Terug
Gepubliceerd op 16/08/2023

2023_CBS_05462 - Omgevingsvergunning - OMV_2023041288. Frans van Dunlaan ZN. District Wilrijk - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 11/08/2023 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Afwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Anne Baré, waarnemend algemeen directeur
2023_CBS_05462 - Omgevingsvergunning - OMV_2023041288. Frans van Dunlaan ZN. District Wilrijk - Weigering 2023_CBS_05462 - Omgevingsvergunning - OMV_2023041288. Frans van Dunlaan ZN. District Wilrijk - Weigering

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023041288

Gegevens van de aanvrager:

BVBA B&L PROJECTS met als adres Rode Dreef 29 te 2110 Wijnegem

Ligging van het project:

Frans van Dunlaan ZN te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 42 sectie C nr. 232G12

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen van een meergezinswoning met 3 woongelegenheden

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          er werd geen relevante voorgeschiedenis teruggevonden.

 

Geacht vergunde en bestaande toestand

-          braakliggend terrein.

 

Nieuwe toestand

-          functie: meergezinswoning met 3 woongelegenheden:

  • 1 duplex drieslaapkamerappartement;
  • 1 tweeslaapkamerappartement;
  • 1 duplex tweeslaapkamerappartement;

-          bouwvolume:

  • gesloten bebouwing van 3,5 bouwlagen met een zadeldak;
  • nokhoogte van 16 m;
  • kroonlijsthoogte van 11,5 m;
  • ruime dakkapel aan de voorzijde;
  • inpandig dakterras en inpandig terras aan de achterzijde;

-          gevelafwerking:

  • voorgevel in donkerkleurige baksteen;
  • voorgevelschrijnwerk in zwart aluminium;
  • decoratieve elementen in de vorm van betonnen gevelbanden;
  • dorpels en plint in blauwe hardsteen;
  • kroonlijst in zwart aluminium.

-          inrichting:

  • open, onbebouwde, ruimte van circa 78 m²;
  • half-verzonken bouwlaag met aan de achterzijde een verzonken terras;
  • 2 trappen die achteraan de woning uitkomen in de tuin.

 

Inhoud van de aanvraag

-          bouwen van een meergezinswoning;

-          wijzigen van de scheidingsmuren.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Agentschap Wegen en Verkeer/ AWV - District Antwerpen

6 juni 2023

4 juli 2023

Voorwaardelijk gunstig

AQUAFIN NV

6 juni 2023

30 juni 2023

Voorwaardelijk gunstig

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

6 juni 2023

5 juli 2023

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator/ Fluvius

6 juni 2023

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

PROXIMUS/ Proximus

6 juni 2023

14 juli 2023

Voorwaardelijk gunstig

Water-link

6 juni 2023

30 juni 2023

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

6 juni 2023

7 juni 2023

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

6 juni 2023

7 juni 2023

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu

6 juni 2023

30 juni 2023

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-      Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
 

-      Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Algemene bouwverordeningen

-      Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-      Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 6 Harmonie en draagkracht:

De uitkragende balkons aan de voorgevel zijn niet kenmerkend in de omgeving.

  • artikel 10 Inplanting, bouwhoogte en bouwdiepte:
    De bouwdiepte van de terrassen aan de achtergevel op +0,5 overschrijdt de kenmerkende bouwdiepte van de omgeving.

De bouwhoogte van de linker scheimuur, ter hoogte van het dakterras in het achterste dakvlak, overschrijdt de kenmerkende bouwhoogte van de omgeving.

  • artikel 11 Afwerken van gevels en materiaalgebruik:

De aanvraag voorziet een donkerkleurig metselwerk voor de voorgevel. Volgens dit artikel is een lichte kleurkeuze voor de afwerking van de gevels wenselijk.

  • artikel 15 In- en uitsprongen aan daken:
    In- en uitsprongen aan hellende daken moeten op minstens 0,60 meter van de eigendomsgrens worden ingeplant. De insprong aan de achterzijde van het dak ligt op minder dan 0,60 meter van de eigendomsgrens.

De uitsprong van het terras in het achterste dakvlak tast de schuine dakvorm aan.

  • artikel 16 Technische uitsprongen:
    Alle technische installaties worden bij voorkeur inwendig in het gebouw ondergebracht. De zonnepanelen en de warmtepompen worden voorzien op het platte dak van de uitbouw.
  • artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:

De fietsenstalplaatsen voldoen niet aan de inrichtingsprincipes van de bouwcode.

De fietsenberging in de kelder is niet vlot bereikbaar.

  • artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen:

Er worden geen autostaanplaatsen voorzien voor de nieuwe appartementen.

  • artikel 36 Zonnepanelen en zonnecollectoren:
    De technische voorzieningen zijn niet opgetekend in de snede. Het is daarom onduidelijk of deze voldoen aan dit artikel.
  • artikel 40 Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen en artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:
    Er dient een gescheiden stelsel te worden voorzien dat voldoet aan de bepalingen van dit artikel. Het gescheiden stelsel wordt voorzien, maar net voor de grens met het openbaar domein wordt deze op één rioolaansluiting gebracht. De rioolbuizen liggen in volle grond, waardoor het niet mogelijk is om deze op een later tijdstip te wijzigen.
  • artikel 43 Septische putten:
    Er dient een septische put te worden voorzien die voldoet aan de bepalingen van dit artikel. Er is een septische put nodig voor 10 GE = 3.500 liter.
     

Sectorale regelgeving

-     MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-      Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit). 
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd. 

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd.

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

 

-      Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
 

-      Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De omgeving van de Frans van Dunlaan wordt gekenmerkt door zowel eengezinswoningen als meergezinswoningen als handelspanden. Het voorzien van een meergezinswoning is functioneel inpasbaar.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

Het gabarit van de bebouwing sluit aan bij deze van de rechter gebuur.

De bouwdiepten, behoudens deze van het terras van +0,5, zijn kenmerkend in de omgeving.

 

Aangezien het terras op +0,5 zich 1,90 meter boven het maaiveld bevindt en de scheidingsmuren naar de geburen onvoldoende hoog zijn, wordt geoordeeld dat er geen terras kan worden voorzien aan de achtergevel van +0,5. Enkel een centraal bordes en trap naar de tuin kan worden toegelaten. Het ophogen van de scheimuren voorbij een bouwdiepte van 15 meter kan ook niet worden toegestaan.

 

Het ophogen van de linker scheimuur, ter hoogte van het terras in het achterste dakvlak kan evenmin worden toegestaan. Er wordt als het ware een soort vrijstaande flap gecreëerd buiten het maximaal aanvaardbaar gabarit.

Om de privacy op het naastliggende perceel te garanderen zal het terras binnen de contouren van het schuine dakvlak moeten worden voorzien, zonder uitstekende balustrade en zal er minimaal een afstand van 0,60 meter van de perceelgrens moeten worden voorzien conform artikel 15 van de bouwcode.

 

De verhoudingen van de gevelopeningen en de uitkragende balkons in de vorm van een erker sluiten niet aan bij de kenmerken van de naastliggende percelen. De erkers op de omliggende percelen zijn twee bouwlagen hoog, of toch minstens één bouwlaag, waarbij het schrijnwerk onderdeel uitmaakt van de vormgeving van de erker. Dit is niet het geval in voorliggende aanvraag. Ofwel moeten de erkers naar analogie met de naastliggende panden worden uitgewerkt. Ofwel kan een gevel zonder erkers worden voorzien.

 

De technieken worden voorzien op het platte dak van de uitbouw. Dit is strijdig met de uitgangsprincipes van artikel 16 ‘Technische uitsprongen’ van de bouwcode, waarbij de technische installaties bij voorkeur inwendig in het gebouw worden voorzien. Gelet op het ruime bouwvolume dat reeds wordt gerealiseerd in verhouding tot de omliggende panden, en de aanwezigheid van een terras in het achterste dakvlak, wordt geoordeeld dat de zonnepanelen moeten worden voorzien op de schuine dakvlakken en de warmtepompen moeten worden voorzien binnen het bouwvolume.

 

Om het wooncomfort van een woning te bewaken is het belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. Dit is niet het geval in appartement 02. De oppervlakte van de leefruimte is onvoldoende voor twee slaapkamers. De oppervlakte van de leefruimte voldoet zelfs niet aan de richtlijnen van de ontwerpleidraad van sociale woningbouw. De oppervlakte van de totale leefruimte is 21 m² in plaats van de vereiste 24 m². De afmetingen van de zithoek voldoen niet gelet op de noodzakelijke doorgang naar de eetkamer. Beter zou zijn een eenslaapkamerappartement te voorzien met een doorzonleefruimte.

