Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023021813 |
Gegevens van de aanvrager: | Quinten Roggeman - Thomas Schiltz met als adres Van Maerlantstraat 55 te 2600 Antwerpen |
Ligging van het project: | Waterfordstraat 33 te 2600 Berchem (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 21 sectie A nr. 117R6 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 05/11/1984: vergunning (1984961) voor een verbouwing;
- 16/02/1927: toelating (961#8555) voor binnenveranderingen;
- 16/01/1920: toelating (961#6302) voor het bouwen verdieping;
- 30/09/1905: toelating (961#4658) voor veranderingen aan de woning.
Vergunde toestand
- functie: wonen (eengezinswoning met 2 slaapkamers);
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Bestaande toestand
- functie overeenkomstig vergunde toestand;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Nieuwe toestand
- functie: wonen (eengezinswoning met 2 slaapkamers);
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- deels slopen van de achterbouw;
- uitbreiden van het volume;
- wijzigen van de voorgevel;
- doorvoeren van interne constructieve werken.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
door het verlagen van de garagepoort ten opzichte van de laatst vergunde toestand zijn de voordeur en poort niet langer op elkaar uitgelijnd qua hoogte en ontstaat er een wanverhouding in de gelijkvloerse voorgevel. Hierdoor is de gevel niet meer in harmonie met de omgeving waar de gevelopeningen steeds zijn uitgelijnd op elkaar;
de scheimuur met de rechter aanpalende heeft ter hoogte van het nieuwe dak van de hoofdbouw geen opstand van minstens 30 cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak;
niet-overdekte terrassen grenzend aan een tuin of andere onverharde bodem dienen aangelegd te worden in een helling van 1 à 2%, om het regenwater hiernaar te laten afwateren en op natuurlijke wijze te laten infiltreren.
Het is niet duidelijk of het nieuwe terras wordt aangelegd in een helling richting de onverharde bodem;
de woning wordt voorzien van een gescheiden rioolstelsel bestaande uit 1 DWA (droogweerafvoer) en 1 RWA (hemelwaterafvoer).
Het is niet duidelijk of de aansluiting van de riolering op het openbaar rioolstelsel gebeurt conform artikel 41;
de inhoud van de septische put dient te voldoen aan de opgelegde voorwaarden. Voor gebouwen met enkel een woonfunctie bedraagt de minimale inhoud tot en met 5 gebuikersequivalenten 2000 liter.
De inhoud van de septische put is niet vermeld op de plannen waardoor het niet duidelijk is of hieraan wordt voldaan.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het project is gelegen in een zone met een pluviale overstromingskans van 1 keer op 100 jaar onder huidig klimaat.
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd.
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat verbouwingswerken aan een bestaande woning. De functie blijft ongewijzigd, de functionele inpasbaarheid bijgevolg ook.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
Bij de renovatie van de woning wordt uitgegaan van maximaal behoud van de bestaande structuren. De woning is doorheen de jaren verschillende keren verbouwd geweest. De bouwheer wenst de woning grondig te renoveren zodat deze voldoet aan de huidige energienormen.
De bouwdiepte op het gelijkvloers sluit in de nieuwe toestand aan bij de bouwdiepte van de rechts aanpalende woning en de verdiepingen erboven. Het bestaande overdekte terras wordt afgebroken om meer licht binnen te trekken. De garage op het gelijkvloers blijft behouden. Achter de bestaande garage worden een keuken en een eethoek ingericht.
Op het gelijkvloers wordt het nieuwe buitenterras achter de hoofdbebouwing niet aangeduid. Er kan derhalve niet afgeleid worden wat de helling van dit terras is. Artikel 39 van de bouwcode bepaalt dat niet-overdekte terrassen grenzend aan een tuin of andere onverharde bodem dienen aangelegd te worden in een helling van 1 à 2%, om het regenwater hiernaar te laten afwateren en op natuurlijke wijze te laten infiltreren. Dit zal als voorwaarde bij de vergunning opgenomen worden.
De eerste verdieping wordt volledig open gemaakt om een doorzontypologie te creëren. Op deze verdieping wordt een deel van de vloer open gemaakt om een vide te creëren tussen de keuken op het gelijkvloers en de leefruimtes op de eerste verdieping, en zo meer licht binnen te trekken in de woning. Boven de vide wordt het bouwvallige hellende polycarbonaten dak vervangen door een isolerend plat dak met koepel. Om dit te realiseren, dient de scheidingsmuur met de rechterbuur te worden opgehoogd met 95 cm.
Het is niet duidelijk uit snede BB_NT af te leiden of het hoofddak boven de 2de verdieping t.o.v. de rechterbuur een opstand van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak heeft zoals bepaald in artikel 34 van de bouwcode. Indien dit niet zo is, dan mag deze opstand niet met brandbaar materiaal bekleed worden. Dit zal als voorwaarde bij de vergunning opgenomen worden.
Op de tweede verdieping worden de bestaande volumes behouden. De badkamer aan de tuinzijde is deels vergund tot op een diepte van +/-2m60. Deze werd in 1984 echter nooit afgebroken zoals vergund en blijft ook in deze aanvraag behouden.
De dakstructuur en -afwerking van de hoofdbebouwing wordt volledig vernieuwd zodat deze voldoende draagkracht heeft voor het plaatsen van zonnepanelen en nieuwe technieken. Hierbij dient vermeld te worden dat het plaatsen van technieken op een plat dak vergunningsplichtig kan zijn.
De werken gebeuren binnen het bestaande volume, een volume dat in omvang niet afwijkt van volumes die voorkomen in de omgeving. Mits naleving van de voorwaarden kunnen de voorgestelde verbouwingswerken aanvaard worden.
Visueel-vormelijke elementen
De huidige voorgevel werd donkergrijs geschilderd. Het buitenschrijnwerk zal vervangen worden door aluminium schrijnwerk in een antracietgrijze tint. De voordeur en garagepoort worden eveneens vervangen, waarbij de voordeur zal voorzien worden van een bovenlicht. Voordeur en garagedeur zullen beide in dezelfde kleur als de rest van het buitenschrijnwerk voorzien worden. De gevel wordt opnieuw geschilderd in een lichte tint (wit). Er wordt een natuurstenen plint geplaatst die aansluit met diegene van de buren. De bestaande simili lijnen in de voorgevel worden behouden.
Zoals door de aanvrager zelf gesteld wordt er boven de voordeur een bovenlicht voorzien, waardoor de geveluitsparing voor het voordeurgeheel opnieuw overeenkomt met de laatst vergunde toestand. Helaas gebeurt dit ook niet bij de garagepoort. Om de harmonie in de gevel zelf te herstellen maar ook deze naar de omgeving toe, waar overwegend hoge gelijkvloerse verdiepingen voorkomen, en om zo te voldoen aan artikel 6 van de bouwcode inzake harmonie, is het wenslijk om ook de garagepoort uit te lijnen met de gevelopening van de nieuwe voordeur en de gevelopeningen op het gelijkvloers in zijn geheel terug te brengen naar de laatst vergunde toestand, waar ook bij de garagepoort bovenlichten voorkwamen. Deze aanpassing zal in de voorwaarden bij de vergunning opgenomen worden en in rood op het gevelplan van de nieuwe toestand aangeduid worden.
In de achtergevel wordt een nieuwe, dubbelhoge schrijnwerkpartij in een antracietgrijze tint geplaatst, dit om voldoende licht binnen te trekken tot diep in de woning. De achtergevel wordt volledig geïsoleerd en voorzien van een laag crépi in lichte tint. De tweede verdieping wordt voorzien van crépi in een donkerdere tint zodat deze onderschikt is aan de rest van de woning: het gelijkvloers en de eerste verdieping worden als 1 logisch geheel gelezen.
Mits rekening te houden met de gestelde voorwaarde voor de voorgevel, kunnen de voorgestelde werken aanvaard worden
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag moet voldoen aan artikel 40 van de bouwcode. Dit betekent dat de droogweerafvoer (DWA) en de hemelwaterafvoer (RWA) gescheiden aangeboden moeten worden aan de straat. Dit gescheiden rioolsysteem moet aangeboden worden aan de straat.
Op het terrein is een septische put aanwezig, welke ook vereist is op basis van artikel 43 van de bouwcode. De inhoud van de septische put dient te voldoen aan de oplegde voorwaarden, voor gebouwen met enkel een woonfunctie. Hiervoor bedraagt de minimale inhoud tot en met 5 gebruikersequivalenten 2000 l.
Mits voldaan aan deze voorwaarden, welke opgelegd worden bij een vergunning, kan de aanvraag positief geadviseerd worden.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De gevelopening voor de garagepoort te vergroten en uit te lijnen op deze van de voordeur. De garagepoort wordt voorzien van bovenlichten. Deze aanpassing wordt in rood aangeduid op de plannen.
2. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van:
- dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).
3. Het buitenterras op het gelijkvloers aan te leggen in een helling van 1 à 2% om het regenwater hiernaar te laten afwateren en op natuurlijke wijze te laten infiltreren, conform artikel 39 van de bouwcode.
4. De woning te voorzien van een gescheiden rioolstelsel bestaande uit 1 DWA (droogweerafvoer) en 1 RWA (hemelwaterafvoer), conform artikel 41 van de bouwcode.
5. Een septische put met een inhoud van 2000 liter te voorzien, conform artikel 43 van de bouwcode.
6. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 23 februari 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 15 mei 2023 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 12 oktober 2023 |
Verslag GOA | 12 juli 2023 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De gevelopening voor de garagepoort te vergroten en uit te lijnen op deze van de voordeur. De garagepoort wordt voorzien van bovenlichten. Deze aanpassing wordt in rood aangeduid op de plannen.
2. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van:
- dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).
3. Het buitenterras op het gelijkvloers aan te leggen in een helling van 1 à 2% om het regenwater hiernaar te laten afwateren en op natuurlijke wijze te laten infiltreren, conform artikel 39 van de bouwcode.
4. De woning te voorzien van een gescheiden rioolstelsel bestaande uit 1 DWA (droogweerafvoer) en 1 RWA (hemelwaterafvoer), conform artikel 41 van de bouwcode.
5. Een septische put met een inhoud van 2000 liter te voorzien, conform artikel 43 van de bouwcode.
6. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.