Terug
Gepubliceerd op 31/07/2023

2023_CBS_05191 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2023018279. Leo Bosschartlaan 15. District Hoboken - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 28/07/2023 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Tom Meeuws, schepen; Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Afwezig

Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Karim Bachar, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_05191 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2023018279. Leo Bosschartlaan 15. District Hoboken - Goedkeuring 2023_CBS_05191 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2023018279. Leo Bosschartlaan 15. District Hoboken - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2023018279

Gegevens van de aanvrager:

zie exploitant

Gegevens van de exploitant:

NV VAN DER GUCHT F & I (0400821321) met als contactadres Leo Bosschartlaan 15 te 2660 Hoboken (Antwerpen)

Ligging van het project:

Leo Bosschartlaan 15 te 2660 Hoboken (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 37 sectie C nrs. 10/2G en 10L2

waarvan:

 

-     20171006-0005

afdeling 37 sectie C nrs. 10/2G en 10L2 (VAN DER GUCHT F & I nv)

Vergunningsplichten:

exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

de verdere exploitatie van een schroot- en metaalhandel: verandering door wijziging, uitbreiding en bijstelling voorwaarden

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

De exploitant beschikt over een vergunning (MLAV1/2016-162) verleend door de deputatie op 26 januari 2017 voor een termijn lopend tot 26 januari 2037. Op 15 februari 2018 werd er door de provincie een gedeeltelijke overdracht van de geactualiseerde vergunning (OMV_2017007658) toegekend waarbij de vergunning op naam kwam van twee exploitanten met name Van Der Gucht F&I en bv Europe Ship Demolition. Op 17 oktober 2018 verklaart bv Europe Ship Demolition afstand te doen van de vergunning met Van Der Gucht F&I. Op 7 februari 2019 werd er voorwaardelijk een vergunning toegekend door de deputatie voor een verandering, wijziging en uitbreiding van de inrichting op naam van Van Der Gucht F&I (OMV_2018144038). Op 25 maart 2021 werd door de deputatie een vergunning verleend voor de bijstelling van bijzondere voorwaarden n.a.v. de GPBV-evaluatie (OMV_2020109972).

 

Inhoud van de aanvraag

Het voorwerp van de aanvraag betreft een regularisatie van de vergunde toestand.

 

Aangevraagde rubriek(en)
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

2.2.1.c)1°

opslag en sortering van niet gevaarlijke afvalstoffen bestaande uit papier en karton, hout, textiel, kunststoffen, metaal, glas, rubber, bouw en sloopafval, met een opslagcapaciteit van maximaal 100 ton;

verplaatsing

2.2.1.e)3°

opslag en sortering van gevaarlijke afvalstoffen met een opslagcapaciteit van meer dan 1 ton andere afvalstoffen dan asbestafval bestaande uit asbestcement of andere asbesthoudende bouwmaterialen waarin asbest in gebonden vorm aanwezig is;

verplaatsing

2.2.2.c)4°

opslag en mechanische behandeling van niet gevaarlijk schroot met een opslagcapaciteit van meer dan 500 ton;

verplaatsing

2.2.2.e)

scheepssloperijen;

stopzetten activiteit op het middenplein

2.4.5.

tijdelijke opslag van gevaarlijke afvalstoffen in afwachting van behandeling;

verplaatsing

6.5.1°

brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen;

- 1 verdeelslang

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

+ 3,80 kW

17.1.2.1.3°

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in ver­plaatsbare recipiënten met een gezamen­lijk water­inhoudsvermogen van meer dan 10.000 liter;

verplaatsing

17.3.2.1.1.2°

opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen (gevarenpictogram GHS02) van gevarencategorie 3 (gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen) met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C en gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 500 ton.

- 2,91 ton

 

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden uit vergunning of meldingsakte

VAN DER GUCHT F & I nv


Bij te stellen voorwaarde:

Naar aanleiding van huidige aanvraag wenst de exploitant een bijstelling te verkrijgen voor de onderstaande bijzondere voorwaarden. Gezien de voorwaarden telkens in verschillende vergunningen werden opgenomen, is de referentie van de milieuvergunning bij de voorwaarde genoteerd:

 

1)   OMV_2020109972 van 25 maart 2021 voorwaarde 8: "de opslag van grondkabels op de scheepshelling wordt op zijn minst afgedekt met een waterdicht zeil."

2)   OMV_2018144038 van 7 februari 2019 voorwaarden artikel 5.§3.1: "Er wordt maximaal 1 schip per maand gesloopt op het middenplein."

3)   MLAV-2016-0162 van 26 januari 2017 voorwaarde 4 "Bij het vullen van de mobiele dagtank, bij het overtappen van de vloeistoffen uit de dagtank naar andere recipiënten, en bij het verplaatsen van de mobiele dagtank, moeten voldoende maatregelen worden genomen om verontreiniging van bodem, grond-, oppervlaktewater te voorkomen."

4)   MLAV-2016-0162 van 26 januari 2017 voorwaarde 12: "De exploitant inspecteert om de 3 maanden de KWS-afscheider en houdt een logboek bij van de inspecties. De exploitant kan ook een alarmsysteem voorzien om de goede werking van de KWS-afscheider op te volgen."

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling: Door middel van deze aanvraag wenst de exploitant de aangehaalde bijzondere voorwaarden opgenomen in de verschillende vergunningen te schrappen.  

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden

VAN DER GUCHT F & I nv


Bij te stellen voorwaarde:

Van der Gucht F&I NV is momenteel vergund voor het lozen van 118,5 m³/u bedrijfsafvalwater in de Schelde. Het bedrijfsafvalwater heeft betrekking op het hemelwater dat op de site terechtkomt en als verontreinigd hemelwater wordt beschouwd. Het afvalwater gaat over een koolwaterafscheider met coalescentiefilter / slibopvangput voor de lozing in de Schelde (via het droogdok van Engie). Een controleput na de afscheider is aanwezig. Een eenvoudig staal kan worden genomen. 

 

D.m.v. huidige aanvraag wenst de exploitant een bijstelling te verkrijgen op de onderstaande artikels opgenomen in de algemene voorwaarden voor het lozen van bedrijfsafvalwater, met name:

 

  1. Artikel 4.2.5.1.1.§1 

"Bedrijfsafvalwater van inrichtingen die een max. hoeveelheid bedrijfsafvalwater van meer dan 2 m³/dag of 50 m³/maand of 500 m³/jaar lozen, moet worden geloosd via een controle-inrichting die alle waarborgen biedt om de kwaliteit van het werkelijk geloosde afvalwater te controleren en die inzonderheid toelaat gemakkelijk monsters van het geloosde water te nemen.

 

Tenzij anders bepaalde in de milieuvergunning dient deze controle-inrichting vanaf de hierna vermelde debieten te beantwoorden aan de volgende eisen:

-     Voor debieten > 2 m³/uur of > 20 m³/dag: de plaatsing van een meetgoot (bij voorkeur) volgens de in bijlage 4.2.5.1 bij dit besluit gevoegde omschrijving en gestelde eisen of een andere evenwaardige meetmogelijkheid.

-     Voor debieten > 50 m³/dag (lozen van bedrijfsafvalwater dat één of meer gevaarlijke stoffen bevat of > 100 m³/uur (lozing van bedrijfsafvalwater dat geen gevaarlijke stoffen bevat): de plaatsing van debiets- en bemonsteringsapparatuur volgens de in bijlage 4.2.5.1 bij dit besluit gevoegde omschrijving en gestelde eisen.

 

  1. Artikel 4.2.5.1.1.§2

Tenzij anders vermeld in de milieuvergunning dient de in §1 voorgeschreven bemonsteringsapparatuur steeds in werking te zijn volgens de voorschriften van de constructeur, en in die zin dat er te allen tijde een 24-uur debietsproportioneel mengmonster kan worden genomen, om toe te laten de in artikel 4.2.6.1 beschreven controlebemonstering uit te voeren.

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling

Voor de aanvulling wordt verwezen naar de bijlage Q4, welke als extra bijlage is opgenomen in de aanvraag.  

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

  1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
  2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Argumentatie

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop, (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening


Op basis van het dossier is het project verenigbaar met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening. 

