Terug
Gepubliceerd op 24/07/2023

2023_CBS_04984 - Omgevingsvergunning - OMV_2022174804. Arthur Goemaerelei 52. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
do 20/07/2023 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Peter Wouters, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_04984 - Omgevingsvergunning - OMV_2022174804. Arthur Goemaerelei 52. District Antwerpen - Goedkeuring 2023_CBS_04984 - Omgevingsvergunning - OMV_2022174804. Arthur Goemaerelei 52. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022174804

Gegevens van de aanvrager:

BVBA APRODEC BOUWONDERNEMING met als adres De Keyserlei 53 bus 4 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Arthur Goemaerelei 52 2018 te Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 10 sectie K nr. 1915K4

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

Bouwen van een meergezinswoning na sloop van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          23/03/1956: toelating (18#34919) voor het bouwen van een woning;

 

Vergunde toestand  

-          functie:

  • eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • 2 bouwlagen met plat dak;
  • valse 3de bouwlaag ter hoogte van de voorgevel, vormgegevens als mansardedak; 
  • bouwdiepte van 18m. Bouwdiepte van circa 19m op het gelijkvloers ter hoogte van de rechterbuur;
  • bouwhoogte van circa 11,5m;
  • U-vormige planopbouw rond terras;

-          gevelafwerking:

  • gevel uit witte natuursteen;
  • geschilderd houten buitenschrijnwerk en luiken;
  • geschilderde houten kroonlijst en dakkapellen ;
  • metalen balustrades;
  • daklaag afgewerkt met leien;
  • twee houten garagepoorten naar inpandige garage ter hoogte van linkerbuur;

-          inrichting:

  • ruime stadstuin.

 

Bestaande toestand

-          niet relevant gezien de aanvraag handelt over een sloop en nieuwbouw.

Nieuwe toestand

-          functie:

  • meergezinswoning met 4 woongelegenheden;
  • 1 drieslaapkamerappartment met een netto vloeroppervlakte van ca. 234 m2;
  • 1 vierslaapkamerappartementen met een netto vloeroppervlakte van ca. 234 m²;
  • 2 vierslaapkamerappartementen met een netto vloeroppervlakte van ca. 217 m²;

-          bouwvolume:

  • 4 bouwlagen met plat dak;
  • 5de technische bouwlaag ter hoogte van de rechterbuur;
  • kroonlijsthoogte van 15,66 m & bouwhoogte van 18,15 m;
  • bouwdiepte van 18 m op het gelijkvloers en 14 m op de 1ste , 2de en 3de verdieping;
  • ondergrondse bouwlaag tot een bouwdiepte van 22 m;
  • deels uitpandige terrassen op de eerste, tweede en derde verdieping ter hoogte van de achtergevel;
  • twee kleine balkons ter hoogte van de voorgevel op de 3de verdieping;

-          gevelafwerking:

  • voorgevel afgewerkt met metselwerk in gebroken witte kleur, voorzien in verschillende metselwerkverbanden;
  • buitenschrijnwerk in bronskleurig aluminium;
  • balustrades in bronskleurig staal;
  • dorpels en dekstenen uit witkleurig prefabbeton;
  • spuwers in geprepatineerd koper; 
  • poort naar achterliggende autolift in bronskleurig aluminium;

-          inrichting:

  • ruime stadstuin toegankelijk via de wintertuin op de gelijkvloerse verdieping;
  • voortuin voorzien van 16,2 m2 verharding.

 

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van de bestaande eengezinswoning;

-          het bouwen van een nieuwe meergezinswoning inclusief het wijzigen van de scheimuren;

-          het aanleggen van verharding.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

17 maart 2023

16 mei 2023

Voorwaardelijk gunstig

DE VLAAMSE WATERWEG/ De Vlaamse Waterweg nv - Afdeling Regio Centraal

17 maart 2023

14 april 2023

Gunstig

Fluvius System Operator/ Fluvius

17 maart 2023

30 maart 2023

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

17 maart 2023

20 maart 2023

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

17 maart 2023

20 maart 2023

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu

17 maart 2023

12 april 2023

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)


De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

In de tuinzone staan verschillende bomen die deel uitmaken van een groter beeldbepalend groenscherm;

er zijn geen tuinafscheidingen aangeduid op het plan. Op het aanzicht van de achtergevel zijn tuinafsluitingen ingetekend die hoger zijn dan de toegelaten hoogte van 2,6m;

er wordt richting de inkomdeur een pad voorzien met breedte van 2,41 m. Dit pad mag volgens de bouwcode slechts 1,5 m breed zijn;

het niet overdekte terras grenzend aan de tuin is niet aangelegd in een helling van 1 à 2 %, om het regenwater hiernaar te laten afwateren en op natuurlijke wijze te laten infiltreren. Het water dat op dit terras valt, wordt echter wel afgevoerd naar de hemelwaterput en infiltratievoorziening;

volgens dit artikel moet het rioolstelsel gescheiden aangeboden worden aan de straat. In de aanvraag wordt enkel het vuilwaterstelsel aangesloten op de straatriolering. De infiltratievoorziening is niet voorzien van een overloop;

uit de doorsnede blijkt dat de voorziene waterspuwer als volwaardige regenwaterafvoer gebruikt zal worden. Dit is echter verboden; 

er dient een voldoende grote septische put voor 19 GE voorzien te worden. De minimale inhoud is 5525 liter.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).


Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor De Vlaamse Waterweg aangewezen is als adviesinstantie. Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd. Het project is gelegen in een zone met een fluviale overstromingskans van 1 keer op 1000 jaar onder huidig klimaat. Het project is niet gelegen in een signaalgebied. Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009. 
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))


Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande woonfunctie blijft behouden en komt hiermee overeen met de kenmerkende woonfuncties in de straat.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag voorziet het slopen van de bestaande eengezinswoning. Het nieuwe bouwvolume bestaat uit 4 bovengrondse bouwlagen met plat dak. Ter hoogte van de rechterbuur wordt een beperkte, 5de technische bouwlaag voorzien. De gelijkvloerse bouwdiepte wordt voorzien op 18 m en de bouwdiepte ter hoogte van de 1ste, 2de en 3de verdieping op 14 m. Verder wordt een ondergrondse bouwlaag voorzien tot een bouwdiepte van 22 m. Ter hoogte van de achtergevel worden op de eerste, tweede en derde verdieping deels uitpandige terrassen voorzien. Ter hoogte van de voorgevel bevinden zich op de 3de verdieping 2 beperkte uitpandige terrassen.

 

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het volume zoals voorgesteld. Het voorgestelde project komt inzake aantal bouwlagen en dakvorm overeen met de algemene configuratie van de aanwezige bebouwing in de omgeving. De geplande nieuwbouw is niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

 

Visueel-vormelijke elementen

De plannen tonen een voorgevel in gebroken wit metselwerk met verschillende metselwerkverbanden, buitenschrijnwerk in bronskleurige aluminium en dorpels en dekstenen uit witkleurig prefabbeton. De Arthur Goemaerelei wordt gekenmerkt door gevels bestaande uit lichtkleurig gevelmetselwerk of pleisterwerk. Het pand past zich in binnen het bouwblok waar gevels met gelijkaardige detaillering kenmerkend zijn.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De plannen tonen 4 appartementen. Op de gelijkvloerse verdieping wordt een drieslaapkamerappartement voorzien. Op de 3 bovenliggende verdiepingen wordt telkens een vierslaapkamerappartement voorzien. Om het wooncomfort van een woning te bewaken, is het belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. Dit is in het voorliggende project het geval. De woningen beschikken over voldoende natuurlijk licht, lucht en uitzicht, alsook over een logische planschikking met een voldoende aantal grote slaapkamers en een kwalitatieve buitenruimte. 

 

De plannen tonen dat de tuinafsluitingen hoger zijn dan 2,60 meter. Artikel 19 van de bouwcode legt op dat tuinafsluitingen een maximale hoogte van 2,60 meter mogen hebben. Een te hoge afsluiting zorgt voor een beperking van de bezonning van de tuinen. In voorwaarden bij de vergunning wordt vervolgens opgelegd dat de tuinafsluitingen voorzien dienen te worden conform de bepalingen van artikel 19 van de bouwcode.

 

In de voortuin wordt zowel de oprit verhard als het toegangspad naar de toegangsdeur. Dit toegangspad heeft een breedte van 2,41 m. Volgens artikel 27 van de bouwcode zijn enkel strikt noodzakelijke verhardingen in de voortuin aanvaardbaar. Toegangspaden worden beperkt tot een breedte van 1,5 m. Dit wordt opgelegd in voorwaarden van de vergunning.

 

Het niet-overdekte terras grenzend aan de tuin is niet aangelegd in een helling van 1 à 2 %. Het regenwater wordt afgevoerd naar de hemelwaterput en infiltratievoorziening. Echter legt artikel 39 van de bouwcode op dat het water dat afstroomt van terreinverhardingen best niet aangesloten wordt op de hemelwaterput voor hergebruik. Daarom wordt in voorwaarden opgelegd om het niet-overdekte terras aan te leggen conform de bepalingen van artikel 39 van de bouwcode.

 

Artikel 40 van de bouwcode legt op dat het rioolstelsel gescheiden aangeboden moet worden aan de straat. In de aanvraag wordt enkel het vuilwaterstelsel aangesloten op de straatriolering. Daarom wordt in voorwaarden opgelegd om het rioolstelsel te voorzien conform de bepalingen van artikel 40 van de bouwcode.

 

Artikel 41 van de bouwcode legt op aan welke voorwaarden de aansluitingen van de DWA en RWA moeten voldoen. Bijkomend geeft het artikel ook aan dat het gebruik van waterspuwers van daken en terrassen als waterafvoer verboden is. De plannen tonen echter dat de voorziene waterspuwer als volwaardige regenwaterafvoer gebruikt zal worden. In voorwaarden van de vergunning wordt opgelegd dat de leidingen voorzien dienen te worden conform de bepalingen van artikel 41 van de bouwcode.

 

Artikel 43 van de bouwcode legt voorwaarden op conform de dimensionering van de septische put. Voor deze meergezinswoning dient een voldoende grote septische put voorzien te worden voor 19 GE. De minimale inhoud is vervolgens 5.523 liter. De plannen tonen maar een septische put voor 16 GE. In voorwaarden wordt vervolgens opgelegd om de dimensionering van de septische put te voorzien conform de bepalingen van artikel 43 van de bouwcode.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoen de woningen aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Wegens de mogelijke milieu-impact werd er advies gevraagd aan de stedelijke dienst Milieu. Dit advies luidt als volgt:

“Voorliggende aanvraag betreft het slopen van een bestaande woning en het optrekken van een nieuwbouw aan de Arthur Goemarelei 52-54 in 20418 Antwerpen. De nieuwbouw ( meergezinswoningen) zal bestaan uit 5 verdiepingen waaronder een ondergrondse. In functie van de aanleg van de keldervloerplaat is er mogelijks een grondwaterwinning vereist.  De aandacht van de initiatiefnemer wordt er best op gevestigd dat bemalingswerken, noodzakelijk voor de realisatie van bouwkundige werken, vergunningsplichtig zijn krachtens de Vlarem indelingslijst (rubriek 53.2).

Deze Omgevingsvergunning moet worden bekomen alvorens de werf kan worden gestart. Indien het gaat om een bemaling van meer dan 30.000 m³ op jaarbasis en een bemaling dieper dan 4 m–mv moet de vergunningsaanvraag een bemalingsstudie bevatten.”

In voorwaarden van de vergunning wordt opgelegd dat de bemalingswerken, noodzakelijk voor de realisatie van bouwkundige werken, vergunningsplichtig zijn krachtens de Vlarem indelingslijst (rubriek 53.2). Deze omgevingsvergunning moet worden bekomen alvorens de werf kan worden gestart.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van [4] parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op het nieuw bouwen van een meergezinswoning. Er wordt een meergezinswoning gebouwd met 4 wooneenheden en een ondergrondse garage. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1. De werkelijke parkeerbehoefte is 4.

De plannen voorzien in [8] nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Er worden in de ondergrondse parking 9 parkeerplaatsen voorzien waarvan er 8 nuttig zijn.

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt [8].

 

Dit aantal is toereikend.

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan [4] – [8] = [0].

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt [4] – [8] = [0].

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is.

Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor [0] parkeerplaatsen.

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan [4] – [8] = [0].

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op [0] plaatsen.

 

Ontsluiting / bereikbaarheid

De parking is te bereiken met een autolift.

 

Fietsvoorzieningen

Voor de 4 wooneenheden moeten er 19 fietsstalplaatsen voorzien worden:

-          1 appartement met 3 slaapkamers = 1 x 4 (3 slaapkamers + 1 extra) = 4

-          3 appartementen met 4 slaapkamers = 3 x 5 (4 slaapkamers + 1 extra) = 15

 

Er worden in de ondergrondse parking 19 fietsstalplaatsen voorzien. Er is een lift aanwezig maar deze is te klein om als fietslift te kunnen gebruiken, je moet als ouder samen met je kind en minstens 2 fietsen de lift kunnen gebruiken. De fietsers zullen dus gebruik moeten maken van de autolift. Dit wordt opgelegd in voorwaarden bij de vergunning.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. De fietsers dienen gebruik te maken van de autolift om de fietsen naar de ondergrondse fietsenstalling te brengen.
  1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
  1. De voorwaarden zoals opgenomen in het advies van De Vlaamse Waterweg d.d. 14.04.2023 en Fluvius d.d. 30.03.2023 dienen nageleefd te worden.
  1. De bestaande bomen dienen beschermd te worden conform de bepalingen van artikel 18 van de bouwcode.
  1. De tuinafsluitingen dienen voorzien te worden conform de bepalingen van artikel 19 van de bouwcode.
  1. Het toegangspad moet voorzien worden met een breedte van 1,50 meter conform de bepalingen van artikel 27 van de bouwcode.
  1. Het niet-overdekte terras achteraan de gelijkvloerse verdieping dient aangelegd te worden conform de bepalingen van artikel 39 van de bouwcode.
  1. De rioliering dient voorzien te worden conform de bepalingen van artikel 40 van de bouwcode.
  1. De leidingen dienen voorzien te worden conform de bepalingen van artikel 41 van de bouwcode.
  1. De septische put dient voorzien te worden conform de bepalingen van artikel 43 van de bouwcode.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

9 januari 2023

Volledig en ontvankelijk

17 maart 2023

Start openbaar onderzoek

28 maart 2023

Einde openbaar onderzoek

26 april 2023

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

28 september 2023

Verslag GOA

6 juli 2023

naam GOA

Cynthia Steurs

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

28 maart 2023

26 april 2023

1

0

0

3

 

Bespreking van de bezwaren

  1. Cultuurhistorische waarde: de bezwaarindiener geeft aan dat het gebouw een historische waarde heeft en daarom beter behouden dient te blijven. De woning draagt volgens de bezwaarindieners mee aan de ensemblewaarde van de Arthur Goemaerelei en dient behouden te blijven.

 

Beoordeling:

Het gebouw werd niet opgenomen als beschermd erfgoed of als inventarispand. Het gebouw is niet gelegen binnen CHE-gebied. Het gebouw dient niet behouden te blijven. Het bezwaar is ongegrond.

 

  1. Schaduwhinder: de bezwaarindiener geeft aan dat het nieuwbouwvolume bestaande uit 4 bouwlagen mogelijks de hoeveelheid lichtinval in de achtertuin van de bezwaarindiener zal hinderen.

 

Beoordeling:

De afstand van de achtergevel van de nieuwbouw tot aan het begin van de achtertuin van de bezwaarindiener bedraagt circa 15 meter en tot aan het einde van de achtertuin van de bezwaarindiener circa 36 meter. Er kan verondersteld worden dat de impact op natuurlijk licht in de achtertuin zeer beperkt is. De bestaande volumes tussen het pand en de woning van de bezwaarindiener bestaan uit 4 à 5 bouwlagen. Het nieuwe volume komt minder diep dan deze panden, en minder hoog. Gelet op de grote diepte van de tuin van de bezwaarindiener en de bestaande volumes tussen de nieuwbouw en de bezwaarindiener is deze hinder minimaal en niet onaanvaardbaar. Het bezwaar is ongegrond.

 

  1. Privacyhinder: de bezwaarindiener geeft aan dat via de ramen in de achtergevel van het nieuwbouwvolume de inkijk in de achtertuinen aanzienlijk groter zal zijn dan in de bestaande toestand.

 

Beoordeling:

De ramen in de achtergevel worden duidelijk op de plannen aangeduid. Het nieuwe volume komt niet verder dan het rechter bestaande aanpalende volume. Daarenboven behouden de raamopeningen voldoende afstand tot de perceelsgrenzen. Van bijkomende privacy hinder ten opzichte van de bestaande toestand is vervolgens geen sprake. Het bezwaar is ongegrond.

 

  1. Schade op belendende tuinen: de bezwaarindiener vraagt zich af of de voorziene ondergrondse parkeergarage schade kan veroorzaken aan de aanpalende tuinen en eist dat er bij het beoefenen van bronbemaling dat dit met retourbemaling uitgevoerd dient te worden.

 

Beoordeling:

Er werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst Milieu. Hieruit blijkt dat de mogelijkse bemalingswerken vergunningsplichtig zijn krachtens de Vlarem indelingslijst (rubriek 53.2). Deze omgevingsvergunning moet worden bekomen alvorens de werf kan worden gestart. Deze werken nodig voor de bemaling zullen beoordeeld worden tijdens deze omgevingsvergunningsaanvraag. Het is daarnaast de taak van de bouwheer en architect om de werken uit te voeren volgens de regels van de kunst en op die manier de kans op mogelijke schade aan derden tot een absoluut minimum te beperken. Het bezwaar is ongegrond.

 

  1. Esthetische en mobiliteitshinder door appartementsgebouw: de bezwaarindieners geven aan dat het voorzien van een appartementsgebouw op deze locatie zowel esthetisch als qua verkeersdrukte ongepast is.

 

Beoordeling:

De stedelijke dienst Mobiliteit die in dit dossier om advies werd gevraagd, geeft een gunstig advies voor deze aanvraag. Er dienen 8 parkeerplaatsen voorzien te worden. Deze worden ondergronds voorzien en zijn bereikbaar via een autolift. Verder betreft de aanvraag geen functiewijziging. De bestaande woonfunctie blijft behouden. Het aantal woonentiteiten vermeerdert, hebben een aanvaardbare woonkwaliteit en worden voorzien binnen het aanvaardbare volume. De nieuwbouw is inpasbaar in het straatbeeld en verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening van de plaats. Het bezwaar is ongegrond.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

  1. De fietsers dienen gebruik te maken van de autolift om de fietsen naar de ondergrondse fietsenstalling te brengen.
  1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
  1. De voorwaarden zoals opgenomen in het advies van De Vlaamse Waterweg d.d. 14.04.2023 en Fluvius d.d. 30.03.2023 dienen nageleefd te worden.
  1. De bestaande bomen dienen beschermd te worden conform de bepalingen van artikel 18 van de bouwcode.
  1. De tuinafsluitingen dienen voorzien te worden conform de bepalingen van artikel 19 van de bouwcode.
  1. Het toegangspad moet voorzien worden met een breedte van 1,50 meter conform de bepalingen van artikel 27 van de bouwcode.
  1. Het niet-overdekte terras achteraan de gelijkvloerse verdieping dient aangelegd te worden conform de bepalingen van artikel 39 van de bouwcode.
  1. De rioliering dient voorzien te worden conform de bepalingen van artikel 40 van de bouwcode.
  1. De leidingen dienen voorzien te worden conform de bepalingen van artikel 41 van de bouwcode.
  1. De septische put dient voorzien te worden conform de bepalingen van artikel 43 van de bouwcode.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.