwaardelijk positief advies gegeven de vergunning te verlenen voor een periode van vijf maanden na opstart van de bemaling.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

29 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

29 m³/uur

53.2.2°b)2°

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld.

52.900 m³/jaar

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

  1. De startdatum van de bemaling wordt ten minste twee weken voor de start gemeld aan de stad Antwerpen. Hiervoor stuurt u een mail aan de dienst Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van het dossiernummer, de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en de start- en einddatum.
  1. Het debiet van de bemaling wordt opgevolgd door middel van correct werkende debietmeters en bijgehouden in een logboek dat steeds op de werf aanwezig is en ter inzage wordt gehouden voor de toezichthoudende overheid.
  1. Bijkomende maatregelen worden genomen om de verplaatsing van de verontreiniging van OVAM-dossier 22419 en 17475 te beperken tot maximaal 10 meter voor de meest mobiele gevaarlijke stof.
  1. De bijzondere lozingsnorm voor PFAS bedraagt 100 ng/liter.
  1. De kwaliteit van het bemalingswater wordt geanalyseerd in de bemalingsfilter/put (na schoonpompen van de installatie) of op voorhand in een representatieve peilbuis maximaal 1 jaar voor de opstart van de bemaling. De te analyseren parameters zijn minstens de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025. De bemaling mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen.
    De verdere monitoring gebeurt aan volgende frequentie:

-     bij concentraties hoger dan 80% van de norm: analyse voor lozingspunt in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse maximaal 80% van de norm bedraagt;

-     bij concentraties lager dan 80% van de norm: geen herhaling noodzakelijk.

  1. In afwijking van art 4.2.5.1.1. §1 van Vlarem II moet er geen meetgoot voorzien worden. 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

16 mei 2023

Volledig en ontvankelijk

1 juni 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

29 oktober 2023

Verslag GOA

20 juli 2023

naam GOA

Bieke Geypens

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

  1. De startdatum van de bemaling wordt ten minste twee weken voor de start gemeld aan de stad Antwerpen. Hiervoor stuurt u een mail aan de dienst Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van het dossiernummer, de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en de start- en einddatum.
  1. Het debiet van de bemaling wordt opgevolgd door middel van correct werkende debietmeters en bijgehouden in een logboek dat steeds op de werf aanwezig is en ter inzage wordt gehouden voor de toezichthoudende overheid.
  1. Bijkomende maatregelen worden genomen om de verplaatsing van de verontreiniging van OVAM-dossier 22419 en 17475 te beperken tot maximaal 10 meter voor de meest mobiele gevaarlijke stof.
  1. De bijzondere lozingsnorm voor PFAS bedraagt 100 ng/liter.
  1. De kwaliteit van het bemalingswater wordt geanalyseerd in de bemalingsfilter/put (na schoonpompen van de installatie) of op voorhand in een representatieve peilbuis maximaal 1 jaar voor de opstart van de bemaling. De te analyseren parameters zijn minstens de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025. De bemaling mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen.
    De verdere monitoring gebeurt aan volgende frequentie:

-     bij concentraties hoger dan 80% van de norm: analyse voor lozingspunt in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse maximaal 80% van de norm bedraagt;

-     bij concentraties lager dan 80% van de norm: geen herhaling noodzakelijk.

  1. In afwijking van art 4.2.5.1.1. §1 van Vlarem II moet er geen meetgoot voorzien worden. 


Artikel 3

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

29 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

29 m³/uur

53.2.2°b)2°

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld.

52.900 m³/jaar

 

Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor een periode van vijf maanden vanaf de start der werken.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.