Terug
Gepubliceerd op 19/06/2023

2023_CBS_04049 - Omgevingsvergunning - OMV_2023034625. Blancefloerlaan 20A. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 16/06/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Tom Meeuws, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_04049 - Omgevingsvergunning - OMV_2023034625. Blancefloerlaan 20A. District Antwerpen - Goedkeuring 2023_CBS_04049 - Omgevingsvergunning - OMV_2023034625. Blancefloerlaan 20A. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023034625

Gegevens van de aanvrager:

zie exploitant

Gegevens van de exploitant:

NV GROEP HUYZENTRUYT (0424720537) met als adres Wagenaarstraat 33 te 8791 Waregem

Ligging van het project:

Blancefloerlaan 20A te 2050 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 13 sectie N nrs. 915V17 en 915W17

waarvan:

 

-          20221222-0122

afdeling 13 sectie N nrs. 915V17 en 915W17 (bemaling blancefloerlaan 20A)

Vergunningsplichten:

exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

een bronbemaling voor het plaatsen van een kelder

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

In 2020 werd een omgevingsvergunning, OMV_2020077466, bekomen voor het slopen van een half ondergrondse garage, een gelijkvloerse uitbouw en bouwen van een meergezinswoning van 10 appartementen met ondergrondse parkeergarage en fietsenberging.

 

In juli 2022 werd een melding gedaan voor de exploitatie van een bronbemaling voor de aanleg van een kelder. Deze melding was ongegrond omwille van het overschrijden van het indelingscriterium voor arseen waarvoor geen waterzuiveringsinstallatie voorzien was noch verhoogde lozingsnormen aangevraagd werden.

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag heeft betrekking op de tijdelijke plaatsing van een bemaling voor de uitvoering van een kelder. Er wordt eveneens een verhoogde lozingsnorm gevraagd voor arseen en een waterzuiveringsinstallatie voor PFAS en arseen.

 

Aangevraagde rubriek(en)

 

 

Aangevraagde rubriek(en) bemaling blancefloerlaan 20A
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

15,00 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

15,00 m³/uur

53.2.2°a)

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1°, met een netto opgepompt debiet van maximum 30.000 m³ per jaar of een maximale verlaging van het grondwaterpeil tot vier meter onder maaiveld;

27.513,00 m³/jaar

 

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden

bemaling blancefloerlaan 20A

1.

 

Bij te stellen voorwaarde:

Afwijking lozingsnorm

Artikel 4.2.3.1.3° van Vlarem II: van de gevaarlijke stoffen als bedoeld in bijlage 2C, mogen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in de kolom indelingscriterium GS (gevaarlijke stoffen) van artikel 3 van bijlage 2.3.1. enkel stoffen worden geloosd waarvoor in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit emissiegrenswaarden zijn vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in artikel 2.3.6.1.

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

Op basis van de geraadpleegde onderzoeken wordt voor arseen voorgesteld volgende afwijkende lozingsnormen aan te vragen:
Voor arseen wordt een lozingsnorm voorgesteld van 50 microgram/liter. Deze concentratie komt overeen met de gangbare lozingsnorm voor arseen zoals vermeld in de standaardprocedure voor bodemsaneringsprojecten én bedraagt tienmaal het indelingscriterium.

 

2.

 

Bij te stellen voorwaarde:

Afwijking op meetmethode

Artikel 4.2.5.1.1 §1 van Vlarem II: Controle-inrichting en bemonsteringsapparatuur in kader van lozen bedrijfsafvalwater. Voornoemde wetbepaling schrijft voor dat het bedrijfsafvalwater geloosd dient te worden via een meetgoot.

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

In het kader van voorliggende bemaling en lozing van het bemalingswater is het niet relevant om een meetgoot te voorzien. De hoeveelheid grondwater die opgepompt en afgevoerd wordt, wordt bepaald door middel van een meetmethode conform hoofdstuk 5.53 van Vlarem II.
Om de kwaliteit van het geloosde grondwater te bepalen, zullen er staalnames gedaan worden via een aftapkraan. De exploitant voorziet hiervoor twee monsternamepunten (in- en effluent) en één waterteller. Deze meetmethode is in voorliggende situatie meer geschikt dan de voorziene meetmethodes voor lozing van afvalwater volgens artikel 4.2.5.1.1.

 

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Vlaamse Milieumaatschappij/ Advies Vergunning Afvalwater en Lucht

26 april 2023

17 mei 2023

Voorwaardelijk gunstig

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

De aanvraag betreft een tijdelijke bemaling die noodzakelijk is voor de plaatsing van een kelder. Deze stedenbouwkundige handelingen werden reeds eerder getoetst aan de verenigbaarheid met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening. Het project kan beschouwd worden als verenigbaar met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Er zal gedurende een periode van 180 dagen maximaal 350 m³/dag bij opstart, en bij evenwicht 153 m³/dag opgepompt worden. Het maximale debiet bedraagt 27.513 m³/jaar. Binnen een straal van 200 meter is geen bereikbare waterloop of gracht aanwezig. Ook de Schelde en het Galgenweel liggen op grotere afstand. Door de sterk bebouwde omgeving is lokale infiltratie niet mogelijk. Het betreft een vacuümbemaling waardoor retourbemaling eveneens niet mogelijk is. Het bemalingswater zal daarom geloosd worden in de DWA-riolering in de straat. 

De bemaling vindt plaats met een sondegestuurde bemaling zodat niet dieper gepompt zal worden dan noodzakelijk. De bemaling kan zodoende bijgestuurd worden naarmate de werken vorderen. Er wordt gebruik gemaakt van elektrische of geluidsarme pompen. De exploitant dient te allen tijde te voldoen aan de geluidsnormen zoals bepaald in bijlage 4.5.4 van Vlarem II.

Er wordt een afwijking gevraagd op de meetmethode. De aanvrager acht het niet relevant om een meetgoot te voorzien. Er worden staalnames voorzien via een tapkraan op twee monsternamepunten (in- en effluent) en een waterteller. Monsternames zijn voorzien na opstart van de bemaling, wekelijks tijdens de eerste maand en vervolgens maandelijks. Deze meetmethode wordt meer geschikt beschouwd om de kwaliteit van het grondwater te bepalen. 

Op basis van een grondwateranalyse werd vastgesteld dat er geen verhoogde waarden vastgesteld werden voor arseen, wel voor PFAS. Er zal een waterzuiveringsinstallatie geplaatst worden voor de zuivering van PFAS met een debiet van 15 m³/uur. Gegeven het lozingsdebiet naar de riolering groter is dan 10 m³/uur, dient de aanvrager een toelating van de rioolbeheerder te bekomen voor aanvang van de werken. De aanvrager deed een aanmelding bij Aquafin. De toelating werd intussen bekomen.

Voor arseen wordt alsnog een verhoogde lozingsnorm gevraagd. Een lozingsnorm van 50 µg/liter wordt voorgesteld. Dit komt overeen met 10 keer het indelingscriterium. Op basis van verhoogde gemeten arseenconcentraties in nabijgelegen bodemonderzoeken wordt een gemiddelde arseenconcentratie van 92 µg/liter verwacht in het grondwater. Daarnaast stelt men vast dat de achtergrondconcentratie voor arseen in deze omgeving tussen de 20 µg/liter en 40 µg/liter bedraagt. Een bijkomende zuiveringstrap wordt stand-by geplaatst indien uit de monstername blijkt dat de concentratie van arseen de verhoogde lozingsnorm overschrijdt.  

De bemalingsnota besluit dat de noodzakelijke bemaling voor dit project geen andere verontreinigingen zal aantrekken of in beweging brengen. 

Advies VMM 

De Vlaamse Milieumaatschappij adviseert voorwaardelijk gunstig voor: 

  •       de tijdelijke lozing van het bemalingswater via een waterzuivering met een maximumdebiet van 15 m³/uur en 350 m³/dag in de openbare riolering (RWZI Burcht). De algemene voorwaarden voor lozing in de openbare riolering en de volgende bijzondere voorwaarden zijn van toepassing: 

Parameter (µg/l) 

Advies VMM 

Arseen 

50 

PFAS (individueel) in ng/l 

100 

 

  •       De kwaliteit van het bemalingswater wordt geanalyseerd in de bemalingsfilter/put (na schoonpompen van de installatie) of op voorhand in een representatieve peilbuis maximaal 1 jaar voor de opstart van de bemaling. De te analyseren parameters zijn minstens de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025. De bemaling mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen. De verdere monitoring gebeurt aan volgende frequentie:  
  •      bij concentraties hoger dan 80% van de norm: analyse voor lozingspunt in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse maximaal 80% van de norm bedraagt;  
  •      bij concentraties lager dan 80% van de norm: geen herhaling noodzakelijk. 

In afwijking van artikel 4.2.5.1.1. §1 van Vlarem II moet er geen meetgoot voorzien worden.

Dit advies is slechts gunstig op voorwaarde dat een uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van NV Aquafin bekomen wordt voor de lozing van het bemalingswater op de riolering van de Blancefloerlaan te Antwerpen (RWZI Burcht). De exploitant heeft in de tussentijd de toestemming reeds bekomen.

 

Advies aan het college

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits de algemene, sectorale en bijzondere voorwaarden worden nageleefd, kunnen de hinder en risico’s voor mens en milieu tot een aanvaardbaar niveau beperkt worden. Er wordt bijgevolg voorwaardelijk gunstig advies gegeven de vergunning te verlenen voor een periode van 180 dagen na opstart van de bemaling.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

15,00 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

15,00 m³/uur

53.2.2°a)

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1°, met een netto opgepompt debiet van maximum 30.000 m³ per jaar of een maximale verlaging van het grondwaterpeil tot vier meter onder maaiveld;

27.513,00 m³/jaar

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1. De startdatum van de bemaling wordt ten minste twee weken voor de start gemeld aan stad Antwerpen. Hiervoor stuurt u een mail aan de dienst Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van het projectnummer, de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en de start- en einddatum. 

2. Het debiet van de bemaling wordt opgevolgd door middel van correct werkende debietmeters en bijgehouden in een logboek dat steeds op de werf aanwezig is en ter inzage wordt gehouden van de toezichthoudende overheid. 

3. De kwaliteit van het bemalingswater wordt geanalyseerd in de bemalingsfilter/put (na schoonpompen van de installatie) of op voorhand in een representatieve peilbuis maximaal 1 jaar voor de opstart van de bemaling. De te analyseren parameters zijn minstens de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025. De bemaling mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen. De verdere monitoring gebeurt aan volgende frequentie:

-          bij concentraties hoger dan 80% van de norm: analyse voor lozingspunt in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse maximaal 80% van de norm bedraagt;

-          bij concentraties lager dan 80% van de norm: geen herhaling noodzakelijk.

4. Er moet geen meetgoot voorzien worden.

5. Een verhoogde lozingsnorm wordt toegekend gedurende de duur van de bemaling voor arseen: 50 µg/liter en voor PFAS (individueel) 100 ng/liter.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

10 maart 2023

Volledig en ontvankelijk

26 april 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

23 september 2023

Verslag GOA

8 juni 2023

naam GOA

Bieke Geypens

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

1. De startdatum van de bemaling wordt ten minste twee weken voor de start gemeld aan stad Antwerpen. Hiervoor stuurt u een mail aan de dienst Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van het projectnummer, de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en de start- en einddatum. 

2. Het debiet van de bemaling wordt opgevolgd door middel van correct werkende debietmeters en bijgehouden in een logboek dat steeds op de werf aanwezig is en ter inzage wordt gehouden van de toezichthoudende overheid. 

3. De kwaliteit van het bemalingswater wordt geanalyseerd in de bemalingsfilter/put (na schoonpompen van de installatie) of op voorhand in een representatieve peilbuis maximaal 1 jaar voor de opstart van de bemaling. De te analyseren parameters zijn minstens de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025. De bemaling mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen. De verdere monitoring gebeurt aan volgende frequentie:

-          bij concentraties hoger dan 80% van de norm: analyse voor lozingspunt in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse maximaal 80% van de norm bedraagt;

-          bij concentraties lager dan 80% van de norm: geen herhaling noodzakelijk.

4. Er moet geen meetgoot voorzien worden.

5. Een verhoogde lozingsnorm wordt toegekend gedurende de duur van de bemaling voor arseen: 50 µg/liter en voor PFAS (individueel) 100 ng/liter.

Artikel 3

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

15,00 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

15,00 m³/uur

53.2.2°a)

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1°, met een netto opgepompt debiet van maximum 30.000 m³ per jaar of een maximale verlaging van het grondwaterpeil tot vier meter onder maaiveld;

27.513,00 m³/jaar


Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor een periode van 180 dagen na opstart van de bemaling.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.