Terug
Gepubliceerd op 16/08/2023

2023_CBS_05419 - Omgevingsvergunning. Melding overdracht - OMV_2022131770. Noorderlaan 69. District Antwerpen - Kennisneming

college van burgemeester en schepenen
vr 11/08/2023 - 09:00 digitaal
Kennis genomen

Samenstelling

Aanwezig

Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Afwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Anne Baré, waarnemend algemeen directeur
2023_CBS_05419 - Omgevingsvergunning. Melding overdracht - OMV_2022131770. Noorderlaan 69. District Antwerpen - Kennisneming 2023_CBS_05419 - Omgevingsvergunning. Melding overdracht - OMV_2022131770. Noorderlaan 69. District Antwerpen - Kennisneming

Motivering

Aanleiding en context

Dossiernummer: OMV_2022131770
Melder: Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen
Inrichtingsnummer: 20221003-0009 (KANO)
Omschrijving: Overdracht van vergunning MLAV1/0600000174/ES van Stad Antwerpen aan Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen
Locatie: Noorderlaan 69 te 2030 Antwerpen
Datum indiening: 3 juli 2023

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen wenst de milieuvergunning over te nemen van stad Antwerpen voor de exploitatie van een brandweerkazerne gelegen aan de Noorderlaan 69 te 2030 Antwerpen met referentie MLAV1/0600000174/ES.

Juridische grond

De melding van overdracht wordt getoetst aan de bepalingen die zijn opgenomen in de hierna vermelde wetgeving:

  • het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, zoals gewijzigd bij latere decreten;
  • het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van bovenvermeld decreet betreffende de omgevingsvergunning, zoals gewijzigd bij latere besluiten.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 97 van het omgevingsvergunningenbesluit is het college de overheid die bevoegd is voor het project vóór de overdracht conform artikel 15 van het omgevingsvergunningendecreet.

Argumentatie

Het college heeft deze melding onderzocht, rekening houdend met de ter zake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het omgevingsvergunningsdecreet en -besluit en de latere decreten en uitvoeringsbesluiten.
De laatste vergunning voor de ingedeelde inrichting of activiteit werd op 24 augustus 2006 verleend door de deputatie met referentie MLAV1/0600000174/ES. Door de inwerkingtreding van het omgevingsvergunningsdecreet, wijzigde de bevoegde overheid van de deputatie naar het college. 
Het college actualiseert hierna de vergunning als gevolg van de melding van overdracht.
In het kader van deze melding werd de geldigheid van de vergunning niet onderzocht.
Dit besluit is bijgevolg geen bewijs van geldigheid van vergunning. 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college neemt akte van de melding van overname door Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen van de vergunning met referentie  MLAV1/0600000174/ES. De geactualiseerde toestand is als volgt:

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

1.988 m³/jaar

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

18 m³/uur

12.1.1.1°a)

inrichtingen die wisselspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch schijnbaar vermogen van 150 kVA tot en met 800 kVA als de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied;

200 kW

15.1.2°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van meer dan 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

60 stuks

15.2.

andere werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen (met inbegrip van carrosseriewerkzaamheden) dan de werkplaatsen, vermeld in rubriek 15.3;

2 stuks

15.4.1°

niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van voertuigen en hun aanhangwagens, wanneer volledig gelegen in industriegebied;

9 voertuigen/dag

16.3.2°b)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW;

980,80 kW

16.4.2°

Inrichtingen voor het niet-huishoudelijk vullen van verplaatsbare recipiënten en voor de bevoorrading van motorvoertuigen, met uitzondering van de inrichtingen, vermeld in rubriek 16.9, met andere gassen dan de gevaarlijke gassen, vermeld in punt 1°;

1 stuk

17.1.2.1.2°

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter;

3.810 liter

17.3.2.1.1.1°b)

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

0,83 ton

17.3.6.1°a)

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied;

2.150 kg

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

100 kg en 915 liter

43.1.2°a)

stookinstallaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 2.000 kW tot en met 5.000 kW in de gevallen andere dan vermeld sub 1°, a) of b).

2.120 kW

Artikel 2

Het college wijst erop dat de vergunning geldig is tot 24 augustus 2026.

Artikel 3

Het college wijst erop dat de algemene en sectorale voorwaarden van Vlarem II, verbonden aan de overgedragen Vlaremrubrieken, van toepassing zijn.

Artikel 4

Het college wijst erop dat volgende slotbepalingen van toepassing zijn:

  1. voor elke verandering van de vergunde inrichting gelden de bepalingen van artikel 6 van het omgevingsvergunningsdecreet;
  2. elke overdracht die betrekking heeft op een vergunningsplichtige exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit moet vooraf worden gemeld aan de vergunningverlenende overheid, overeenkomstig de bepalingen van artikel 97 van het omgevingsvergunningenbesluit;
  3. een hernieuwing van een omgevingsvergunning die of van een gedeelte ervan dat voor bepaalde duur is verleend, moet worden aangevraagd overeenkomstig artikel 70 van het omgevingsvergunningendecreet uiterlijk tussen de 24 en 12 maanden vóór het verstrijken van de vergunningstermijn van de lopende vergunning.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.