Terug
Gepubliceerd op 19/06/2023

2023_CBS_04051 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2022069216. Noorderlaan 189. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 16/06/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Tom Meeuws, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_04051 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2022069216. Noorderlaan 189. District Antwerpen - Goedkeuring 2023_CBS_04051 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2022069216. Noorderlaan 189. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Op 30 januari 2023 verzocht de deputatie het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om een openbaar onderzoek te houden en advies uit te brengen.

Op 17 maart 2023 verleende het college van burgemeester en schepenen een voorwaardelijk gunstig advies, zie bijlage.

Op 19 mei 2023 paste de deputatie een administratieve lus toe waarbij opnieuw advies gevraagd werd aan het college.
De exploitant diende vervolgens op 30 mei 2023 een wijzigingsverzoek in. Op 31 mei 2023 heeft de deputatie het wijzigingsverzoek aanvaard. 

Voorliggend verslag behandelt het wijzigingsverzoek. 

Projectnummer:

OMV_2022069216

Gegevens van de aanvrager:

Scandinavian Oil Services blending & logistics met als adres Noorderlaan 189 te 2030 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

Scandinavian Oil Services blending & logistics (0464934262) met als adres Noorderlaan 189 te 2030 Antwerpen

Ligging van het project:

Noorderlaan 189 te 2030 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 15 sectie A nrs. 223V4 en 223V4

waarvan:

 

-          20200306-0019

afdeling 15 sectie A nr. 223V4 (Noorderlaan 189, B-2030 Antwerpen)

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

Sloop loodsen en bouwen van een verdeelcentrum; Op- en overslagbedrijf: verandering door uitbreiding

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Zie bijgevoegd collegebesluit van 17 maart 2023. 

 

De aanvraag is aangevuld met de volgende handeling:

-     het gewoonlijk gebruik van een grond voor het parkeren van voertuigen en wagens. 

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Zie bijgevoegd collegebesluit van 17 maart 2023.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

  1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
  2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu

25 mei 2023

1 juni 2023

Gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

30 mei 2023

31 mei 2023

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Zie bijgevoegd collegebesluit van 17 maart 2023.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

In de oorspronkelijke vergunningsaanvraag (projectinhoudversie V3) werd een hemelwaterput met een inhoud van 10.000 liter en een infiltratiebuis met een oppervlakte van 136 m² en een inhoud van 52.380 liter geplaatst. Er werd echter opgemerkt dat enkel het noordelijke deel van het gebouw aangesloten werd op de hemelwaterput en infiltratievoorziening. Het overige hemelwater werd afgevoerd naar de openbare riolering.

Het college legde volgende voorwaarde op: al het opgevangen hemelwater van de daken dient aangesloten te worden op de hemelwaterput en infiltratiebuis. Enkel de overloop van de infiltratiebuis mag geloosd worden op de perceelsgrens in de openbare riolering.

 

Met het wijzigingsverzoek is een toelichtingsnota opvang hemelwater toegevoegd. De volledige waterhuishouding is herzien na het uitvoeren van een grondsondering en een voorlopige stabiliteitsstudie. Hieruit blijkt dat de doorlopende infiltratiebuis over de volledige lengte van het gebouw niet realiseerbaar is. In de beperkte zone achter de kelder voor de opvang van het bluswater, is er tussen de constructies onvoldoende ruimte over om de buis door te laten. Bovendien is gebleken dat de grondwaterstand relatief hoog is (peil -140 centimeter).

De infiltratiebuizen worden in het wijzigingsverzoek allemaal onder de loodsen, naast de kelder, boven de hoogste grondwaterstand geplaatst. Daarnaast wordt er gewerkt met pompen om het opgevangen hemelwater naar de infiltratievoorziening en de straatriolering te voeren. Hierdoor kan de volledige dakoppervlakte aangesloten worden op de hemelwaterput en de infiltratievoorziening. Er wordt voldaan aan de gewestelijke hemelwaterverordening. De voorwaarde met betrekking tot de hemelwaterverordening uit het collegebesluit van 17 maart 2023 valt zonder voorwerp.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Het wijzigingsverzoek gaat voornamelijk in op reeds uitgebrachte adviezen en biedt een antwoord op de daarin voorgestelde voorwaarden en aandachtspunten.

Voor wat betreft het advies van het college gaat het wijzigingsverzoek in op volgende opmerkingen en voorwaarden: 

-    Het is onduidelijk hoeveel voertuigen er tegelijk aanwezig zullen zijn op de site en dus hoe groot de piekbehoefte aan parkeerplaatsen zal zijn.
Per etmaal worden minstens 5 en maximum 10 vrachtwagens verwacht. Er worden in dezelfde periode ook minstens 15 en maximum 30 personen- en bestelwagens verwacht voor leveringen of personeel. Het is nog steeds onduidelijk hoeveel voertuigen er tegelijk aanwezig zullen zijn op de site en dus ook hoe groot de piekbehoefte aan parkeerplaatsen zal zijn. Er zijn overdag minstens 6 voertuigen van personeel aanwezig. Verder is een algemene aanname dat 10% van de verplaatsingen tijdens het drukste uur gebeuren. Dat wil zeggen dat tijdens het drukste uur volgende voertuigen tegelijk op de site aanwezig zijn: 1 vrachtwagen, 2 tot 3 bestelwagens en 6 personenwagens van personeel. Daarnaast wordt er best 10% bijkomende capaciteit voorzien om uitzonderlijke pieken op te vangen. 

De werkelijke parkeerbehoefte voor personenwagens bedraagt 10 parkeerplaatsen, voor vrachtwagens bedraagt dit 1 parkeerplaats. Er worden 12 parkeerplaatsen voor personenvoertuigen en 3 laad- en loskades voorzien. Er wordt voldaan aan de werkelijke parkeerbehoefte. 
 

-    Het gewoonlijk gebruik voor het parkeren van voertuigen en wagens wordt niet aangevraagd als stedenbouwkundige handeling in het Omgevingsloket.
Aan deze opmerking wordt tegemoet gekomen. De stedenbouwkundige handeling voor een grond gewoonlijk gebruiken, aanleggen of inrichten is toegevoegd. 
 

-    Er bevindt zich één parkeerplaats net voorbij de inrit. Het is niet duidelijk of deze binnen de draaicirkel valt van de vrachtwagens die het terrein komen opgereden en daarbij een bocht van 360° maken. Indien deze parkeerplaats interfereert met de manoeuvres van de vrachtwagens, moet ze elders ingepland worden.
De parkeerplaatsen worden in het wijzigingsverzoek anders voorzien. Er worden 8 parkeerplaatsen ter hoogte van het kantoorgebouw en 4 parkeerplaatsen ter hoogte van de loodsen voorzien. De parkeerplaats net voorbij de inrit is verwijderd. Vijf parkeerplaatsen ter hoogte van het kantoorgebouw worden meer naar het noorden verplaatst aangezien deze interfereren met de manoeuvres van de vrachtwagens. 
 

-    Gelet op de shift naar duurzaam vervoer, wordt geadviseerd de nieuwe parkeerplaatsen van laadpunten voor elektrische wagens te voorzien. Daarnaast dienen ook de nodige voorzieningen ingepland te worden voor alternatieve vervoersmethoden, zoals motor- en/of fietsstalplaatsen met elektrische laadpunten. Deze stalplaatsen dienen zo dicht mogelijk bij de ingang van het kantoorgebouw voorzien te worden. Tevens wordt aangeraden om deze fietsenstalling afgesloten en overdekt te voorzien, rekening houdend met overmaatse fietsen.
Er worden drie parkeerplaatsen voorzien met laadpunten voor elektrische wagens. Tevens wordt er, naast het kantoorgedeelte, een overdekte fietsenstalling voorzien. Op het grondplan worden er vijf fietsen, waaronder een buitenmaatse fiets, ingetekend. Echter lijken deze te dicht op elkaar te staan. Als voorwaarde wordt opgenomen dat de fietsenstalling groot genoeg moet zijn voor minstens 5 fietsen, waaronder ook buitenmaatse fietsen. Er moet ook de mogelijkheid zijn om elektrische fietsen op te laden. 
 

-    Om de site te bereiken met de fiets, moeten fietsers de Noorderlaan oversteken. Daar is op dit moment geen infrastructuur voor voorzien: fietsers moeten vanop het dubbelrichtingsfietspad door de grasberm, om daarna de vier rijstroken van de Noorderlaan oversteken. Aangeraden wordt om met de wegbeheerder (Agentschap Wegen en Verkeer) contact op te nemen om te bekijken wat mogelijk is voor de oversteekbeweging van fietsers.
De aanvrager geeft aan contact opgenomen te hebben met de betreffende dienst van het Agentschap Wegen en Verkeer om de mogelijkheid voor een oversteekplaats voor fietsers te onderzoeken. Gezien de beperkte tijd om het wijzigingsverzoek in te dienen, kunnen er nog geen concrete resultaten voorgelegd worden. 
 

-     Vrachtwagens die het terrein oprijden, moeten een bocht van 360° maken om vervolgens achteruit de laad/loskades te bereiken. In de aanvraag ontbreekt een plan waarop de draaicirkels en bewegingen van de vrachtwagens ingetekend staan. Dit plan moet aantonen dat volgende aandachtspunten geen problemen opleveren: 

  • het is onduidelijk of er voldoende plaats is voor vrachtwagens om achteruit richting de uiterst rechts gelegen laad/loskade te rijden; 
  • de snelheidslimiet op de Noorderlaan is 70 km/h en bevindt zich op deze locatie in een bocht. Vrachtwagens die de site verlaten, doen een manoeuvre waarbij ze bijna 360° keren. Het is belangrijk dat vrachtwagens die de site verlaten, meteen op de rechterrijstrook van de Noorderlaan terechtkomen. Ze mogen bij het uitrijden geen gebruik maken van de linkerrijstrook of de rijstroken in tegenrichting omdat dit ernstige conflicten met zich kan meebrengen. 

Bijkomend dient de aanvrager op eigen terrein de nodige (organisatorische) acties te ondernemen met het oog op een vlotte en veilige interne verkeersdoorstroming, opdat er geen hinder op de openbare weg ontstaat. Laden en lossen en wachtrijen moeten steeds op eigen terrein afgehandeld worden.

Op het terrein wordt gewerkt met een zogenaamde ‘terminal trekker’ waaraan de opleggers worden gekoppeld bij aankomst aan de terminal. Deze is veel wendbaarder door een specifiek stuurmechanisme en heeft een stuurcabine met een vrij uitzicht van 360°. Hierdoor kan er veel korter gedraaid worden en zijn er minder dode hoeken.

Door het uittekenen van de bewegingen en draaicirkels van de vrachtwagens en de terminal trekker blijkt dat het manoeuvreren wel mogelijk is, maar dat de marge echter beperkt is en dat er in de praktijk een reëel risico is dat de vrachtwagens over de rand van het tweede baanvak gaan rijden. Om deze reden heeft de aanvrager een alternatief gezocht voor de circulatie op het terrein. Hierbij komen de vrachtwagens enkel vanuit het noorden van de Noorderlaan het terrein opgereden en dienen zij op het terrein naar links te rijden. Hier worden de opleggers afgekoppeld van de trekkers, waarna de opleggers op hun plaats gezet worden met behulp van de terminal trekker. Na het laden en lossen worden de opleggers door de terminal trekker naar de zone rechts van de poort gereden. Daar wordt de oplegger terug aan de trekker gekoppeld zodat de vrachtwagens de Noorderlaan, met de rijrichting mee, richting het zuiden kunnen oprijden. Borden met pijlen moeten voorkomen dat de vrachtwagenbestuurders toch kiezen voor andere richtingen.

