Terug
Gepubliceerd op 19/06/2023

2023_CBS_04075 - Omgevingsvergunning - OMV_2022163085. Laar 181. District Ekeren - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 16/06/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Tom Meeuws, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_04075 - Omgevingsvergunning - OMV_2022163085. Laar 181. District Ekeren - Goedkeuring 2023_CBS_04075 - Omgevingsvergunning - OMV_2022163085. Laar 181. District Ekeren - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022163085

Gegevens van de aanvrager:

Aisha Ghouri met als adres Van praetlei 96 te 2170 Merksem en de heer Hamza Khan met als adres Van Praetlei 96 te 2170 Merksem

Ligging van het project:

Laar_EK 181 te 2180 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 34 sectie E nr. 128P

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

uitbreiden van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          16/03/1970: weigering (803#3402) voor het aanbouwen van een speelkamer;

-          12/04/1955: toelating (803#6669) voor het bouwen van een landhuis.

 

Vergunde toestand

-          functie:

  • eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • 1 bouwlaag onder dubbel hoog hellend dak, in open bebouwing; 
  • nokhoogte van 9,80 m;
  • rechthoekig grondplan met voorgevel op korte zijde en nok haaks op de straat;
  • bouwdiepte van 14,50 m;
  • dakkapel aan linker- en rechterzijde;
  • aangesloten garagegebouw op 8 m uit voorgevellijn, aan linkerzijde, van 1 bouwlaag onder hellend dak en nokhoogte van 4,50 m;

-          gevelafwerking:

  • rieten dak;
  • Kempische rode steen, in ivoorkleur geschilderd;
  • plint in breuksteen;
  • luiken ter hoogte van raamopeningen gelijkvloerse verdieping.

 

Bestaande toestand

-          conform vergunde toestand, afgezien van:

-          bouwvolume:

  • aan achterzijde bijgebouwde veranda (speelkamer), ter hoogte van terras;

-          gevelafwerking:

  • in voorgevel verlaagde borstwering, van de 2 gelijkvloerse raamopeningen;
  • verwijderde luiken.

 

Nieuwe toestand

-          conform bestaande toestand, uitgezonderd:

-          bouwvolume:

  • uitgebreide gelijkvloerse bouwdiepte (na afbraak veranda), tot 20 m, met daarbovenop een in oppervlakte ingeperkt terras;

-          inrichting:

  • nieuw voorzien, L-vormig, terras rond nieuwe aanbouw.

 

Inhoud van de aanvraag

-          uitbreiden van het gelijkvloerse volume van een vrijstaande eengezinswoning;

-          regulariseren van reeds aangebrachte wijzigingen aan de voorgevel;

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Provincie Antwerpen/ Dienst Integraal Waterbeleid

27 februari 2023

8 maart 2023

Ongunstig

Provincie Antwerpen/ Dienst Integraal Waterbeleid

6 april 2023

19 april 2023

Ongunstig

Provincie Antwerpen/ Dienst Integraal Waterbeleid

16 mei 2023

5 juni 2023

Gunstig

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in agrarisch gebied. De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag voldoet aan de bepalingen van de bouwcode.
 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project hield bij de eerste en de tweede projectinhoudversie onvoldoende rekening met de geldende voorschriften en uitgangspunten inzake waterveilig bouwen zodat enig schadelijk effect niet kon worden voorkomen of beperkt door het opleggen van voorwaarden, waardoor de aanvraag niet verenigbaar is met het huidige watersysteem en het decreet integraal waterbeleid.

Hieraan werd een oplossing geboden middels de derde projectinhoudversie waarop de dienst Integraal Waterbeleid een gunstig advies kon verlenen. Hierdoor kan geconcludeerd worden dat de aanvraag nu wel verenigbaar is met het huidige watersysteem en het decreet integraal waterbeleid.

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag voorziet louter het uitbreiden van een vergund geachte eengezinswoning en gelet op de ligging van laatstgenoemde in een meer dan voldoende ontwikkeld woongebied, is er in deze dan ook effectief sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

De geplande uitbreiding, tot een gelijkvloerse bouwdiepte van 20 m en dit met een hoogte van iets meer dan 3 m, is zonder meer ruimtelijk aanvaardbaar. Omwille van het feit dat er hier sprake is van open bebouwing, kan lichtinval langs alle zijden gewaarborgd blijven, waardoor de ruimere bouwmaat te verdedigen valt. Bovendien blijft er meer dan voldoende open en onbebouwde tuinruimte over om een degelijke woonkwaliteit te garanderen.

Het advies inzake schaal en ruimtegebruik is dan ook zonder meer gunstig.

 

Visueel-vormelijke elementen

De voor de uitbreiding te hanteren materialen, rode gevelsteen (gelijkaardig aan die van de bestaande gebouwdelen, weliswaar zonder de expliciete vermelding dat deze geschilderd zal worden in een tint zoals de rest van het gebouw) en donkergrijs schrijnwerk, zijn zonder meer aanvaardbaar voor dit type van bebouwing en bovendien reeds voorkomend in de ruimere omgeving. Er is dus zonder meer sprake van een correcte visuele inpassing in de gebouwde context, onder de voorwaarde dat ook de uitbreiding in een gelijkaardige kleurtint als de rest van de woning geschilderd wordt, zoals te zien is op de aangeleverde 3D-visualisatie.

Het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is bijgevolg voorwaardelijk gunstig.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Tijdens de procedure werd er advies ingewonnen bij de Dienst Integraal Waterbeleid. De eerste projectinhoudversie werd door deze dienst ongunstig geadviseerd. Naar aanleiding hiervan werd een aangepaste projectinhoudversie door de aanvrager ingediend. Hierop volgende opnieuw een ongunstig advies. De aanvraag heeft vervolgens een derde projectinhoudversie aangeleverd. Hier verleende de Dienst integraal Waterbeleid wel een gunstig advies. In dit advies worden tevens ook algemene en wettelijke voorwaarde vermeld. Deze dienen ook gerespecteerd te worden door de aanvrager en diens architect.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een blijvende werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

 

Voor projecten tot en met 5 wooneenheden is de parkeerbehoefte 1 plaats per eenheid en gelet op het feit dat voorliggende aanvraag de verbouwing van een vergunde eengezinswoning betreft, dewelke reeds over 1 vergunde inpandige parkeerplaats beschikt, dient vermelde plaats sowieso op eigen terrein behouden te blijven.

 

De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

De vergunde inpandige parkeerplaats verdwijnt (de garage beschikt over een onvoldoende ruime maatvoering om nog op een comfortabele wijze een auto te stallen). De oprit blijft echter behouden zodat hier een wagen op gestald kan worden.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

Het plan voorziet in het aantal te realiseren plaatsen. De oprit biedt ruimte voor het stallen van 1 wagen.

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0 – 0 = 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0 – 0 = 0.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. De uitbreiding moet in een gelijkaardige kleurtint geschilderd worden als de rest van de woning.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

9 december 2022

Volledig en ontvankelijk

15 februari 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag

6 april 2023

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

15 juli 2023

Verslag GOA

9 juni 2023

naam GOA

Gerd Cryns

Wijzigingsverzoeken

De aanvrager heeft één of meerdere verzoeken ingediend om zijn oorspronkelijke dossier te wijzigen.

Minstens één van die verzoeken werd aanvaard, waardoor de aanvaarde wijzigingen mee beoordeeld worden.

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. De uitbreiding moet in een gelijkaardige kleurtint geschilderd worden als de rest van de woning.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.