2023_CBS_04988 - Omgevingsvergunning - OMV_2022155764. Coquilhatstraat 19. District Antwerpen - Goedkeuring

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

-          29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed: Neoclassicistisch burgerhuis: https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/208286;

-          21/10/1902: toelating (1902#1943) voor het versmallen van een keldergat;

-          25/10/1895: toelating (1895#1455) voor een huis.

Vergunde / Geacht vergunde toestand

-          wonen: eengezinswoning

-          bouwvolume:

• pand in gesloten bebouwing met 2 bouwlagen onder mansardedak;
• kroonlijst- en nokhoogte respectievelijk circa 9,5 en 12,5 m;
• bouwdiepte hoofdvolume circa 9,5 m;
• uitbreiding op de gelijkvloerse verdieping in de vorm van een entresol en veranda;

-          gevelafwerking:

• lichte bepleistering met imitatievoegen;
• arduinen plint en dorpels;
• houten buitenschrijnwerk en kroonlijst, kleur niet gekend;
• stalen borstwering.

Bestaande toestand

-          bouwvolume:

• bouwdiepte entresol (gelijkvloerse en eerste verdieping) tot circa 15 m;
• bouwdiepte veranda tot circa 13,5 m;

-          gevelafwerking:

• zwart geschilderd houten buitenschrijnwerk;
• overige materialen conform vergunde toestand;

-          functie, aantal wooneenheden, en bouwdiepte hoofdvolume ongewijzigd.

Nieuwe toestand

-          bouwvolume:

• bouwdiepte gelijkvloerse verdieping 15 m (linker perceelgrens) en 16 m (rechter perceelgrens);
• aantal bouwlagen, bouwhoogte, en bouwdiepte eerste verdieping ongewijzigd;

-          functie, aantal wooneenheden en gevelafwerking ongewijzigd.

Inhoud van de aanvraag

-          wijzigen van het buitenschrijnwerk in de voorgevel;

-          uitbreiden van het bouwvolume ter hoogte van de gelijkvloerse verdieping;

-          doorvoeren van constructieve wijzigingen.

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Interne adviezen

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: culturele, historische en/of esthetische waarde en artikel  1:   zone voor wonen - (wo1).

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgend punt:

-          artikel 2.2.5 Onbebouwde ruimte en tuinen:
Conform de voorschriften van dit artikel moet het percentage onbebouwde ruimte per perceel bij verbouwingen vergroten of gelijk blijven. De onbebouwde ruimte verkleint door de uitbreiding op de gelijkvloerse verdieping.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-      Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-      Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-      Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-      Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:

-          artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
Ter hoogte van de dakkoepel op de tweede verdieping (linkerzijde perceel) wordt de scheidingsmuur niet voorzien van een minimale opstand van 30 cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak.

Sectorale regelgeving

-      MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-      Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-      Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-      Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

De bestemming van eengezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft. 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De voorliggende aanvraag voorziet in een gelijkvloerse uitbreiding en renovatie van de keuken en badkamer.

Ter hoogte van de rechter perceelsgrens wordt de gelijkvloerse bouwdiepte van 13,50 m naar 15,90 m gebracht. Het bestaande overdekte terras verdwijnt en wordt door een verandaconstructie vervangen.

Door de uitbreiding verkleint de aanwezige open ruimte met ca. 2,05 m². Het verminderen van buitenruime is strijdig met artikel 2.2.5 uit het RUP binnenstad. Gezien de beperkte afname die ten bate staat van een betere woonkwaliteit en het feit dat met ca. 43,60 m² tuin nog steeds ruim 30% van de perceeloppervlakte open ruimte blijft, kan geoordeeld worden dat deze afname aanvaardbaar is.

Het bestaande entresolvolume aan de linkerzijde van het perceel heeft een bouwdiepte van 15,00 m en blijft behouden. Dit volume wordt enkel na-geïsoleerd en op het gelijkvloers en verdieping worden interne constructieve werken voorzien.

De beperkte uitbreiding achteraan rechts tegen de hoger opgaande blinde scheidsmuur van de rechter aanpalende is niet hinderlijk voor de omgeving. Er rest voldoende open ruimte op het perceel en de bouwdiepte van 15,90 m is inpasbaar in de omgeving. 

Cultuurhistorische aspecten

Gezien de ligging van het pand in een zone die volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan werd ingekleurd als een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde en opgenomen werd op de Inventarislijst Onroerend Erfgoed werd het advies ingewonnen van de stedelijke dienst monumentenzorg. Dit advies laat zich als volgt lezen: 

“Men wenst het pand te verbouwen. Vanuit oogpunt monumentenzorg kunnen we akkoord gaan met de gewenste ingrepen die werden voorbesproken. Het voorhuis met de meeste erfgoedelementen blijft gevrijwaard. De ingrepen in de entresol (verwijderen enkele deuren, aanbouwen nieuwe veranda) zijn te verantwoorden omdat de erfgoedwaarde van de aan te passen of te verwijderen erfgoedobjecten, waaronder de deuren, een beperkte erfgoedwaarde hebben en vermoedelijk aangepast werden in de jaren 1950. De koepel van de veranda op het gelijkvloers alsook deze boven het bordes van de eerste verdieping blijven bewaard. De achtergevel kan geisoleerd worden. De initiele planopbouw, voorhuis – entresol – wintertuin, blijft afleesbaar.

De verfraaiing van de voorgevel wordt geapprecieerd. De roofing leien ter hoogte van het voorste dakvlak worden opnieuw vervangen door natuurleien wat de beeldwaarde van het inventarispand ten goede komt. Het bestaande houten schrijnwerk wordt vervangen naar identiek model (materiaal, profilering, afwerking). 

Indien er kan aangetoond worden dan het schrijnwerk aan vervanging toe is, dienen er detailtekeningen aangeleverd te worden van het nieuwe schrijnwerk. Indien gewenst kunnen er ook typedetails opgevraagd worden bij onze dienst die als basis kunnen dienen.”

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt worden de aandachtspunten van de dienst monumentenzorg bijgetreden en worden volgende voorwaarden bij de vergunning mee opgenomen:

-          De bestaande erfgoedelementen zoals stucplafonds, lambrisering, deuren, plankenvloeren, schouwmantels en traphal te bewaren.

-          Detailtekeningen van het nieuwe houten geschilderd schrijnwerk naar oorspronkelijk model worden voorgelegd. Typedetails van vroeg 20ste-eeuwse t-ramen zijn, indien gewenst, verkrijgbaar bij de stedelijke dienst monumentenzorg.

Visueel-vormelijke elementen

De uitbreiding aan de achtergevel wordt als veranda uitgewerkt met antracietkleurig aluminium buitenschrijnwerk. Ook de nieuwe ramen in het entresolvolume worden in dezelfde materialisatie uitgevoerd. De na-geïsoleerde entresol wordt afgewerkt in wit gevelpleisterwerk met natuurstenen plint. 

Het dak wordt voorzien van een nieuwe dakvlakvenster en een nieuwe kroonlijst in antraciet aluminium.

De materialisatie en uitwerking van de achtergevel is inpasbaar binnen de omliggende  stedelijke context.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De nieuwe uitbreiding verbetert het contact met de achterliggende tuin, wat het gebruik er van ten goede zal komen.

Omdat de dakopstand ter hoogte van het dak van het entresolvolume niet de minimaal 0,3 m voorziet t.o.v. het hoogst aangrenzende dakvlak, wordt dit mee in voorwaarden opgenomen (bouwcode, art. 34).

Advies aan het college

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. De in de beoordeling opgenomen voorwaarden van de dienst monumentenzorg zijn na te leven:

-          De bestaande erfgoedelementen zoals stucplafonds, lambrisering, deuren, plankenvloeren, schouwmantels en traphal te bewaren.

-          Detailtekeningen van het nieuwe houten geschilderd schrijnwerk naar oorspronkelijk model worden voorgelegd. Typedetails van vroeg 20ste-eeuwse t-ramen zijn, indien gewenst, verkrijgbaar bij de stedelijke dienst monumentenzorg.

3. Het gedeelte van het dak van het entresolvolume, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

Administratieve lus

Op de aanvraag werd een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):

Het vorige openbaar onderzoek werd niet correct uitgevoerd omdat de gele affiches niet ontvangen werden.

De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn werden opnieuw uitgevoerd om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).

De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten