Terug
Gepubliceerd op 17/08/2023

2023_CBS_05460 - Omgevingsvergunning - OMV_2023040354. De Burletlaan 148. District Wilrijk - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 11/08/2023 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Afwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Anne Baré, waarnemend algemeen directeur
2023_CBS_05460 - Omgevingsvergunning - OMV_2023040354. De Burletlaan 148. District Wilrijk - Goedkeuring 2023_CBS_05460 - Omgevingsvergunning - OMV_2023040354. De Burletlaan 148. District Wilrijk - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023040354

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Julie Van der Donckt met als adres meerlenlaan 45 te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Ligging van het project:

De Burletlaan 148 te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

sectie A nrs. 39N en afdeling 42 sectie C nrs. 235D9

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

renoveren en uitbreiden van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/97702;

-          06/10/1969: vergunning (222#16946) voor verbouwingswerken;

-          17/10/1922: toelating (1074#10493) voor het bouwen van een tuinwijk (Garden City) bestaande uit 279 woningen in Wilrijk en Edegem, aanvraag voor deel Wilrijk.

 

Vergunde toestand

-          functie: eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • hoofdbouw van 2 bouwlagen onder zadeldak in gesloten bebouwing;
  • achterbouw van 1 bouwlaag onder plat dak langs de linker perceelsgrens en overdekt terras langs de rechter perceelsgrens tot een bouwdiepte van 11,82 m.

 

Bestaande toestand

-          functie: eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • hoofdbouw van 2 bouwlagen onder zadeldak in gesloten bebouwing;
  • achterbouw van 1 bouwlaag onder plat dak langs de linker perceelsgrens en veranda langs de rechter perceelsgrens tot een bouwdiepte van 11,72 m;
  • terrasoverkapping tot een bouwdiepte van 13,20 m;

-          gevel:

  • voorgevel in wit geschilderde gevelsteen;
  • bakgoot in wit PVC;
  • gewijzigd buitenschrijnwerk in wit PVC;

-          inrichting:

  • tuinberging links achteraan in achtertuin;
  • de voortuin is quasi volledig verhard.

 

Gewenste toestand

-          functie: eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • hoofdbouw van 2 bouwlagen onder zadeldak in gesloten bebouwing;
  • perceelsbrede achterbouw van 1 bouwlaag onder plat dak tot een bouwdiepte van 12,22 m;

-          gevelafwerking:

  • voorgevel in wit geschilderde gevelsteen;
  • buitenschrijnwerk in wit PVC;

-          inrichting:

  • terras van 12 m² in achtertuin;
  • deels ontharde voortuin met plaatsing van een nieuwe septische put.

 

Inhoud van de aanvraag

-          verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning;

-          isoleren van de achtergevel;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          wijzigen van de voorgevel;

-          inrichten van de voortuin.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Provincie Antwerpen/ Dienst Integraal Waterbeleid

27 april 2023

31 mei 2023

Ongunstig

Provincie Antwerpen/ Dienst Integraal Waterbeleid

29 juni 2023

27 juli 2023

Gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

26 april 2023

15 juni 2023

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 5 Cultuurhistorische erfgoed:

Voor gebouwen opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed wordt de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw of constructie onderworpen aan de wenselijkheid van het behoud. Het behoud van de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur. Het parement in de voorgevel werd wit geschilderd en de houten ramen vervangen door pvc schrijnwerk.

  • artikel 39 Infiltratie- en buffervoorzieningen:

Het is niet duidelijk of het nieuwe terras in de achtertuin wordt aangelegd in een helling van 1 à 2% richting de onverharde bodem zodat het regenwater op natuurlijke wijze kan infiltreren.

  • artikel 43 Septische put:

De inhoud van de septische put staat niet vermeld op de plannen. Deze dient minimaal 2.000 liter te bedragen.
 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor de Provincie aangewezen is als adviesinstantie.

Het project is gelegen in een zone met een pluviale overstromingskans van 1 keer op 1000 jaar onder huidig klimaat.

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd.

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project, zoals voorgesteld in de projectinhoudversie V2, geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

 

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Het verbouwen van een eengezinswoning is functioneel inpasbaar in de tuinwijk City Garden Elsdonk.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

Het voorgestelde gabarit sluit aan bij de geburen en is ruimtelijk inpasbaar.

De verbouwingswerken en het deels ontharden van de voortuin komen de woonkwaliteit ten goede.

 

Cultuurhistorische aspecten en visueel-vormelijke elementen

Het pand is opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed en is gelegen in de tuinwijk City Garden Elsdonk. Voor inventarispanden staat behoud van de erfgoedkenmerken voorop en dit zowel voor het interieur en exterieur voor zoverre aanwezig of nog aanwezig.

 

Het advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg kan als volgt worden samengevat:

“De wijk Elsdonk verwijst naar een aanzienlijk bos van de Antwerpse Sint-Michielsabdij dat sinds de vroege 14de eeuw in deze streek gevestigd was en stand hield tot de 17de eeuw. Het oostelijk deel werd in functie van de huisvestingsnood na de Eerste Wereldoorlog overgedragen aan de Antwerpsche Maatschappij van Goedkoope Woningen die er een tuinwijk zou realiseren. De Garden City Elsdonk is het tweede huisvestingsproject van de Antwerpsche Maatschappij van Goedkoope Woningen (vanaf 1949 zogenaamd De Goede Woning, sinds 2008 gefusioneerd tot Woonhaven Antwerpen). Eind jaren 1920 volgde het laatste complex voor de Tweede Wereldoorlog aan de Twee Netenstraat. Deze drie belangrijke sociale woningbouwwijken werden allen ontworpen door de Antwerpse bouwmeesters de Gebroeders Hippoliet en Jules De Vos.

 

Het pittoreske karakter van de tuinwijk, ontstaan vanuit de inplanting en groenaanleg, wordt versterkt door de architecturale vormgeving van de woninggroepen in cottagestijl. Typisch binnen de tuinwijkgedachte is de koppeling van een beperkt aantal woningtypes tot gevarieerde ensembles, doch meestal symmetrisch. Het streven naar een beperking van de financiële middelen leidde tot serieproductie en een gebruik van lokale materialen. Hierdoor ontstond een architecturale eenheid op vlak van materialiteit. De variatie in detaillering van de types, evenals de private aanleg van de tuinen, verhoogde de individualiteit van de bewoners en de levendigheid van het straatbeeld. Dit werd versterkt door verspringingen van de rooilijn binnen de woninggroepen zelf. Oorspronkelijk hoopte de maatschappij, in lijn met de Engelse tuinwijkgedachte, dat de verscheidenheid in types eveneens zou bijdragen tot een vermenging van sociale klassen, de creatie van een gemeenschapsgevoel en een verhindering van sociale problemen.

 

De bebouwing in de tuinwijk bestaat overwegend uit bakstenen rijhuizen van twee bouwlagen (types A en B), gevat tussen gelijkaardige hoekhuizen (type C) of monumentalere hoekhuizen van drie bouwlagen (type D), eventueel voorzien van winkels (type F). De winkelhuizen waren gesitueerd op hoeken van straten, terwijl de hoekwoningen van types C of D voorkwamen op de hoeken met de wegen tot de binnengebieden. De rijen beschikken hoofdzakelijk over drie tot twaalf eenheden. Een uitzondering hierop zijn de tweewoonsten van type E. De oorspronkelijke eenheid in materiaalgebruik, namelijk bakstenen parementen in combinatie met assesteen, verlevendigd op de bovenverdiepingen met gecementeerde en beschilderde gevelvelden, banden en als hoekkettingen en horizontale en verticale banden uitgewerkte assestenen, is verstoord door individuele aanpassingen, doch herkenbaar bewaard. De gevels worden horizontaal geleed door plinten in assesteen en door geaccentueerde bakstenen (pui)lijsten of door bakstenen rollagen. Het oorspronkelijke schrijnwerk met kleine roedeverdeling en beluikte benedenvensters, is quasi volledig vernieuwd.

 

Types A & B. Deze types zijn het meest frequent aanwezig in de wijk, namelijk 191 rijwoningen. Beide types zijn qua gevel relatief identiek, op uitzondering van een venster naast de deur bij type A. Ze zijn opgevat als eenvoudige rijhuizen van twee bouwlagen onder een pannen zadeldak. De aandacht voor hygiëne is aanwezig in het voorzien van vensteropeningen in elke kamer, evenals het situeren van het toilet buiten de woning. De woning in kwestie behoort tot dit type A. Het object is beeldondersteunend.

 

In voorliggende aanvraag wordt de bestaande uitbouw (1969) aan de achtergevel gesupprimeerd en vervangen door een nieuwe uitbreiding over de volledige breedte van het perceel en dit aansluitend op het rechter aanpalende perceel. Vanuit oogpunt monumentenzorg is er geen bezwaar tegen deze ingrepen aan de achtergevel.

 

De volledige voorgevel werd wit geschilderd en voorzien van wit pvc-schrijnwerk. Deze werken werden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. De bestaande toestand blijft behouden in voorliggende aanvraag. Deze doet echter afbreuk aan de architecturale erfgoedwaarde van de tuinwijk in eenheidsbebouwing naar Engels model. De materialisatie van de oorspronkelijke gevel bestaat uit baksteen, cementering en (imitatie)assensteen. In een tuinwijk primeert de beeldwaarde gecreëerd door het uniform karakteristiek geheel. Elementen die hierop inbreken zijn niet wenselijk. Om de eenheid in materialisatie en het uniform beeld van de wijk maximaal te  bewaren, is het niet wenselijk de bakstenen geveldelen te overschilderen. Ook het wit pvc-schrijnwerk met ingewerkte rolluikkasten en met een gewijzigde indeling komt niet in aanmerking voor een gunstig advies.