Voor duplex 01 voldoet de oppervlakte van de leefruimte net aan de richtlijnen van de ontwerpleidraad.

 

Visueel-vormelijke elementen

Gelet op de aanwezigheid van overwegend rode bakstenen op de omliggende percelen wordt voorgesteld de gevels te voorzien in rode baksteen. Donkerkleurig metselwerk is principieel in strijd met artikel 11 van de bouwcode.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De Frans van Dunlaan is een drukke verkeersweg, met een smal voetpad, waarbij aan de oneven zijde, de zijde van het project, dwars op de rijrichting wordt geparkeerd. Het voorzien van een verblijfsruimte (bureauruimte) in een verzonken verdieping, die enkel uitzicht heeft op deze geparkeerde wagens, kan niet worden toegestaan. De ruimte aan de voorzijde van -0,5 kan enkel als berging worden voorzien.

 

Op verdieping +0,5 wordt een slaapkamer voorzien achter de voorgevel, waarbij de ramen worden voorzien tot op de vloerpas. Ondanks de vloerpas hoger ligt dan het straatniveau, wordt geoordeeld dat voor slaapkamers een minimale borstwering moet worden voorzien om de nodige privacy te garanderen.

 

De stedelijke dienst Milieu wijst erop dat een grondwaterverlaging voor de kelderverdieping vergunnings-of meldingsplichtig is in functie van het debiet en bemalingsdiepte. Verder bevat het gebouw geen technische lokalen noch stookplaatsen voor het nodige wooncomfort.

 

Conform de bepalingen van artikel 43 ‘Septische putten’ van de bouwcode moet de septische put een inhoud hebben van 3.500 liter.

 

Mobiliteitsimpact

Toetsing parkeerbehoefte

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 3  parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging.

Momenteel is het terrein braakliggend. Men wenst er 3 appartementen te voorzien.

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1.

De werkelijke parkeerbehoefte is 3 x 1 = 3 parkeerplaatsen.

 

De plannen voorzien geen nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12 §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 3.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 3 – 0 = 3.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

 

Fietsvoorzieningen

De fietsparkeerbehoefte is 1 x (3+1) + 2 x (2+1) = 10 fietsenstalplaatsen.

De fietsen worden in een halve kelder voorzien. De stedelijke dienst Mobiliteit merkt in hun advies een aantal tekortkomingen over de fietsstalplaatsen op:

Zo wordt gesteld dat de trapbreedte van 90 cm erg krap is om met fietsen te doen.

De trap die men naar de fietsenkelder moet nemen heeft ook geen goot. Er moet een goot voorzien worden op minimum 25 cm van de muur.

De fietsen zijn ingetekend op één niveau en op maar 35 cm tussenafstand. Men moet minstens een hoog/laag niveau voorzien en minimaal 40 cm hart-op-hart afstand hebben conform de inrichtingsprincipes van de bouwcode (artikel 29). Er passen dan maximaal 9 fietsen tegen de volledige muur. Er zijn dan 11 nuttige plaatsen met de enkele fietsenstallingen aan de overliggende muur erbij. Dit is voldoende.

 

Het aanpassen van alle bovenstaande punten wijzigt het ontwerp dermate dat wordt voorgesteld de aanvraag te weigeren en een nieuw ontwerp in te dienen.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van de onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

3 april 2023

Volledig en ontvankelijk

6 juni 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Beslissingsdatum na V&O (zonder noodbesluit)

5 augustus 2023

Uiterste beslissingsdatum (noodbesluit)

3 november 2023

Verslag GOA

3 augustus 2023

naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

1

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

Naar aanleiding van de vraag naar het standpunt van de aanpalenden werd 1 bezwaarschrift ingediend, dat zich als volgt laat samenvatten: 

 

  1. Ontbreken parkeerplaatsen: De bezwaarindiener merkt op dat het project geen parkeerplaatsen voorziet voor de 3 appartementen en wijst erop dat de klanten van hun handelszaak reeds parkeerproblemen ondervinden.

Beoordeling: 

Het klopt dat er geen parkeerplaatsen worden voorzien voor de appartementen.

Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan 8 meter. Volgens artikel 12 §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.

Op zich wordt door het voorzien van 3 appartementen de draagkracht van het perceel niet overschreden.

Het bezwaar is ongegrond.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.