 

Als voorwaarde wordt nog steeds opgelegd dat het laden en lossen en wachtrijen steeds op eigen terrein afgehandeld moeten worden.

 

Aan bovenstaande opmerkingen en voorwaarden uit het advies van het college wordt voornamelijk tegemoet gekomen. De vergunningsaanvraag wordt voorwaardelijk gunstig geadviseerd.

 

De voorwaarden met betrekking tot de ondergrondse pijpleidingen uit het collegebesluit van 17 maart 2023 blijven behouden.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

De exploitant baat een verdeelcentrum uit waar gevaarlijke en niet-gevaarlijke stoffen worden gelost, tijdelijk opgeslagen, geblend en geladen voor verdere distributie.

 

Met onderhavige aanvraag beoogt men voornamelijk een uitbreiding van de opslagcapaciteit van gevaarlijke producten ten opzichte van de vergunde situatie. De uitbreiding heeft betrekking op producten met verschillende gevaarseigenschappen en resulteert in een klasseverhoging waardoor de provincie de bevoegde vergunningverlenende overheid wordt. Het bedrijf wordt daarmee ook een lagedrempel Seveso-inrichting.

 

Met betrekking tot de ingedeelde inrichtingen en activiteiten is bijkomende toelichting en informatie aangeleverd omtrent: 

 

-     De brandveiligheidsnota

In tegenstelling tot beschreven in voorgaande projectinhoudversie is het automatisch blussysteem continu ingeschakeld. Vluchtveiligheid van aanwezigen wordt gegarandeerd door akoestische en optische alarmen, een in het systeem ingebouwde vertragingstijd voor evacuatie en een handmatig in te schakelen blusvertragingsknop, waarmee de blussing tijdelijk wordt uitgesteld. 

Het is finaal aan de brandweer om te oordelen over het aspect brandveiligheid. De voorgestelde brandweervoorwaarden dienen strikt opgevolgd te worden.

 

-     De opslagwijze en inkuipingscapaciteit

In de nieuwe projectinhoud wordt de opslagwijze verduidelijkt. De diverse producten zullen worden gestapeld in rekken waardoor steeds voldaan kan worden aan de scheidingsafstanden van VLAREM II. Tevens wordt een bijkomende toelichting aangeleverd over de inkuiping van de verschillende magazijnen. Volgende inkuipingscapaciteiten worden voorzien voor de magazijnen 1, 2 en 3:

-     magazijn 1 (oppervlakte van 496 m2): 124 m³;

-     magazijn 2 (oppervlakte van 313 m2): 78,25 m³;

-     magazijn 3 (oppervlakte van 1.234 m2): 106,25 m³.

 

Eventuele gelekte vloeistof kan vanuit de inkuiping weggepompt worden via een centraal in het magazijn gelegen kolk, verbonden via een ondergrondse leiding aan een opvangtank (inhoud 1 m3). Voor elk magazijn is een aparte opvangtank voorzien.

 

Magazijn 4 (met een oppervlakte van 278 m2) blijft bestemd voor opslag van lege verpakkingen en is dus niet voorzien van een inkuiping.

 

De nodige maatregelen dienen getroffen te worden om te vermijden dat producten met elkaar in contact kunnen komen waarbij:

-     gevaarlijke chemische reacties kunnen plaatsvinden; 

-     producten met elkaar kunnen reageren onder vorming van schadelijke of gevaarlijke gassen en dampen; 

-     producten samen ontploffingen of branden kunnen veroorzaken. 

 

Zoals gesteld in het advies van Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en - 

projecten - Milieu Antwerpen op datum van 5 april 2023 wordt voorgesteld als bijzondere voorwaarde op te leggen dat de afsluiter van de kolk steeds gesloten dient te zijn, behalve wanneer gelekte vloeistof dient weggepompt te worden.  

 

-      Veiligheidsnota

Een veiligheidsstudie opgesteld door een erkend VR-deskundige is toegevoegd aan het dossier.

Voor het plaatsgebonden risico wordt in de veiligheidsstudie gesteld dat voldaan wordt aan het criterium van de 10-6/jr en 10-7/jr voor respectievelijk een woongebied of een gebied met kwetsbare locatie. Bij het criterium van 10-5/jr wordt een beperkte overschrijding vastgesteld omwille van effecten van warmtestraling in een gebied met spoorwegen waar er normaal geen aanwezigheid van personen wordt verwacht. De deskundige stelt dat de effecten in belangrijke mate beperkt worden door de genomen mitigerende maatregelen. De maatregelen omvatten een brandmuur (REI240) die grenst aan het naastgelegen terrein met spoorwegen alsook een automatisch blussysteem onder de luifel. 

De berekende groepsrisico’s voldoen aan de vooropgestelde criteria. Door de deskundige wordt geoordeeld dat de nodige procedurele en technische maatregelen voorzien zijn om milieurisico’s te beperken. 

Grensoverschrijdende effecten worden niet verwacht, noch voor de mens, noch voor het milieu.

Algemeen kan besloten worden dat de veiligheidsrisico’s ten gevolge van het project aanvaardbaar geacht kunnen worden. De verduidelijkingen aangebracht in kader van de administratieve lus geven geen aanleiding tot aanpassing van het gunstige advies van 17 maart 2023. 

Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen. 

 

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Rotterdam Antwerpen Pijpleiding dient op de hoogte gehouden te worden wanneer de werken gaan aanvangen. 

2. De voorwaarden uit het advies van Fluxys dienen strikt nageleefd te worden.

3. De werken dienen buiten de voorbehouden zone van de leiding van Inovyn te blijven.

4. De aanvrager dient op eigen terrein de nodige (organisatorische) acties te ondernemen met het oog op een vlotte en veilige interne verkeersdoorstroming, opdat er geen hinder op de openbare weg ontstaat. Laden en lossen en wachtrijen moeten steeds op eigen terrein afgehandeld worden.

5. De fietsenstalling dient minstens vijf stalplaatsen voor fietsen, waaronder buitenmaatse fietsen, te hebben. Er moet ook de mogelijkheid zijn om elektrische fietsen op te laden.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst eerste adviesvraag

19 mei 2023

Start openbaar onderzoek

9 februari 2023

Einde openbaar onderzoek

11 maart 2023

Beslissing toepassing administratieve lus

19 mei 2023

Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag 31 mei 2023
Ontvangst tweede adviesvraag19 mei 2023

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

18 juni 2023

 

Wijzigingslus

De aanvrager heeft een verzoek ingediend om zijn oorspronkelijke aanvraag te wijzigen naar aanleiding van de vraag van de provincie naar bijkomende informatie. Dit verzoek werd aanvaard. De wijzigingen zijn zodanig dat er adviezen opnieuw werden gevraagd. Een nieuw openbaar onderzoek is niet vereist.

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. De resultaten van dit openbaar onderzoek werden reeds opgenomen in het advies van het college van 17 maart 2023.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Rotterdam Antwerpen Pijpleiding dient op de hoogte gehouden te worden wanneer de werken gaan aanvangen. 

2. De voorwaarden uit het advies van Fluxys dienen strikt nageleefd te worden. 

3. De werken dienen buiten de voorbehouden zone van de leiding van Inovyn te blijven.

4. De aanvrager dient op eigen terrein de nodige (organisatorische) acties te ondernemen met het oog op een vlotte en veilige interne verkeersdoorstroming, opdat er geen hinder op de openbare weg ontstaat. Laden en lossen en wachtrijen moeten steeds op eigen terrein afgehandeld worden.

5. De fietsenstalling dient minstens vijf stalplaatsen voor fietsen, waaronder buitenmaatse fietsen, te hebben. Er moet ook de mogelijkheid zijn om elektrische fietsen op te laden.

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.