Terug
Gepubliceerd op 19/06/2023

2023_CBS_04073 - Omgevingsvergunning - OMV_2023020370. Venneborglaan 21. District Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 16/06/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Tom Meeuws, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_04073 - Omgevingsvergunning - OMV_2023020370. Venneborglaan 21. District Deurne - Goedkeuring 2023_CBS_04073 - Omgevingsvergunning - OMV_2023020370. Venneborglaan 21. District Deurne - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023020370

Gegevens van de aanvrager:

de heer Karel Vandegehuchte met als adres Venneborglaan 21 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Ligging van het project:

Venneborglaan 21 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 30 sectie A nr. 528W4

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een eengezinswoning: bouwen van een dakveranda en isoleren van de achtergevel

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed van een Burgerhuis in cottagestijl:

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/302663;

-          01/01/1926: toelating (329#1885) voor het bouwen van een woning.

 

Vergunde / Geacht vergunde toestand  

-          functie:

  • eengezinswoning (wonen);

-          bouwvolume:

  • twee traveeën en twee bouwlagen onder een leien mansardedak;

-          gevelafwerking:

  • rode baksteen op een hardstenen plint, geaccentueerd door natuursteen voor speklagen en erker met gietijzeren balustrade;
  • geschilderd houten schrijnwerk.

-          inrichting:

  • groene en onverharde voortuin.

 

Bestaande toestand

-          gevelafwerking:

  • schrijnwerk vervangen door wit pvc en deur in zwart aluminium;
  • dakgoot bekleed met wit pvc;
  • achtergevel in antracietkleurig pleisterwerk.

-          inrichting:

  • afsluiting voortuin vervangen door een haag en poort.

 

Nieuwe toestand

-          functie:

  • eengezinswoning (wonen);

-          bouwvolume:

  • verhogen van de scheidingsmuur met Venneborglaan 67;
  • tuinmuur wordt verlaagd in functie van de nieuwe veranda;
  • plaatsen van een dakveranda op de tweede verdieping.

-          gevelafwerking:

  • voorgevel geen onderdeel van de aanvraag;
  • achtergevel: verandaconstructie in aluminium;
  • achtergevel: isoleren en bekleden met wit pleisterwerk;
  • achtergevel: houten afwerking op de gelijkvloerse verdieping

-          inrichting:

  • groene en onverharde voortuin.

 

Inhoud van de aanvraag

-          uitbreiden van het volume: bouwen van een dakveranda op de tweede verdieping;

-          wijzigen van de scheimuur met de rechter perceelgrens;

-          wijzigen van de achtergevel (meldingsplichtige werken – vastgesteld inventaris);

-          de voorgevel is geen onderdeel van de aanvraag.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

6 april 2023

11 april 2023

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 5 Cultuurhistorisch erfgoed:
    in CHE-gebied, bij beschermd erfgoed, worden de wijzigingen tegenover de bestaande toestand onderworpen aan de wenselijkheid van behoud; het schrijnwerk van de voorgevel werd gewijzigd zonder vergunning van hout naar wit pvc-schrijnwerk. Het hekwerk als afsluiting van de voortuin werd gesupprimeerd en vervangen door een levendige haag; De achtergevel wordt geïsoleerd en voorzien van wit pleisterwerk en hout op de gelijkvloerse verdieping.

 

  • artikel 19 Tuinafsluitingen:
    De voortuin moet afgesloten worden door een levende afsluiting, een muurtje of een hek met een hoogte van maximum 1 meter. Tot de voortuinafsluiting behoren zowel de afsluiting langs openbare ruimte als afsluitingen tussen voortuinen onderling.

 

  • Artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren: Het gedeelte van de scheidingsmuur heeft een opstand van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak. Deze opstand mag niet met brandbaar materiaal bekleed worden; Na verlagen van de scheidingsmuur is er onvoldoende opstand.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).


Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor Stad Antwerpen aangewezen is als adviesinstantie. Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd. Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd. Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))


Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Venneborglaan.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De woning bestaat uit drie bovengrondse bouwlagen, met plat dak. Ter hoogte van de tweede verdieping wordt tegen de achtergevel een dakveranda voorzien, aansluitend op de traphal. Deze uitbreiding blijft qua diepte beperkt tot de aangrenzende terugspringende achtergevel van de rechterbuur. In functie van de uitbreiding wordt de scheimuur met de buur nr. 23 met 67 cm opgehoogd over een lengte van 212 cm, in het verlengde van de al aanwezige brandmuur tussen de platte daken. De betonnen dekstenen worden in functie van brandoverslag doorgetrokken zodat alles na de werken een geheel vormt. De lager gelegen scheimuur met buur nr. 23, achter de nieuwe veranda, zal in functie van de nieuwe dakconstructie en veranda 21 cm worden verlaagd en afgewerkt met een arduinen deksteen die doorloopt als dakrand en dorpels voor de nieuwe dakveranda. De volume-uitbreiding is stedenbouwkundig inpasbaar. De aanpassing aan de scheimuren genereert geen hinder voor de aanpalenden.

 

Visueel-vormelijke elementen

De dakveranda wordt uitgevoerd in een grijze aluminiumconstructie en is grotendeels beglaasd. De achtergevel is ter hoogte van het gelijkvloers bekleed met een gevelafwerking in houten planken. De rest van de achtergevel wordt geïsoleerd en afgewerkt met wit pleisterwerk. De materiaal- en kleurkeuzes zijn aanvaardbaar en inpasbaar in de omgeving.

 

Op de foto’s is te zien dat er wijzigingen zijn uitgevoerd aan de voorgevel en de voortuin in vergelijking met de plannen van de vergunning. Er werden echter geen plannen van de voorgevel toegevoegd en de werken maken geen onderdeel uit van de aanvraag. Daarom worden alle handelingen, werken en wijzigingen buiten deze in functie van de achtergevel en de dakveranda uitgesloten van de vergunning.

 

Cultuurhistorische aspecten

Er werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst Monumentenzorg, het advies is gunstig:

“De aanvraag heeft betrekking op een burgerhuis in cottagestijl uit 1926 dat werd opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed. Achteraan werd de woning reeds verbouwd. Vanuit oogpunt monumentenzorg is er geen bezwaar tegen de geplande werken (bouw pergola en isolatie achtergevel), daar de erfgoedwaarde van het pand gerespecteerd blijft. De stedelijke dienst Monumentenzorg verleent een gunstig advies.”

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Uit de plannen blijkt dat de scheidingsmuren niet overal een opstand hebben van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak, zoals wordt voorgeschreven in artikel 34 van de bouwcode. Van dit voorschrift kan met het oog op het voorkomen van brandoverslag niet zonder meer afgeweken worden. Deze opstand is echter niet vereist indien de dakbekleding onder brandreactie klasse BROOF (t1) valt of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium “brandgedrag aan de buitenzijde” te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.) of indien tussen de scheidingswand en de vegetatie van een groendak een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed wordt voorzien, eventueel aangevuld met een eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm. 

 

Als voorwaarde voor vergunning wordt opgelegd dat het aangevraagde dient te worden uitgevoerd conform één van de bovenstaande mogelijkheden.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande toestand ongewijzigd blijven.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).
  1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
  1. Alle handelingen, werken en wijzigingen buiten deze in functie van de achtergevel en de dakveranda worden uitgesloten van de vergunning. 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

14 februari 2023

Volledig en ontvankelijk

6 april 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

3 september 2023

Verslag GOA

12 juni 2023

naam GOA

Cynthia Steurs

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

  1. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).
  1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
  1. Alle handelingen, werken en wijzigingen buiten deze in functie van de achtergevel en de dakveranda worden uitgesloten van de vergunning.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.