2023_CBS_04061 - Omgevingsvergunning - OMV_2022139029. Verbondstraat 75. District Antwerpen - Goedkeuring

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis  

-          29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed:

-          https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/104726

-          https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/214102;

-          30/01/1920: toelating (1920#9073) voor binnenveranderingen;

-          03/10/1879: toelating (1879#1082) voor zes huizen.

Vergunde / Geacht vergunde toestand  

-          schoolgebouw met conciërgewoning;

-          3 bouwlagen onder zadeldak in gesloten bebouwing;

-          achterbouw tot 2 bouwlagen onder plat dak;

-          voorgevels nog grotendeels leesbaar als 3 afzonderlijke voorgevels van eengezinswoningen;

-          rood genuanceerde gevelsteen met speklagen in witte steen, houten buitenschrijnwerk en balustrades in zwart staal;

-          gelijkvloerse gevel deels afgewerkt met geëmailleerde zwartgrijze tegels;

-          achterliggende speelplaats in de tuinzone.

Bestaande toestand

-          schoolgebouw met sterk beperkt conciërge gedeelte;

-          gelijkvloerse aanbouw plus een overdekt terras links achteraan;

-          wit geschilderde gevelsteen en dorpels, met buitenschrijnwerk in zwart pvc en balustrades in zwart staal;

-          gelijkvloerse gevel deels afgewerkt met geëmailleerde zwartgrijze tegels;

-          originele, centrale dakkapel gesupprimeerd en plaatsing van dakvlakvensters.

Nieuwe toestand

-          pand volledig gerenoveerd en heringericht als schoolgebouw: 

-          behoud van de gelijkvloerse aanbouw plus een overdekt speelplaatsgedeelte links achteraan;

-          vernieuwde speelplaats deels verhard, deels met groenaanplantingen, speelzones in schors en een zandbak;

-          gewijzigde toegang met hellingen van de speelplaats naar de polyvalente ruimte en het sanitair;

-          rood genuanceerde gevelsteen met speklagen in witte steen, arduinen dorpels, buitenschrijnwerk in zwart pvc en balustrades in zwart staal;

-          gelijkvloerse gevel deels afgewerkt met geëmailleerde zwartgrijze tegels.

Inhoud van de aanvraag

-          supprimeren van de nevenfunctie wonen (conciërge);

-          uitbreiden van het volume;

-          herinrichten van het schoolgebouw;

-          wijzigen van de voorgevel.

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Externe adviezen

Interne adviezen

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: artikel 1: zone voor wonen - (wo1), artikel 5: zone voor centrumfuncties - publieksgerichte gebouwen (ce5) en artikel 6: zone voor centrumfuncties - stedelijke functies (ce6).

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan Binnenstad op volgend punt:

-          Artikel 2.2.5 Onbebouwde ruimte en tuinen: de onbebouwde ruimte verkleint door de gelijkvloerse aanbouw links achteraan en de plaatsing van een overdekt terras.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend punt:

• Artikel 19 Niveauverschillen: De nieuwe hellingen achteraan naar de polyvalente ruimte en het sanitair overbruggen een hoogte van 72 cm. Ze bezitten een hellingspercentage van circa 21 % in plaats van de maximaal toegelaten 5 %. Daarnaast wordt opgemerkt dat er voor de inkom van het sanitair geen vrije en vlakke draaicirkel is. Tenslotte worden er ook geen leuningen voorzien die aan het begin en einde van de helling minstens 40 cm horizontaal doorlopen.

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:

• Artikel 44 Vetafscheiders en olieafscheiders: het is niet duidelijk of er ter plekke warme maaltijden geconsumeerd worden en of er dus al dan niet vetafscheiders moeten voorzien worden conform artikel 44 van de bouwcode.

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009. 
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

Gezien de voorliggende aanvraag gelegen is in een zone voor wonen en de bestaande woonfunctie (conciërgewoning) in het pand verdwijnt, werd advies gevraagd aan de dienst Vermoeden van vergunning om duidelijkheid te krijgen of de hoofdfunctie wonen dan wel gemeenschapsfunctie is. Het advies leest als volgt:

“De percelen zoals vermeld in het dossier zijn volgens kadaster altijd gekend geweest als schoolgebouwen. Er werden geen tegenbewijzen gevonden.

Advies: gunstig voor het hele gebouw (gebouwen) voor de functie school.”

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt dit gunstig advies van de dienst Vermoeden van vergunning bijgetreden.

De bestemming van school blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft. 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

Het bestaande pand telt 2 bouwlagen onder een hellend dak. De gevelbreedte bedraagt 18,90 m. De maximale bouwdiepte meet 19,79 m op het gelijkvloers terwijl de bouwdiepte van het hoofdgebouw 9,34 m bedraagt.

De voorliggende aanvraag voorziet naast interne werkzaamheden, die de werking van de school moeten optimaliseren, ook enkele beperkte volume-uitbreidingen aan de achtergevel.

Zo wordt achteraan het gelijkvloers het bestaande keukenvolume afgebroken en vervangen door een smaller maar dieper volume met een bouwdiepte van ca. 19,00 m. De bouwdiepte op de verdieping wordt beperkt tot 16,69 m. De dakrand ligt op 8,72 m ten opzichte van het maaiveld.

Naast dit volume wordt de gelijkvloerse koer overdekt om een overdekte speelplaats van ca. 16 m² te voorzien. Hierdoor verkleint de aanwezige onbebouwde ruimte, wat strijdig is met artikel 2.2.5 van het RUP Binnenstad.

De locatie van deze nieuwe overdekte speelplaats zit enerzijds al gevat tussen de opgaande scheimuur van de linkerbuur en het volume van de school en anderzijds vormt de overdekte speelplaats ook een meerwaarde voor het functioneren van de school. Geoordeeld wordt dat het overdekken van de open ruimte op deze plaats stedenbouwkundig aanvaardbaar is.     

De bestaande speelplaats van 277,89 m² wordt heringericht, onthard en vergroend. Zo voorziet het voorstel 84,88 m² verharding in de vorm van een tuinpad. De rest van de speelplaats, zo’n 70 % van de open ruimte, omvat groenaanleg, een speelzone in schors en een zandbak. Deze groene aanleg wordt positief ervaren en draagt bij tot een gevarieerde en aangename speelervaring voor de leerlingen. 

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het volume en programma zoals voorgesteld. De geplande uitbreidingswerken aan de achtergevel zijn niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats. 

Cultuurhistorische aspecten

Gezien de ligging van de panden in een zone die volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan werd ingekleurd als een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde en het pand opgenomen is op de Inventarislijst Onroerend Erfgoed, werd het advies ingewonnen van de stedelijke dienst Monumentenzorg. Dit advies laat zich als volgt lezen:

“Men wenst de schoolfunctie te behouden. De voorgevels worden opnieuw in ere hersteld door het verwijderen van de verflagen. Het buitenschrijnwerk blijft behouden. De gevelaanpassingen bij nr 77 en 79 worden beperkt verbeterd door het vervangen van de tegels in materiaal dat er natuursteenachtig uitziet.

In nr 75 blijft de kamerstructuur en afwerking behouden, er gebeuren enkel onderhoudswerken.

De panden nr 77 en 79 zijn intern al zo sterk verbouwd, er wordt voor deze panden geen advies verleend.

We merken op dat het buitenschrijnwerk vrij recent werd gewijzigd en de dakkapel werd verwijderd. Deze werken zijn niet regulariseerbaar.

Als voorwaarde zal gesteld worden het buitenschrijnwerk en verwijderen van de dakkapel uit te sluiten. De voorgestelde gevelwerken moeten na het uitvoeren van een proefstaal worden teruggekoppeld met de stedelijke dienst Monumentenzorg.”

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt dit advies van de dienst Monumentenzorg bijgetreden en worden volgende voorwaarden in de vergunning opgenomen:

-          Het bestaande buitenschrijnwerk wordt van de vergunning uitgesloten

-          Het verwijderen van de dakkapel wordt van de vergunning uitgesloten

-          Na uitvoering van een proefstaal moeten de voorgestelde gevelwerken met de stedelijke dienst Monumentenzorg teruggekoppeld worden.

Visueel-vormelijke elementen

Aan de achtergevel wordt quasi alle houten buitenschrijnwerk vervangen door zwart PVC schrijnwerk. De oorspronkelijke achtergevel werd doorheen de loop der jaren voorzien van een witte pleisterlaag. Ook het nieuwe bouwvolume aan de achtergevel wordt zoals de rest van de gevel in wit geschilderd gevelpleisterwerk afwerkt zodat het uniforme gevelbeeld behouden blijft.

De lichte kleurstelling van de gevels is gunstig te adviseren omwille van de stedelijke opwarming, de beeldkwaliteit en de inpassing in de omgeving. 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Er wordt opgemerkt dat de aanvraag afwijkt van artikel 19 van de verordening toegankelijkheid.

De hellingen achteraan naar de polyvalente ruimte en het sanitair overbruggen een hoogte van 85 cm over een lengte van ca. 3,35 m. Ze bezitten een hellingspercentage van circa ca. 25 % in plaats van de maximaal toegelaten 5 %. Daarnaast wordt opgemerkt dat er voor de inkom van het sanitair geen vrije en vlakke draaicirkel is. Tenslotte worden er ook geen leuningen voorzien die aan het begin en einde van de helling minstens 40 cm horizontaal doorlopen. Gezien deze werken louter een verbreding van de bestaande hellingen zijn, kan hier een afwijking op toegestaan worden.

Omdat het niet duidelijk is of er ter plekke warme maaltijden geconsumeerd worden en er al dan niet vetafscheiders voorzien moeten worden (bouwcode, art. 44), wordt dit mee in de voorwaarden opgenomen.

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de aanvraag aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.  

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

Fiestenstalplaatsen:

Omdat het niet om een uitbreiding van het aantal klassen gaat, moeten er geen fietsstalplaatsen voorzien worden.

Advies aan het college

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.

2. De voorwaarden van de dienst Monumentenzorg moeten nageleefd worden:

-          het bestaande buitenschrijnwerk wordt van de vergunning uitgesloten

-          het verwijderen van de dakkapel wordt van de vergunning uitgesloten

-          na uitvoering van een proefstaal moeten de voorgestelde gevelwerken met de stedelijke dienst Monumentenzorg teruggekoppeld worden. 

3. Indien van toepassing, moeten, conform artikel 44 van de bouwcode, een vet- en olieafscheider voorzien worden. 

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten