Er werd bij de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om advies uit te brengen.
Projectnummer: | OMV_2023021188 |
Gegevens van de aanvrager: | mevrouw Ann Rombouts met als adres Motstraat 20 te 2800 Mechelen en VLGEWGEM Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn met als adres Motstraat 20 te 2800 Mechelen |
Ligging van het project: | Confortalei 4 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 29 sectie A nr. 595C8 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | slopen van een woning en bouwen van een tractiestation |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 16/01/2018: vergunning (20171363) voor afbreken van een woning en bouwen van een tractiestation;
- 25/02/2005: vergunning (20042252) voor verbouwen van een bestaande winkel met atelier.
Vergunde / Geacht vergunde toestand
- geen vergunde toestand aangeleverd.
Bestaande toestand
- niet relevant gezien de aanvraag handelt over een sloop en nieuwbouw.
Nieuwe toestand
- functie: tractiestation De Lijn
- bouwvolume:
- gevelafwerking voorgevel:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- slopen van bestaande bebouwing;
- bouwen van een tractiestation.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA | 2 juni 2023 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
|
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu | 1 juni 2023 | 9 juni 2023 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
§1. het gelijkvloers van een gebouw dat aan de openbare weg grenst, moet aan de straatzijde een verblijfs-, horeca-, kantoor- of handelsruimte bevatten met een raamopening aan de straatzijde zodat een regelmatig contact tussen de gebruiker(s) van het gebouw en de straat mogelijk is.
Er is geen raam naar een verblijfs-, horeca-, kantoor- of handelsruimte op de gelijkvloerse verdieping.
§1. Bij nieuwbouw, herbouw, bij functiewijziging of bij toename van de bebouwde grondoppervlakte moet minimaal 20 % van de oppervlakte van het perceel op het niveau van het maaiveld onbebouwd zijn.
Het perceel blijft volledig bebouwd.
§1. Elk gebouw moet voorzien zijn van een gescheiden rioolstelsel dat bestaat uit 1 droogweerafvoer (DWA) en 1 hemelwaterafvoer (RWA). Dit gescheiden rioolsysteem moet aangeboden worden aan de straat.
Op de aangeleverde plannen is onduidelijk hoe de kuisstop wordt aangesloten op de riolering.
§1.2. de aansluitpunten moeten minstens 0,20 meter en hoogstens 0,50 meter uiteen gelegen zijn.
De aansluitpunten zijn verder uit elkaar gelegen van 0,5 meter.
Sectorale regelgeving
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex wonen van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag betreft het vervangen van een woning met gelijkaardig volume door een functioneel gebouw met drie bouwlagen. Het tractiestation – ontworpen als een variatie op de rijwoontypologie – is inpasbaar in de omgeving.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het tractiestation waarvoor een omgevingsvergunning wordt aangevraagd werd reeds vergund op 16/01/2018. Omwille van de verjaringstermijn dient het dossier opnieuw ingediend te worden.
Het bestaande pand wordt afgebroken en vervangen door een nieuwbouwvolume van drie bouwlagen met plat dak. Op de verdiepingen sluit de bouwdiepte aan bij de bouwdiepte van de naburige panden. Op het gelijkvloers blijft het perceel, net zoals in de bestaande toestand, volledig volgebouwd. Het is de visie van de stad Antwerpen om zoveel mogelijk open ruimte te voorzien in een ontwerp. Volgens de bouwcode artikel 27 zou minstens 20 % open ruimte moeten voorzien worden. Vermits het hier niet gaat om leefruimtes en het perceel gelegen is in de oksel van het bouwblok, kan het gelijkvloers volume aanvaard worden. Er wordt een groendak voorzien op alle platte daken.
Visueel-vormelijke elementen
De projecten van De Lijn voor het bouwen van nieuwe tractiestations – verspreid over het grondgebied Antwerpen – werden voorgelegd aan de welstandscommissie op 14/03/2016. Voorliggend ontwerp voldoet aan de architectonische ambitie om de tractiestations, die als rijwoningen worden gebouwd, vorm te geven als compacte volumes met een gelijke architecturale uitwerking. Het gele baksteenmetselwerk ingevuld met zwart, stalen buitenschrijnwerk en de horizontale gevellijsten in blauwe hardsteen vertalen het technische en industriële karakter van het gebouw en zijn functie.
Er wordt geen levendige plint voorzien, zoals opgelegd in artikel 12 van de bouwcode. Aangezien het hier echter om een technisch gebouw gaat waar niet wordt verbleven, is een levendige plint niet haalbaar. Bovendien dient het gebouw afgesloten te zijn met een stevige metalen poort gelet op de voorschriften eigen aan middenspanningsstations. Deze poort moet overeenkomstig de eisen van Synergrid naar buiten draaien, aangezien dit de enige vluchtweg is voor arbeiders die in het tractiestation aan het werk zijn.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Artikel 40 van de bouwcode bepaalt dat elk gebouw moet voorzien zijn van een gescheiden rioolstelsel dat bestaat uit 1 droogweerafvoer (DWA) en 1 hemelwaterafvoer (RWA). Dit gescheiden rioolsysteem moet aangeboden worden aan de straat. Het is niet duidelijk hoe de kuisstop wordt aangesloten op de riolering. Het wordt in voorwaarden opgelegd dat het rioolsysteem moet voorzien worden in overeenstemming met artikel 40 van de bouwcode.
Artikel 41 van de bouwcode bepaalt dat de aansluitpunten van de leidingen met het openbaar rioolstelsel minstens 0,20 meter en hoogstens 0,50 meter uiteen gelegen zijn. De aansluitpunten zijn op de plannen meer dan 0,50 meter uit elkaar getekend. Er wordt in voorwaarden opgelegd dat de aansluitpunten moeten voorzien worden in overeenstemming met artikel 41 van de bouwcode.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.
Advies van het college
Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Procedurestap | Datum |
Ontvangst adviesvraag | 16 mei 2023 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste adviesdatum | 15 juni 2023 |
De aanvraag moet niet onderworpen worden aan een openbaar onderzoek.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden