Beheer stedelijk patrimonium
Op 25 november 2019 (jaarnummer 652) keurde de gemeenteraad de nieuwe beheersovereenkomst met AG Vespa goed.
Specifiek met betrekking tot het stedelijk patrimonium zijn onder andere volgende artikels van toepassing:
Opera Ballet Vlaanderen vzw
Op 4 juni 2021 besliste het college (jaarnummer 4448) een concessieovereenkomst af te sluiten met Opera Ballet Vlaanderen vzw (OBV), Van Ertbornstraat 8, 2000 Antwerpen voor de site van het operagebouw gelegen aan de Van Ertbornstraat 2 en Frankrijklei 3, 2000 Antwerpen. De overeenkomst werd afgesloten voor een korte duur van 1 juli 2021 tot 30 juni 2022 (beperkt verlengbaar in afwachting van het afsluiten van een concessieovereenkomst voor lange duur).
Op 11 juni 2021 bekrachtigde het college (jaarnummer 4713) de ondersteuningsovereenkomst tussen de stad Antwerpen en OBV vanaf 1 januari 2021 tot en met 31 december 2025.
Vanuit haar statutaire doelstelling levert OBV immers een fundamentele bijdrage aan de realisatie van het meerjarenplan 2020-2025. OBV ontwikkelt vanuit haar statutaire missie culturele activiteiten en draagt zo bij aan een levendig kunst- en cultuurlandschap in Antwerpen met internationale uitstraling. Ze beheert het historische Operagebouw en bijhorende site in Antwerpen en neemt als Vlaamse Kunstinstelling met thuisbasis in Antwerpen een actieve rol op binnen het Antwerpse kunstenlandschap. Hiervoor ontvangt OBV ondersteuning van de stad voor de dagelijkse werking en voor het onderhoud van het Operagebouw. De afspraken hierover werden opgenomen in deze ondersteuningsovereenkomst.
Op 20 juni 2022 besliste het directiecomité van AG Vespa de concessieovereenkomst (voor de site van het operagebouw gelegen aan de Van Ertbornstraat 2 en Frankrijklei 3, 2000 Antwerpen) met één jaar te verlengen, meer bepaald tot 30 juni 2023.
Partijen overleggen momenteel over een overeenkomst van lange duur. Aangezien hiervoor meer tijd nodig blijkt is het aangewezen de overeenkomst van korte duur na 30 juni 2023 nog beperkt te verlengen. Deze verlenging zal het voorwerp vormen van afzonderlijke besluitvorming.
OBV werkt, produceert, repeteert, presenteert en stockeert vandaag op vijf verschillende sites. De raad van bestuur van OBV besliste in augustus 2020 met het oog op artistieke, productionele, operationele en financiële excellentie en efficiëntie deze patrimoniumportefeuille slanker te organiseren. De realisatie van één groot productiecentrum moet de vijf sites herleiden tot drie: de opera's van Antwerpen en Gent en het productiecentrum.
Het programma van het productiecentrum van OBV kan onderverdeeld worden in drie onderdelen:
Op vraag van OBV onderzocht AG Vespa mogelijke locaties voor de realisatie van dit productiecentrum.
De voorkeur van OBV voor een mogelijke locatie voor de realisatie van het productiecentrum gaat uit naar één van de drie toekomstige bouwvelden aangegeven in de toekomstig gewenste ruimtelijke structuur voor Kempeneiland (Innovatieve Stadshaven). Verder ruimtelijk onderzoek moet de juiste locatie uitwijzen.
Kempeneiland
a) Ruimtelijk kader
Op 6 juli 2018 (jaarnummer 6286) keurde het college de studie "Innovatieve Stadshaven" goed.
Dit besluit legde een eerste ambitieus toekomstperspectief op tafel, dat de richting van de verdere transitie van het gebied uitzet. De volgende principes worden vooropgesteld:
Tegelijk besliste het college om de gewestplanbestemming (gebied voor ambachtelijke bedrijven en kleine en middelgrote ondernemingen) te bestendigen.
Dit tweede element werd ingegeven vanuit de doelstelling bedrijvigheid binnen de stad Antwerpen ten volle de kans te geven.
In zitting van 25 januari 2021 (jaarnummer 29) keurde de gemeenteraad de Beleidsnota Ruimtelijke Economie goed. De Innovatieve Stadshaven wordt in de beleidsnota opgenomen als 'bedrijventerrein in herontwikkeling'.
Op 28 juni 2021 (jaarnummer 415) keurde de gemeenteraad goed om een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) op te maken omdat werd vastgesteld dat de bestemmingsmogelijkheden van het gewestplan onvoldoende ruimte laten om de transitie naar een toekomstgericht bedrijventerrein afdoende te begeleiden.
Het college keurde op 21 januari 2022 (jaarnummer 243) een richtnota goed waarmee de ruimtelijke structuur voor deze zone, met onder meer drie bouwvelden op Kempeneiland, werd goedgekeurd.
b) Juridische situatie
Op 26 oktober 2020 (jaarnummer 628) keurde de gemeenteraad de kosteloze overdracht goed van een aantal onroerende goederen gelegen aan Kempeneiland en Asiadok-Oostkaai. Deze onroerende goederen waren eigendom van het Havenbedrijf en werden kosteloos overgedragen aan de stad Antwerpen.
De lopende contracten op Kempeneiland eindigen op 31 december 2024 zodat hier vanaf 2025 ruimte vrijkomt voor een ambitieus plan met 50.000 m² ontwikkelbare oppervlakte, verdeeld over drie gestapelde bedrijfs(verzamel)gebouwen. In dat kader werd onderzocht of, en in welke mate, op één van de bouwvelden van Kempeneiland het productiecentrum van OBV kan worden gerealiseerd, en in die zin aldus rechtstreekse gebruiksrechten aan OBV kunnen worden toegekend. Tevens werd onderzocht, op vraag van OBV, of AG Vespa OBV kan begeleiden bij de ontwikkeling van het productiecentrum.
OBV heeft aan de stad Antwerpen gevraagd om haar een gebruiksrecht toe te staan op één van de bouwvelden van Kempeneiland voor de realisatie van haar productiecentrum.
Bij brief van 21 december 2021 heeft OBV bijkomend aan AG Vespa gevraagd of AG Vespa haar kan begeleiden bij de ontwikkeling van het betreffende productiecentrum.
Artikel 56 §3 1° van het Decreet Lokaal Bestuur bepaalt dat het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.
Gebiedsontwikkeling (Innovatieve Stadshaven)
Kempeneiland is onderdeel van de (toekomstige) Innovatieve Stadshaven, waarvoor een RUP wordt opgemaakt. De rechtstreekse toewijzing aan OBV zodat een productiecentrum gerealiseerd kan worden draagt bij aan de ontwikkeling van het gebied.
Het aantrekken van deze grootschalige, productieve stedelijke ruimtevraag maakt de ambities voor het gebied tastbaar en creëert leven en vertrouwen in de ontwikkeling van het gebied. Dat is nodig, zowel om investeerders als ondernemende eindgebruikers te vinden voor de ontwikkeling van het Kempeneiland.
Het productiecentrum voor OBV past binnen deze ambitie van de stad Antwerpen:
Rechtstreekse toewijzing - horizontale samenwerking
Overeenkomstig artikel 239 Decreet Lokaal Bestuur en artikel 3.3 van de Omzendbrief KB/ABB 2019/3, kan er worden afgeweken van het algemeen principe om de markt te raadplegen (mededinging en transparantie) voor vastgoedtransacties.
Concreet kan een vastgoedtransactie zonder concurrentie verlopen, mits er redenen van algemeen belang zijn en de rechtstreekse toewijzing afdoende wordt gemotiveerd.
Hiervoor kan de theorie van de niet-geïnstitutionaliseerde horizontale samenwerking (gekend van artikel 31 Wet Overheidsopdrachten) toegepast worden (enigszins naar analogie omdat sensu stricto de toekenning van een gebruiksrecht niet gepaard gaat met werken, leveringen of diensten opdat de Wet Overheidsopdrachten van toepassing zou zijn).
Dit impliceert dat wanneer twee of meer overheden met elkaar willen samenwerken (publiek-publieke samenwerking), de bepalingen van de Wet Overheidsopdrachten (en vergelijkbare bestuursrechtelijke principes) niet van toepassing zijn indien aan bepaalde voorwaarden is voldaan.
Zowel stad Antwerpen als OBV kwalificeren als een aanbestedende overheid in de zin van de Wet Overheidsopdrachten, zodat moet worden nagegaan of aan elk van de volgende voorwaarden is voldaan om (naar analogie) toepassing te maken van deze uitzonderingsgrond:
Zowel de stad Antwerpen als OBV streven naar de ontwikkeling van het Antwerpse kunst- en cultuurlandschap.
Ook uit de ondersteuningsovereenkomst blijkt duidelijk dat OBV een bijdrage levert aan de realisatie van onder meer de (culturele) doelstellingen en ambities van de stad Antwerpen. Dit doet zij o.m. gelet op de unieke positie die zij binnen het culturele landschap als grootste kunstinstelling van Vlaanderen bekleedt wegens o.m. haar internationaal gerenommeerde reputatie (winnaar ‘International Opera Award’ voor het beste operahuis ter wereld), haar enorme periodieke bezoekersaantallen (meer dan 175.000 bezoekers per seizoen), haar focus op talentontwikkeling bij jongeren, de uitbouw van een nieuwe hub voor werkgelegenheid in de artistieke sector (OBV heeft inmiddels al meer dan 400 werknemers van meer dan 30 verschillende nationaliteiten in dienst) alsook het gegeven dat het productiecentrum toegang zal verschaffen aan het ruimere publiek.
Daarnaast zal het productiecentrum van OBV ook bijdragen aan de ontwikkeling van de innovatieve stadshaven, de klimaatdoelstelling, een nuttige besteding van publieke middelen en een brede en nauwe samenwerking met de culturele sector waardoor de culturele ambities van de stad Antwerpen daadwerkelijk kracht worden bijgezet. De rechtstreekse toewijzing van een deel van Kempeneiland zal OBV toelaten haar werking optimaal en nuttig te organiseren zodat zij ook effectief en op een efficiënte wijze kan bijdragen aan de verwezenlijking van deze verschillende, gemeenschappelijke doelstellingen.
Uit de ondersteuningsovereenkomst blijkt duidelijk dat OBV een belangrijke bijdrage levert aan de verwezenlijking van bepaalde doelstellingen van algemeen en openbaar belang. De (pre)productieactiviteiten die OBV zou ontplooien in het productiecentrum, zijn van primordiaal belang opdat OBV op blijvende en kwaliteitsvolle wijze kan bijdragen aan het uitbouwen van het kunst- en cultuurlandschap binnen de stad Antwerpen.
Een particuliere dienstverlener mag niet worden bevoordeeld ten aanzien van zijn concurrenten.
Aangezien er slechts sprake is van de toekenning van een beperkt gebruiksrecht over een welbepaald beperkt deel van een onroerend goed is er geen sprake van marktconcentratie.
De voorwaarden van de theorie van de publiek-publieke samenwerking zijn derhalve vervuld.
Bijgevolg kan de stad Antwerpen rechtstreeks een gebruiksrecht toestaan aan OBV, zonder een marktbevraging te organiseren.
Samenwerking met AG Vespa
Zowel AG Vespa als OBV kunnen gekwalificeerd worden als een aanbestedende overheid in de zin van de Wet Overheidsopdrachten.
Een rechtstreekse samenwerking tussen AG Vespa en OBV is - net als voor de toekenning van het gebruiksrecht - mogelijk op basis van de theorie van de horizontale samenwerking tussen overheden (publiek-publieke samenwerking) indien aan elk van de volgende voorwaarden is voldaan:
AG Vespa is de vastgoedvennootschap van de stad Antwerpen en heeft, in navolging van de samenwerking tussen de stad Antwerpen en OBV, belang bij het vastgoedmatig aspect van de ontwikkeling van een cultuur- en kunstlandschap. AG Vespa kan daarbij haar expertise aanbieden en zo bijdragen tot de hogervermelde gemeenschappelijke doelstellingen. Net als OBV en de stad Antwerpen, is ook AG Vespa belast met de uitvoering van taken van gemeentelijk belang en taken die bijdragen tot de verwezenlijking van beleidsdoelstellingen.
De bestaansreden van de samenwerking is gelegen in het realiseren van verscheidene beleidsdoelstellingen van de stad Antwerpen, zoals onder meer de realisatie van een kunst- en cultuurlandschap. De samenwerking berust dus uitsluitend op overwegingen van openbaar belang.
Gelet op de beperkte omvang van de opdracht, lijkt er geen sprake te zijn van marktconcentratie.
De voorwaarden van de theorie van een publiek-publieke samenwerking zijn derhalve vervuld.
Bijgevolg kan AG Vespa rechtstreeks - en buiten de toepassing van de overheidsopdrachtenreglementering - een samenwerking aangaan met OBV op basis van de theorie van de horizontale samenwerking.
AG Vespa zal in voorkomend geval uiteraard wél een overheidsopdracht in de markt moeten plaatsen voor de effectieve ontwikkeling van het productiecentrum (in naam en voor rekening van OBV).
Gelet op het voorgaande, vraagt AG Vespa aan het college een mandaat om te onderhandelen met OBV over:
Het college keurt principieel goed een gebruiksrecht toe te staan aan Opera Ballet Vlaanderen vzw op één van de drie toekomstige bouwvelden op Kempeneiland met het oog op de realisatie van een productiecentrum, en dit onder voorbehoud van het bereiken van een definitief akkoord over de voorwaarden van het betreffende gebruiksrecht.
Het college geeft opdracht aan
Dienst | Taak |
AG Vespa | om te onderhandelen met Opera Ballet Vlaanderen vzw over een gebruiksrecht op één van de drie (toekomstige) bouwvelden op Kempeneiland en de voorwaarden van een eventueel akkoord ter goedkeuring voor te leggen aan het college en desgevallend de gemeenteraad |
AG Vespa | om te onderhandelen met Opera Ballet Vlaanderen vzw over een eventuele samenwerking tussen AG Vespa en Opera Ballet Vlaanderen vzw voor (de begeleiding bij) de ontwikkeling van het productiecentrum op Kempeneiland. |