Terug
Gepubliceerd op 16/08/2023

2023_CBS_05417 - Omgevingsvergunning - OMV_2022159504. Luchthavenlei zonder nummer (zn). District Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 11/08/2023 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Afwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Anne Baré, waarnemend algemeen directeur
2023_CBS_05417 - Omgevingsvergunning - OMV_2022159504. Luchthavenlei zonder nummer (zn). District Deurne - Goedkeuring 2023_CBS_05417 - Omgevingsvergunning - OMV_2022159504. Luchthavenlei zonder nummer (zn). District Deurne - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022159504

Gegevens van de aanvrager:

zie exploitant

Gegevens van de exploitant:

NV Aviapartner Belgium (0404529392) met als contactadres Luchthavenlei 1 bus 55 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Ligging van het project:

Luchthavenlei zonder nummer (zn) te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 32 sectie B nr. 773N4

waarvan:

 

-          20221129-0060

afdeling 32 sectie B nr. 773N4 (Aviaparner Belgium-Antwerp)

Vergunningsplichten:

exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

het stallen van voertuigen, opslag van brandbare producten en een werkplaats in een loods op de luchthaven

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Inhoud van de aanvraag

Het project omvat het stallen van voertuigen, het opslaan van brandbare producten en een werkplaats op de luchthaven van Deurne.

 

Aangevraagde rubriek(en)

 

Aangevraagde rubriek(en) Aviaparner Belgium-Antwerp
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

6.4.1°

opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

3.000,00 liter

12.1.1.2°b)

inrichtingen die wisselspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch vermogen van meer dan 200 kVA tot en met 10.000 kVA als de inrichting volledig of gedeeltelijk in een ander gebied dan een industriegebied ligt;

270,00 kVA

12.3.2°

accumulatoren (gebruik van): vaste inrichtingen voor het laden van accumulatoren door middel van toestellen met een geïnstalleerd totaal vermogen van meer dan 10 kW;

40,00 kW

15.1.1°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

23 voertuigen

15.2.

andere werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen (met inbegrip van carrosseriewerkzaamheden) dan de werkplaatsen, vermeld in rubriek 15.3;

1 werkplaats

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

50,00 liter

29.5.2.1°b)

smederijen en inrichtingen voor het mechanisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 100 kW, wanneer de inrichting (deels) gelegen is in een ander gebied dan industriegebied;

20,00 kW

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw

16 maart 2023

28 maart 2023

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: luchthavengebied.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

De aanvraag betreft een omgevingsvergunning voor het stallen van voertuigen, de opslag van brandbare producten en een werkplaats in loods 100 op de Antwerpse luchthaven.


De loods is hoofdzakelijk vergund. Op 2 december 1999 werd een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd voor het inrichten van een zendlokaal in de bestaande loods.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Aviapartner Belgium nv staat op de luchthaven Deurne in voor de afhandeling van vliegtuigen: laden en lossen van bagage, vervoer van passagiers van en naar het vliegtuig, leegmaken van de toiletten en bijvullen van de watertank. In de winterperiode maken ze ook de vliegtuigen en trappen ijsvrij.

 

Het de-icingproduct wordt opgeslagen in drie enkelwandige multiboxen van elk 1.000 liter, opgesteld op lekbakken in openlucht langsheen de loods. Het betreft een brandbaar product, zonder gevaareigenschappen volgens de CLP-verordening. De opslag in openlucht maakt dat  hemelwater de lekbakken zal vullen, waardoor deze hun functie verliezen. Een reëel risico is bovendien dat hemelwater dat in de lekbakken terechtkomt, verontreinigd wordt. De risico’s kunnen vermeden worden door de opslag van de producten inpandig of onder een luifel te laten plaatsvinden. Dit wordt als bijzondere voorwaarde opgenomen in de vergunning.

 

Een kleine hoeveelheid gevaarlijke producten in kleine verpakkingen wordt opgeslagen in functie van onderhouds- en herstelwerkzaamheden aan het rollende materiaal en het ontsmetten van de toiletkarren. In totaal bedraagt de opslag 100 liter. De opslag vindt plaats in de loods op een lekbak of in een brandwerende kast. De opslag vindt plaats conform de regels en betreft kleine hoeveelheden, in functie van een dagelijks gebruik eerder dan als echte opslag. Het risico voor de bodem en op ongevallen is aanvaardbaar.

 

Het dagelijks onderhoud en het uitvoeren van kleine herstellingen aan het materiaal wordt in de loods uitgevoerd met klein gereedschap (in totaal maximaal 20 kW). Er is geen hefbrug of schouwput aanwezig. De activiteiten worden uitgevoerd op een vloeistofdichte betonverharding. De risico’s op bodemverontreiniging zijn gering. Geluidsoverlast wordt niet verwacht omdat de werkzaamheden overdag en inpandig plaatsvinden en gelet op de locatie van de loods.

 

Voor het opwekken van wisselspanning nodig bij het startklaar maken van de vliegtuigen zijn drie Ground Power Units (GPU) aanwezig van 72 kW en 90 kVA. Deze mobiele toestellen worden aangedreven door dieselmotoren. Het verbruik van diesel bedraagt op jaarbasis ongeveer 6.500 liter. De bevoorrading vindt plaats via een mobiele tankwagen; het project omvat geen vaste houder voor diesel.

 

Verder zijn nog vier batterijladers van 10 kW aanwezig die sinds de aanpassing van de indelingslijst in december 2022 niet langer als ingedeelde inrichting aanzien worden. De aangevraagde rubriek 12.3.2 is zonder voorwerp. Voor deze toestellen gelden nog wel de voorwaarden opgenomen in hoofdstuk 6.13 van Vlarem II.

 

Rond en in de hangar worden in totaal tot 23 voertuigen gestald. Hierin zijn begrepen de GPU’s, de-icingunits, karren, charlatten, trappen en dergelijke. Het voortrekken van de aanhangwagens gebeurt veelal met elektrisch aangedreven voertuigen. Gelet op de ligging van het project op de luchthaven, wordt geen hinder verwacht van het gegenereerde transport.

 

De de-icingactiviteiten gebeuren enkel tijdens de winterperiode (ongeveer vanaf november tot april) om veiligheidsredenen op vraag van de piloot. Het de-icingmengsel wordt aangemaakt met een volautomatisch doseersysteem (water/product). De activiteit wordt uitgevoerd op de landingsbaan en is op zich niet ingedeeld als hinderlijke activiteit of inrichting. Het besproeien van de vliegtuigen met het de-icingproduct zorgt op de landingsbaan voor potentieel verontreinigd hemelwater. De lozing en voorbehandeling van het water afkomstig van de landingsbaan worden vervat in de vergunning van de luchthaven zelf.

 

Het huishoudelijk afvalwater afkomstig van het leegmaken van het vliegtuigsanitair wordt in de interne riolering van de luchthaven gebracht. Ook deze activiteit zit vervat in de vergunning van luchthavenuitbater.

 

Advies aan het college

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits naleving van de algemene, sectorale en bijzondere voorwaarden, kan de exploitatie van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten plaatsvinden met een aanvaardbaar risico’s voor mens en milieu. Er wordt voorwaardelijk gunstig advies gegeven.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

6.4.1°

opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

3.000,00 liter

12.1.1.2°b)

inrichtingen die wisselspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch vermogen van meer dan 200 kVA tot en met 10.000 kVA als de inrichting volledig of gedeeltelijk in een ander gebied dan een industriegebied ligt;

270,00 kVA

12.3.2°

accumulatoren (gebruik van): vaste inrichtingen voor het laden van accumulatoren door middel van toestellen met een geïnstalleerd totaal vermogen van meer dan 10 kW;

40,00 kW

15.1.1°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

23 voertuigen

15.2.

andere werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen (met inbegrip van carrosseriewerkzaamheden) dan de werkplaatsen, vermeld in rubriek 15.3;

1 werkplaats

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

50,00 liter

29.5.2.1°b)

smederijen en inrichtingen voor het mechanisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 100 kW, wanneer de inrichting (deels) gelegen is in een ander gebied dan industriegebied;

20,00 kW

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1. De opgeslagen producten op lekbakken in openlucht dienen afgeschermd te worden van hemelwater of inpandig bewaard worden.

2. De lekbakken dienen minstens groot genoeg te zijn om de inhoud van het grootste erop geplaatste recipiënt op te vangen.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

1 december 2022

Volledig en ontvankelijk

16 maart 2023

Start 1e openbaar onderzoek

24 maart 2023

Einde 1e openbaar onderzoek

22 april 2023

Beslissing toepassing administratieve lus

2 mei 2023

Start laatste openbaar onderzoek

12 mei 2023

Einde laatste openbaar onderzoek

10 juni 2023

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Beslissingsdatum na V&O (zonder noodbesluit)

28 augustus 2023

Uiterste beslissingsdatum (noodbesluit)

26 november 2023

Verslag GOA

3 augustus 2023

naam GOA

Bieke Geypens

 

Administratieve lus

Op de aanvraag werd een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):

 

De affiche van het openbaar onderzoek werd te laat aangeplakt door de aanvrager/exploitant.

 

De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn werden opnieuw uitgevoerd om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

24 maart 2023

22 april 2023

0

0

0

1

12 mei 2023

10 juni 2023

0

0

0

1

 

Bespreking van de bezwaren

Bezwaren uit vorige openbare onderzoeken over de aanvraag, die nog relevant zijn, worden hier ook besproken.


Stockage van de-icing producten. De bezwaarindiener geeft aan dat het de-icingproduct niet enkel opgeslagen wordt, maar dat het ook verwerkt wordt omdat er afvalstoffen afgevoerd worden.
Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. In het dossier is geen sprake van de verwerking van het product, enkel het gebruik ervan. In het dossier bestaat er geen onduidelijkheid over wat met het product zal gebeuren. Dat in de inrichting afvalstoffen ontstaan en worden afgevoerd, is eigen aan vele exploitaties en geen tegenstrijdigheid in het dossier met betrekking tot het de-icingproduct.

Bedrijfsafvalwater 1. De bezwaarindiener geeft aan dat het tegenstrijdig is dat enerzijds 300 m³ water gebruikt wordt en er geen bedrijfsafvalwater geloosd wordt, en dat anderzijds afvalstoffen naar vergunde verwerkers worden afgevoerd.
Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. Er is geen tegenstrijdigheid. 

Bedrijfsafvalwater 2. De bezwaarindiener geeft aan dat het water van de landingsbaan onvoldoende behandeld geloosd wordt in de vijver van Boekenbergpark. De KWS-afscheider houdt geen in water oplosbare producten tegen. Het zou bovendien gaan om gevaarlijke producten.
Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. De gebruikte de-icing producten zijn niet ingedeeld als gevaarlijk product. Het bedrijfsafvalwater ontstaat bovendien op de startbaan van de luchthaven. De modaliteiten van de lozing ervan zijn vervat in de omgevingsvergunning van de exploitant van de luchthaven.

 

Reach. De bezwaarindiener geeft aan dat er onvoldoende informatie aanwezig is om een gemotiveerde uitspraak te doen over het al dan niet onderworpen zijn aan de autorisatie of beperkingen volgens de REACH-verordening.

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. Als er jaarlijks één ton of meer van een chemische stof wordt geproduceerd of geïmporteerd in de EER, moet die stof geregistreerd worden in de REACH-databank. De exploitant produceert of importeert geen chemische stoffen. De Reach-verordening is hier niet van toepassing, wat blijkt uit het onderwerp en inhoud van de projectaanvraag.

 

Opslag brandbare producten. De bezwaarindiener merkt op dat de opslag van 3.000 liter brandbaar product buiten plaatsvindt op een mogelijk niet vloeistofdichte vloer zonder opstaande wanden. Daarnaast is niet aangegeven dat de lekbak voldoende groot is om de inhoud van een individueel recipiënt te bevatten.

Beoordeling: Het bezwaar is deels gegrond. Het betreft de opslag van brandbare producten, zonder andere gevaareigenschappen. Het is niet verboden de opslag in openlucht te laten gebeuren. Er is geen verplichting de opslag te laten plaatsvinden op een vloeistofdichte ondergrond. De voorwaarden opgenomen in hoofdstuk 5.6 van Vlarem II zijn van toepassing op de inrichting. Het dossier vermeldt inderdaad niet wat de opvangcapaciteit is van de lekbakken. In een bijzondere voorwaarde wordt voor de zekerheid opgenomen dat deze voldoende groot moet zijn.

 

Aircraft Technic. De bezwaarindiener geeft aan dat mogelijk een andere firma de de-icingactiviteiten uitvoert voor Avia Partner en dat deze geen uitbatingszetel in Antwerpen heeft.

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. In het kader van de omgevingsvergunning is dit niet relevant. Het uitvoeren van de de-icingactiviteiten op zich is bovendien niet vergunningsplichtig in het kader van de omgevingswetgeving.

 

Toestemming eigenaar. De bezwaarindiener geeft aan dat zonder toestemming van LOM Vlaanderen nv elke vergunningsbeslissing onzeker is.

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. In het kader van de omgevingsvergunning is dit niet relevant en moet het akkoord van de eigenaar met het geplande gebruik niet aangetoond worden.

 

Milieutechnische eenheid. De bezwaarindiener geeft aan dat conform het standpunt van de GOP Antwerpen in het kader van het scopingsadvies van 7 maart 2023 de hele site als milieutechnische eenheid aanzien kan worden en dat deze afzonderlijke aanvraag van een concessiehouder niet in overweging kan genomen worden.

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. Het is belangrijk dat met betrekking tot de beoordeling van de hinder en risico’s van de luchthaven een volledig beeld gevormd wordt, zonder onderscheid te maken van de bron of exploitant van de hinder of van het risico. Deze integrale beoordeling en bespreking dient plaats te vinden in de project-MER, in het licht waarvan het uitgebrachte advies van GOP Antwerpen gelezen moet worden. De noodzaak om de cumulatieve effecten en risico’s mee te beschrijven en waarderen, staat een eventuele vergunning van voorliggend project echter niet in de weg.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

De algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

1. De opgeslagen producten op lekbakken in openlucht dienen afgeschermd te worden van hemelwater of inpandig bewaard worden.

2. De lekbakken dienen minstens groot genoeg te zijn om de inhoud van het grootste erop geplaatste recipiënt op te vangen.


Brandweervoorwaarden
De standaard brandweervoorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

Artikel 3

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

6.4.1°

opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

3.000,00 liter

12.1.1.2°b)

inrichtingen die wisselspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch vermogen van meer dan 200 kVA tot en met 10.000 kVA als de inrichting volledig of gedeeltelijk in een ander gebied dan een industriegebied ligt;

270,00 kVA

12.3.2°

accumulatoren (gebruik van): vaste inrichtingen voor het laden van accumulatoren door middel van toestellen met een geïnstalleerd totaal vermogen van meer dan 10 kW;

40,00 kW

15.1.1°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

23 voertuigen

15.2.

andere werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen (met inbegrip van carrosseriewerkzaamheden) dan de werkplaatsen, vermeld in rubriek 15.3;

1 werkplaats

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

50,00 liter

29.5.2.1°b)

smederijen en inrichtingen voor het mechanisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 100 kW, wanneer de inrichting (deels) gelegen is in een ander gebied dan industriegebied;

20,00 kW

 

Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor onbepaalde duur.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.