 

Gelet op bovenstaande argumenten wordt een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht. Aan het college wordt voorgesteld het huidige wit pvc-schrijnwerk met gewijzigde indeling en de wit geschilderde bakstenen geveldelen aan de voorgevel uit te sluiten.”

 

Het advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt gevolgd. Om de eenheid van de tuinwijk te bewaren is het noodzakelijk dat bepaalde beeldbepalende aspecten in hun oorsprong bewaard blijven. Het wit schilderen van de bakstenen in de voorgevel en het voorzien van pvc schrijnwerk worden uitgesloten uit de vergunning. 

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De plannen zijn onduidelijk voor wat betreft de helling van het terras in de achtertuin en de inhoud van de septische put. Bij het verlenen van de vergunning zal in voorwaarden worden opgenomen dat het terras moet worden aangelegd met een helling van 1 à 2% richting de onverharde bodem conform artikel 39 van de bouwcode en dat de septische put een inhoud moet hebben van minstens 2.000 liter conform artikel 43 van de bouwcode.

 

Naar aanleiding van het ongunstig advies van de provinciale Dienst Integraal Waterbeleid werd een nieuwe projectinhoudversie ingediend. Ter hoogte van de achtergevel werd een opstand van 30 cm voorzien onder het schuifraam van de woonkamer, waardoor de bovenkant van de dorpel zich bevindt op TAW 14,65. Er werd ook een aanvullende waterdichting voorzien onder de dorpel en een pomp voorzien in de kelder. Deze aanpassingen voldoen aan de opmerkingen van de provinciale Dienst Integraal Waterbeleid die daarop een gunstig advies uitbracht.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Het terras moet worden aangelegd met een helling van 1 à 2 % richting de onverharde bodem conform artikel 39 van de bouwcode.

2. De septische put is te voorzien van een inhoud van minstens 2.000 liter conform artikel 43 van de bouwcode.

3. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

4. De voorwaarden van het advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg moeten worden opgevolgd:
  • Het voorzien van wit pvc schrijnwerk wordt uitgesloten uit de vergunning.
  • Het wit schilderen van de bakstenen van de voorgevel wordt uitgesloten uit de vergunning.


Standpunt college

Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar. De huidige aanvraag voorziet onder meer de regularisatie van de witgeschilderde voorgevel en het pvc-schrijnwerk. De gemeentelijke omgevingsambtenaar baseert zich op het op het advies van monumentenzorg en stelt dat het noodzakelijk is dat bepaalde beeldbepalende aspecten in hun oorsprong bewaard blijven.

Het klopt inderdaad dat de tuinwijk ‘City Garden Elsdonk’ oorspronkelijk gekenmerkt werd door een eenheidsbebouwing naar Engels model, met een materialisatie bestaande uit baksteen, cementering en (imitatie)assensteen. Doorheen de jaren werden in de tuinwijk echter verschillende bakstenen voorgevels wit geschilderd. Het gevelbeeld bestaat thans uit een afwisseling van bakstenen voorgevels en wit geschilderde voorgevels. De feitelijke toestand van de gevelkleuren van de omliggende woningen in de De Burletlaan leidt tot de vaststelling dat witgeschilderd baksteenmetselwerk veelvoorkomend is, net zoals pvc-schrijnwerk dat ook is.

Het college is daarom van mening dat er geen sprake meer is van een eenduidig, harmonisch en uniform straatbeeld. De aanvraag past binnen het huidige gevelbeeld en is geenszins beeld verstorend.

Om die reden schrapt het college dan ook de geadviseerde voorwaarde.


Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

22 maart 2023

Volledig en ontvankelijk

26 april 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag

19 juni 2023

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

23 september 2023

Verslag GOA

31 juli 2023

naam GOA

Katrine Leemans

Wijzigingsverzoeken

De aanvrager heeft één of meerdere verzoeken ingediend om zijn oorspronkelijke dossier te wijzigen.

Minstens één van die verzoeken werd aanvaard, waardoor de aanvaarde wijzigingen mee beoordeeld worden.

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Het terras moet worden aangelegd met een helling van 1 à 2 % richting de onverharde bodem conform artikel 39 van de bouwcode.

2. De septische put is te voorzien van een inhoud van minstens 2.000 liter conform artikel 43 van de bouwcode.

3. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.