Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023040354 |
Gegevens van de aanvrager: | mevrouw Julie Van der Donckt met als adres meerlenlaan 45 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Ligging van het project: | De Burletlaan 148 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | sectie A nrs. 39N en afdeling 42 sectie C nrs. 235D9 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | renoveren en uitbreiden van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/97702;
- 06/10/1969: vergunning (222#16946) voor verbouwingswerken;
- 17/10/1922: toelating (1074#10493) voor het bouwen van een tuinwijk (Garden City) bestaande uit 279 woningen in Wilrijk en Edegem, aanvraag voor deel Wilrijk.
Vergunde toestand
- functie: eengezinswoning;
- bouwvolume:
Bestaande toestand
- functie: eengezinswoning;
- bouwvolume:
- gevel:
- inrichting:
Gewenste toestand
- functie: eengezinswoning;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning;
- isoleren van de achtergevel;
- wijzigen van de scheimuren;
- wijzigen van de voorgevel;
- inrichten van de voortuin.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Provincie Antwerpen/ Dienst Integraal Waterbeleid | 27 april 2023 | 31 mei 2023 | Ongunstig |
Provincie Antwerpen/ Dienst Integraal Waterbeleid | 29 juni 2023 | 27 juli 2023 | Gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg | 26 april 2023 | 15 juni 2023 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Voor gebouwen opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed wordt de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw of constructie onderworpen aan de wenselijkheid van het behoud. Het behoud van de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur. Het parement in de voorgevel werd wit geschilderd en de houten ramen vervangen door pvc schrijnwerk.
Het is niet duidelijk of het nieuwe terras in de achtertuin wordt aangelegd in een helling van 1 à 2% richting de onverharde bodem zodat het regenwater op natuurlijke wijze kan infiltreren.
De inhoud van de septische put staat niet vermeld op de plannen. Deze dient minimaal 2.000 liter te bedragen.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor de Provincie aangewezen is als adviesinstantie.
Het project is gelegen in een zone met een pluviale overstromingskans van 1 keer op 1000 jaar onder huidig klimaat.
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd.
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project, zoals voorgesteld in de projectinhoudversie V2, geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Het verbouwen van een eengezinswoning is functioneel inpasbaar in de tuinwijk City Garden Elsdonk.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
Het voorgestelde gabarit sluit aan bij de geburen en is ruimtelijk inpasbaar.
De verbouwingswerken en het deels ontharden van de voortuin komen de woonkwaliteit ten goede.
Cultuurhistorische aspecten en visueel-vormelijke elementen
Het pand is opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed en is gelegen in de tuinwijk City Garden Elsdonk. Voor inventarispanden staat behoud van de erfgoedkenmerken voorop en dit zowel voor het interieur en exterieur voor zoverre aanwezig of nog aanwezig.
Het advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg kan als volgt worden samengevat:
“De wijk Elsdonk verwijst naar een aanzienlijk bos van de Antwerpse Sint-Michielsabdij dat sinds de vroege 14de eeuw in deze streek gevestigd was en stand hield tot de 17de eeuw. Het oostelijk deel werd in functie van de huisvestingsnood na de Eerste Wereldoorlog overgedragen aan de Antwerpsche Maatschappij van Goedkoope Woningen die er een tuinwijk zou realiseren. De Garden City Elsdonk is het tweede huisvestingsproject van de Antwerpsche Maatschappij van Goedkoope Woningen (vanaf 1949 zogenaamd De Goede Woning, sinds 2008 gefusioneerd tot Woonhaven Antwerpen). Eind jaren 1920 volgde het laatste complex voor de Tweede Wereldoorlog aan de Twee Netenstraat. Deze drie belangrijke sociale woningbouwwijken werden allen ontworpen door de Antwerpse bouwmeesters de Gebroeders Hippoliet en Jules De Vos.
Het pittoreske karakter van de tuinwijk, ontstaan vanuit de inplanting en groenaanleg, wordt versterkt door de architecturale vormgeving van de woninggroepen in cottagestijl. Typisch binnen de tuinwijkgedachte is de koppeling van een beperkt aantal woningtypes tot gevarieerde ensembles, doch meestal symmetrisch. Het streven naar een beperking van de financiële middelen leidde tot serieproductie en een gebruik van lokale materialen. Hierdoor ontstond een architecturale eenheid op vlak van materialiteit. De variatie in detaillering van de types, evenals de private aanleg van de tuinen, verhoogde de individualiteit van de bewoners en de levendigheid van het straatbeeld. Dit werd versterkt door verspringingen van de rooilijn binnen de woninggroepen zelf. Oorspronkelijk hoopte de maatschappij, in lijn met de Engelse tuinwijkgedachte, dat de verscheidenheid in types eveneens zou bijdragen tot een vermenging van sociale klassen, de creatie van een gemeenschapsgevoel en een verhindering van sociale problemen.
De bebouwing in de tuinwijk bestaat overwegend uit bakstenen rijhuizen van twee bouwlagen (types A en B), gevat tussen gelijkaardige hoekhuizen (type C) of monumentalere hoekhuizen van drie bouwlagen (type D), eventueel voorzien van winkels (type F). De winkelhuizen waren gesitueerd op hoeken van straten, terwijl de hoekwoningen van types C of D voorkwamen op de hoeken met de wegen tot de binnengebieden. De rijen beschikken hoofdzakelijk over drie tot twaalf eenheden. Een uitzondering hierop zijn de tweewoonsten van type E. De oorspronkelijke eenheid in materiaalgebruik, namelijk bakstenen parementen in combinatie met assesteen, verlevendigd op de bovenverdiepingen met gecementeerde en beschilderde gevelvelden, banden en als hoekkettingen en horizontale en verticale banden uitgewerkte assestenen, is verstoord door individuele aanpassingen, doch herkenbaar bewaard. De gevels worden horizontaal geleed door plinten in assesteen en door geaccentueerde bakstenen (pui)lijsten of door bakstenen rollagen. Het oorspronkelijke schrijnwerk met kleine roedeverdeling en beluikte benedenvensters, is quasi volledig vernieuwd.
Types A & B. Deze types zijn het meest frequent aanwezig in de wijk, namelijk 191 rijwoningen. Beide types zijn qua gevel relatief identiek, op uitzondering van een venster naast de deur bij type A. Ze zijn opgevat als eenvoudige rijhuizen van twee bouwlagen onder een pannen zadeldak. De aandacht voor hygiëne is aanwezig in het voorzien van vensteropeningen in elke kamer, evenals het situeren van het toilet buiten de woning. De woning in kwestie behoort tot dit type A. Het object is beeldondersteunend.
In voorliggende aanvraag wordt de bestaande uitbouw (1969) aan de achtergevel gesupprimeerd en vervangen door een nieuwe uitbreiding over de volledige breedte van het perceel en dit aansluitend op het rechter aanpalende perceel. Vanuit oogpunt monumentenzorg is er geen bezwaar tegen deze ingrepen aan de achtergevel.
De volledige voorgevel werd wit geschilderd en voorzien van wit pvc-schrijnwerk. Deze werken werden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. De bestaande toestand blijft behouden in voorliggende aanvraag. Deze doet echter afbreuk aan de architecturale erfgoedwaarde van de tuinwijk in eenheidsbebouwing naar Engels model. De materialisatie van de oorspronkelijke gevel bestaat uit baksteen, cementering en (imitatie)assensteen. In een tuinwijk primeert de beeldwaarde gecreëerd door het uniform karakteristiek geheel. Elementen die hierop inbreken zijn niet wenselijk. Om de eenheid in materialisatie en het uniform beeld van de wijk maximaal te bewaren, is het niet wenselijk de bakstenen geveldelen te overschilderen. Ook het wit pvc-schrijnwerk met ingewerkte rolluikkasten en met een gewijzigde indeling komt niet in aanmerking voor een gunstig advies.