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Van Der Gucht F&I exploiteert op de locatie gelegen aan de Leo Bosschartlaan 15 te Hoboken een schroothandel en scheepsloperij met een opslag-, sorteer- en bewerkingsplaats voor de tijdelijke stockage van recupereerbare materialen, tweedehands machines, schroot en schepen in de ruimste zin van het woord. Een deel van het middenterrein wordt door Smulders Projects gehuurd. Zij gebruiken dit deel van het terrein voor stockage en montagewerken van metalen constructies (OMV_2022020745). De aanvraag betreft een regularisatie van de vergunning op 3 vlakken;

 

Verdere exploitatie van:

-     de opslag van 1 ton asbest in gebonden toestand afkomstig van schepen (rubriek 2.2.1.e)1°);

-     het lozen van 118,5 m³/uur bedrijfsafvalwater via een KWS-afscheider met een ingebouwde slibopvang en coalescentiefilter in oppervlaktewater (rubriek 3.4.3°);

-     de opslag van brandbare vloeistoffen waaronder 3.000 liter hydraulische olie, 1.000 liter vetten en smeeroliën, 3.000 liter motorolie en 4.000 liter oude motor- en transformatorolie en andere oliën voor een totaal van 11.000 liter (rubriek 6.4.1°);

-     het stallen van 15 voertuigen andere dan personenwagens (rubriek 15.1.1°);

-     1 schouwput voor bedrijfsvoertuigen (rubriek 15.2);

-     1 wasplaats voor voertuigen (15.4.1°);

-     de opslag van 500 liter gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (rubriek 17.4).

 

Verplaatsing binnen de inrichting

-     Verplaatsing van de opslag en sortering van niet gevaarlijke afvalstoffen waaronder 25 ton papier- en kartonafval, 25 ton banden- en rubberafval, 25 ton houtafval en 25 ton kunststofafval voor een totaal van 100 ton van het middenplein naar de zone ter hoogte van de kabelbaan (rubriek 2.2.1.c.1).

-     Verplaatsing van de opslag van de grondkabels van de scheepshelling naar de loods (rubriek 2.2.1.e.2 en rubriek 2.4.5).

-     Verplaatsing van de opslag van de ferro en non-ferro metalen omwille van de verhuur van een deel van het terrein en uitbreiding met een shredder met een vermogen van 558 kW. De totale vergunde hoeveelheid die verwerkt wordt, met name 9.900 ton, blijft echter ongewijzigd (2.2.2.c.3). 

-     De demontage van schepen op het middenplein is niet meer van toepassing. De scheepshelling wordt wel nog gebruikt (rubriek 2.2.2.e).

-     Door het buitengebruik stellen van de bovengrondse tank op de scheepshelling verdwijnt ook één verdeelslang (rubriek 6.5.2).

-     De airco in het bureel werd vervangen door een nieuw toestel met een elektrisch vermogen van 0,8 kW en er werden 3 airco toestellen met elk een elektrisch vermogen van 2,5 kW bijgeplaatst, dit voor een totaal van 3,8 kW (rubriek 16.3.1.1). 

-     De opslag van verplaatsbare gasrecipiënten waaronder 2.200 liter propaan, 9.000 liter zuurstof en 800 liter niet nader genoemde gassen worden verplaatst naar een nieuwe locatie (rubriek 17.1.2.1.3).

-     De bovengrondse tank op de scheepshelling met een opslagcapaciteit van 2,91 ton wordt buiten gebruik gesteld. Er wordt enkel nog 33,3 ton diesel in een gecompartimenteerde bovengrondse houder opgeslagen (rubriek 17.3.2.1.1.2°).

 

Geschrapte rubrieken

-     een transformator van 160 kVA (12.2.1);

-     accumulatoren van 35 kW (12.3.2).

 

Verplaatsingen opslag en overlag van afvalstoffen

De aanvraag van de vergunning heeft voornamelijk betrekking op de verplaatsing van de opslag en overslag van afvalstoffen. Gezien er niets wijzigt aan de vergunde hoeveelheden of werkwijzen, is er geen bezwaar tegen de aangevraagde verplaatsingen wat betreft de opslag en overslag van afvalstoffen.

 

Shredder

De exploitant is vergund voor het gebruik van verschillende toestellen voor het demonteren van schepen met een totaal vermogen van 1.076 kW. Door middel van deze aanvraag wenst de exploitant deze toestellen uit te breiden met een shredder met een vermogen van 558 kW, welke volgens de aanvraag voornamelijk zal gebruikt worden voor het shredderen van hout en aluminium. Op vraag van afdeling Handhaving wordt de shredder expliciet aangevraagd. De exploitant dient erover te waken dat de vergunde hoeveelheden afvalstoffen niet overschreden worden.

 

De shredder zal worden gehuurd en zal volgens de aanvraag hooguit 3 keer per jaar en voor de duur van maximum 1 week per keer ingezet worden. De aanvraag vermeldt dat de shredderactiviteiten binnen in de loods worden uitgevoerd, zodat hinder naar de omgeving toe tot een minimum beperkt wordt. Om de stofhinder van de shredder te beperken, zal er een sprinkler voorzien worden. De loods werd vroeger droog gereinigd. Op het inplantingsplan is niet duidelijk waar het water afkomstig uit de sprinklerinstallatie wordt opgevangen en afgevoerd.

 

Uit de geluidsstudie blijkt dat er tijdens de dagperiode lichte overschrijdingen zijn voor de (semi)stabiele geluiden en impulsachtige geluiden. De bron die het meest verantwoordelijk zou zijn voor deze overschrijdingen, is het equivalent niveau van de geplande terugdraaiende shredder. Het aanbrengen van een akoestisch scherm of een akoestische wand is sterk aanbevolen. Voor de fluctuerende geluiden blijkt dat het opkuisen van metaalresten voor een lichte overschrijding zorgt tijdens de dagperiode. Ook hier zou het plaatsen van een wand of een scherm het geluid kunnen milderen.

 

De shredder wordt gedurende zijn werking in de loods geplaatst ter beperking van de geluidshinder. Door het gebruik van een shredder in een loods kan een nagalmveld ontstaan. Het is niet duidelijk of de positie (in de loods) en dit effect mee werd opgenomen in de geluidstudie.

 

Bijstelling van voorwaarden

De exploitant vraagt volgende bijstelling van de bijzondere voorwaarden opgenomen in de verschillende vergunningen.

 

-     OMV_202109972 van 25 maart 2021 voorwaarde 8: "de opslag van grondkabels op de scheepshelling wordt op zijn minst afgedekt met een waterdicht zeil”.

Gezien de opslag van de grondkabels niet meer op de scheepshelling plaatsvindt maar in een container in de loods, kan deze bijzondere voorwaarde geschrapt worden. 

 

-     OMV_2018144038 van 7 februari 2019 voorwaarden artikel 5.§3.1: "Er wordt maximaal 1 schip per maand gesloopt op het middenplein."

Het middenplein wordt sinds 1 januari 2022 verhuurd aan Smulders Projects en er worden geen schepen meer ontmanteld op dit deel van het terrein. Deze bijzondere voorwaarde mag geschrapt worden gezien deze niet meer van toepassing is. Mocht er in de toekomst een verandering in activiteit komen op het middenplein, dient dit wel te worden herbekeken.

Op de scheepshelling worden er wel nog schepen gedemonteerd.

 

-     MLAV-2016-0162 van 26 januari 2017 voorwaarde 4 "Bij het vullen van de mobiele dagtank, bij het overtappen van de vloeistoffen uit de dagtank naar andere recipiënten, en bij het verplaatsen van de mobiele dagtank, moeten voldoende maatregelen worden genomen om verontreiniging van bodem, grond-, oppervlaktewater te voorkomen."

Indien er kleine hoeveelheden van restvloeistoffen aanwezig zijn, worden deze door een externe firma verwijderd door middel van een zuigwagen. Bij grote resthoeveelheden worden de brandstoffen overgepompt naar IBC’s of vaten van 200 liter. Uit de aanvraag is niet duidelijk of er nog gebruik wordt gemaakt van een dagtank bij het overpompen van de grote hoeveelheden brandstof. De maatregelen die genomen moeten worden om verontreiniging van bodem, grond-, en oppervlaktewater te voorkomen, blijven te allen tijde van toepassing.

 

-     MLAV-2016-0162 van 26 januari 2017 voorwaarde 12: "De exploitant inspecteert om de 3 maanden de KWS-afscheider en houdt een logboek bij van de inspecties. De exploitant kan ook een alarmsysteem voorzien om de goede werking van de KWS-afscheider op te volgen."

Gezien de koolwaterstofafscheider is voorzien van een alarmsysteem die de werking van deze opvolgt en bovendien gecontroleerd wordt door de externe milieucoördinator, moet er geen logboek bijgehouden worden en kan deze voorwaarde conform Vlarem II artikel 4.2.3 bis 4 geschrapt worden.

 

De exploitant wenst een bijstelling voor het lozen van bedrijfsafvalwater te verkrijgen voor artikels 4.2.5.1.1.§1 en 4.2.5.1.1.§2 van Vlarem II. Er wordt gevraagd af te mogen zien van de verplichting een meetgoot en bemonsteringsapparatuur te installeren gezien het debiet van 118,50m³/uur berekend is in een worst-case scenario waarbij er een storm met een retourperiode van 2 jaar als uitgangspunt werd genomen. Dit uur debiet is een zeer sterke overschatting van het werkelijke debiet. Omdat het over regenwaterafvoer gaat en deze debieten grote fluctuaties kennen die afhangen van de neerslag, is de dimensionering van de venturimeetgoot moeilijk te verhalen in de praktijk. Het potentieel verontreinigd hemelwater wordt voor de lozing in de Schelde over een koolwaterstofafscheider geleid. Gezien de KWS-afscheider voldoende groot is en voorzien is van een controleput waarin een staalname mogelijk is, wordt gunstig advies gegeven de bijstelling toe te staan.

 

Het slopen van de schepen gebeurt op de scheepshelling. In de aanvraag staat dat de scheepshelling voorzien is van een dwarsgoot voor de opvang van potentieel verontreinigd hemelwater. Het is onduidelijk of de dwarsgoot voldoende groot gedimensioneerd is om het potentieel verontreinigd hemelwater op te vangen bij hevige regenval. De dwarsgoot is aangesloten op de slibvangput en de KWS-afscheider met coalescentiefilter maar dit blijkt niet uit het uitvoeringsplan. De KWS-afscheider is opgetekend aan één kant van het uitvoeringsplan ter hoogte van Fabricom en wordt afgeleid naar het lozingspunt bedrijfsafvalwater. Dit terwijl het potentieel verontreinigd hemelwater in de Schelde wordt geloosd. Het is niet duidelijk hoe de exploitant de vervuiling afkomstig van de scheepsloperij, die plaatsvindt op de scheepshelling, verhindert gezien deze in rechtstreeks contact staat met de Schelde. 

Tot slot wordt in de motivering voor het bijstellen van de bijzondere voorwaarden verwezen naar staalnames die in 2019 en 2020 genomen werden en toegevoegd zijn bij de aanvraag, echter ontbreken deze.


Het college vraagt meer duidelijkheid over de lozingssituatie van het potentieel verontreinigd hemelwater afkomstig van de scheepssloperij, aangezien er op basis van voorliggende dossier te weinig garanties zijn dat dit steeds opgevangen en behandeld kan worden.


Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.

 

Advies van het college

Gelet op de aard van de voorliggende beperkte verandering wordt voorwaardelijk gunstig advies gegeven de vergunning aan te passen.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

2.2.1.c)1°

opslag en sortering van niet gevaarlijke afvalstoffen bestaande uit papier en karton, hout, textiel, kunststoffen, metaal, glas, rubber, bouw en sloopafval, met een opslagcapaciteit van maximaal 100 ton;

verplaatsing

2.2.1.e)3°

opslag en sortering van gevaarlijke afvalstoffen met een opslagcapaciteit van meer dan 1 ton andere afvalstoffen dan asbestafval bestaande uit asbestcement of andere asbesthoudende bouwmaterialen waarin asbest in gebonden vorm aanwezig is;

verplaatsing

2.2.2.c)4°

opslag en mechanische behandeling van niet gevaarlijk schroot met een opslagcapaciteit van meer dan 500 ton;

verplaatsing

2.2.2.e)

scheepssloperijen;

stopzetten activiteit op het middenplein

2.4.5.

tijdelijke opslag van gevaarlijke afvalstoffen in afwachting van behandeling;

verplaatsing

6.5.1°

brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen;

- 1 verdeelslang

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

+ 3,80 kW

17.1.2.1.3°

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in ver­plaatsbare recipiënten met een gezamen­lijk water­inhoudsvermogen van meer dan 10.000 liter;

verplaatsing

17.3.2.1.1.2°

opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen (gevarenpictogram GHS02) van gevarencategorie 3 (gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen) met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C en gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 500 ton.

- 2,91 ton

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1. De exploitant dient meer duidelijkheid te scheppen over de lozingssituatie van het potentieel verontreinigd hemelwater afkomstig van de scheepssloperij.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

13 juni 2023

Start openbaar onderzoek

23 juni 2023

Einde openbaar onderzoek

22 juli 2023

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

2 augustus 2023

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

23 juni 2023

22 juli 2023

0

0

0

0

 

Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarden.

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1. De exploitant dient meer duidelijkheid te scheppen over de lozingssituatie van het potentieel verontreinigd hemelwater afkomstig van de scheepssloperij.

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.