Gelet op bovenstaande argumenten wordt een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht. Aan het college wordt voorgesteld het huidige wit pvc-schrijnwerk met gewijzigde indeling en de wit geschilderde bakstenen geveldelen aan de voorgevel uit te sluiten.”
Het advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt gevolgd. Om de eenheid van de tuinwijk te bewaren is het noodzakelijk dat bepaalde beeldbepalende aspecten in hun oorsprong bewaard blijven. Het wit schilderen van de bakstenen in de voorgevel en het voorzien van pvc schrijnwerk worden uitgesloten uit de vergunning.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De plannen zijn onduidelijk voor wat betreft de helling van het terras in de achtertuin en de inhoud van de septische put. Bij het verlenen van de vergunning zal in voorwaarden worden opgenomen dat het terras moet worden aangelegd met een helling van 1 à 2% richting de onverharde bodem conform artikel 39 van de bouwcode en dat de septische put een inhoud moet hebben van minstens 2.000 liter conform artikel 43 van de bouwcode.
Naar aanleiding van het ongunstig advies van de provinciale Dienst Integraal Waterbeleid werd een nieuwe projectinhoudversie ingediend. Ter hoogte van de achtergevel werd een opstand van 30 cm voorzien onder het schuifraam van de woonkamer, waardoor de bovenkant van de dorpel zich bevindt op TAW 14,65. Er werd ook een aanvullende waterdichting voorzien onder de dorpel en een pomp voorzien in de kelder. Deze aanpassingen voldoen aan de opmerkingen van de provinciale Dienst Integraal Waterbeleid die daarop een gunstig advies uitbracht.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Het terras moet worden aangelegd met een helling van 1 à 2 % richting de onverharde bodem conform artikel 39 van de bouwcode.
2. De septische put is te voorzien van een inhoud van minstens 2.000 liter conform artikel 43 van de bouwcode.
3. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
4. De voorwaarden van het advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg moeten worden opgevolgd:Standpunt college
Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar. De huidige aanvraag voorziet onder meer de regularisatie van de witgeschilderde voorgevel en het pvc-schrijnwerk. De gemeentelijke omgevingsambtenaar baseert zich op het op het advies van monumentenzorg en stelt dat het noodzakelijk is dat bepaalde beeldbepalende aspecten in hun oorsprong bewaard blijven.
Het klopt inderdaad dat de tuinwijk ‘City Garden Elsdonk’ oorspronkelijk gekenmerkt werd door een eenheidsbebouwing naar Engels model, met een materialisatie bestaande uit baksteen, cementering en (imitatie)assensteen. Doorheen de jaren werden in de tuinwijk echter verschillende bakstenen voorgevels wit geschilderd. Het gevelbeeld bestaat thans uit een afwisseling van bakstenen voorgevels en wit geschilderde voorgevels. De feitelijke toestand van de gevelkleuren van de omliggende woningen in de De Burletlaan leidt tot de vaststelling dat witgeschilderd baksteenmetselwerk veelvoorkomend is, net zoals pvc-schrijnwerk dat ook is.
Het college is daarom van mening dat er geen sprake meer is van een eenduidig, harmonisch en uniform straatbeeld. De aanvraag past binnen het huidige gevelbeeld en is geenszins beeld verstorend.
Om die reden schrapt het college dan ook de geadviseerde voorwaarde.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 22 maart 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 26 april 2023 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag | 19 juni 2023 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 23 september 2023 |
Verslag GOA | 31 juli 2023 |
naam GOA | Katrine Leemans |
Wijzigingsverzoeken
De aanvrager heeft één of meerdere verzoeken ingediend om zijn oorspronkelijke dossier te wijzigen.
Minstens één van die verzoeken werd aanvaard, waardoor de aanvaarde wijzigingen mee beoordeeld worden.
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. Het terras moet worden aangelegd met een helling van 1 à 2 % richting de onverharde bodem conform artikel 39 van de bouwcode.
2. De septische put is te voorzien van een inhoud van minstens 2.000 liter conform artikel 43 van de bouwcode.
3. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.